Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Leendert H. de Kluijver
Na-Pasen
Overdenkingen over het effect van Passie en Pasen
Na-Pasen
De jonge stier voor het zondoffer en de bok voor het zondoffer,
waarvan het bloed in het heiligdom is binnengebracht om verzoening te doen,
moet men tot buiten het kamp brengen.
Hun huiden, hun vlees en hun mest moeten zij met vuur verbranden.
Hij die ze verbrandt, moet zijn kleren wassen en zijn lichaam met het water wassen. Dan mag hij in het kamp komen.
Dit is voor u tot een eeuwige verordening: u moet in de zevende maand, op de tiende dag van de maand,
uzelf verootmoedigen en geen enkel werk doen, de ingezetene niet, en de vreemdeling die in uw midden verblijft, evenmin.
Want op deze dag wordt voor u verzoening gedaan om u te reinigen.
Van al uw zonden wordt u voor het aangezicht van de HEERE gereinigd.
Het is voor u sabbat, een dag van volledige rust, opdat u uzelf verootmoedigt. Dit is een eeuwige verordening.
Grote Verzoendag – Leviticus 16:27-31
Daarom heeft ook Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden.
Goede Vrijdag – Hebreeën 13:12
Leendert H. de Kluijver
Na-Pasen
Overdenkingen over het effect van Passie en Pasen
Met dank aan allen die kritisch lazen wat ik deze weken voor Pasen 2023 ontdekte, overdacht en beschreef.
Mijn vrouw, zonder wie ik niet compleet ben, die tekstueel kritisch meehielp en mijn slordigheid her en der intoomde.
Broeder Jacob die me even tot stilstand bracht en aanzette tot de na-Pasen-reflecties.
Broeder Bert die me met zijn kruiswegstaties van Sjef Hutschemakers op het idee bracht om een meditatieve serie te
schrijven over het lijden, sterven en … de opstanding van onze Heere Jezus, aan de hand van kruiswegstaties.
Dhr. Engelenberg voor alle achtergrondinformatie over de staties in Oosterbeek en Krimpen aan den IJssel.
Ik ben dankbaar voor deze kunstwerken van Jan Toorop; lang niet alles van hem vind ik mooi. Maar het heeft me goed
gedaan en ik hoop zeer binnenkort naast de Sint Bernulphuskerk in Oosterbeek ook de tentoonstelling ‘De Toorop Lijn:
Jan Toorop, Charley Toorop en Edgar Fernhout’ (drie generaties!) in het Steendrukmuseum te Valkenswaard te bezoeken.
Maar zou niet mijn grootste dank uitgaan naar mijn Redder Jeshoeha haMassiach, aan Wie ik zoveel te danken heb en
Wiens Evangelie zoveel rijkdommen bevat dat je er een leven lang niet over uitgedacht raakt!
“Mijn Jezus, ik houd van U… ’k Heb (al van jongsaf aan) van U gehouden, maar nooit zoveel als nu!”
Inhoud
Waarom?.......................................................................... 11
(onte)Recht...................................................................... 13
Kruisdragen..................................................................... 15
Struikelen......................................................................... 17
Sta in de weg.................................................................. 19
Mee-lijden....................................................................... 21
Simon................................................................................ 23
Overwinnaar................................................................... 25
(on)Begrip........................................................................ 27
Voorgesteld..................................................................... 29
Troosten........................................................................... 31
Matiging........................................................................... 33
Worm................................................................................. 35
Naakt................................................................................. 37
Aanblik.............................................................................. 39
Geest.................................................................................. 41
Sterven.............................................................................. 43
Piëta................................................................................... 45
Rust.................................................................................... 47
Symmetrie....................................................................... 49
Staties................................................................................ 51
Verrezen........................................................................... 53
Krimpen............................................................................ 54
Vergissing........................................................................ 58
| 9
10 |
V o o r w o o r d
Waarom?
Toen ik vandaag de kerkbode van Gouda
moest opmaken, kreeg ik een serie kruiswegstaties
van Sjef Hutschemakers te zien, die ik
mocht verwerken in de opmaak. Diens stijl is
eenvoudig, kinderlijk misschien maar tegelijk intens.
Even overwoog ik of deze kunstwerken een mooie
aanleiding zouden zijn om een serie Bijbelstudies te
schrijven. Toch kwam ik uit bij de kruiswegstaties van
Jan Toorop.
De strakke en gebogen lijnen, die niet schetsmatig
maar doordacht grafisch waren, triggerden mij en
hoewel ik geen Rooms-Katholiek ben besloot ik toch
deze voor mij vreemde kunstwerken te gebruiken.
Misschien is het wel juist de haast symmetrische stijl
en het doordachte lijnenwerk dat dieper afsteekt dan de
beeldtenis die het uittekent. Spiritueel, geestelijker dan
een eenvoudige voorstelling.
Ik denk dat ik juist ook deze lijnen laat prefereren
boven de afbeelding en er vanuit de Bijbel een duiding
aan ga geven.
Zitten er niet juist in het Lijdens- en Paasevangelie
zulke diepere lijnen, die meer te zeggen hebben dan het
verhaal op zich?
Geen idee waar ik aan begin, maar ik zoek al enige
tijd naar verdieping die verder reikt dan het gewone
verhaal. In preken, in geschriften en ook in talloze
gedachten die zomaar opborrelen.
Johannes Theodorus Toorop (1858-1928) “was een
van de belangrijkste Nederlandse beeldend kunstenaars
uit de periode 1880-1910. Aanvankelijk schilderde hij in
impressionistische stijl, maar via het pointillisme
ontwikkelde hij zich tot symbolistisch schilder. De
Nederlandse art nouveau wordt vaak met zijn werk
geassocieerd. In de laatste twintig jaar van zijn leven was
hij sterk rooms-katholiek geïnspireerd.” (Wikipedia)
Statie 3, 4, 5 en 6 zijn geschilderd in Domburg, herfst
1916; statie 7, 8, 9 en 10 ook in Domburg, januari-maart
1917; statie 2 in Oosterbeek, zomer 1917; statie 1, 11 en 12
najaar 1917; statie 13 en 14 in Den Haag 1918, 1919.
Art Nouveau of Jugendstil is één van mijn favoriete
stijlen. En misschien is het wel juist daarom dat deze
kruiswegstaties mij bijzonder troffen. Ik laat me verrassen
door wat dit lijnenspel kan bieden in combinatie van
Bijbelstudie. En het lijden van Jeshoeha haMassiach is rijk
genoeg om er blijvend nieuwe diepten in te ontdekken!
Schoonhoven, 14 Maart 2023
| 11
12 |
E E N
(onte)Recht
Onze eerste reactie op het lijdensverhaal van
Jezus is vaak verdriet over het onrecht dat
Hem is aangedaan. Onder dat onrecht
verstaan wij niet alleen de mishandelingen,
maar ook het onrechtvaardig oordeel van Pilatus.
We zien Pilatus rechts, recht tegenover de Joodse
wetgeleerde die wijst op de wet: “Wij hebben een wet, en
naar onze wet moet Hij sterven…” (Joh. 19:7) Echter, zij
stonden recht tegenover het Romeinse recht dat hen
verbood om zelfstandig iemand ter dood te brengen.
Toorop heeft in de vormen van hun kleding heel
symmetrisch uitgebeeld dat zij elkaars tegenover waren,
maar niet zoals God de vrouw tegenover de man plaatste,
als hulpe. Nee, hoe tegengesteld ook, hier waren zij
helaas ‘brothers in arms’!
Het water van de onschuld stroomt over de vuile
handen van Pilatus. Maar de wetgeleerde acht zich geen
'jat' nodig om de wetsrol met zijn vinger aan te raken.
“En Jezus zweeg…”
De soldaat in het groene tuniek speelt een smoezende
rol, terwijl hij Jezus vasthoudt aan een touw. Keek hij
mee in de wetsrol of onderhandelde hij met de leidslieden
over smeergeld?
De vraag is waarin zich dat onrecht uitte. Aanklacht
in deze rechtzaak is: “want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon
gemaakt”. Zo stellen de Joodse kenners van de wet het.
Maar is dat een onterechte conclusie?
De Kanttekeningen zeggen bij Johannes 19:7 “Hij
heeft gezegd dat Hij de Messias en de eigen Zoon van God
is”. Tijdens het proces dat in Mattheüs 26:63-64 staat,
heeft Hij Zich zelfs 'de Zoon des mensen' aangemeten, die
ooit was geopenbaard door de profeet Daniël.
Het is duidelijk dat, als Jezus wordt gevraagd naar
Zijn status en missie, Hij niet zwijgt om te bevestigen
dat Hij de Messias en de Zoon van de gezegende God is.
Ja, zelfs zei Hij dat God Zijn Vader was (Joh. 5:18)!
De wetgeleerden waren snel in hun conclusies en ze
hadden het heel juist begrepen. Hij was het, die Zijn
dorsvloer kwam doorzuiveren! De duivelen vroegen in
het land van de Gardarenen: “Komt U ons al pijnigen nog
voordat het tijd is?” Deze geestelijke leiders ervaren
eigenlijk hetzelfde. Huiveringwekkend!
Let wel: deze leiders staan niet symbool voor het hele
volk. Jezus daarentegen wel: “Het is beter dat deze Ene
sterft, dan dat het totale volk verloren gaat.” Is het dus
onrecht of duiden wij dit onterecht als onrecht?
| 13
14 |
T w e e
Kruisdragen
Hoewel Jezus de Messias hier als Verlosser
Zijn kruis opneemt en overdwars in het
tafereel staat, is ook hier de symmetrie
zichtbaar. De Joodse leider met de wetsrol
in zijn hand, die veroordelend Jezus blijft volgen en daar
recht tegenover een drietal ogenschijnlijke dames.
Echter, de persoon links is de pastoor uit Oosterbeek
in wiens kerk de staties kwamen te hangen. Toorop
gebruikte figuranten voor zijn werk, die herkenbaar
waren in die tijd. Rechts de burgemeester, als romein
naast de schriftgeleerde, en links een bekende vrouw.
Heel klein voor Jezus knielt de opdrachtgeefster en
schenkster van deze staties als een een devoot meisje.
Toch lijkt Jezus haar niet te zien. Was haar devotie, net
als ons medelijden, misschien een drempel voor Hem?
En dat die vromen links lijnrecht staan tegenover de
verblinde leiders rechts… is daar in de kerk de eeuwen
door niet die verderfelijke vervangingstheologie door
ontstaan? Het geeft in ieder geval te denken.
Maar Jezus, onze Messias, het Lam van God dat de
zonde der wereld gaat wegnemen… kijk daar eens goed
naar. Drukt het kruis Hem neer? Het lijkt haast dat Hij
Zijn kruis weloverwogen en doelbewust opneemt.
Toen die bekende rijke jongeling eens bij Hem kwam
om een certificaat van goed gedrag te ontvangen, zei
Jezus: “Eén ding ontbreekt u echter: ga heen, verkoop alles
wat u hebt en geef het aan de armen; dan zult u een schat
hebben in de hemel; en kom dan terug, neem het kruis op
en volg Mij” (Markus 10:21).
Jezus zegt niet “neem jouw kruis op” maar “neem het
kruis op”. We volgen Jezus dus niet met ons kruis, ons
pakket zorgen en verdriet, maar we nemen ‘het kruis’,
het teken van het geloof in deze ene ware Messias, op.
Want ons lijden is volgens Paulus niet te waarderen
tegen de heerlijkheid die wacht. Het is ook niet een
percentage van onze verlossing. Het lijden en het kruis
dat ons persoonlijk treft is van een geheel andere orde.
Het enige dat waarde in de weegschaal legt is slechts
Jezus' kruisdood. En wanneer Hij dat doelbewust en
weloverwogen op Zich neemt, is dat ook genoeg!
Bij die houding van Jezus past ook geen medelijden.
Dan zouden we Hem ook niet op waarde schatten. Hier
gaat onze Zaligmaker! Hij gaat hier in onze plaats en ons
ten goede. Dit kruisdragen kent geen gelijke! Kerkelijke
leiders hebben dat niet altijd op de juiste waarde
geschat, maar eens zal het Joodse volk dat wél doen!
| 15
16 |
D r i e
Struikelen
Jezus valt onder het kruis, zo heet deze
statie. De teksten uit de overdenking die bij
deze staties zijn gemaakt, geef ik mee ter
meditatie. De ene wijst op de last van de
zonden, waaronder de Messias bezwijkt. Psalm 142:4
wordt geciteerd: “Als mijn geest in mij overstelpt was, zo
hebt U mijn pad gekend. Ze hebben een strik verborgen
voor mij, op de weg die ik moet gaan.” Bijzonder dat we
ook gewezen worden op die stenen onder Jezus’ knie,
als waren zij de struikelstenen waarover Zijn pad ging.
“We zien de gebogen lijn van de op Zijn knieën
kruipende Messias: “Een worm, maar geen mens”.” Een
ander merkt bij deze statie op (Exodus 23:6): “U mag het
recht van de arme onder u niet buigen bij zijn rechtzaak.”
Het is echter daarnet wel zo krom gepasseerd!
Een vers eerder staat: “Wanneer u de ezel van iemand
die u haat, onder zijn last ziet liggen, moet u zich ervan
weerhouden om het aan hem over te laten. U moet de ezel
beslist samen met hem overeind helpen!” Wat bij de ezel
geboden is, verzaakt men bij de Heiland. Aangrijpend!
Een andere uitlegger vertelt over deze tekening: “Zie
het tastend gebaar van de linker hand die steun zoekt
bij de pijnlijke val. Verder de gespierde arm van de
soldaat en toeschouwende personen in verticale lijn.” De
vromen rechts slaan op hun borst, maar verroeren geen
vin. Maar hoeveel beter doen de vromen links? Zou hun
afwerend gebaar misschien te maken hebben met het
gevaar dat ze onrein zouden worden voor het Pascha?
Ze hebben alle drie hun kleding keurig in dezelfde plooi!
Naast de sierlijke armen en handen van Jezus vallen
de stoere en gespierde armen van de soldaat op. Toch is
juist de gestalte van Jezus het krachtigst: “Weliswaar was
Hij God, maar achtte die status geen onopgeefbaar bezit.
Nee, Hij legde die status bewust af en nam de gestalte van
een slaaf aan; zó werd Hij gelijk aan de mensen. En in die
gedaante, van mens, heeft Hij Zichzelf vernederd en werd
gehoorzaam tot de dood, ja, zelfs tot de kruisdood!” Daar
zit geen greintje zwakheid in!
Evenwel had Zijn mensheid beperkingen. Het
lichaam van een geschapen mens is niet berekend op
zulk lijden. Dat bepaalt ons erbij dat wij niet voor het
lijden, noch voor de dood geschapen zijn, maar voor het
onvergankelijk leven met God. De Schepper wilde ons
dichtbij Zich. Om weer met ons te kunnen wandelen,
verwijderde Hij Zich een moment van Zijn Zoon, opdat wij
nimmermeer van God verlaten zouden hoeven worden!
| 17
18 |
V i e r
Sta in de weg
Deze statie stuitte mij direct tegen de borst.
Nergens vinden we in de Bijbel iets over
een ontmoeting van Jezus met Zijn
moeder tijdens Zijn Via Dolorosa. Net als
de voorgaande en ook enkele nog volgenden!
Laat ik echter eerst mijn opstandige gevoel parkeren.
Hoe kwamen de Rooms-Katholieken aan deze statie?
Het woord statie is ‘halteplaats’. Meditatieve momenten
op de Via Dolorosa (het lijden van Pilatus tot begrafenis).
Volgens de traditie is dat ooit begonnen bij Maria die in
Jeruzalem de plaatsen bezocht waar haar Zoon liep.
Franciscus van Assisi schijnt gebeden te hebben
gemaakt bij deze halteplaatsen. In de 15e eeuw werden
deze opgezegd op Goede Vrijdag. Het was de tijd van
Luther… bij elke statie kreeg je een ‘volle aflaat’.
Later, tijdens de regering van paus Clemens XII (rond
1735) werd bepaald dat elke kruisweg altijd 14 staties
bevatte. De volgende paus, Benedictus XIV, verplichtte
zelfs dat de parochianen dan aanwezig waren in de kerk!
Nou, dat Goede Vrijdag je dure plicht is zou ik nog
wel toejuichen. Wat mij betreft mogen de ‘tweede
dagen’ worden ingeruild voor zulke belangrijkere dagen,
die het overdenken van Jezus Messias waard zijn!
Terug naar de afbeelding. Een uitlegger wijst ons op
“Simeon in de tempel” die had voorzegd tegen Maria:
“Deze is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en
tot een teken van tegenspraak; en een zwaard zal ook uw
eigen ziel doorboren” (Lukas 25-35). Dát komt wel binnen!
“De knielende Moeder van Smarten bevindt zich
tegenover haar Goddelijke Zoon. Maria helt iets achterover,
de knieën vooruit, het hoofd in de hals, de handen open
gevouwen. Zij is bereid om mee te lijden met haar Zoon. Er
spreekt lijdensmoed uit, een kordate kracht om alles wat de
Zoon lijdt mee te lijden. Zij geeft haar Zoon aan de wereld.
De Zoon weet dat Zijn moeder hem begrepen heeft.”
Precies hier werd mijn hart furieus over. Maria staat
haar Zoon hier in de weg! Niet zij, maar onze hemelse
Vader geeft Zijn Zoon aan de wereld! En mee-lijden? Dat
zie ik helaas om mij heen in kerken, zowel links als rechts.
Ook reformatorische mensen doen niet onder voor
Filippijnen die zich elk jaar weer laten kruisigen in
navolging van Jezus. Zelfkastijding of ogenschijnlijk
jezelf vernietigen in mishagen zijn geen welbehaaglijk
offer voor de HEERE. Alleen Zijn Zoon kan dat offer
brengen. Willen we van Zijn genade leven of niet? Vólg
Jezus in geloof, in plaats van dat je Hem in de weg loopt!
| 19
20 |
N a - P a s e n 1
Mee-lijden
Eeen goed moment om in de staties een
pauze in te lassen: na-Pasen. Een broeder
in Schoonhoven gaf in een app een reactie
op mijn vorige overdenking: “Wat denk jij
van deze tekst: “…met Hem lijden…” (Romeinen 8:17b).”
Ik reageerde met de Kanttekeningen erbij: “Het gaat
hier niet om lijden mét Hem, maar lijden doordat je Hem
volgt.” Mooi en waar. Daarom antwoordde hij: “Klopt,
maar anderen zien dit dus anders dan wij kennelijk.”
Waar gaat het om? Dit is wat ik in de voorgaande
overdenking citeerde: “Zij is bereid om mee te lijden met
haar Zoon. Er spreekt lijdensmoed uit, een kordate kracht
om alles wat de Zoon lijdt mee te lijden.
Wat staat er in Romeinen 8:17? “En als wij kinderen zijn,
dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en
mede-erfgenamen van de Messias; wanneer wij althans
met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt
worden.” Daar lijkt mee-lijden een voorwaarde en mijn
broeder wees me erop dat er mensen zijn die daar toch
serieus letterlijk iets anders lezen dan wij.
Zou onze passie-beleving misschien té afstandelijk
zijn? Als ik de Room-Katholieke traditie in deze staties
(en ook in anderen) op me in laat werken dan denk ik
dat zeker. Al beluister ik vaker de Mattheüs Passion; die
komt zeker ook zo intens binnen. En dat is goed!
De Bijbeltekst staat aan het einde van een stuk over het
nieuwe leven door Gods Geest. Dit nieuwe leven verbindt
ons met Jezus Messias. In die hoedanigheid word je een
kind van de Vader en dus ook een erfgenaam van alles
wat Jezus heeft verworven door Zijn lijden en sterven!
Daar past wel een betrokken overdenking bij, nietwaar?
De Kanttekeningen leggen uit bij deze tekst: dit
meelijden is “gewillig en lijdzaam zijn om te lijden, als God
ons daartoe roept (Hand. 5:41, 2 Tim. 2:12).” Verderop in “dit
hoofdstuk, geeft Paulus troostrijke woorden om ons in dat
lijden te bemoedigen en te verzekeren van de overwinning.”
Waar Timotheüs (2 Tim. 2:11) zegt “indien wij met Hem
gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven”, verbindt
Paulus het ‘lijden met Jezus’ aan ‘het regeren met Hem’. Je
moet het lijden niet zoeken; het komt vanzelf, als je belijdt
Wie Jezus voor je is en hoeveel je van Zijn Vader houdt.
Het gaat niet om het lijden, maar om jouw houding
daarin. De apostelen waren verblijd dat ze mochten lijden
voor Jezus’ naam. Overdenk in deze tijd Jezus’ bereidheid;
bezie Hem niet als slachtoffer, maar laat Zijn houding een
voorbeeld voor je zijn dat jij als het ware mag oefenen.
| 21
22 |
V i j f
Simon
Zijn naam Šim’on betekent ‘Hij (of God) heeft
gehoord/geluisterd’. Het eerste stukje komt
van het woord sjema, waarmee de wet wordt
ingeleid: “Sjema Israel, Adonai Elo-hénoe,
Adonai echád”. Horen en zien spelen een cruciale rol!
Rechts en links kijken symmetrisch devote vrouwen
vol mededogen naar de Heiland. De dwingende Romein
als een centraal contrapunt, die Simon gelastte dit kruis
te helpen dragen. Simons hoofd is devoot gebogen, zijn
blik in schaamte neer geslagen, om de Heiland niet te
zien zwoegen. Zijn spierkracht moet merkbaar zijn
geweest voor Jezus, als dit plaatje klopt tenminste…
Hoor een uitlegger die ons wijst op Jezus’ Bergrede:
“En als iemand U prest om één mijl met u te gaan, ga er
dan twee met hem” (Matth. 5.41). Bijzonder om deze
tekst hierbij te halen, vind je niet? Wie is die ‘hem/Hem’?
De Domburgse boer Pieter Provoost, die model stond
voor Simon, moet zich merkwaardig gevoeld hebben
toen hij zich in deze rol zag vereeuwigd door Toorop.
Waar Simon in deze statie symbool lijkt te staan voor
de helpende mens, die van Godswege geroepen is om
het zwakkere te helpen, daar vergeten wij misschien dat
diezelfde mens de oorzaak is van dit kruisdragen.
Het sjema in de naam van deze boer uit Cyrene –
wiens zonen Alexander en Rufus heetten en bij de eerste
Christenen goed bekend waren, maar wiens akker als
een erfenis met een belofte vlakbij Jeruzalem lag – zet
het horen en zien centraal voor ons.
Onder deze statie zou je net zo goed “Zie de mens”
kunnen zetten. Hij die door de heersende macht wel
wordt gedwongen Jezus’ kruis te dragen is ten diepste
niet in staat het werkelijk tot het einde toe te dragen.
Ik geef toe: Simon bereikte zijn opgedragen doel wel
(Golgotha), maar niet dat doel van Jezus: de dood en de
hel. De Heiland had de Boanergessen Johannes en
Jacobus gevraagd: “Kunnen jullie de drinkbeker drinken
die Ik moet drinken? En kunnen jullie met de doop gedoopt
worden waarmee Ik zal worden gedoopt?” Dat laatste kon
zowel op de benauwdheid van het lijden slaan, als op de
begeerte dat het nu volbracht zou worden. Met de beker
bedoelde Hij het gruwelijke lijden vanwege onze zonde.
Schaapachtig en overmoedig zeiden ze: “Dat kunnen
wij.” Zijn antwoord was even verrassend als verwarrend:
“Mijn drinkbeker zult u inderdaad drinken, en met de doop
waarmee Ik gedoopt word, zult u ook gedoopt worden…”
Wees er dus maar op voorbereid! Hoor… en zie!
| 23
24 |
Z e s
Overwinnaar
Al zit ook hier geometrisch, symmetrisch veel
devotie en erbarmen in dit kunstwerk van
Toorop, niettemin port achter Jezus een
ongeduldige Romein tot meer haast. Het
gaat hem door die devotie allemaal veel te langzaam.
Net zoals Jaïrus Jezus maande tot haast, omdat zijn
dochter op sterven lag, maar desondanks maakte Jezus
tijd vrij voor een al jarenlang bloedvloeiende vrouw.
Een in roze geknielde vrouw trekt onze aandacht en
lijkt Jezus in ontferming op te houden op Zijn kruisweg.
Met haar doeken schijnt ze Zijn gezicht gedept te
hebben, al lezen we daar niets over in de Bijbel.
Eén van haar doeken vertoont plots het gelaat van de
lijdende Borg. Evenals de lijkwade in Turijn. Dit wonder
is in de traditie ‘de ontferming van Veronica’ geworden.
Waar komt zij vandaan, als de Bijbel over haar zwijgt?
Veronica of Berenice schijnt dezelfde te zijn als de eerder
genoemde bloedvloeiende vrouw! Haar geloof had haar
behouden, zei Jezus. Zagen maar meer kerkmensen dat!
Diende zij Jezus uit dankbaarheid? Ook dat komen
we herhaaldelijk in het religieuze leven tegen, waar men
uit dankbaarheid Gods wet wil gaan naleven. Of waar
men van de weeromstuit de medemens, de natuur of de
dieren met intensieve inzet gaat dienen. Motieven zijn
ingewikkelde dingen. Maar wát is echte dankbaarheid?
Deze vrouw wordt in de buitenbijbelse traditie dus
Veronica (Latijns) of Berenice (Grieks) genoemd. In beide
talen betekent die naam ‘brengster van de overwinning’.
Het griekse Pherenikè bestaat voor de helft uit nikè dat
we kennen van het sportmerk Nike: overwinning.
Vele dokters had Veronica versleten. Niets kon haar
de overwinning op haar ziekte geven. Totdat ze letterlijk
met Jezus in aanraking kwam! Toch noemde de Messias
het niet ‘overwinning’, maar ‘geloof’! Een groot verschil.
Het Koninkrijk van God, dat Jezus door Zijn dood laat
baanbreken terug naar het paradijs, is er één waarin
geloof het paspoort is, ondertekend met Zijn bloed.
De werkelijke Overwinnaar zal Jezus aanstonds blijken
te zijn, maar na Pasen deelt Hij gaven uit aan de mensen:
zij mogen in Zijn overwinning delen. In de Middeleeuwen
werd de naam van deze vrouw ‘Vera-iconica’ genoemd,
dat betekent ‘het ware beeld’. Kinderen van God gaan op
Jezus lijken. En ze zijn zelfs méér dan overwinnaars, door
deze Messias Die hen eerst heeft liefgehad (Rom. 8:37).
Ook als die doeken van Veronica een verzinsel zijn, blijft
de vraag: is Jezus’ beeld al afgedrukt in jouw levensdoek?
| 25
26 |
Z e v e n
(on)Begrip
“
De witte Christusfiguur is over de hele breedte
in een monumentaal opgebouwd tafereel.
Middenin het gekromde profiel van de soldaat.
Aan weerskanten staan drie figuren, die elk
een symbool zijn van de door de mensheid aangenomen
houdingen tegenover het lijdensdrama. Links, voor Jezus de
medelijdende, begrijpende Christenvrouw.”
Begrijpende… Hoe zou je het lijden van de Messias
kunnen begrijpen? Zeker niet, als je medelijden met Hem
zou krijgen of opwekken. Zoals Jezus zei niet te zijn
gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, zo
is Hij niet gekomen om medelijden op te wekken, maar
met ons (of liever vóór ons) te lijden.
Weliswaar zong Zacharias “Die met ons lot bewogen”,
maar dat is een dubieuze berijming van “om Zijn volk
kennis van de zaligheid te geven in de vergeving van hun
zonden, door de innige gevoelens van barmhartigheid van
onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons
omgezien heeft…” (Lukas 1:77-78).
Opmerkelijk dat het vergeven van zonde dus de
nodige kennis van de zaligheid verschaft, zodat we niet
zelf tot God hoeven op te klimmen, maar dat Hij daarin
juist afdaalt tot ons niveau!
Maleachi noemde de Messias de Opgang uit de
hoogte. Dat had alles te maken met de Zon van de
Gerechtigheid. Een zon begrijp je niet (je kunt die
hooguit wetenschappelijk benaderen), maar niettemin
geniet je van haar stralen. Zo is het ook met Jezus!
Naast de twee vrouwen links, een nurkse farizeeër.
Naast de twee vromen rechts een wanhopig zoekende
Joodse man. Het is “de zoekende zwerver Ahasverus, die
volgens de legende een zwervend bestaan moest leiden
omdat hij Jezus op de weg naar Golgotha van zijn deur
verjaagd zou hebben.”
Niet zien Wie Jezus precies is, is nog geen onbegrip.
Uitgelegd krijgen wat Hij kwam doen en tóch niet inzien
dat dit juist de enige weg is, daarentegen wel! Des te
opmerkelijker het laatste citaat dat uitlegt: rechts in het
blauw “een jonge heidense vrouw met grote kinderlijke ogen
die haar geloof in Christus belijdt. Zij kijkt vragend: "Waarom
toch dat nodeloos lijden?" Geheel rechts de zondaar,
berouwvol op de borst kloppend. Hier heeft Toorop zichzelf,
geheel rechts bovenin, een bescheiden plaatsje gegeven.”
Dat vind ik nou mooi; zoals Rembrandt het ook vaak
deed: zichzelf op een dusdanige plek in het kunstwerk
verwerken om op te wekken tot contemplatief begrip.
| 27
28 |
N a - P a s e n 2
Voorgesteld
Wat kan het gevaarlijk zijn enkel te focussen
op het fysieke lijden van Jezus Messias. We
mogen dat zeker niet wegpoetsen en het
kan ons helpen na te denken over welke
pijn onze Heiland moet hebben geleden in onze plaats.
Toch mogen we niet voorbijgaan aan het diepste dat
Hem met angst vervulde: dat Hij voor het eerst sinds de
eeuwigheid gescheiden zou zijn van Zijn Vader. Juist dát
is de plek die ons wordt voorgesteld als de hel.
Daar bevinden we ons, als we nog niet door Jezus
zijn gered. En dat ‘nog niet’ betekent niet dat Hij eerst
nog moet lijden voor ons, maar dat wij dus nog steeds
voorbij leven aan het offer dat Hij voor ons bracht! De
Bijbel noemt dat ‘verachten’ (niet op waarde schatten).
Het fysieke lijden dat Jezus op Zich zag afkomen was
slechts een deel van het werkelijke lijden. Daarmee
baggatelliseer ik het fysieke aspect zeker niet!
Paulus gebruikt juist dít element als hij ons óver het
lijden laat heenzien, in Hebreeën 12. In hoofdstuk 11
vertelde hij over gelovigen in het Oude Testament die
geduld moesten oefenen totdat God Zijn belofte – aan
hen gedaan – eindelijk ging realiseren. Daar was geloof
voor nodig; en dat kregen zij ook!
Die gelovigen worden ons voorgesteld als voorbeeld
om te volharden. Maar… laten we niet te zeer op de
mensen zien. We moeten, zo begint hij hoofdstuk 12,
vooral zien op de ‘Leidsman en Voleinder van het geloof’.
‘Voleinder’ (voltooier) betekent dat Jezus het vermogen
had om het geloof tot z’n bestemming te brengen.
Geweldig als juist Hij voorop gaat tijdens onze levensreis!
Vervolgens lezen we in Hebr. 12:2: “Hij heeft om de
vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis
verdragen en de schande veracht…” Vooruitzicht (HSV) is
een zelfstandig naamwoord; de SV gebruikt – ik vind dat
tóch net wat mooier en beeldender – een werkwoord:
‘voorstellen’. Er is dus nóg Iemand bij betrokken. Díe
schildert iets uit: de Vader houdt Zijn Zoon voor ogen
wat er op dat lijden volgt: de heerlijkheid (1 Petr. 1:11)!
Voorstellen is een vorm van beelddenken. Als je je
ergens iets bij kunt voorstellen, heb je er als het ware een
plaatje in je hoofd bij. Precies zo is de Heiland voor ons
een illustratie in het lijden. Hij liep er niet van weg, maar
Jezus waardeerde de voorgestelde heerlijkheid dusdanig,
dat Hij het lijden kon laten opwegen tegen de prijs die
Hij ermee ging verdienen! En dát voor mij! Is dat geen
onvoorstelbare diepte om juist vandaag te overdenken?
| 29
30 |
A C H T
Troosten
Deze statie heet ‘Jezus ontmoet (of troost)
wenende vrouwen’. Het doelt op Lukas 23,
waar Jezus langs een paar vrouwen loopt,
die Hem beklagen. Direct dacht ik: wat
vreemd; Hij troost toch niet, maar wijst juist op de
donkere wolken die zich boven hen samenpakken: de
naderende verwoesting van Jeruzalem! Is dat troosten?
Geweldig hoe Toorop dit vormgeeft. De soldaat duwt
Jezus voort, maar neemt de schuine houding van het
kruis aan, terwijl Jezus in tegenover gestelde houding
juist bewogen is (zie Zijn handen). Hoe contrasteus is dat?
De figuur rechts schijnt “een zeer sociaal bewogen
vrouw uit de parochie” te zijn geweest. Toorop koos zijn
modellen met zorg! Of droeg de schenkster die juist bij
hem aan? Misschien ga ik het nog eens horen op een
lezing over deze staties, overmorgen. Of in het boek van
Martine Delfos over deze Toorop-staties, dat juist op dit
moment wordt afgerond. Bijzondere samenloop!
Lukas 23: “27. En een grote menigte van volk volgde Hem;
ook een menigte van vrouwen, die zich op de borst sloegen
en Hem beklaagden. 28. En Jezus keerde Zich naar hen om
en zei: Dochters van Jeruzalem, huil niet over Mij, maar huil
over uzelf en over uw kinderen, 29. want zie, er komen dagen
waarin men zal zeggen: Zalig zijn de onvruchtbaren en de
buiken die niet gebaard hebben, en de borsten die niet
gezoogd hebben. 30. Dan zullen zij (Wie? Niet deze vrouwen)
beginnen te zeggen tegen de bergen: Val op ons, en tegen de
heuvels: Bedek ons. 31. Want als zij dit doen met het groene
hout, wat zal er dan met het dorre gebeuren?”
Je denkt toch direct bij ‘het dorre’ aan die vrouwen?
Toch is dat maar zeer de vraag. Is het een oordeel over
deze vrouwen die Hem van ganser harte volgen? Of is het
een oordeel over Jeruzalem en vooral haar leiders?
Ik denk dat we zelfs met het woord oordeel zeer
voorzichtig moeten zijn. Het sluit ons er al snel buiten en
hoe veilig is dat? Nee, misschien is dat troosten toch wel
meer waar dan ik aanvankelijk vermoedde.
Dit las ik ergens dit bij deze statie: “Je eigen lijden
overwinnen om daarachter de vrijheid te aanschouwen.
Geen leed is uiteindelijk tragisch. Tragisch is daarentegen de
stoerheid en de blindheid van het hart. Niet te willen inzien,
dat achter elke dood de verrijzenis wacht, achter elke ziekte
de genezing, achter elk afscheid het weerzien.” Wie achter
het lijden de heerlijkheid kan zien, zoals Jezus die zag (zie
de vorige overdenking), kan werkelijk tot troost zijn. Ik
vond dat toch wel een bijzonder troostrijke gedachte!
| 31
32 |
N E g e n
Matiging
Jezus valt voor de derde maal onder het
kruis; zo wordt statie 9 genoemd. Over die
derde val, hier op de puntige keien, lees ik
nergens in de Bijbel. Ook de angst die hier
in Jezus’ gezicht wordt getekend is niet de angst die
Hem benauwde in de Hof van Gethsémané.
Alles lijkt zich te focussen op deze Mens in nood. Er
moet zelfs een hoofdman over honderd aan te pas
komen om de soldaat te matigen in zijn kastijden. Let
maar op die venijnig prikkende speer die Jezus aanport
om Hem weer te laten opstaan.
De ‘bremgele’ vrouw van Kléopas, met hangend rood
haar slaat zich uit deemoed op de borst. De zwervende
Ahasverus zie ik achter de hoofdman. Als spiegelbeeld
een in wit geklede vrome vrouw die een tegengesteld
handgebaar maakt. Waar zit Simon van Cyrene toch?
Dan is er nog het kind in hetzelfde rood als de
hoofdman over honderd. Devoot de handen gevouwen,
kijkt het de hoofdman aan, smekend om genade. Maar is
genade hier wel op z’n plek? Past dat woord hier wel?
Het lijden wordt in een beschrijving over deze statie
‘koninklijk’ genoemd. De Spotkoning kreeg een kroon
van doornen. Maar is die doornenkroon niet veel meer
de tooi van de hemelse Hogepriester? Is het niet de door
zonden stekelig gevlochten tulband waarmee Hij ons zelfs
tot in de dood gelijk werd. Niet de door Hem bedreven
zonden, maar de van ons overgenomen zonden maakten
dit lijden noodzakelijk voor de Vader.
Waar mensen hier rondom de Heiland om matiging
voor Hem smeken, weert Hij straks aan het kruis de
verdovende edik af. In Numéri 6 staat over de Nazireër:
“azijn uit wijn of azijn uit sterke drank mag hij niet drinken”
(HSV) of “wijn-edik en edik van sterken drank zal hij niet
drinken” (SV). Dát is de reden dus waarom Jezus aan het
kruis die edik niet wilde drinken (Matth. 27:34).
“Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden
kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op
dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde”
(Hebr. 4:15). Wat vind je van die tekst? De Hogepriester
Die hier ligt, heeft ál ons lijden ook geleden. Hij weet
waar jij het over hebt als je bidt! Is dat geen troost?
En is werkelijke troost niet de grootste matiging van
het lijden dat ons overkomt? Was Jezus hier in deze
statie werkelijk angstig en wanhopig? Of haalde Hij hier
juist bewust de heerlijkheid voor ogen, die Hem wachtte
na het lijden? Die heerlijkheid, die ook ons wacht!
| 33
34 |
N a - P a s e n 3
Worm
Bij statie 9 werd ook verwezen naar Psalm 22
waar de dichter in vers 7 zegt: “Een worm
ben ik, geen mens meer! Ter aarde gesmakt.”
Dat is een stukje uit een geheel, waar in de
HSV staat: “Tot U hebben zij (Israëls voorvaders) geroepen
en zij zijn gered, op U hebben zij vertrouwd en zij zijn niet
beschaamd. Maar ik ben een worm en geen man, een
smaad van mensen en veracht door het volk.”
De dichter ziet het verschil met zijn voorouders; die
werden wel gered toen ze tot God riepen, maar hij… Hij
vergelijkt zich met een worm… daarmee denigreert hij
zichzelf. Is dat nodig? Als dat een manier is om God te
bewegen tot genade, dan is het onzinnig en zelfs zondig!
Ik las een mooie bijbelstudie over die worm. In de
grondtekst worden twee woorden voor worm gebruikt:
made (rimmah) of scharlaken worm (towla’at). In de Bijbel
betekent “de made de gevallen, goddeloze mens” en “de
scharlaken worm is de Zoon des mensen, Jezus Messias!”
Het is juist dat woord towla’at dat in Psalm 22 wordt
gebruikt en Jezus lijkt onze aandacht hierop te vestigen
als Hij de Psalm inzet met de woorden “Mijn God, Mijn God,
waarom hebt U Mij verlaten?!” De omstanders kenden die
Psalm prima, dus de link was niet zo moeilijk voor hen.
In het lexicon van Strong vond ik de volgende
toepassing: “ Wanneer het vrouwtje van de ‘coccus ilicis’
(de scharlaken worm) gereed is om haar jongen voort te
brengen, hecht ze zich vast aan een boomstam; ze doet dat
zo stevig, dat ze nooit meer los komt. De eitjes die zij legt
onder haar lijf, waren op deze manier beschut, totdat de
larven uitkwamen en gereed om hun eigen levenscyclus te
beginnen. Wanneer de moeder stierf kleurde een scharlaken
vocht haar lichaam en het omringende hout. Van de dode
lichamen van dergelijke wormpjes werden de scharlaken
kleurstoffen verkregen. Velen zien hierin een afbeelding van
Christus Die stervend aan het kruis, Zijn kostbaar bloed
vergoot om “vele kinderen tot de heerlijkheid te leiden”
(Heb. 2:10)! Hij stierf voor ons, opdat wij zouden leven door
Hem. (Zie ook Jes. 1:18, waarin scharlaken voorkomt).”
Jezus kwam wél van het hout los, maar op Zijn tijd:
“Het waren niet de spijkers die Hem aan dat kruis hielden,
maar mijn zonden en de liefde van Zijn Vader!” Enerzijds
hadden het mijn handen en voeten moeten zijn, zingt
Sandi Patty in “Where the nails were”; anderzijds mag ik
zingen “Wat een Vriend is onze Jezus, Die in onze plaats
wilde staan!” Als ik mij schaam voor mijn zonden, hoef ik
geen worm te worden, maar mag ik het Lam aanbidden!
| 35
36 |
T i e n
Naakt
Enkele jaren terug maakte Jip Wijngaarden
een schilderij van Jezus aan het kruis. Het
was een schokkend naakt, maar zij wees
erop dat dit wel de realiteit was. Geen
verhulling zoals in veel kunstwerken wél is gepleegd.
Schokkend en tegelijk ook confronterend met Gods
verbond dat in de besnijdenis werd bevestigd. De Vader
dacht aan Zijn verbond. Maar wat deden toeschouwers?
Toorop houdt zich aan het verhullende. Opnieuw
zien we zeven personen uitgebeeld. Twee misdienaartjes
naast Jezus. Zijn ze devoot of nieuwsgierig? Geheel aan
de buitenkant twee devoot gebogen vrouwen. Eén de
handen gevouwen op de borst; de ander een schaal
dragend. Maar wat een verschil met de linkse soldaat!
Deze draagt de al eerder genoemde edikbeker.
De soldaat rechts pakt het overkleed van Jezus weg.
Hier zou een profetie in vervulling gaan (Psalm 22):
“Want honden (heidenen) hebben mij omsingeld, een
horde kwaaddoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn
handen en mijn voeten doorboord (!). Al mijn beenderen
zou ik kunnen tellen; en zij, zij zien het aan, zij kijken naar
mij (!). Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en
werpen het lot om mijn gewaad.”
Deze statie heet ook wel ‘Jezus wordt van Zijn kleding
beroofd’. In dat verband kwam ik iets merkwaardigs
tegen in Exodus 22 en Deuteronomium 22: “Bij elk geval
van verduistering, bij een rund, bij een ezel, bij een schaap,
bij een kledingstuk, of bij welk verloren voorwerp dan ook
waarvan iemand zegt dat het van hem is, moet hun beider
zaak voor de rechters komen. Wie de rechters schuldig
verklaren, moet het aan zijn naaste dubbel vergoeden.”
Het kleed dat hier verdobbeld en verduisterd wordt,
valt, aldus Johannes, onder de categorie “Dit hebben dan
de soldaten gedaan”. Ieder werkte op zijn of haar wijze
mee aan de vervulling van oude profetieën. Bijzonder!
Psalm 22 richtte zich ook op de kwaaddoeners die
juist dit onderdeel deden… Johannes moet dit hebben
bedacht toen hij zijn evangelie schreef; als bewijs dat
hier een diepere laag van Psalm 22 in vervulling ging.
De naaktheid van Jezus werd bij Zijn begrafenis
weggenomen. En hóe schitterend was Zijn verheerlijkt
Paaskleed! Wat paste dát geweldig bij Zijn verheerlijkt
lichaam. Hij die onze naaktheid voor Zijn Vader wilde
wegnemen heeft de klederen des heils al klaarliggen
voor onze thuiskomst. Daarmee kan ik mijn Vader weer
onder ogen komen… Ik kan niet wachten!
| 37
38 |
E l f
Aanblik
Nu slechts vijf personen afgebeeld in de
statie van Jezus Messias’ kruisiging. Naast
het touw waarmee Hij aan het kruis zit
gebonden, zijn grote, vierkante spijkers door
Zijn enkels geslagen en worden op dit moment soortgelijke
spijkers door Zijn zegenrijke handen gejaagd.
Jan Toorop tekent de soldaten in een tegengestelde
achterwaarts gebogen houding, dramatisch, alsof ze in
een ballet spelen. Het lijnenspel in de twee middelste
figuranten is slechts gedeeltelijk symmetrisch.
Links Maria, de moeder van de Heiland. Rechts een
vrouwelijk uitziende discipel Johannes. Ook bij Leonardo
da Vinci’s Avondmaal (het was niet het laatste, maar juist
het eerste!) zien we eenzelfde vrouwelijk uitziende
Johannes aan Jezus’ borst vallen: “Ben ik het, Heere?”
Sommigen dachten dat het Maria Magdalena was.
De uitleg van Jan Smit bij deze statie vertelt ons:
“Jezus lichaam omvat het hele paneel met Zijn scherpe,
doordringende ogen; Maria en Johannes staan in een sterk
en strak profiel eronder, vragende ogen van de Moeder en
de verschrikte blik van leerling Johannes. […] Voor de
Christusfiguur is, alleen op deze statie, een afbeelding van
de Jezuiet pater Raaymakers gemaakt.”
Wat apart dat voor deze ene,
cruciale statie een in die tijd
bekende figuur is gebruikt: Charles
Raaijmakers S.J. (1871-1954). Reeds
in 1910 maakte Toorop het portret
hiernaast van deze pater. Waarom?
Het was zijn biechtvader! Wellicht
dat de blik in zijn ogen daarom zo
indringend is en dat Toorop juist daarom diezelfde blik in
Jezus’ ogen plaatste: Hij is mijn Biechtvader. Hem mag ik
altijd en overal álles vertellen wat mijn hart vertroebelt.
Daarmee is de aanblik van onze Messias niet langer
afschrikwekkend vanwege het wrede van de kruisdood,
maar indringend vanwege de onuitgesproken vraag:
“Mag ik jouw Messias zijn? Dat betekent dat je Mij ál jouw
zonden geeft, zodat Ik jou Mijn gerechtigheid kan geven.”
Je móet wel terugkijken, toch? Meier Salomon Bromet
maakte een lied met deze woorden: “Door een blik op het
kruis is er leven en heil, is er leven voor u en voor mij. Zie
geloovig op Hem, wordt behouden en leef, want verlossing
biedt Jezus u vrij. […] Niet uw tranen, gebeden, bekeering,
berouw, maar Zijn bloed wrocht verzoening voor u; werp
op Hem dan ’t gewicht van uw zonde en schuld…”
| 39
40 |
T w a a l f
Geest
Plots zijn we op het moment dat Jezus de
geest geeft. Als we naar deze statie kijken,
zien we weer zeven personen.
Uitlegger Jan Smit vertelde er dit bij:
“Toorop bereikt het hoogste in zijn Christus Die sterft aan
het kruis. Het dodenmasker, zo mogelijk nog dieper
doorzield dan de levende Christusgezichten. De nieuwe
levensboom waarnaar alles wat leven zoekt, zich neerbuigt.”
Al eerder maakte ik een serie Bijbelstudies over de
Levensboom. Bijzonder is het om deze term juist ook
weer hier terug te lezen! In het engels wordt het kruis
vaak ‘tree’ genoemd: boom. Terecht!
Vervolgens het ‘dodenmasker’, waar Jan Smit het over
had… Heb je je weleens afgevraagd wat er gebeurt met
het gezicht van iemand die overlijdt? Als kind zag ik mijn
overleden oma en ik herkende haar haast niet meer. Ze
was niet de levende, bewegende. De geest was eruit en
daarmee ook het contact. Ik vond en vind het altijd
lastig als mensen bij een dode zeggen: hij of zij “was het
nog precies…” Ik heb er altijd vervreemding bij gevoeld.
Wie staan er bij dit kruis? Ook daarover geeft Jan Smit
toelichting: “Velen zijn om het kruis geschaard, waaronder
Maria en Johannes (rechts), Maria Magdalena, knielend
met haar golvende gouden haren en (links van Jezus, van
rechts naar links gezien) Maria de moeder van Jacobus en
Joseph en de moeder van de zonen van Zebedeus.”
Dan is er nóg één die een cruciale en bijzondere rol
vervult, na Jezus: de hoofdman over honderd. We lezen
in Lukas 23:47 over hem: “Toen de hoofdman over
honderd zag wat er gebeurd was, verheerlijkte hij God en
zei: Werkelijk, deze Mens was rechtvaardig.”
Dit was (en dat wordt hier terecht benadrukt) niet
enkel een belijdenis, maar zelfs een bekering! Maar in
Markus 15 staat het er nóg juister: “En de hoofdman over
honderd die daarbij stond, tegenover Hem, en zag dat Hij
zo roepend de geest gegeven had, zei: Werkelijk, deze
Mens was Gods Zoon!”
Die conclusie trok hij dus uit het feit dat Jezus niet als
een nachtkaarsje uitdoofde, maar met kracht riep en
toen de geest gaf. In het geloof mag ik zien dat de Zoon
van God uit Eigen beweging Zijn Geest aan de Vader
teruggaf, om er tijdelijk goed op te laten passen.
De geest van de Messias was als een ‘document’ dat op
ondertekening van de Vader wachtte. Hóe glansrijk werd
dit Document door de Vader ondertekend, als bewijs dat
Hij met dit offer voor onze zonden genoegen nam?!
| 41
42 |
N a - P a s e n 4
Sterven
Vorige week donderdag waren we in de
Rooms Katholieke Kerk in Krimpen aan den
IJssel, met de naam ‘Heilige Maria Koningin’
of ‘De (nieuwe) Bron’. Daar hield de heer Ruud
Engelenberg een lezing over de kruiswegstaties van
Toorop, die daar als glaskunst hangen. Dit was een
bijzondere samenloop met deze overdenkingen.
Wanneer je daar statie 12 bekijkt lijkt Jezus
een haast ronde, open mond te hebben,
waardoor Hij de geest gaf.
Een bezoeker vertelde ons: “In deze
staties ontbreken precies de zeven kruiswoorden
van Jezus.” Enkele jaren geleden
had hij ze met zijn koor in de bewerking van
César Franck gezongen tussen statie 11 en 12,
tijdens een dienst bij deze kunstwerken.
Met een beetje goede wil zou je in statie 11 nog
kunnen zien “Vrouw zie uw zoon, zoon zie uw moeder”.
En in statie 12 het hartverblijdende “Het is volbracht!”.
Gods Zoon ging het Hem wezenvreemde tegemoet:
de dood! Een dood in de armen van Zijn Vader, met
vlakbij (maar te ver om haar armen te kunnen voelen)
Zijn moeder. Even te voren was Hij van allen verlaten!
Bach laat in de Matthäus Passion het koor zingen: “Als
ik eenmaal moet sterven, ga Gij dan niet van mij heen…”
Sterven is een eenzame reis, als je die zonder Jezus moet
ondernemen! Hoe anders is het als Hij je over de
Doodsjordaan draagt!
Het arioso van de bas, dat na het daaropvolgende
recitatief komt vind ik zó prachtig vanwege de
Bijbelse lijnen! “’s Avonds, toen het koel was,
werd de zondeval van Adam openbaar;
’s avonds buigt zich de Verlosser neer.
’s Avonds keerde de duif terug, en bracht
een olijftak mee. O schone tijd, o avondstond.
De vrede is nu met God gesloten, want Jezus
heeft zijn werk volbracht.”
De geest van Jezus keert terug naar God. De
Geest van God broedde bij de schepping op de wateren.
Maar nú wordt er eeuwig leven uitgebroed!
Sterven: de wereld vraagt ons over de dood na te
denken. Christenen stoppen dat té gemakkelijk weg. Wat
betekent het concreet voor ons, als we de geest geven?
Heeft ons sterven iets te maken met Jezus’ sterven? Paulus
zegt: “Ik ben met Christus gekruisigd… en opgestaan.” Dát
is Toekomstbestendig leven, dwars door de dood heen!
| 43
44 |
D e r T i e n
Pieta
Dan is daar opeens die bedachtzame, in
groen gehulde man, rechts tussen Jezus en
de hoofdman over honderd. Dat Toorop
deze hier ook bij de kruisafname tekent
lijkt erop de wijzen dat deze man heeft meegeholpen bij
de laatste handelingen aan zijn kersverse Heiland. Toen
Jezus’ ziel Zich tot een schuldoffer stelde, zag Hij zaad
(Jesaja 53:10). Zie hier een van de eerstelingen!
Hij was een al eerder tot ‘zaad’ gewordene, die man in
het groen: Jozef van Arimathea! Was hij wellicht die rijke
jongeling die aan Jezus vroeg wat hem nog ontbrak aan
zijn godsdienstig leven van goede werken? Rijk was hij
en wat hij ook heeft gedaan, hij heeft zijn maagdelijk
graf beschikbaar gesteld aan zijn overleden Heiland.
Hij was naar Pilatus gegaan, samen met Nicodémus;
die laatste mis ik hier en op de volgende statie, helaas!
De twee namen het op voor de vrouwen en regelden de
zakelijke overeenkomst voor de begrafenis.
De Joden hadden haast met het wegwerken van de
drie kruiselingen. Jozef, zowel als Nicodémus, schijnen
alle tijd te nemen voor deze unieke handeling. Met Jezus
vergaat elk besef van tijd. Zorvuldigheid, eerbied en
respect voeren de boventoon voor Pasen!
Links knielen vier van de opnieuw zeven figuren; van
links naar rechts zien we Maria, Jezus’ moeder; eveneens
in het groen Maria Magdalena, met haar lange gouden
haren; er half boven een vrouwelijk uitziende Johannes
die Jezus liefhad (of was het andersom?).
Tenslotte uiterst links een in wit gekleede vrouw…
maar nergens wordt zij geduid; was het de eigenlijk bij
een Piëta bedoelde engel? Of vertegenwoordigde zij alle
vrouwen uit het Bijbelverhaal? Dit beeld wordt vaak de
Piëta genoemd: de kruisafname. Het woord pietà
betekent compassie, waar ons woord piëteit van komt.
De schuine hoek waaronder Toorop Jezus tekent vormt
de dissonant die de dood ook is. Zo legt hij Hem terug in
Maria’s schoot (denk aan het gesprek met Nicodémus).
Wat kunstminnaars ook zien is de slappe arm van
Jezus. “Machteloos zijn de handen van levenden en
doden.” Daarbij halen uitleggers KIaagliederen 1:16 aan:
“Vanwege deze dingen ween ik, mijn oog, mijn oog laat
water neerstromen, omdat de Trooster Die mijn ziel verkwikt
ver van mij is. Mijn zonen zijn ontzet, want de vijand had de
overhand.” Waar dit klaaglied eindigt in de roep om recht
(en piëta), daar lost Jezus met Zijn dood dat probleem van
rechtvaardigheid juist op. Hem zij eeuwig dank en eer!
| 45
46 |
V e e r T i e n
Rust
In het graf van Jozef van Arimathea tekent Toorop
ons de rust. Nog eenmaal zeven personen, met elk
hun eigen lijdensverhaal. Groen tegenover groen
(de man uit Arimathea en de vrouw uit Magdala);
rood (Johannes) voor blauw (welke vrouw kruipt daar
weg voor ons oog?) en blauw (Maria, de moeder van
Jezus) voor rood (Maria, de vrouw van Kléopas)…
Wat wil Johannes duidelijk maken met zijn handen?
En betekenen de handen van moeder Maria hetzelfde
als die van Maria Magdalena?
De techniek van krijt maakt ook hier, evenals in de
eerste statie, mogelijk om het witte linnen transparant te
maken. Ook hier zou Pilatus een prachtig symmetrisch
geheel hebben kunnen vormen met de eerste statie!
Wat de handen ook betekenen, ze willen allemaal
devoot zacht het lichaam van Jeshoeha haMassiach in
de rust neerleggen, onder de boog van het graf.
Het is onze aard iets terug te willen doen voor Jezus.
Aangrijpend is het koor-antwoord in de Matteüs-Passion
bij de begrafenis: “Ik wil Jezus zelf begraven.”
Misschien nog wel aangrijpender en confronterender
is de zin ervoor: “Maak jezelf, mijn hart, zuiver…” Dat
wederkerige moet uit een schoon hart voortkomen met
zuivere bedoelingen! “Wereld, ga naar buiten, laat Jezus
binnen!” De oude mens heeft niets met het kruis van de
Messias en al helemaal niets met Zijn zaligmakende
genade. De nieuwe… de nieuwe mens zal leven en
eeuwig met Jezus op de nieuwe aarde verkeren!
Wensen wij, met het arioso, Jezus goede nacht? Ik
vond het altijd een indrukwekkende frase, bijzondere
woordkeus. Maar sinds ik heb leren zien wat Jezus deed,
terwijl Zijn lichaam in het graf lag, vind ik deze woorden
minder fraai. Hij ging de ‘gevangenis gevangen nemen’
(Psalm 68). Hij ontrukte de dood zijn gevangenen en
zette de Zijnen in vrijheid. Zij die reeds gestorven waren,
zij die toen nog leefden en ons die nog zouden geboren
worden! Welterusten? Nee er was werk aan de winkel!
Zetten we ons dan met tranen neer, zoals het koor
ons daverend tot besluit toezingt? “Huilend gaan wij
zitten en roepen U in het graf toe: rust in vrede, rust zacht.”
Kun je dat kortzichtige wel zingen als je van ‘na-Pasen’
bent? Als je elke zondag Jezus’ opstanding gedenkt?
Ja, zondag is voor ons een rustdag, maar dankzij
Jezus blijft er een mega-diepe rust over voor ons! Een
rust die wij dieper zullen ingaan dan het graf ooit kan
bevatten! Daar kun je rustig van op aan!
| 47
48 |
N a - P a s e n 5
Symmetrie
Toorop heeft in zijn kunstwerken veel met
symmetrie gewerkt. Soms liepen zijn lijnen
parallel, soms juist spiegelbeeldig, maar
altijd had het iets in zich van rust: harmonie!
Paulus kon daar ook wat van! In Romeinen 6 tekent
hij de lijnen van Jezus’ dood en opstanding en zet ze in
een haast Bijbelse Art-Nouveau-stijl symmetrisch ten
opzichte van elkaar: zoals Jezus… zo ook wij.
“3. Of weet u niet (Gal. 3:27) dat wij allen die in Christus
Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn?” Het effect
van Jezus’ dood en opstanding wordt hier geweldig diep
en rijk uitgetekend in een schitterend lijnenspel.
Dopen is eigenlijk begraven… Dat zei hofpredikant
dr. J.H. Gerretsen ook in 1909 bij de doop van prinses
Juliana: “Wij zijn hier om prinses Juliana te begraven”.
“4. …evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de
heerlijkheid van de Vader, zo zullen ook wij in een nieuw
leven wandelen.” Jezus is dus niet zomaar opgestaan, en
heeft de dood overwonnen. Hij laat ons daarmee ook
zien hoe wij moeten opstaan uit de geestelijke dood en
in een Hem verheerlijkend leven wandelen en handelen.
5. “…als wij met Hem één plant zijn geworden en aan
Hem zijn gelijkgemaakt in Zijn dood, dan zullen wij ook
gelijk aan Hem zijn in Zijn opstanding.” “8. Als wij nu met
Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem
zullen leven.” Een leven dat hier en nú al begint!
Jeshoeha haMassiach is opgewekt uit de dood én
stond uit Eigen kracht op uit de dood. Je weet daarmee
dat Hij nooit meer zal sterven; de dood heeft geen grip
meer op Hem. Zo ligt het ook met ons. Nee, dat is geen
overwinningsleven, maar realiteit. De herschepping is er
slechts om de oude mens voorgoed te vernietigen.
Jezus is één keer voor de zonde gestorven. Meer is niet
nodig. Nu leeft Hij voor Zijn Vader (en voor Zijn bruid)!
Als we door het werk van deze Messias gered zijn en tot
werkelijk leven zijn gebracht, dan wandelen we maar
wát graag met onze hemelse Vader. Nú al!
Als we de HEERE meer kennen zullen we Hem ook
gemakkelijker liefhebben. Gods Geest voedt dat in ons
en laat dit nieuwe leven groeien. Hij wekt in ons het
verlangen op om áltijd en zonder zonde bij Hem te zijn.
“Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren
om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen.” Je hebt
wel wat beters te doen en te genieten, toch? Nu al, in
een gebroken wereld. Maar straks volkomen bij onze
hemelse Vader aan tafel. Wát een harmonisch lijnenspel!
| 49
50 |
© Kerkfotografie.nl
Staties
Op 20 februari 1916 schreef Jan Toorop een
brief aan pastoor Vossenaar van de Sint
Bernulphuskerk in Oosterbeek: “Ik had u even
willen mededeelen dat Mevrouw de Bruijn ‘uit
Drijersheide’ mij gevraagd heeft of ik lust had Kruiswegstatiën
voor uwe kerk te vervaardigen. Ik heb er over
nagedacht en heb ’t nu maar geaccepteerd om dit uit te
voeren. Ik zal er met groote liefde aan arbeiden.”
Ruim drie jaar later, in mei 1919, werden de staties in
het bijzijn van Toorop en vele belangstellenden, ingewijd.
Tot op de dag van vandaag zijn de veertien lijdenstaferelen
te bezichtigen in de Sint-Bernulphuskerk, en
nog altijd spreken het lijnenspel, de eenvoudige vormen
en de kleursensaties tot de verbeelding van velen. In
kunsthistorisch opzicht mogen de staties gerekend
worden tot absolute meesterwerken en binnen de
katholieke devotie nemen zij eveneens een bijzondere
plaats in. Maar de staties spelen ook een belangrijke rol
binnen de lokale historie doordat Toorop een aantal
parochianen uit Oosterbeek heeft afgebeeld.
Bron: www.bernulphus.nl
Uitleg Jan Smit, geciteerd door Ruud Engelenberg
Toorop maakte deze kunstwerken in opdracht van
“mevrouw de Bruijn”. Dit was Paulina de Bruijn-van Lede;
zij was de schenkster. Miek Janssen, een vriendin van
Toorop, maakte er teksten bij en dit boek is in rood
omslag uitgegeven en ook digitaal op internet te lezen.
Verder citeert dhr. Engelenberg de aan hem ter
beschikking gestelde basisteksten van Jan Smit op de
website van de Krimpense Christoffelparochie dat het
een wonder is dat de staties nog te bewonderen zijn!
“In de zomer van 1944 besloot het kerkbestuur om de
staties in een kluis van een bank op te bergen. In september
1944 speelde ook in Oosterbeek de "Slag om Arnhem" af.
Na "De Slag" werd het gehele gebied geëvacueerd. Vanuit
de Betuwe werd het dorp steeds beschoten. Duitsers en
Nederlanders roofden, vernielden en bevuilden de
bezittingen in de huizen en gebouwen. Niets bleef
gespaard. De kluis van de bank lag echter onder het puin
en geen van de rovers heeft daar erg in gehad.
Toorop schilderde en tekende de staties van 1916 tot
1919 in opdracht van mevrouw De Bruyn, waarvoor hij
ƒ 500,- (= € 226,-) per statie ontving. In 2000 werden alle
staties verzekerd voor ƒ 140.000,- (= € 63.530,-) wat
neerkomt op ruim ƒ 10.000,- (= € 4.540,-) per statie, ruim
20 keer zo veel.”
Lees meer op de website van de kerk in Krimpen aan
den IJssel: www.christoffelparochie.nl/128
| 51
52 |
Verrezen
Net als bij de Mattheüs Passion eindigen ook
deze kruiswegstaties op een punt dat niet
het echte einde is. Er is na Goede Vrijdag
meer te zeggen. Het mag de dag erna, de
shabbat, stil zijn gebleven (Stille Zaterdag), toch kon de
zware steen voor het graf, die Jozef van Arimathea
ervoor had gerold, niet voorkomen dat het onmogelijke
zou plaatsvinden: Jezus stond op uit de dood.
Dat vreemde gevoel bekroop me ook tijdens de
lezing over de staties in Krimpen aan den IJssel. Mijn
vrouw en ik waren erg blij dat dhr. Engelenberg tóch
verder ging. Hij citeert Jan Smit op de website van de
kerk: “Maar wij Christenen geloven in het leven. Na de dood
is er de verrijzenis, de bevrijding. PASEN! En wij kunnen dan
zingen of zeggen “U ZIJ DE GLORlE, OPGESTANE HEER”.
Jan Toorop dacht hier hetzelfde over. Daarom wilde hij
in de Bernulphuskerk tegenover het fresco van Johannes de
Doper een fresco maken van ‘De Verrezen Heer’. Het is er
helaas niet van gekomen. Nu hangt er in de paastijd aan
een pilaar een wandkleed met de Verrezen Christus.”
Dat was een mooie gedachte. Toorop stierf negen
jaar na zijn kruiswegstatie-project. Nu, ruim een eeuw
later, hangen ze nog steeds in de kerk. Het oude
gebouw, waarin ze in 1919 werden opgehangen, werd
in 1885 in gebruik genomen. Architect was – interessant
voor Schoonhovenaren – Alfred Tepe. Docent en
directeur van de Teekenschool in Schoonhoven was
Frederik Adolf Tepe! Het moet in de verte familie zijn
geweest, maar het is niet duidelijk hoe.
De oude kerk uit 1885 is grotendeels nog hetzelfde, maar de toren ziet
er thans wel anders uit. Ik weet niet of de toren is ingekort vanwege
schade uit de oorlog of dat er een andere reden is… maar dat ga ik
vast nog een keer horen als ik in de kerk in Oosterbeek de staties
live ga bekijken.
| 53
I n g l a s
Krimpen
54 |
dit zijn de in glaskunst gecreëerde kruiswegstaties
die in Krimpen aan den IJssel in de
Rooms Katholieke Kerk hangen. Het
gekleurde glaswerk vormt een prachtig
geheel met het moderne kerkgebouw dat uiterlijk op een
ark lijkt. Slechts door het glazen kruis in de wand en langs
de zijkant achter het plafond valt er licht in de kerkruimte.
De veertien in Italië gemaakte panelen werden door
het echtpaar Engelenberg aan de kerk geschonken. Met
het feit dat dr. Martine France Delfos juist nu een boek
over deze staties aan het afronden was, maakte deze
drie lijnen in één week wel heel bijzonder. En die lijnen
kwamen in één week bijelkaar door het ‘inkleurfoutje’
van Toorop in statie 7 (zie pagina 58).
| 55
56 |
| 57
Vergissing
X
58 |
X
X
X
De roze X'jes geven aan waar Toorop, mijns inziens, een foute inkleuring maakte, waardoor het beeld verwarrend
is geworden. Daardoor is niet duidelijk of de arm met de staf nu van de vrouw is of van de witte man achter haar.
Mijn herinkleuring (ook links!) toont aan hoe het naar alle waarschijnlijkheid was bedoeld door Toorop.
En wat de reden van deze fout was zal wel altijd een raadsel blijven.
Misschien was zijn gemoedstoestand gestresst of verward en vergiste hij zich daardoor… Wie zal het zeggen?