Villa d'Arte edition 3 - 2022

special
Hier wil je
naartoe!
SLAPEN IN EEN VOORMALIGE MUNITIEOPSLAG
Sinds een paar maanden is de pittoreske
binnenstad van Delft een hotel rijker. Maar
niet zomaar een hotel. Hotel Arsenaal is
een boutiquehotel gevestigd in een pand
dat stamt uit 1692 en een enorm rijke
geschiedenis herbergt.
Het werd namelijk ooit gebouwd
als wapenopslag. Nu slaap je er
bijvoorbeeld in een heerlijk bed
onder een eeuwenoud balkonplafond
en ontbijt je er met uitzicht
op de oudste gracht van Delft.
Hoog tijd om wat meer te weten te
komen over dit bijzondere hotel.
Wapenopslag
Want dat Hotel Arsenaal een
bijzonder hotel is, staat vast. In de
eerste plaats door de ligging, op
een schiereiland tussen de grachten
Oude Delft en Koornmarkt en
64
dus omringd door water. Maar
ook de geschiedenis van de plek is
bijzonder. Halverwege het vorige
millennium gebeurde er al van
alles aan de zuidelijke kant van het
schiereiland. De stadstimmerwerf,
een hofje voor alleenstaande
vrouwen en een grote brouwerij…
Maar de eerste geschiedenis
werd geschreven in 1601, toen op
de zuidpunt in opdracht van de
Staten van Holland en West-Friesland
een wapenopslag verrees.
Aan dit gebouw ontleent het hotel
haar naam.
Deze wapenopslag herbergde
vanaf begin 1600 vele kanonnen,
vuurwapens, kogels en ander
wapentuig, gelegen op een strategische
plek zodat deze snel vervoerd
konden worden in tijden van
oorlog. Door de jaren heen groeide
de wapenopslag een aantal keer
uit haar voegen en werden onder
andere verschillende magazijnen
(1692) bijgebouwd. De laatste
grote uitbreiding vond plaats
in 1802, toen het Oost-Indisch
pakhuis bij het complex werd getrokken.
In 1897 werd besloten de
artillerie-inrichtingen van Delft te
verplaatsen naar een terrein bij de
Hembrug in Amsterdam. Daarmee
verloor het Arsenaal tegen 1900
haar eeuwenoude kernfunctie.
Oost-Indisch Pakhuis
We schrijven 1 oktober 1601, als
twaalf Delftse kooplieden en
ondernemers een schip huren
om het uit te rusten voor een
handelsexpeditie naar Azië.
Schipper Adriaen Corneliszoon
Haai uit Delfshaven verhuurt zijn
schip De Haai voor één reis naar
de Oost. Onder druk van de
Staten-Generaal fuseren in
1602 alle Hollandse en Zeeuwse
compagnieën tot de Verenigde
Oost-Indische Compagnie (VOC).
De Haai wordt omgedoopt in
Eendracht en de geboorte van
Delft als VOC-stad is een feit.
Tegenover het kantoor, woonhuis
en pakhuis van de Kamer Delft
(het Oost-Indisch Huis) koopt de
VOC in 1649 een groot pakhuis. In
dit Oost-Indisch Pakhuis worden
goederen als specerijen, katoen,
koffie, thee en Chinees porselein
op- en overgeslagen. Imitatie van
het porselein leidt uiteindelijk
tot het wereldberoemde Delfts
Blauw! Nadat de VOC wordt opgeheven,
wordt het Oost-Indisch
Pakhuis in 1802 bij het Arsenaal
getrokken.