Eindtermen ICT

Eindtermen ICT:
Leergebiedoverschrijdende
eindtermen
1. De leerlingen hebben een positieve houding
tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen
te ondersteunen bij het leren.
Leerlingen denken automatisch aan ICT ter verrijking van hun
onderwijs en opdrachten. Zoals tijdens een les muzische opvoeding,
waarbij ze een kunstexpositie in de stijl van een gekende kunstenaar
moeten maken. Hierbij zoeken de leerlingen informatie op internet,
maar denken ook aan ICT om hun kunstwerken te maken, zoals het
filmen van action painting in de stijl van Jackson Pollock, of maken
een stopmotion filmpje van lego in de stijl van Piet Mondriaan.
Figuur 1: Leerlingen van Sint Ursula die een stopmotion gemaakt hebben.
1

2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier.
Leerlingen zijn zich bewust van de gevaren op het internet en
kunnen verdachte websites en aanvragen herkennen. Ze weten ook
welke acties ze hierbij kunnen ondernemen, zoals niet op de link
klikken, de juf waarschuwen, etc. Daarnaast begeleid de leerkracht
de leerlingen steeds om hun blik op ICT te verruimen, zodat hun
kennis van ICT uitgebreid wordt. Ik heb zo met leerlingen van het 5 de
en 6de leerjaar gesproken over deepfakes en een deepfake van
mezelf gemaakt.
Figuur 2: Wombo filmpje van juf Suzanne
2

3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door
ICT ondersteunde leeromgeving.
Methodes bieden tegenwoordig allemaal een digitale leeromgeving aan
waar leerlingen zelf aan de slag kunnen met oefeningen. Denk hierbij aan
Scoodle play, Bingel, etc. De leerkracht kan de leerlingen huiswerk geven
op deze platforms.
Figuur 3: Scoodle play (op https://www.curiouscats.be/scoodleplay)
4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT
ondersteunde leeromgeving.
De leerkracht flipt regelmatig de classroom en geeft leerlingen instructies
en leerinhouden die ze thuis moeten bekijken en opvolgen.
Figuur 4: https://pixabay.com/nl/photos/flipped-classroom-onderwijs-klas-6499171/
3

5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën
creatief vorm te geven.
Voor Nederlands moeten de leerlingen kun eigen sprookje maken en deze
moeten ze in groep voorbrengen aan de klas. Sommige leerlingen
Opteren hier voor een luisterverhaal en maken een MP3 met hun verhaal
waar ze allerlei geluiden aan toevoegen.
Figuur 5: https://www.ketnet.be/kijken/4/3hz/3hz-luistverhaal
6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen
bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en
bewaren.
Als de leerlingen in groep moeten werken om spreekbeurten te geven
over de provincies van België gebruiken ze het internet om informatie op
te zoeken, verwerken ze dit een in shared Google doc zodat de leerlingen
de teksten zelf kunnen editen. De finale versie slaan ze op op de Google
drive en de link sturen ze door naar de leerkracht.
Figuur 6:https://www.edgalaxy.com/journal/2014/2/28/a-dozen-ways-for-teachers-to-use-google-docscollaboratively
4

7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen
van informatie aan anderen.
De leerlingen kennen verschillende presentatietools zoals Powerpoint,
Google presentations maar kunnen ook een Kahoot quiz opzetten. Deze
programma’s kunnen ze gebruiken al ze spreekbeurten,
boekbesprekingen, etc. geven.
Figuur 7: https://www.voedingscentrum.nl/nl/thema/ik-ben-9-13-jaar/werkstukken-en-spreekbeurten.aspx
8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een
veilige, verantwoorde en doelmatige manier te
communiceren.
De leerlingen weten dat ze enkel mogen communiceren met gekende
personen of met uitdrukkelijke toestemming van ouders of volwassenen. In
de schoolomgeving kunnen leerlingen mails versturen naar elkaar en de
leerkrachten. Als ze een verdachte mail ontvangen zullen ze dit melden.
Figuur 8: https://www.tipslikesugar.be/2020/01/31/hoe-kan-je-efficienter-e-mailen-leestijd-3-minuten/
5