Cultuurkiller (een thriller)
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller. Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
In het culturele wereldje van de stad zwerft een geheimzinnige man rond. Niemand kent hem echt, niemand krijgt hoogte van hem. Maar hij sleept culturele titel na culturele titel binnen. En helpt deze vakkundig om zeep. Want dat is zijn vak... Hij is de Cultuurkiller.
Plotseling wordt er een bizarre moord gepleegd in zijn directe netwerk. De Cultuuurkiller voelt de hete adem in zijn nek. Terwijl de politie en een vastberaden onderzoeksjournalist zich in de zaak vastbijten, moet hij vechten. Voor behoud van zijn opdracht, zijn geheimen... Voor zijn leven!
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Heerlijk ! Het was als zo’n boksbal op de kermis, als je eenmaal
op gang komt kun je bijna niet meer stoppen. De gedachte dat ik
misschien wel op tijd ergens een euro in moest steken, schoot door
mijn hoofd, en ik begon hardop te lachen. En nog harder te lachen.
En maar slaan.
Ik smeet Van Bavel over zijn bureau en gaf hem in volle vlucht nog
een trap na tegen zijn kont. De kluwen lange ledematen rolde over
zijn Adje bureaublad, bonkte een stapel Adje scheurkalenders op
de grond, deed enkele Adje stripboeken opfladderen. Ik rende terug
om het bureau, waar Adje nu jankend over mijn stoel hing. Bloed
liep in volle stromen op mijn jas die over de rugleuning hing.
Ik sloeg nog wat meer en lachte alsmaar harder. Mijn god, wat
heerlijk was dit. Dat dommige, dat voorspelbare, dat achterlijk
nederige, die zelfverkozen underdog geven waar hij, in alles
wat hij deed en zei, om vroeg. Ik stompte hem in zijn rug, zijn
vermicelliachtige lichaam boog in de volledige vorm van de stoel
mee.
Hij wou om hulp roepen maar zijn neus en mond zaten inmiddels
zo vol bloed dat hij enkel kon hoesten en proesten. Met walging
zag ik dat hij bovendien zijn broek aan het volplassen was. Ik
stopte met slaan, deed een paar stappen uit. En begon luid te
applaudisseren.
Mijn hemel, wat een topentertainment. Van mij mocht dat Midi
theater er alsnog best komen. Iedere cent meer dan waard.
René van Densen
107