21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

Hoofdstuk 22 — Profetieen Vervuld<br />

Toen de tijd verstreek, waarop de wederkomst van de Heer het eerst werd verwacht,— in<br />

de lente van 1844 — verkeerden degenen, die in het geloof op Zijn verschijning gewacht<br />

hadden, enige tijd lang in twijfel en onzekerheid. Terwijl de wereld van oordeel was, dat zij<br />

een volkomen nederlaag geleden en bewezen hadden, dat ze een dwaling hadden gekoesterd,<br />

bleef de bron, waaruit ze troost putten, nog steeds het woord van God. Velen zetten hun<br />

onderzoek van de Schrift voort, gingen nog eenmaal de gronden van hun geloof na, en<br />

bestudeerden nauwlettend de profetieën om verder licht te krijgen. De uitspraak van de Bijbel,<br />

waarop hun stelling berustte, scheen duidelik en beslist te zijn. Tekenen, waarin men zich niet<br />

vergissen kon, toonden aan, dat de komst van Christus nabij was. De biezondere zegen des<br />

Heren, zowel in de bekering van zon-daren als de opwekking van het geestelik leven onder<br />

de Christenen, had ervan getuigd, dat de boodschap een hemelse was. En ofschoon de<br />

gelovigen hun teleurstelling niet konden verklaren, gevoelden ze er zich van overtuigd, dat<br />

God hen in hun ondervinding tot dusverre geleid had.<br />

In de profetieën, welke ze beschouwden als betrekking hebbende op de tijd van de<br />

wederkomst van de Heer, was lering vervat, die in het biezonder betrekking had op de toestand<br />

van onzekerheid en spanning, waarin ze verkeerden, en door welke ze aangemoedigd werden<br />

om geduldig in het geloof te verwachten, dat hetgeen nu onverstaanbaar was, hun duidelik<br />

gemaakt zou worden, wanneer de tijd ervoor gekomen zou zijn.<br />

Onder deze profetieën was die van Hab. 2:1-4: “Ik stond op mijn wacht, en ik stelde me<br />

op de sterkte, en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou, en wat ik antwoorden<br />

zou op mijn bestraffing. Toen antwoordde me de Heer, en zei: Schrijf het gezicht en stel het<br />

duidelik op tafelen, opdat daarin leze, die voorbijloopt. Want het gezicht zal nog tot een<br />

bestemde tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen, en niet liegen; zo Hij vertoeft,<br />

verbeidt Hem, want Hij zal gewisselik komen, Hij zal niet achterblijven. Ziet, zizn ziel verheft<br />

zich, ze is niet recht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.”<br />

Reeds in 1842 had het bevel, dat in deze profetie gegeven werd, om “het gezicht op te<br />

schrijven, en het duidelik op tafelen te stellen, opdat daarin zou lezen, die voorbijloopt,” bij<br />

Charles Fitch het plan doen ontstaan om een profetiese kaart te maken, waarop de gezichten<br />

van Daniël en de Openbaring afgebeeld stonden. Het uitgeven van deze kaart werd beschouwd<br />

als een vervulling van de opdracht, door Habakuk gegeven. Niemand bemerkte toen echter,<br />

dat er een schijnbare vertraging van de vervulling van het gezicht— een tijd van uitstel — in<br />

dezelfde profetie werd aangeduid. Na de teleurstelling scheen deze tekst hun zeer betekenisvol<br />

toe: “Het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen,<br />

en niet liegen; zo Hij vertoeft, verbeidt Hem, want Hij zal gewisselik komen, Hij zal niet<br />

achterblijven. . . . De rechtvaardige zal door zijn geloof leven.<br />

268

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!