21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

gerechtvaardigd worden.” Aldus werd de tijd voor de rechtvaardiging (d. i. reiniging) van het<br />

heiligdom — waarvan men bijna algemeen geloofde, dat het plaats zou hebben bij de<br />

wederkomst — beslist aangewezen.<br />

Miller en zijn metgezellen geloofden in het begin, dat de 2300 dagen eindigen zouden in<br />

de lente van 1844, terwijl de profetie op de herfst van dat jaar wijst. De verkeerde op-vatting<br />

van dit punt veroorzaakte teleurstelling en verslagenheid aan degenen, die de vroegere datum<br />

hadden vastgesteld als zijnde de tijd voor de komst des Heren. Toch deed dit niets af van de<br />

kracht van de redenering, volgens welke aangetoond werd, dat de 2300 dagen in het jaar 1844<br />

eindigden, en dat de grote gebeurtenis, door de reiniging van het heiligdom voorgesteld, dan<br />

moest plaats vinden. Miller had, toen hij met het onderzoek van de Schriften begon, met het<br />

doel om te bewijzen, dat ze een openbaring van God waren, eerst in het minst niet verwacht<br />

dat hij tot het besluit zou komen, waartoe hij nu was geraakt. Hij kon zelf de uitkomsten van<br />

zijn onderzoek bijna niet geloven. Maar het bewijs in de Schrift was te duidelik en te krachtig<br />

om ontkend te kunnen worden.<br />

Hij had twee jaren aan de studie van de Bijbel gewijd, toen hij in 1818 tot de ernstige<br />

overtuiging kwam,dat Christus in omtrent vijf en twintig jaren zou verschijnen om Zijn volk<br />

te verlossen. “Ik behoef niet te spreken,” zegt Miller, “van de vreugde, die mijn hart vervulde<br />

over dat heerlike vooruitzicht, noch ook van het vurig verlangen van mijn ziel, om deel te<br />

hebben aan de gelukzaligheid van de verlosten. De Bijbel was me nu een nieuw boek. Hij was<br />

inderdaad een genot voor mijn geest; alles wat me donker, geheimzinnig, of verborgen was<br />

geweest in zijn leer, was voor mijn geestesoog verdreven door de heldere glans, die me nu uit<br />

zijn heilige bladen tegenblonk; en o, hoe liefelik en heerlik deed de waarheid zich voor! Al<br />

de tegenstellingen en onbestaanbaarheden, die ik tevoren in het Woord gevonden had, waren<br />

verdwenen; en ofschoon er veel gedeelten waren, waarvan ik niet wist, of ik ze wel volkomen<br />

verstond, toch was er zoveel licht uit opgegaan tot verheldering van mijn tevoren verduisterd<br />

ver- stand, dat ik een vreugde ondervond bij het bestuderen van de Schriften, als ik vroeger<br />

niet had kunnen denken, dat uit hun leer kon worden geput.”<br />

“In de heilige overtuiging, dat de Schriften de vervulling van zulke gewichtige<br />

gebeurtenissen binnen zulk een korte tijd voorspelden, drong de vraag zich met kracht en<br />

geweld aan me op, wat mijn plicht was tegenover de wereld betreffende het getuigenis, dat<br />

mijn eigen gemoed zo zeer had aan-gedaan.” Hij kon niet nalaten te gevoelen, dat het zijn<br />

plicht was om aan anderen het licht te brengen, dat hij ontvangen had. Hij verwachtte,<br />

tegenstand te zullen ondervinden van de goddelozen, maar hield er zich van overtuigd, dat<br />

alle Christenen zich verheugen zouden in de hoop van hun Heiland, die ze beleden lief te<br />

hebben, spoedig te ontmoeten. Zijn enige vrees was, dat in hun grote vreugde over het<br />

vooruitzicht op een heerlike verlossing, die zo spoedig te komen stond, velen de leer zouden<br />

omhelzen zonder de Schrift genoegzaam te onderzoeken, ten einde de waarheid ervan te<br />

bewijzen. Hij aarzelde daarom er openlik mede voor de dag te komen, uit vrees dat hij<br />

misschien mocht dwalen, en het middel zou zijn om anderen te misleiden. Aldus werd hij er<br />

225

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!