21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

ze beweerden, een gewichtig keerpunt bereikt te hebben, en dat het werk van Christus als<br />

middelaar van de mens voor God geëindigd was. Het scheen hun toe, dat de Bijbel leert, dat<br />

de genadetijd van de mens, kort voordat de Heer waarlik op de wolken des hemels verschijnt,<br />

zou eindigen. Dit scheen te blijken uit die teksten, welke op een tijd heenwijzen, wanneer de<br />

mensen zullen zoeken naar, en kloppen en roepen aan de deur der genade, en die niet open<br />

gedaan zal worden. En ze vroegen zich af, of de datum, waarop ze hadden gestaard als die<br />

voor de wederkomst van Christus, niet misschien het begin van dit tijdperk aangaf, dat<br />

onmiddellik aan Zijn komst voorafging. Daar ze de waarschuwing gegeven hadden, dat het<br />

oordeel nabij was, gevoelden ze, dat hun werk voor de wereld was afgedaan, en verloren ze<br />

de zieledrang om zondaren van het verderf te redden, terwijl het stoutmoedige en lasterlike<br />

spotten van de goddelozen hun een verder bewijs toescheen, dat Gods Geest was weggenomen<br />

van degenen, die Zijn genade hadden verworpen. Dit alles bevestigde hen in het geloof, dat<br />

de genadetijd verstreken was, of, zoals ze het toen uitdrukten, “de deur der barmhartigheid<br />

was gesloten.”<br />

Maar helderder licht kwam door het onderzoek van de zaak aangaande het heiligdom. Ze<br />

zagen nu in, dat ze gelijk hadden gehad met te geloven, dat het einde van de 2300 dagen in<br />

1844 een belangrijk keerpunt kenmerkte. Maar terwijl het waar was, dat die deur van hoop en<br />

genade, waardoor de mensen achttien honderd jaren lang toegang tot God gevonden hadden,<br />

gesloten was, was er een andere deur geopend, en werd aan de mensen vergiffenis van zonden<br />

aangeboden door tussenkomst van Christus in het heilige der heiligen. Het ene deel van Zijn<br />

bediening was afgesloten, slechts om voor een ander plaats te maken. Er was nog altijd een<br />

“open deur” naar het hemelse heiligdom, waar Christus dienst deed ten behoeve van de<br />

zondaar. Nu werd de toepassing van die woorden van Christus in de Openbaring aanschouwd,<br />

welke op die eigen tijd aan de kerk gericht werden: “Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die<br />

de sleutel Davids heeft, die opent, en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent: Ik weet<br />

uw werken; ziet! Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten.”<br />

Degenen, die in het geloof Jezus volgen in het grote werk van de verzoening, zijn het, die<br />

de voorrechten van Zijn voorspraak voor hen smaken; terwijl degenen, die het licht verwerpen,<br />

hetwelk dit deel van de bediening aan de dag brengt, er geen voordeel bij hebben. De Joden,<br />

die het licht verwierpen, dat bij Christus’ eerste komst geschonken werd, en die in Hem<br />

weigerden te geloven als de Heiland van de wereld, konden geen vergiffenis door Hem<br />

erlangen. Toen Jezus bij Zijn hemelvaart door Zijn eigen bloed in het hemelse heiligdom<br />

binnentrad om de zegeningen van Zijn tussenkomst op Zijn discipelen uit te gieten, werden<br />

de Joden in volslagen duisternis gelaten, om daarin voort te gaan met hun nutteloze offeranden<br />

en gaven. De bediening van de beelden en voorafschaduwingen had opgehouden te bestaan.<br />

Die deur, waardoor de mensen eertijds toegang tot God erlangden, stond niet langer open. De<br />

Joden hadden geweigerd, Hem te zoeken in de enige weg, waarop Hij gevonden kon worden,<br />

door de bediening in het heiligdom in de hemel. Dientengevolge vonden ze geen gemeenschap<br />

met God. De deur was voor hen gesloten. Ze hadden geen kennis aan Christus als het ware<br />

296

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!