21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

een beeld van de ondervinding van Gods volk in de tijd van benauwd-heid. Wegens het<br />

gepleegde bedrog ter verkrijging van de zegen van zijn vader, die voor Ezau bestemd was,<br />

was Jakob voor zijn leven gevlucht, verschrikt door de gevaarlike bedreigingen van zijn<br />

broeder. Na jaren lang in ballingschap doorgebracht te hebben, had hij zich op Gods bevel op<br />

reis begeven, om met zijn vrouwen en kinderen, kudden en vee naar zijn geboorteland terug<br />

te keren. Toen hij de grenzen van het land bereikte, werd hij met schrik vervuld door tijdingen<br />

van Ezau’s komst aan het hoofd van een bende krijgslieden, ongetwijfeld besloten om wraak<br />

te oefenen.<br />

Jakobs gezelschap, ongewapend en weerloos, scheen op het punt van de hulpeloze<br />

slachtoffers te worden van geweld en moord. Bij de last van angst en vrees voegde zich het<br />

verpletterend gewicht van zelfverwijt; want het was zijn eigen zonde, die dit gevaar over hem<br />

had gebracht. Zijn enige hoop was op de genade Gods; zijn enige bescherming moest het<br />

gebed zijn. Toch liet hij niets ongedaan van zijn eigen kant, om voor het onrecht aan zijn<br />

broeder te boeten, en het dreigende gevaar af te weren. Zo ook behoren de volgelingen van<br />

Christus bij het naderen van de tijd van benauwdheid alle pogingen aan te wenden om zich in<br />

een behoorlik daglicht voor de mensen te stellen, vooroordeel te ontwapenen, en het gevaar<br />

zoeken af te wenden, dat vrijheid van geweten bedreigt.<br />

Na zijn familie weggezonden te hebben, opdat die geen getuige zou zijn van zijn nood,<br />

blijft Jakob alleen om v——r God te pleiten. Hij belijdt zijn zonde, en erkent met<br />

dankbaarheid de genade Gods aan hem bewezen, terwijl hij in diepe ootmoed melding maakt<br />

van het verbond, met zijn vaderen gemaakt, en de beloften aan hemzelf geschonken in het<br />

nachtgezicht te Bethel, en in het land van zijn ballingschap. Het keerpunt in zijn leven is<br />

gekomen; alles staat op het spel. In de duisternis en eenzaamheid houdt hij aan met bidden,<br />

en zich voor God te verootmoedigen. Plotseling wordt er een hand op zijn schouder gelegd.<br />

Hij meent, dat het een vijand is, die hem het leven zoekt te benemen, en met al de kracht, die<br />

de wanhoop schenkt, worstelt hij met zijn tegenpartij. Bij het aanbreken van de dag openbaart<br />

de vreemdeling zijn bovennatuurlike kracht; door zijn aanraking schijnt de sterke man<br />

verlamd, en als een hulpeloze, wenende smekeling valt hij zijn geheimzinnige tegenpartijder<br />

om de hals.<br />

Jakob weet nu, dat het de Engel des verbonds is, met wie hij gestreden heeft. Schoon<br />

kreupel en in zware pijn, geeft hij zijn doel niet op. Lang heeft hij verlegenheid, wroeging en<br />

droefheid wegens zijn zonde verduurd; nu moet hij de verzekering hebben, dat die vergeven<br />

is. De Goddelike bezoeker schijnt op het punt, hem te verlaten; doch Jakob klemt zich aan<br />

hem vast, en smeekt om een zegen. De engel pleit: “Laat me gaan; want de dageraad is<br />

opgegaan;” doch de patriarch roept uit: “Ik zal u niet laten gaan, tenzij dat ge me zegent.”<br />

Welk een vertrouwen, welk een standvastigheid en volharding worden hier ten toon gespreid!<br />

Was dit een trotse, aanmatigende eis geweest, Jakob zou ogenblikkelik vernietigd zijn<br />

geworden; maar wat zich hier toonde, was de vrijmoedigheid van een mens, die zijn zwakheid<br />

428

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!