Cultuurkiller (een thriller)
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller. Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hij passeerde het huis van zijn voormalige buurman. Politielinten en
gebarricadeerd raam. Grinnikend vroeg hij zich af of de schoenlepels
van Karsten als bewijs waren opgeslagen. Stel je voor, duizenden van
die dwaze schoenlepels, ergens in een bewijsmateriaalkast. Ieder van
die glimmende hielenlichters had minstens één gedicht geïnspireerd.
Schuldgevoel over de moord op Karsten had hij niet meer. De wereld
was verlost van die vreselijke schoenlepelpoëzie. En de moord op
Bianca was veel makkelijker gegaan dan dat geklungel bij Karsten.
Misschien kon hij nu wel ergens aan de bak als ‘echte’ killer. Ervaring
had hij alvast. Zou hij een CV moeten opstellen ? Naar wie stuur je
zoiets ?
Cees grijnsde breed om zijn dwaze breinspinsels. Er zat een
opgeluchte vering in zijn voetstappen.
In gedachten liep hij nog even de zojuist verlaten moordlocatie
over. Hij was zorgvuldig geweest, nog zorgvuldiger dan bij
Karsten. Ja, hij had beslist talent. Geen Chinese tekens dit keer.
Hij had het lijk van Bianca gepositioneerd in een harakiri houding.
De bamboe opvallend opgesteld naast haar. Daar enkele pennen
uitgesneden, en in het appartement geplaatst. Het zou er alles van
weg hebben dat de jonge agente de seriemoordenaar was, die zich
misschien opgejaagd voelde of wroeging had gekregen, en zelf
haar leven had beëindigd. Al zijn vingerafdrukken en ander bewijs
dat Cees er ooit geweest was, had hij nauwlettend verwijderd.
Hij kon zich niet voorstellen dat men hem aan de dode Bianca kon
linken. Nee, zijn sporen waren gewist.
Oprecht vrolijk stak hij de sleutel in zijn voordeurslot en liep zijn
appartement binnen.
Hij klikte het licht aan en wierp zijn sleutels op zijn bureau. Bijna
meteen zag hij Albert daar gehurkt zitten, met iets in zijn hand.
Hij deinsde achteruit. Albert schrok, wou iets roepen naar hem.
Wat deed De Muskiet in vredesnaam onder zijn bureau, in zijn huis ?
“Cees, kijk uit – achter je !” riep Albert.
René van Densen
85