Wijze_Lessen_digitaal_160919
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BOUWSTEEN 6
Achterhaal of de hele klas het begrepen heeft
| 121
Recht uit de klas
1. ALLE-LEERLINGEN-GEVEN-ANT-
WOORD-AANPAK. Tijdens een les probeert
de leraar Duits van elke leerling te
weten of die de les goed volgt. Hij legt eerst
uit wat het doel van de instructie is (bijvoorbeeld
het kunnen vervoegen van Duitse
zwakke werkwoorden in de onvoltooid
tegenwoordige tijd). De les wordt vooraf in
de kleinst mogelijke stukjes opgebroken.
‘Bij elk stapje geef ik een regel die gevolgd
moet worden. Ik werk drie voorbeelden op
het bord uit waarbij ik hardop denk als ik
naar de oplossing toewerk. Vervolgens geef
ik drie opgaven van dezelfde soort die op
dezelfde wijze opgelost kunnen worden.
De leerlingen schrijven hun antwoorden
op de wisbordjes en bij “3-2-1 bordjes
omhoog!” gaan de bordjes de lucht in en
controleer ik wie het stapje correct heeft
nagedaan en wie niet.’
Deze alle-leerlingen-antwoorden-aanpak
zorgt ervoor dat alle leerlingen meedoen
en dat de leraar onmiddellijk inzicht heeft
of de les verder kan of dat er nog zaken
opnieuw dienen te worden uitgelegd. Het
is mogelijk dat misconcepties worden
geïdentificeerd die vervolgens worden
gebruikt om onderwijs aan te passen of
leerlingen te helpen.
‘Bij een fout, laat ik een leerling met goede
antwoorden uitleggen waar de leerling met
de fout zich niet aan de regel heeft gehouden
en wat deze leerling kan doen om herhaling
van de fout te voorkomen. Vervolgens
krijgt de leerling met een fout nieuwe
opgaven ter controle en als dit goed gaat,
geef ik instructie voor de volgende stap.
Fouten maken mag. Leerlingen die lachen
om fouten van anderen spreek ik direct
aan op hun gedrag. Leerlingen moeten zich
veilig genoeg voelen om fouten te maken.’
2. BEURTENBAKJE. De lerares scheikunde
wil zeker weten of al haar leerlingen de
les hebben begrepen. Ze wijst willekeurig
leerlingen aan en vraagt leerlingen om niet
de handen op te steken. Dit heet in het
Engels ‘cold calling’. Ze laat telkens drie
leerlingen antwoorden om een representatieve
steekproef van de klas te hebben. Ze
gebruikt hiervoor een beurtenbakje met
daarin alle namen van de leerlingen. Wanneer
een leerling aan de beurt is geweest,
verdwijnt de naam weer in het bakje. ‘Als
ik willekeurige leerlingen aan het woord
laat, zorgt dat voor een actieve leerhouding
bij alle leerlingen. Het zijn namelijk
vaak dezelfde vingers die omhoog gaan.
Vaak zijn dit de sterke leerlingen, terwijl
je ook wilt weten of je zwakke leerlingen
de instructie hebben begrepen. Bovendien
hebben juist deze leerlingen extra veel baat
bij verwoorden en succeservaringen.’
3. EXIT TICKETS EN EXIT PASSES. Aan
het einde van de les vraagt de leraar de
leerlingen een exit-ticket (een klein papiertje)
in te vullen. Een voorbeeld is hier te
zien en vrij te downloaden via de website
klasse.be. Op basis van de ingevulde exit
tickets krijgt de leraar zicht op wat een
leerling al kan of nog nodig heeft. Exit
tickets kunnen ook gebruikt worden om
leerlingen enkele vragen te stellen over de
les om na te gaan of ze de leerstof hebben
begrepen.