21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

stad: “De handen van de barmhartige vrouwen hebben haar kinderen gekookt; ze zijn haar tot<br />

spijze geworden in de verbreking van de dochter mijns volks.” Wederom werd de<br />

waarschuwende profetie vervuld, die veertien eeuwen tevoren gegeven was: “Aangaande de<br />

tedere en wellustige vrouw onder u, die niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten,<br />

omdat ze zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn tegen de man van haar schoot,<br />

en tegen haar zoon en tegen haar dochter; ... en tegen haar zonen, die ze gebaard zal hebben;<br />

want ze zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de<br />

benauwing waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten.”<br />

De Romeinse hoofden trachtten de Joden schrik aan te jagen, en hen op die wijze te<br />

dwingen, zich over te geven. De gevangenen, welke zich verzetten, nadat ze gevat waren,<br />

werden v——r de stadsmuur gegeseld, gepijnigd, en gekruisigd. Honderden werden er<br />

dageliks op die wijze ter dood gebracht, en het vreselike werk hield aan, totdat in het dal van<br />

Josafat en op Golgotha het aantal kruisen z— groot was, dat er bijna geen plaats was om er<br />

zich tussen te bewegen. Z— vreselik werd dat ergerlike woord bezocht, dat v——r Pilatus’<br />

rechterstoel uitgesproken was: “Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen.”<br />

Titus zou gaarne aan dit verschrikkelike toneel een einde gemaakt, en Jeruzalem alzo de<br />

volle mate van haar doem be-spaard hebben. Zijn ziel vervulde zich met afschuw, wanneer<br />

hij de lichamen van de doden op hopen in de valleien zag liggen. Als iemand in vervoering<br />

blikte hij van de top van de Olijfberg op de prachtige tempel neer, en gaf bevel dat er geen<br />

steen van zou aangeraakt worden. Alvorens te trachten zich van deze sterkte meester te maken,<br />

deed hij een ernstig beroep op de Joodse hoofden, dat ze hem niet dwingen zouden, de heilige<br />

plaats met bloed te verontreinigen. Indien ze uit wilden treden, en op een andere plaats vechten,<br />

zou geen Romein de heiligheid van de tempel schenden. Josephus zelf smeekte hen op hoogst<br />

welsprekende wijze, zich over te geven, om zichzelven, hun stad, en hun plaats van<br />

aanbidding te redden. Maar zijn woorden werden met bittere vloeken beantwoord. Men schoot<br />

pijlen op hem af, terwijl hij, hun laatste aardse bemiddelaar, met hen stond te pleiten. De<br />

Joden hadden zelfs niet op het smeken van Gods Zoon geacht, en nu maakten verwijt en<br />

smeking hen slechts vaster besloten, om tot het laatst toe vol te houden. Tevergeefs waren de<br />

pogingen van Titus om de tempel te redden; Één, groter dan hij, had verklaard, dat er niet één<br />

steen op de andere steen zou gelaten worden.<br />

De blinde hardnekkigheid van de Joodse leiders, en de verachtelike misdaden, die binnen<br />

de belegerde stad gepleegd werden, wekten de afschuw en verontwaardiging van de<br />

Romeinen op, en Titus besloot ten laatste om de tempel te bestormen en in te nemen. Hij nam<br />

zich echter voor, dat de tempel, indien mogelik, voor verwoesting bewaard zou blijven. Maar<br />

er werd niet gelet op Zijn bevelen. Nadat hij zich ‘s nachts in zijn tent teruggetrokken had,<br />

vielen de Joden, een uitval uit de tempel doende, de soldaten buiten aan. In de strijd werd er<br />

door een soldaat een brandende fakkel door een opening in het portaal geworpen, en<br />

onmiddellik geraakten de met cederhout betimmerde vertrekken in lichte laaie vlam. Titus<br />

spoedde zich naar de plaats, gevolgd door zijn generaals en hoofdlieden, en beval de soldaten<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!