Cultuurkiller (een thriller)
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller. Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
“Wie niet eerlijk zoekt, die zal het vinden.”
“Een echte waakhond bijt.”
“Slecht voorbeeld dient niet gevolgd te worden.”
“De poetslap van de bediende kan zijn serviliteit niet schoonwrijven.”
De vijfde spreuk kwam hem als een scherpe stijlbreuk voor in dit
rijtje.
“De tijd vervliegt, daar valt geen lepel tussen te krijgen.”
Weinig moralistisch, zonder maatschappelijke gerichtheid. Albert
verzamelde de aantekeningen over de moord op de schoenlepeldichter
en schoof ze apart.
Instinctief voelde hij dat dit iets anders was. Een copycat, wellicht.
Hij wist niet echt wat hij ervan moest denken. Maar Karsten paste
niet echt in het rijtje. Zijn blik vestigde zich terug op de overige
aantekeningen. En toen schoof zijn blik naar links. Naar de archieffoto
van Cees die hij erbij gelegd had. Zijn wenkbrauwen fronsten zich.
Er wás hier een specifiek verband. Puur op zijn gevoel afgaand, was
hij zeker dat dit allemaal iets met Cees te maken had. Hij schoof zijn
aantekeningen over bamboe op hun plaats en leunde achterover. Het
plaatje. Hij zag het plaatje niet. Het geheel viel nog niet op zijn plek.
Maar hij wist instinctief bijna zeker dat de puzzel vrijwel compleet
klopte zo.
“Verbazend, dat ik je zo laat pas herkende,” vervolgde Cees.
“Biancaatje. Een prachtige, seksueel zeer aantrekkelijke jongedame
mengt zich zomaar in mijn leven, dat had al verdacht genoeg moeten
zijn. Toevallig is ze ook nog politieagente en natuurlijk telkens ter
scène als er een moord gepleegd wordt in deze stad. In haar eigen
tijd is ze hier en daar in de culturele kringen te vinden. En,” boog
hij voorover in het bed, strak in haar ogen kijkend, “toevallig is ze
de kleine dochter van wijlen Jan Vijver. Dat, mijn lieve Bianca, is
wat een beetje literator zou omschrijven als toch iets té veel toeval
allemaal.”
78 Cultuurkiller