21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

Elia zorgde, zal niet één van Zijn zelfopofferende kinderen voorbijgaan. Hij, die de haren van<br />

bun hoofd telt, zal voor hen zorgen, en in tijden van hongersnood zullen ze verzadigd worden.<br />

Terwijl de goddelozen van honger en pest omkomen, zullen engelen de rechtvaardigen<br />

beschermen, en in hun behoeften voorzien. Voor hem, die “in gerechtigheid wandelt,” is de<br />

belofte: “Zijn brood wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis.” “Wanneer de ellendigen<br />

en nooddruftigen water zoeken, maar er is geen, en hun tong van dorst versmacht, zal Ik, de<br />

Heer, hen verhoren, Ik, de God Israëls, zal hen niet verlaten.”<br />

“Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het<br />

werk van de olijfboom liegen zal, en de velden geen spijze voortbrengen, dat men de kudde<br />

uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal;” nochtans zullen<br />

zij, die Hem vrezen, “van vreugde opspringen in de Heer, en zich verheugen in de God van<br />

hun heil.”<br />

“De Heer is uw bewaarder, de Heer is uw schaduw aan uw rechterhand. De zon zal u des<br />

daags niet steken, noch de maan des nachts. De Heer zal u bewaren van alle kwaad; uw ziel<br />

zal Hij bewaren.”<br />

“Hij zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelike pestilentie. Hij<br />

zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult ge betrouwen; Zijn waarheid is<br />

een rondas en beukelaar. Ge zult niet vrezen voor de schrik van de nacht, voor de pijl, die des<br />

daags vliegt; voor de pestilentie, die in de donkerheid wandelt; voor het verderf, dat op de<br />

middag verwoest. Aan uw zijden zullen er duizend vallen en tien duizend aan uw rechterhand;<br />

tot u zal het niet genaken. Alleenlik zult ge het met uw ogen aanschouwen; en ge zult de<br />

vergelding van de goddelozen zien. Want Gij, Heer! zijt mijn Toevlucht! De Allerhoogste<br />

hebt ge gesteld tot uw vertrek; u zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal uw tent<br />

naderen.”<br />

Desniettemin zal het de mensen toeschijnen, alsof het volk Gods hun getuigenis binnen<br />

kort met hun bloed zal moeten bezegelen, gelijk de martelaren dat v——r hen hebben gedaan.<br />

Zijzelven beginnen te vrezen, dat de Heer hen verlaten heeft, en ze in de handen van hun<br />

vijanden zullen vallen. Het is een tijd van vreselike angst. Dag en nacht roepen ze tot God om<br />

verlossing. De goddelozen maken zich vrolik, en de spottende uitroep wordt gehoord: “Waar<br />

is nu uw geloof? Waarom verlost God u niet uit onze handen, indien ge waarlik Zijn volk<br />

zijt?”—Doch de wachtenden gedenken aan Jezus, stervende op het kruis van Golgotha, en de<br />

overpriesters en overheden, spottende uitroepend: “Anderen heeft Hij verlost, Hij kan<br />

Zichzelf niet verlossen. Indien Hij de Koning van Israël is, dat Hij nu afkome van het kruis,<br />

en we zullen Hem geloven.” Gelijk Jakob worstelen allen met God. Hun aangezichten tonen<br />

hun inwendige strijd. Bleekheid is op het gelaat van een ieder te lezen. Toch houden ze aan<br />

met ernstig smeken.<br />

Indien de mensen hemelse visioenen konden ontwaren, ze zouden groepen engelen<br />

aanschouwen, uitnemend in kracht, als wachters gesteld rondom hen, die het woord van<br />

437

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!