21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

te werpen. Ze konden er niet in toe stemmen, om zonder bijbelse grond een stelling te laten<br />

varen, welke mensen, die door Gods Geest verlicht waren, en harten, die in gloed gezet waren<br />

door Zijn levende kracht, na ernstig en biddend onderzoek van de Schrift hadden ingenomen;<br />

een steiling, die de strengste kritiek, en de bitterste tegenstand van godsdienstige leraars en<br />

wereldwijzen had doorstaan, en tegen de verenigde macht van geleerdheid en<br />

welsprekendheid, en spot en smaad van hogen zowel als lagen, op-gewogen was<br />

gebleken.<br />

Er was, wel is waar, een vergissing geweest wat de verwachte gebeurtenis betrof, maar<br />

zelfs dit kon hun geloof in het woord Gods niet schokken. Toen Jona in de straten van Ninevé<br />

verkondigde, dat de stad binnen veertig dagen verwoest zou worden, nam de Heer de<br />

verootmoediging van de Ninevieten aan, en verlengde hun genadetijd; toch werd Jona’s<br />

boodschap door God gezonden, en Ninevé volgens Zijn wil op de proef gesteld. De<br />

Adventisten geloofden, dat God er hen op dezelfde wijze toe geleid had, om de waarschuwing<br />

van het oordeel te geven. “Het heeft,” zo spraken ze, “de harten getoetst van allen, die hem<br />

hebben gehoord, en een liefde voor de verschijning des Heren opgewekt, of heeft een afkeer<br />

van Zijn komst doen ontstaan, die meer of min merkbaar, maar Gode bekend is. Het heeft een<br />

lijn getrokken, . zodat degenen, die hun eigen harten willen onderzoeken, kunnen weten, aan<br />

welke kant ze zouden gewenst hebben gevonden te worden, indien de Heer toen gekomen<br />

was,— of ze zouden hebben uitgeroepen: ‘Ziet! deze is onze God, we hebben Hem verwacht,<br />

en Hij zal ons zalig maken;’ dan of ze tot de rotsen en bergen geroepen zouden hebben om op<br />

hen te vallen en hen te verbergen van het aangezicht<br />

Desgenen, Die op de troon zit, en van de toorn van het Lam. We geloven, dat God op deze<br />

wijze Zijn volk getoetst, hun geloof op de proef gesteld, en hen gelouterd heeft, om te zien of<br />

ze in de ure van beproeving zouden terugschrikken van de plaats, die het Hem mocht<br />

goeddunken, hun aan te wijzen, en of ze gewillig zouden zijn om deze wereld op te geven, en<br />

zich met onvoorwaardelik vertrouwen op Gods werk te verlaten.” De gevoelens van hen, die<br />

nog steeds geloofden, dat God de hand had gehad in hun vorige ondervinding, zijn uit gedrukt<br />

in de woorden van William Miller: “Indien ik mijn leven weder over moest leven, zou ik met<br />

dezelfde bewijsgronden, die ik toen had, om eerlik voor God en mensen te staan, moeten<br />

handelen, gelijk ik gehandeld heb.” “Ik hoop, dat ik mijn klederen gereinigd heb van het bloed<br />

van zielen; ik gevoel, dat ik me voor zoverre dit mogelik is, heb vrijgemaakt van alle schuld<br />

aan hun veroordeling.” “Ofschoon ik tweemaal teleurgesteld ben,” schreef deze Gods- man,<br />

“gevoel ik me nog niet ternedergeslagen of ontmoedigd. . . . Mijn hoop op de wederkomst<br />

van Christus is even sterk als altijd. Ik heb slechts gedaan, wat ik na jaren van ernstige<br />

overweging gevoelde, mijn heilige plicht te zijn. Indien ik gedwaald heb, is het geweest aan<br />

de zijde der liefde tot mijn medemens, en de overtuiging van mijn plicht jegens God.”<br />

“Eén ding weet ik, ik heb alleen gepredikt wat ik geloofde: en God is met mij geweest;<br />

Zijn kracht heeft zich in het werk betoond, en er is veel goeds tot stand gebracht.” “Voor zover<br />

de mens kan oordelen, zijn er veel duizenden door de prediking van die tijd toe geleid, de<br />

280

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!