Cultuurkiller (een thriller)
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller. Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 13 – Bezinningen
De jonge vrouw was terug naar haar familie gegaan na het schokkende
nieuws van haar stervende vader. En – Simones hart klopte een
beetje sneller - de langharige vreemdeling was haar achterna gereisd.
Vanuit haar ooghoek zag ze Albert weer de bibliotheek inlopen.
Met een opgetrokken wenkbrauw zag ze dat hij niet naar haar balie
liep maar direct de leeszaal in. Hrm, ok. Een goeiendag kon er
tegenwoordig al niet meer af.
Och, dacht ze, hij zal zo wel om een babbeltje komen, het is zo’n
lieve jongen. En gretig streek haar zicht terug over de prozaïsche
beschrijvingen in haar zwijmelboekje.
Albert liep recht op de oude man af. Tussen acht en elf ’s ochtends
zat Werner hier altijd te lezen. Albert kende Werner goed, een aparte
pensionaris die zich altijd passioneel inzette voor de stedelijke flora.
Doorgaans een stille man, tenzij gemeentebesturen of wijkbewoners
het wel en wee van al dan niet historische parkengroen bedreigde. Dan
stond Werner niet zelden als eerste met spandoeken en megafoons
op de bres. Niemand kon fel pro-plantleven scanderen als Werner.
De Muskiet had de man al vaak mogen interviewen en wist dat er
weinig over de wondere wereld van de flora was dat Werner niet
wist.
“Dag Albert,” sprak Werner zacht, opgegroeid zijnde in een tijd dat
men nog zweeg in bibliotheken.
“Werner,” knikte Albert.
Hij vervolgde stilletjes:
“sorry als ik je stoor, maar ik hoopte dat we even een babbeltje
René van Densen
67