Wijze_Lessen_digitaal_160919
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
176 |
Wijze Lessen
Recht uit de klas
1. OPFRIS-HUISTAAK. In het vak Engels
hebben de leerlingen een huistaak meegekregen
die vervoegen van werkwoorden
in ‘the simple present’ en ‘the present
continuous’ (eerdere leerstof) opfrist.
Tijdens de les bespreekt de leraar slechts
enkele (typische) oefeningen en vaak
voorkomende fouten, laat leerlingen dan
in duo’s elkaars huiswerk corrigeren en
reserveert enkele minuutjes om nog wat
vragen te stellen. De leerlingen zijn nu
helemaal klaar om volgende week met
‘the simple past’ te starten.
2. CORNELL-SAMENVATTING. De
leraar aardrijkskunde laat zijn leerlingen
de les over ‘reliëf’ samenvatten
met de Cornell-methode. Eerder dit
jaar hadden de leerlingen al een volledig
uitgewerkt voorbeeld van zo’n
Cornell-samenvatting gekregen van de
leraar, en vorige week moesten ze nog
een half ingevuld exemplaar aanvullen.
De leraar wijst zijn leerlingen erop
dat ze de duidelijke structuur (twee
kolommen) moeten overnemen, dat ze
moeten nadenken over hoofd- en bijzaken,
en dat ze het dual-coding-principe
(zie bouwsteen 4) moeten proberen
toe te passen. Als belangrijkste troef
vertelt hij dat leerlingen de samenvatting
kunnen gebruiken om thuis te
studeren. Hij adviseert zijn leerlingen
om de rechterkant volledig af te dekken
en vervolgens die informatie actief
te proberen op te halen.
Figuur 28 – Een Cornell-samenvatting.
3. FLASHCARDS IN DE KLAS. ‘Uitbouw
van het Romeinse imperium’. Deze lessenreeks
bevat veel nieuwe begrippen voor de
leerlingen. Elke les brengen de leerlingen
flashcards met de omschrijving van de
nieuwe begrippen uit de laatste les mee,
bijvoorbeeld kolonies, veldtocht, proletariërs.
Bij het begin van de les mogen
de leerlingen in duo’s elkaar gedurende
enkele minuutjes bevragen. De leraar
wandelt door de klas en legt gekleurde
kaartjes naast de flashcards van de leerlingen.
Op deze gekleurde kaartjes staan
vragen op zoals
• geef een concreet voorbeeld van dit
concept
• geef ook het omgekeerde of tegengestelde
begrip
• waarom is dit begrip belangrijk in deze
lessenreeks
• in welke periode (of gebied) situeert dit
begrip zich hoofdzakelijk? Ken je nog
andere?