21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

als in de Roomse kalender voorkwamen. Een stroom van Goddelik licht baande zich een weg<br />

tot zijn ziel. Met ver-wondering en verachting keerde hij zich af van de taak, die hij zichzelf<br />

had opgelegd, en wijdde zich aan Gods woord. Het duurde niet lang, of hij begon de kostbare<br />

waarheden, die hij daarin ontdekte, te onderwijzen.<br />

In 1512, v——r nog Luther of Zwingli het werk van de hervorming had begonnen, schreef<br />

Lefèvre: “Het is Gods werk, die ons door het geloof die gerechtigheid schenkt, welke alleen<br />

ons door genade rechtvaardigt ten eeuwigen leven.” Peinzende over de geheimen van de<br />

verlossing, riep hij uit, “O, de onuitsprekelike grootheid van die verwisseling,— de Zondeloze<br />

wordt veroordeeld, en hij, die schuldig is, gaat vrij; de Zegen draagt de vloek, en de gevloekte<br />

wordt gezegend ; het Leven sterft, en de doden leven; de Heerlikheid wordt in duisternis<br />

gehuld, en hij, die niets dan beschaamheid des aangezichts kende, wordt met heerlikheid<br />

bekleed.”<br />

En terwijl hij leerde, dat de eer van des mensen behoud alleen aan God toekomt, verklaarde<br />

hij tevens, dat op de mens de plicht van gehoorzaamheid rust. “Indien ge een lid zijt van de<br />

kerk van Christus,” zei hij, “zo zijt ge een lid van Zijn lichaam; indien ge van Zijn lichaam<br />

zijt, zo zijt ge vol van de Goddelike natuur. ... O, indien de mensen zich dit voorrecht maar<br />

konden indenken, hoe rein, kuis en heilig zouden ze leven, en hoe verachtelik, vergeleken met<br />

de heerlikheid in zichzelven,— die heerlikheid, welke het vleselik oog niet zien kan,—<br />

zouden ze al de heerlikheid van deze wereld rekenen. “<br />

Er waren er sommigen onder Lefèvre’s studenten, die met gretigheid naar zijn woorden<br />

luisterden, en die, lang nadat de stem van de leermeester verstomd zou zijn, voortgaan zouden<br />

met de waarheid te verkondigen. Eén van die was Willem Farel. De zoon van godvruchtige<br />

ouders, en opgevoed tot onbeperkt vertrouwen in de leer van de kerk, kon hij met de apostel<br />

Paulus van zichzelf gezegd hebben, dat hij “naar de bescheidenste sekte van zijn godsdienst,<br />

als een Farizeër geleefd had.” Een toegewijd aanhanger van Rome, brandde hij van ijver om<br />

allen, die zich tegen de kerk durfden verzetten, te vernietigen. “Ik knarste op mijn tanden als<br />

een woedende wolf,” zei hij later, doelende op dit tijdperk van zijn leven, “wanneer ik iemand<br />

tegen de paus hoorde spreken.” Hij was onvermoeid geweest in zijn aanbidding van de<br />

heiligen, was in het gezelschap van Lefèvre de kerken van Parijs rond gegaan, had bij de<br />

altaren aangebeden, en de beelden der heiligen met giften vereerd. Maar deze kerkelike<br />

gebruiken konden zijn ziel geen vrede aanbrengen. Overtuiging van zonde begon hem te<br />

drukken, en wat boetedoeningen hij ook verrichtte, hij slaagde er niet in, om die weg te krijgen.<br />

Als naar een stem uit de hemel luisterde hij naar de stem van de hervormer: “De zaligheid is<br />

uit genade.” “De Onschuldige is veroordeeld, en de overtreder vrijgesproken.” “Het is alleen<br />

het kruis van Christus, dat de poorten des hemels opent, en de poorten der hel sluit.”<br />

Farel nam met vreugde de waarheid aan. Door een bekering, op die van Paulus gelijkend,<br />

keerde hij zich van de slavernij Van de overlevering tot de vrijheid van de kinderen Gods. “In<br />

plaats van met het. moordzuchtige hart van een verslindende wolf, kwam hij terug,” zei hij,<br />

143

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!