Cultuurkiller (een thriller)
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
aan af, want in de bergruimte had er al alles tegenaan gestoten enoverheen geschraapt. Het oude ding kraakte statische ethergeluidenterwijl het de wanstaltige muziekkeuzes uitbraakte van de lokaleradiozender. Cees hield de radio aan. Hij had geen televisie en alser nieuws zou zijn, wou hij ervan op de hoogte blijven. Dus zat hijLet’s Talk About Sex uit tot het verlossende journaal-introotje klonk.En zo vernam ook hij het ongelukkig lot van Rachel Verkest. Hijstaarde verbijsterd naar het vel papier waar hij op aan het schrijvenwas. Zijn afscheidsspeech. Met een speciaal gedicht. Om de titel vanStadsdichter door te geven en als zodanig zijn handen vrij te krijgenvoor... de opdracht die hij officieel niet meer hoefde af te ronden.Hij knipperde met de ogen. Nog voor hij het erg kon vinden voorde jonge vrouw die hem zou opvolgen, raasde zijn hoofd metpraktischere vragen. Wat had dit voor gevolgen ? Moest hij nuStadsdichter áán blijven ? Als er immers geen opvolger is... Of ergernog, een verkéérde opvolger in allerijl geregeld wordt. Of zou datte smakeloos zijn.. Wat hield dit in ? Zou dit zijn cultuurkill van hetStadsdichterschap ongedaan maken ?Dat de moorden met hém te maken hadden, daar twijfelde hij allangniet meer aan. Iemand zat hem vanuit alle richtingen de pas af tesnijden. Hij knarsetandde.Inspecteur Noordholten was een lange man wiens verschijningcapabiliteit uitstraalde. Albert mocht hem meteen al niet.Thijsbrandt Noordholten kwam van boven de rivieren. Speciaalvanwege de moorden. Omdat men boven de rivieren uiteraard dachtdat dit hele geval het politiekorps van dat zuiderse stadje wel despreekwoordelijke pet te boven zou gaan. Met een arrogante houdingkeek hij naar Albert. Bovenriviers herkende bovenriviers. Ook Albertwas niet ‘van hier’. Misschien dat hij daarom ook meteen zo’n hekelhad aan Noordholten. En vice versa.Noordholten keek Albert van schuin boven zijn leesbril aan.“De Muskiet, zei je ? Ik heb je naam hier eerder gehoord. Jij bent dieneuzige reporter van dat lokale sufferdje. Je kunt de medewerkingvan dit korps voorlopig vergeten, De Muskiet. Men heeft hier strengeinstructies van mij ontvangen geen verdere persmededelingen te doen.”56 Cultuurkiller
Alberts ogen schoten vuur.“Vrijheid van de pers betekent opeens niets meer, begrijp ik ?” blaftehij richting de inspecteur.“We zijn klaar hier, De Muskiet. Dit gesprek is voorbij.Persmededelingen zul je vanaf heden rechtstreeks van mij ontvangen.De hele zaak ligt te gevoelig om aan een halfbakken roddeljournalistvan een kattebak-tabloidje z’n neus te gaan hangen.”Hij wenkte een agent die demonstratief naast Albert kwam staan.“Een goedendag verder.”Stil grommend volgde Albert de agent het bureau uit.Wat een idioot ! Hij troostte zich met de gedachte dat hij zowelvan de zaak als van de stad waarschijnlijk veel meer afwist dan diebovenrivierse kwal. Buitengekomen sloeg hij meteen rechts en liepmet stevige tred naar de bibliotheek. Een kort tussen de grijze wolkendoorschijnend zonnetje stak hem een hart onder de riem.Cees ijsbeerde door zijn appartement. Gekooid als een tijger en meteen klemmend gevoel in zijn borstkas. Het was wraak, wat hemoverkwam. Het was koud en berekend, met chirurgische precisie.Eerst zijn partner, nu zijn titulaire opvolgster, zodat hij zijn opdrachtniet kon volbrengen. Vervolgens die stomme hond, waarschijnlijkom het viswijf te overstuur te maken om nog nuttige informatiete kunnen geven. Zijn opdracht én het vinden van de dader zatenmuurvast.Opeens stopte zijn furieuze tapijttred. Verbaasd keek hij de openbadkamerdeur in. Zijn kraan was begonnen met druppen.Onmogelijk, dacht hij bij zichzelf. Het is midden op de dag, en diekraan drupte enkel om kwart over één ‘s nachts.Hij gluurde door het spionnetje van zijn deur naar buiten. Voorzover hij kon zien was er niemand op de balustrade van zijnappartementencomplex. Voorzichtig opende hij de deur en keek naarbeide kanten. Niemand.René van Densen57
- Page 6 and 7: InhoudCultuurkillerHoofdstuk 1 - An
- Page 9 and 10: Hoofdstuk 1 - Andere koekVerstoord
- Page 11 and 12: Hoofdstuk 2 - deWolksvaegheCees spi
- Page 13 and 14: Hoofdstuk 3 - InbraakBij zijn voord
- Page 15 and 16: Tok, tok, tok, tok op het glazuur v
- Page 17 and 18: Hoofdstuk 4 - Politie“Een cultuur
- Page 19 and 20: De vrouw schraapte nu haar keel.“
- Page 21 and 22: Hoofdstuk 5 - De Muskiet“Stel. Er
- Page 23 and 24: moeten worden zeg. Waar zou dat hee
- Page 25 and 26: Hij zette zich met een diepe zucht
- Page 27 and 28: Hoofdstuk 6 - Het viswijfBettina de
- Page 29 and 30: De ogen van mevrouw deGraete vergro
- Page 31 and 32: dialoog. Maar in stadjes als deze k
- Page 33 and 34: Hoofdstuk 7 - FifiAlberts hoofd gon
- Page 35 and 36: artikel kon de pot op. Nog niet eer
- Page 37 and 38: Hoofdstuk 8 - De KringenZoals het c
- Page 39 and 40: De Piaf was een galerij die bemand
- Page 41 and 42: Hoofdstuk 9 - DeernisDe Kringen bod
- Page 43 and 44: Cees kneep plots een zuur gezicht.
- Page 45 and 46: “Maar uiteraard, jongedame, gaat
- Page 47 and 48: “Fraaie fotootjes stuur je me, Al
- Page 49 and 50: Hoofdstuk 10 - BiancaDe wereld draa
- Page 51 and 52: vastgebeten. Iedere moordzaak in he
- Page 53 and 54: Hoofdstuk 11 - DebuutGlimmend van t
- Page 55: dorpsverleden achter zich latend. V
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 12 - LepelsSimone zat te
- Page 61 and 62: al meteen wegstrepen; de banaliseri
- Page 63 and 64: viswedstrijd ten behoeve van brood
- Page 65 and 66: “We hebben uiteraard niets aanger
- Page 67 and 68: Hoofdstuk 13 - BezinningenDe jonge
- Page 69 and 70: veelvoorkomende tuindecoratieplant
- Page 71 and 72: groeit en vruchtbaar is. In sommige
- Page 73 and 74: “J-je hebt vast wel gehoord wat e
- Page 75 and 76: Albert lachte en klokte ook zijn ko
- Page 77 and 78: Hoofdstuk 14 - DuisterThijsbrandt s
- Page 79 and 80: Bianca staarde Cees kalm aan.“Ik
- Page 81 and 82: en dichters, zelfs antieke toneelst
- Page 83 and 84: zoiets dat ze aanvankelijk fijn von
- Page 85 and 86: Hij passeerde het huis van zijn voo
- Page 87 and 88: Hoofdstuk 15 - BarabbasWijn, wijn,
- Page 89 and 90: hebben de killers de stem van het v
- Page 91 and 92: Neuriënd liep ze de badkamer binne
- Page 93 and 94: EpiloogThijsbrandt Noordholten keek
- Page 95 and 96: - OudZeikwijf voor de eerste spelli
- Page 97 and 98: BONUSMATERIAALRené van Densen97
- Page 99 and 100: “ZELF BEDACHT”Een interview met
- Page 101 and 102: piemel met winkeltjes erin hahaha !
- Page 103 and 104: Rood voor de ogenGeschrokken kijkt
- Page 105 and 106: Een treffen met AdjeIk kon maar met
Alberts ogen schoten vuur.
“Vrijheid van de pers betekent opeens niets meer, begrijp ik ?” blafte
hij richting de inspecteur.
“We zijn klaar hier, De Muskiet. Dit gesprek is voorbij.
Persmededelingen zul je vanaf heden rechtstreeks van mij ontvangen.
De hele zaak ligt te gevoelig om aan een halfbakken roddeljournalist
van een kattebak-tabloidje z’n neus te gaan hangen.”
Hij wenkte een agent die demonstratief naast Albert kwam staan.
“Een goedendag verder.”
Stil grommend volgde Albert de agent het bureau uit.
Wat een idioot ! Hij troostte zich met de gedachte dat hij zowel
van de zaak als van de stad waarschijnlijk veel meer afwist dan die
bovenrivierse kwal. Buitengekomen sloeg hij meteen rechts en liep
met stevige tred naar de bibliotheek. Een kort tussen de grijze wolken
doorschijnend zonnetje stak hem een hart onder de riem.
Cees ijsbeerde door zijn appartement. Gekooid als een tijger en met
een klemmend gevoel in zijn borstkas. Het was wraak, wat hem
overkwam. Het was koud en berekend, met chirurgische precisie.
Eerst zijn partner, nu zijn titulaire opvolgster, zodat hij zijn opdracht
niet kon volbrengen. Vervolgens die stomme hond, waarschijnlijk
om het viswijf te overstuur te maken om nog nuttige informatie
te kunnen geven. Zijn opdracht én het vinden van de dader zaten
muurvast.
Opeens stopte zijn furieuze tapijttred. Verbaasd keek hij de open
badkamerdeur in. Zijn kraan was begonnen met druppen.
Onmogelijk, dacht hij bij zichzelf. Het is midden op de dag, en die
kraan drupte enkel om kwart over één ‘s nachts.
Hij gluurde door het spionnetje van zijn deur naar buiten. Voor
zover hij kon zien was er niemand op de balustrade van zijn
appartementencomplex. Voorzichtig opende hij de deur en keek naar
beide kanten. Niemand.
René van Densen
57