21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

pakten zich om hem samen, en schenen hem van God te scheiden. Hij hijgde naar verzekering,<br />

dat de Heer der Heirscharen met hem zou zijn. In grote zielsangst wierp hij zich met het<br />

aangezicht ter aarde, en uitte gebroken en hartverscheurende kreten, die God alleen ten volle<br />

kon verstaan.<br />

“O almachtige, eeuwige God,” zo pleitte hij, “hoe vreselik is deze wereld! Zie, hij heeft<br />

zijn mond geopend om me te verslinden, en hoe klein is mijn geloof in U! . . . Als het alleen<br />

de kracht van deze wereld is, waar ik op moet vertrouwen, dan is alles voorbij. . . . Mijn laatste<br />

ure is gekomen, mijn vonnis is uitgesproken ... o, mijn God, help Gij me tegen al de wijsheid<br />

van deze wereld. Doe dit . . . Gij alleen; . . . want dit werk is het mijne niet, maar het Uwe. Ik<br />

heb hier niets te doen; ik heb geen twist met de groten van deze aarde. . . . Maar het is Uw<br />

zaak. O, Heer, help me! Getrouwe en onderveranderlike God, ik stel mijn vertrouwen niet op<br />

de mens. ... Al wat van de mens is, wankelt; wat uit hem voortkomt, schiet te kort. . . . Gij<br />

hebt me gekozen voor dit werk. . . . Sta me ter zijde, ter wille van Uw veelgeliefde Zoon,<br />

Jezus Christus, mijn beschermer, mijn schild, en mijn hoog vertrek.”<br />

De alwijze Voorzienigheid had het zo beschikt, dat Luther zijn gevaar zou inzien, opdat<br />

hij niet op eigen kracht zou steunen, noch zich vermetel in gevaar begeven. Toch was het niet<br />

de vrees voor persoonlik lijden, angst voor marteling of dood, die hem onmiddellik scheen te<br />

dreigen, welke hem met schrik vervulden. Hij was tot het keerpunt gekomen, en gevoelde<br />

zijn ontoereikendheid om staande te blijven. Door zijn zwakheid zou de zaak van de waarheid<br />

schade kunnen lijden. Niet voor eigen veiligheid, maar om de zege van het evangelie<br />

worstelde hij met God. De angst en strijd van zijn ziel waren gelijk die van Israël in de<br />

worsteling van die nacht aan de oever van de eenzame beek. Gelijk Israël overmocht hij bij<br />

God. In zijn uiterste hulpeloosheid vestigde zijn geloof zich op Christus, de machtige<br />

Verlosser. Hij werd versterkt door de verzekering, dat hij niet alleen voor het koncilie zou<br />

verschijnen. Vrede keerde in zijn ziel terug, en hij verheugde er zich in, dat het hem vergund<br />

was, Gods woord omhoog te houden voor de heersers van het volk.<br />

In de geest op God steunend bereidde Luther zich voor op de strijd, die v——r hem lag.<br />

Hij overdacht de wijze van antwoorden, doorliep gedeelten uit zijn eigen geschriften, en nam<br />

uit de Heilige Schrift passende bewijzen om zijn stellingen te steunen. Daarna, zijn linkerhand<br />

op het heilige boek, dat v——r hem open lag, leggende, hief hij zijn rechterhand op naar de<br />

hemel, en deed de gelofte, dat hij zich “getrouw aan het evangelie zou vasthouden, en zijn<br />

geloof met vrijmoedigheid zou belijden, zelfs al zou hij geroepen worden, om zijn getuigenis<br />

met zijn bloed te bezegelen.”<br />

Toen hij opnieuw in de tegenwoordigheid van de Rijksdag geleid werd, droeg zijn gelaat<br />

geen spoor van angst of ver-legenheid. Kalm en vredig, en toch verheven, moedig en edel,<br />

stond hij als Gods getuige onder de groten van de aarde. De keizerlike beambte eiste nu te<br />

horen wat zijn besluit was, en of hij zijn leerstellingen wenste te herroepen. Luther gaf zijn<br />

antwoord op onderworpen en nederige toon, zonder heftigheid of drift. Hij gedroeg zich stil<br />

103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!