21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

Schrift te on-derzoeken; en hebben zich dientengevolge, door het geloof en de besprenging<br />

van het bloed van Jezus Christus, met God verzoend.” “Ik heb nooit de gunst van de<br />

hovaardigen gezocht, noch ook teruggebeefd, wanneer de wereld de wenkbrauwen fronste. Ik<br />

zal me hun welgevallen nu niet verwerven, en evenmin mijn plicht te buiten gaan om hun haat<br />

uit te lokken. Ik zal nooit trachten om door hun gunst mijn leven te behouden, en, naar ik<br />

hoop, niet terugschrikken van het te verliezen, indien God in Zijn voorzienigheid het aldus<br />

beschikken zou.”<br />

God verliet Zijn volk niet; Zijn Geest bleef wonen in degenen, die niet voorbarig het licht<br />

verwierpen, dat ze ontvangen hadden, en zich aan de Advent-beweging onttrokken. In de<br />

Brief aan de Hebreën staan er woorden van bemoediging en waarschuwing opgetekend voor<br />

de beproefden en wachtenden in deze krisis: “Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke<br />

een grote vergelding des loons heeft. Want gij hebt lijdzaamheid van node; opdat ge, de wil<br />

van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen. Want: Nog een zeer weinig tijds<br />

en Hij, die te komen staat zal komen, en niet vertoeven; maar de rechtvaardige zal uit het<br />

geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Maar wij zijn<br />

niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot<br />

behouding van de ziel.”<br />

Dat deze vermaning gericht wordt tot de kerk in de laatste dagen, blijkt klaarlik uit de<br />

woorden die de nadering van de komst des Heren aanduiden: “Want: Nog een zeer weinig<br />

tijds, en Hij, die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven.” En hier ligt duidelik in<br />

opgesloten, dat er een schijnbaar uitstellen zou zijn, en het zich zou laten aanzien, alsof de<br />

Heer vertoefde. Hetgeen ons hier geleerd wordt, is in het biezonder van toepassing op hetgeen<br />

de Adventisten in deze tijd ondervonden. De mensen, die hier toegesproken worden, waren<br />

in gevaar van hun geloof te laten schipbreuk lijden. Ze hadden de wil van God gedaan door<br />

de leiding van Zijn Geest en Zijn woord te volgen; toch konden ze Zijn bedoeling met hetgeen<br />

ze hadden doorleefd, niet verstaan, en evenmin het pad onderscheiden, dat v— —r hen lag;<br />

en ze kwamen in de verzoeking van te twijfelen of God hen wezenlik had geleid. Op die tijd<br />

waren de woorden van toepassing: “maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.”<br />

Toen het heldere licht van de “middernachtskreet” op hun pad had geschenen, en ze de<br />

zegelen van de profetieën hadden zien afnemen, en acht gegeven hadden op de zich snel<br />

vervullende tekenen, die het naderen van de wederkomst van Christus vermeldden, hadden ze<br />

als het ware als zienden gewandeld. Maar nu, ternedergedrukt door teleurgestelde<br />

verwachtingen, konden ze alleen blijven staan door het geloof in God en Zijn woord. De<br />

spottende wereld zei: “Ge zijt bedrogen geworden. Geeft uw geloof op, en zegt, dat de<br />

Advent-beweging uit de duivel was.” Maar Gods woord verklaarde: “Indien iemand zich<br />

onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.” Hun geloof nu op te geven, en de kracht van<br />

de Heilige Geest, die in de boodschap werkzaam was geweest, te ontkennen, zou betekend<br />

hebben, terug te keren tot het verderf. Ze werden bemoedigd om standvastig te zijn door de<br />

woorden van Paulus: “Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg.” “Want ge hebt lijdzaamheid<br />

281

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!