21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

en onwaardigheid belijdt, en toch op de genade vertrouwt van een God, die Zijn verbond<br />

gestand doet.<br />

“Hij gedroeg zich vorstelik tegen de Engel en overmocht hem.” Door vernedering, berouw<br />

en overgave van zichzelf overwon deze zondige, dwalende sterveling de Majesteit des hemels.<br />

Met bevende hand had hij de beloften Gods aangegrepen, en het hart van Oneindige Liefde<br />

kon het pleiten van de zondaar niet afwijzen. Als een bewijs van zijn overwinning, en tot<br />

aanmoediging van anderen, om zijn voorbeeld na te volgen, werd zijn naam veranderd van<br />

een, die hem aan zijn zonde herinnerde, in een, die aan zijn zegepraal liet denken. En het feit,<br />

dat Jakob bij God overmacht had, was een verzekering, dat hij ook tegen de mens bestand zou<br />

zijn. Hij vreesde niet langer voor de toorn van zijn broeder, want de Heer was zijn<br />

bescherming.<br />

Satan had Jakob voor de engelen Gods beschuldigd, en het recht geëist om hem te<br />

vernietigen wegens zijn zonde; hij had Ezau aangepord om tegen hem op te trekken; en<br />

gedurende die lange nacht van strijd trachtte Satan de patriarch onder het gevoel van zijn<br />

schuld te houden, ten einde hem te ontmoedigen en zijn steunen op God te verijdelen. Jakob<br />

werd bijna tot wanhoop gedreven; doch hij wist, dat hij zonder hulp van Boven moest vergaan.<br />

Hij had zich in oprechtheid van zijn grote zonde bekeerd, en deed een beroep op Gods genade.<br />

Hij wilde zich niet van zijn doel laten afbrengen, doch hield de Engel vast, en liet niet af te<br />

bidden met ernstige, hartverscheurende kreten, totdat hij overwon.<br />

Evenals Satan Ezau aanzette, om tegen Jakob op te trekken, zo zal hij de goddelozen<br />

aanporren, om Gods volk in de tijd van benauwdheid te verdelgen. En evenals hij Jakob<br />

beschuldigde, zal hij zijn beschuldigingen inbrengen tegen Gods volk. Hij telt de mensen van<br />

deze wereld als zijn onderdanen; doch het kleine getal van degenen, die de geboden Gods<br />

bewaren, wederstaat zijn opperheerschappij. Kon hij hen van de aarde verdoen, zijn<br />

overwinning zou volkomen zijn. Hij ziet hen door heilige engelen beschermd, en leidt daaruit<br />

af, dat hun zonden vergeven zijn; doch hij weet niet, dat hun zaken in het heiligdom daarboven<br />

zijn beslist. Hij bezit een nauwkeurige kennis van de zonden, waartoe hij hen heeft verleid,<br />

en legt die aan God voor in het overdrevenste licht, dit volk voorstellende, alsof ze het verlies<br />

van Gods gunst evenzeer verdiend hebben als hijzelf. Hij verklaart, dat de Heer in<br />

rechtvaardigheid hun zonden niet kan vergeven, en toch hem en zijn engelen verdelgen. Hij<br />

maakt aanspraak op hen als zijn prooi, en eist, dat ze in zijn handen zullen worden<br />

overgegeven om vernietigd te worden.<br />

Terwijl Satan het volk van God beschuldigt van wege hun zonden, laat de Heer hem toe,<br />

hen tot het uiterste te beproeven. Hun vertrouwen op God, hun geloof en standvastigheid<br />

zullen zwaar beproefd worden. Terwijl ze in gedachte het verleden nagaan, ontzinkt hun de<br />

hoop; want in hun gehele leven zien ze slechts weinig dat goed is. Ze zijn zich ten volle van<br />

hun zwakheid en onwaardigheid bewust. Satan tracht hen met de gedachte te verschrikken,<br />

dat hun zaak hopeloos staat, en de smet van hun verontreiniging nooit uitgewist zal worden.<br />

429

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!