21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

Met onuitsprekelike liefde verwelkomt Jezus Zijn getrouwen in de “vreugde van hun Heer.”<br />

De blijdschap van de Heiland bestaat daarin, dat Hij de zielen, die door Zijn angst en<br />

vernedering verlost zijn, in het koninkrijk der heerlikheid ziet. En de verlosten zullen in Zijn<br />

vreugde delen, wanneer ze onder de gezegenden diegenen zien, welke door hun gebeden, hun<br />

arbeid en hun liefdevolle opofferingen voor Christus gewonnen zijn. Wanneer ze zich om de<br />

grote, witte troon scharen, zal onuitsprekelike vreugde hun harten vervullen, als ze hen<br />

aanschouwen, die ze voor Christus ge-wonnen hebben, en bemerken, dat de een weder<br />

anderen heeft toegebracht, en dezen weder anderen, en die allen in de haven der ruste gebracht<br />

zijn, om daar hun kronen aan Jezus’ voeten neder te leggen, en Hem de nimmer eindigende<br />

eeuwigheid door te loven.<br />

Wanneer de verlosten verwelkomd worden in de stad Gods, schalt er een juichtoon van<br />

aanbidding door de lucht. De twee Adams staan op het punt van elkander te ontmoeten. Gods<br />

Zoon staat met uitgebreide armen om de vader van ons geslacht te ontvangen,— het wezen,<br />

dat Hij schiep, dat tegen zijn Maker zondigde, en om wiens zonde de Heiland de merktekenen<br />

van de kruisiging in Zijn lichaam omdraagt. Wanneer Adam de indrukken van de wrede<br />

nagelen bespeurt, valt hij niet op de borst van zijn Heer, maar werpt zich in ootmoedigheid<br />

aan Zijn voeten, uitroepende: “Waar- dig, waardig, is het Lam, dat geslacht is!” Tederlik heft<br />

de Heiland hem op, en nodigt hem, andermaal de Paradijs- woning te aanschouwen, waaruit<br />

hij zo lange tijd verbannen is geweest.<br />

Na zijn verdrijving uit Eden was Adams leven op aarde een bestaan vol droefheid. Ieder<br />

stervend blad, ieder offer dat geslacht werd, iedere vlek op het schone gelaat van de natuur,<br />

iedere smet op de reinheid van de mens herinnerde hem opnieuw aan zijn zonde. Vreselik was<br />

zijn benauwdheid door zelfverwijt, toen hij de ongerechtigheid zag toenemen, en tot antwoord<br />

op zijn waarschuwingen zich ver- wijtingen op de hals haalde, dat hij de oorzaak van de zonde<br />

was. In geduldige ootmoed droeg hij, bijna duizend jaren lang, de straf van de overtreding.<br />

Hij had oprecht berouw over zijn zonde, verliet zich op de verdiensten van de beloofde<br />

Heiland, en stierf in de hoop van een opstanding. Gods Zoon maakte de misslag en val van de<br />

mens weder goed; en nu wordt Adam, door het werk der verzoening, weder in zijn eerste<br />

heerschappij hersteld.<br />

Overstelpt van blijdschap aanschouwt hij de bomen, die eens zijn genot uitmaakten,—<br />

dezelfde bomen, waarvan hij de vruchten in de dagen van zijn onschuld en vreugde had<br />

ingezameld. Hij ziet de wijnstokken, die zijn eigen handen hebben opgeleid; dezelfde<br />

bloemen, waarvoor hij eertijds zo gaarne zorg droeg. Zijn geest omvat de werkelikheid van<br />

het toneel: hij komt tot het begrip, dat dit waarlik het herstelde Eden is, nu liefeliker dan toen<br />

hij er uit verbannen werd. De Heiland voert hem naar de boom des levens, plukt de heerlike<br />

vrucht, en nodigt hem uit om er van te eten. Hij ziet om zich heen, en aanschouwt een schare<br />

van zijn gezin verlost, staande in het Paradijs Gods. Dan werpt hij zijn schitterende kroon aan<br />

de voeten van Jezus, en op Zijn borst vallende omhelst hij de Verlosser. Hij zet de gouden<br />

harp in trilling, en de hemelgewelven weerklinken van het triomflied: “Waardig, waardig,<br />

449

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!