21.04.2023 Views

Wereldwijde Eendracht

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

Dat zal u echter nooit gelukken. Want de wereld en de grote menigte is en blijft on- christelijk, ofschoon ze allen gedoopt en Christenen heten ... Daarom kan het nooit gebeuren, dat een christelijk bestuur algemeen wordt in de wereld, zelfs niet eens over één land of grote menigte; want de slechten zijn altijd veel meer in getal dan de vromen. Daarom: het aan te durven een geheel land of de wereld met het evangelie te regeren, dat is hetzelfde, als wanneer een herder in één stal wolven, leeuwen, arenden en schapen bijeen deed en elk vrijuit te midden van de anderen liet gaan en zou zeggen: "ziedaar, weidt u en weest vroom en vreedzaam onder elkander, de stal staat open, weide hebt u genoeg, honden en knuppels hebt u niet te vrezen." Hier zouden de schapen wel vrede houden en zich op deze manier vreedzaam laten weiden en regeren; maar zij zouden niet lang leven en geen dier zou er overblijven.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wereweldwijde <strong>Eendracht</strong><br />

God heeft één Man uit de doden opgewekt, de Heer Jezus Christus, opdat Hij de dood te niet<br />

zou doen, de zonde zou uitroeien, en de poorten van de hel sluiten. Dit is het reddingswerk . . .<br />

Christus heeft overwonnen! Dit is de blijde tijding; en wij worden behouden door Zijn werk,<br />

niet door ons eigen. . . . Onze Heer Jezus Christus sprak: ‘Vrede zij ulieden, ziet Mijn handen’;<br />

dat wil zeggen: Zie, o mens! Ik ben het, Ik alleen, die uw zonden heb weggenomen, en u<br />

verlost heb; en nu hebt gij vrede, zegt de Heer.”<br />

Hij ging verder met aan te tonen, dat het ware geloof door een heilig leven geopenbaard<br />

wordt. “Daar God ons zalig gemaakt heeft, laat ons onze werken z— inrichten, dat Hij ze<br />

aannemen kan. Zijt gij rijk?— laat uw rijkdom voorzien in de behoeften van de armen. Zijt<br />

gij arm?—laat uw dienst de rijken tot hulp strekken. Indien uw arbeid slechts voor uzelf is,<br />

dan is uw voorgewend dienen van God een leugen.”<br />

Het volk luisterde, of het betoverd was. Het brood des levens werd voor deze hongerende<br />

zielen gebroken. Christus werd hun voorgesteld als staande boven pausen, afgezanten, keizers<br />

en koningen. Luther doelde niet op het gevaar, waarin hij zich bevond. Hij trachtte niet,<br />

zichzelf tot het voorwerp van hun gedachten of medegevoel te maken. In de beschouwing van<br />

Christus vergat hij zichzelf. Hij verborg zich achter de Man van Golgotha, en trachtte slechts,<br />

Jezus omhoog te heffen als de Verlosser van zondaren. Bij het verder reizen werd de<br />

hervormer overal met grote belangstelling beschouwd. Een begerige schare verdrong zich om<br />

hem heen, en vriendelike stemmen waarschuwden hem voor de bedoelingen van de Roomsen.<br />

“Gij zult verbrand worden,” zeiden sommigen, “en uw lichaam zal tot as worden verteerd,<br />

zoals dat van Johannes Huss.” Luther antwoordde: “Al stookte men een vuur van Worms tot<br />

Wittenberg, waarvan de vlammen tot de hemel zouden opstijgen, zo zou ik er doortrekken in<br />

de naam des Heren, en me v——r hen stellen; ik zou de kaken van dit monster ingaan, en, de<br />

Heer Jezus Christus belijdende, zijn tanden verbreken.”<br />

De tijding dat hij Worms naderde, veroorzaakte grote opgewondenheid. Zijn vrienden<br />

beefden voor zijn veiligheid; zijn vijanden vreesden voor het welslagen van hun zaak.<br />

Ernstige pogingen werden aangewend om hem over te halen, de stad niet binnen te gaan. De<br />

pausgezinden drongen er bij hem op aan, dat hij zich zou begeven naar het kasteel van een<br />

vriendschappelike ridder, waar, zo verklaarden ze, alle moeilikheden met onderling<br />

goedvinden uit de weg geruimd konden worden. Vrienden trachtten hem angst aan te jagen<br />

door de gevaren te beschrijven. Al hun pogen bleef vruchteloos. Luther verklaarde, nog steeds<br />

onbewogen: “Al waren er zoveel duivels te Worms, als pannen op de daken, ik zou er toch<br />

binnengaan.”<br />

Bij zijn intrede te Worms stroomde een grote menigte naar de poorten, om hem welkom<br />

te heten. Zulk een grote toeloop was er zelfs niet geweest om de keizer te verwelkomen. De<br />

opgewondenheid was verbazend, en van uit het midden van de schare zong er een schrille,<br />

klagende stem een lijkzang, als waarschuwing aan Luther tegen het lot, dat hem wachtte.<br />

“God zal mijn bescherming zijn,” zei hij, toen hij uit het rijtuig steeg. De pausgezinden hadden<br />

100

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!