21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

vroeg een van hen naderhand : ‘Waart ge niet bang?’ Hij antwoordde: ‘Goddank, neen.’ Ik<br />

vroeg nog eenmaal: ‘Maar waren uw vrouwen en kinderen niet bang?’ Hij antwoordde op<br />

zachte toon: ‘Neen, onze vrouwen en kinderen zijn niet bang om te sterven.’ “<br />

Toen ze in Savanna aangekomen waren, bleef Wesley enige tijd bij de Moraviërs, en kwam<br />

onder de diepe indruk van hun Christelik gedrag. Over een van hun godsdienstoefeningen,<br />

een sterke tegenstelling van de vormelikheid, die in de kerk van Engeland heerste, schreef<br />

hij: ” De grote eenvoud, zowel als de plechtigheid van het geheel deed me bijna vergeten, dat<br />

er zeventien honderd jaren tussen lagen, en ik verbeeldde me in en van die vergaderingen te<br />

zijn, waar vorm of staatsie niet bestonden; waar Paulus, de tentemaker, of Petrus, de visser,<br />

voorging, maar in de betoning des geestes en der kracht. “<br />

Bij zijn terugkomst in Engeland geraakte Wesley door het onderwijs van een Moraviese<br />

prediker tot klaarder verstand van het Bijbelse geloof. Hij kwam tot de overtuiging, dat hij<br />

alle vertrouwen op zijn eigen werken tot verkrijging van de zaligheid moest laten varen, en<br />

zich algeheel verlaten moest op het “Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.” Bij een<br />

vergadering van het Moraviese genootschap te Londen werd er voorgelezen, wat Luther<br />

geschreven had over de verandering, die de Geest van God in het hart van de gelovige werkt.<br />

Terwijl Wesley daarna luisterde, ontwaakte het geloof in zijn ziel. “Ik voelde een vreemd<br />

gevoel van warmte in mijn hart,” zei hij. “Ik gevoelde dat ik op Christus, Christus alleen,<br />

vertrouwde tot zaligheid; en mij werd de verzekering gegeven, dat Hij mijn zonden, ja, de<br />

mijne, had weggenomen, en mij gered had Van de wet der zonde en des doods.” Door al die<br />

lange jaren heen van moeitevol en troosteloos streven — jaren van gestrenge<br />

zelfverloochening, van verwijt en verootmoediging — had Wesley zich onveranderd bij zijn<br />

éne doel gehouden, namelik God te zoeken. Nu had hij Hem gevonden, en bemerkt dat de<br />

genade, die hij zich door gebeden en vasten, aalmoezen en zelfverloochening had trachten te<br />

verwerven, een gift was, “zonder geld en zonder prijs.”<br />

Toen hij eenmaal bevestigd was in het geloof van Christus, brandde zijn ganse ziel van<br />

verlangen om alom de kennis te verspreiden van het heerlike evangelie van Gods vrije genade.<br />

“Ik beschouw de gehele wereld als mijn parochie,” zei hij, “en in welk deel ik ook ben, ik<br />

reken het recht en billik, en mijn dure plicht, aan allen die willen horen de blijde boodschap<br />

der zaligheid te verkondigen.” Hij zette zijn nauwgezette leven van zelfverloochening voort,<br />

doch nu niet als de grond, maar als het gevolg van het geloof; niet als de wortel, maar als de<br />

vrucht van de heiligmaking. De genade Gods in Christus is het fondament van de hoop van<br />

de Christen, en die genade bewijst zich in gehoorzaamheid. Wesley wijdde zijn leven aan het<br />

prediken van de grote waarheden, die hij had ontvangen,— rechtvaardig- making door het<br />

geloof in het zoenbloed van Christus, en de hernieuwende kracht van de Heilige Geest op het<br />

hart, vrucht dragende in een leven, dat gelijkvormig gemaakt is aan het voorbeeld van Christus.<br />

Whitefield en de Wesleys waren op hun werk voorbereid door langdurige en diepe<br />

persoonlike overtuiging van hun eigen hopeloze toestand; en om hen geschikt te maken om<br />

173

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!