Cultuurkiller (een thriller)
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller. Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
moeten worden zeg. Waar zou dat heen moeten met de wereld. Straks
gaan we nog niéuws publiceren. Sarcastisch binnenmompelend liep
hij terug naar zijn bureau, waar hij Cees bij aantrof.
“Wat moet je, Cees ?”
Albert had een gloeiende kotshekel aan Cees. Cees gaf altijd een
instinctief gevoel af dat hij met dubbele tong sprak. Albert snapte
amper dat zo weinig anderen dat gevoel kregen van Cees. Die man
had zijn vingers in veel smerige zaakjes, dat voelde hij wel. Zonder
bewijs of aanknopingspunten kon hij er echter helemaal niets mee.
En daarom had hij een schurfthekel aan Cees. Albert kon gewoon
niets met Cees. Wat volstrekt krankzinnig was eigenlijk, want Cees
bekleedde keer op keer elke nieuwswaardige culturele positie in de
stad. Maar Cees deed er nooit ook maar het minste interessante mee,
wat hem als verslaggever danig op de zenuwen werkte. En de man
sprak altijd zo verdomd bedachtzaam. Nee, De Muskiet kreeg enkel
kippenvel van Cees. En nu stond deze ergerlijke man weer eens naast
zijn bureau. Albert bedacht zich dat je sommige dagen beter niet je
bed uit kunt komen.
“Dag Albert. Je hebt het grote nieuws van vandaag al gehoord neem
ik aan ?” vroeg Cees retorisch.
“Duh,” reageerde Albert gepikeerd.
“Er wordt niet elke dag een lijk op de stoep van het stadhuis
achtergelaten, Cees. Je weet zelf ook dat dit stadje nu niet bepaald
gebukt gaat onder statistisch schokkende misdaadcijfers, toch zeker
al geen zichtbare misdaad.”
Cees knikte, en woog zijn volgende woorden alvorens ze uit te
spreken. Albert knarsetandde.
“Wie heeft Wolter gevonden, weet je dat toevallig ?”
Alberts nekhaartjes kriebelden. Een signaaltje van zijn
reportersinstinct. Hij vernauwde zijn ogen, maar antwoordde:
“Als ik het goed gehoord heb was het de oude vrouw van de visboer,
je weet wel, die van in de Poort.”
René van Densen
23