21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

leer één enkel menselik wezen, hoe arm ook en onbekend, had geschaad,— hetgeen niet zijn<br />

kan, daar hij het wezenlike evangelie is,— ik zou liever tien doden sterven, dan niet herroepen.”<br />

En nu was Wittenberg zelf, de eigenlike zetel van de Hervorming, snel aan het vervallen<br />

onder de macht van dweperij en wetteloosheid. Deze vreselike toestand was niet het gevolg<br />

van Luthers leer, maar door geheel Duitschland heen legden zijn vijanden hem die ten laste.<br />

In bitterheid van ziel vroeg hij somtijds: “Kan dat dan het einde zijn van dit grote werk van<br />

de Hervorming?” Maar als hij dan weder met God worstelde in den gebede, kwam er vrede<br />

in zijn hart. “Het werk is het mijne niet, maar Uw eigen,” sprak hij; “Gij zult het niet laten<br />

vernielen door bijgeloof of dweperij.” De gedachte echter, om zich in zulk een krisis langer<br />

buiten de strijd te houden, werd ondragelik. Hij besloot, naar Wittenberg terug te keren.<br />

Zonder verwijl aanvaardde hij zijn gevaarvolle reis. De rijksban rustte op hem; zijn<br />

vijanden hadden vrijheid om hem het leven te benemen; aan zijn vrienden was verboden, hem<br />

te helpen of te herbergen. De keizerlike regering wendde de strengste maatregelen tegen zijn<br />

aanhangers aan. Maar hij zag, dat het werk van het evangelie in gevaar was, en in de naam<br />

des Heren kwam hij te voorschijn, om voor de waarheid in het strijdperk te treden. Luther<br />

schreef in een brief aan de keurvorst, nadat hij het doel had verklaard, waarmede hij de<br />

Wartburg verliet: “Het zij Uw Hoogheid bekend, dat ik naar Wittenberg terugkeer onder veel<br />

hogere bescherming dan die van prinsen of keurvorsten. Ik denk er niet aan, Uw Hoogheid<br />

om hulp te vragen; en verre van uw bescherming te begeren, zou ik u liever zelf beschermen.<br />

Indien ik wist, dat Uw Hoogheid me zou kunnen of willen beschermen, zou ik zelfs niet naar<br />

Wittenberg gaan. Geen zwaard kan deze zaak bevorderen; God alleen moet alles doen, zonder<br />

de hulp of medewerking van mensen. Hij, die het grootste geloof heeft, is degene, die het best<br />

beschermen kan.”<br />

In een tweede brief, op weg naar Wittenberg geschreven, voegde Luther er aan toe: “Ik<br />

ben bereid om Uw Hoogheids afkeuring, en de toorn van de ganse wereld te dragen. Zijn de<br />

Wittenbergers niet mijn eigen schapen? Heeft God hen niet aan mijn zorg toevertrouwd ? En<br />

behoor ik niet, zo het nodig mocht zijn, mij voor hen aan de dood bloot te stellen?<br />

Daarenboven vfees ik, dat we wellicht door geheel Duitschland heen een vreselik oproer<br />

zullen zien, waardoor God ons volk zal straffen.” Met grote omzichtigheid en nederigheid,<br />

maar evenzeer met beslistheid en vastberadenheid, begon hij zijn werk. “Door het Woord,”<br />

zei hij, “moeten we te niet doen en bannen, wat zich door geweld een plaats verkregen heeft.<br />

Ik zou niet met geweld te werk willen gaan tegen de dwepers en ongelovigen. . . . Niemand<br />

moet gedwongen worden. Vrijheid is het voornaamste bij geloof.” Het gerucht verspreidde<br />

zich snel door Wittenberg, dat Luther terug was, en zou prediken. Het volk stroomde van alle<br />

zijden toe, en verdrong zich in de kerk, De predikstoel beklimmende onderwees, vermaande<br />

en bestrafte hij met grote wijsheid en zachtheid. Over de weg, welke sommigen ingeslagen<br />

hadden, die geweld hadden gebruikt om de mis af te schaffen, zei hij:<br />

125

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!