21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

vriendschap en de steun van de machtige zetel van Rome op te offeren aan de zaak van een<br />

nietsbeduidende monnik.<br />

Zijn woorden bleven niet zonder gevolg. De dag, die op Luthers antwoord volgde, liet<br />

Karel een boodschap bij de Rijksdag indienen, waarin hij zijn besluit aankondigde van de<br />

staatkunde van zijn voorgangers te zullen volgen tot handhaving en bescherming van de<br />

Katholieke godsdienst. Daar Luther geweigerd had, zijn dwalingen te herroepen, zouden de<br />

strengste maatregelen gebruikt worden tegen hem en de ketterijen, die hij leerde. “Een enkele<br />

monnik, door zijn eigen dwaasheid medegesleept, is opgestaan tegen het geloof van de<br />

Christenheid. Ik zal mijn rijken, mijn macht, mijn schatten, mijn vrienden, mijn lichaam, mijn<br />

bloed, mijn ziel en mijn leven opofferen; om de verdere voortgang van deze goddeloosheid<br />

te stuiten. Ik zal deze Augustijner monnik terugzenden, en hem verbieden, de geringste<br />

stoornis onder het volk te veroorzaken; daarna zal ik maatregelen tegen hem en zijn aanhang<br />

nemen, als hardnekkige ketters, door ban, vogelvrij verklaring, en alle middelen, die tot hun<br />

vernietiging dienstig zijn. Ik roep de leden van de Staten op, om zich als getrouwe Christenen<br />

te gedragen.”<br />

Desniettegenstaande verklaarde de keizer, dat Luthers vrijgeleide geëerbiedigd moest<br />

worden, en dat hem moest worden toegestaan, eerst zijn tehuis in veiligheid te bereiken,<br />

voordat er maatregelen tegen hem genomen konden worden. Twee tegenstrijdige meningen<br />

werden nu onder de leden van de Rijksdag openbaar. De afgezanten en vertegenwoordigers<br />

van de paus eisten opnieuw, dat het vrijgeleide van de hervormer niet langer geacht zou<br />

worden. “De Rijn,” zeiden ze, “behoorde zijn as te ontvangen, zoals hij die van Johannes Huss<br />

een eeuw geleden ontvangen had.” Maar de Duitse vorsten, hoewel zelven Rooms en erkende<br />

vijanden van Luther, verzetten zich tegen zulk een breuk van publiek vertrouwen, als een smet<br />

op de eer van het volk. Ze wezen op de onheilen, die gevolgd waren op de dood van Huss, en<br />

verklaarden, dat ze geen herhaling van die gruwelen durfden inroepen over Duitchland, en<br />

over het hoofd van hun jeugdige keizer.<br />

Karel zelf sprak, in antwoord op het lage voorstel: “Al zou goede trouw van de ganse aarde<br />

gebannen zijn, behoort hij herberg te vinden in het hart van vorsten.” Er werd nog verder bij<br />

hem op aangedrongen door Luthers bitterste pauselike vijanden, dat hij met de hervormer zou<br />

handelen, gelijk Sigismund gedaan had met Huss,— namelik hem aan de genade van de kerk<br />

overgeven; maar Karel V. verklaarde: “Ik zou niet willen blozen gelijk Sigismund.” Toch<br />

verwierp Karel willens en wetens de waarheden, die Luther had blootgelegd. “Ik ben vast<br />

besloten, het voorbeeld van mijn voorvaderen te volgen,“3 schreef de vorst. Hij had<br />

besloten, dat hij het pad der gewoonte niet verlaten zou, zelfs niet om in de weg van de<br />

waarheid en gerechtigheid te wandelen. Omdat zijn voorvaderen het gedaan hadden, zou ook<br />

hij het pausdom ondersteunen, met al zijn wreedheid en verderf. Dat was de stelling, die hij<br />

innam, alle licht verwerpende boven wat zijn voorvaderen gehad hadden, of alle plichten<br />

verzakende, die zij niet hadden volbracht.<br />

107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!