Property Today NL 2022 Editie 9

propertytoday
from propertytoday More from this publisher
14.07.2022 Views

26 Editie mei - juni 07 De rechten en verplichtingen van de huurder in het appartementsrecht Gelet op de recente toename van beleggingen in vastgoed, met onder meer de bedoeling om huuropbrengsten te kunnen creëren, en de daaruit voortvloeiende toename van verhuurde kavels in appartementsmede-eigendommen, is het nuttig om een stand van zaken te geven over de rechten en verplichtingen van de huurder in een appartementsmede-eigendom. Deze leidraad, die zowel gebaseerd is op de huidige wetsbepalingen als recente rechtspraak, is dan ook bruikbaar voor de syndicus, de huurder, de verhuurder en/of andere mede-eigenaars. A. Voorafgaandelijk: geen onderscheid naargelang de aard van de huurovereenkomst Het appartementsrecht maakt geen onderscheid naargelang de aard van de huurovereenkomst. Bijgevolg gelden de navolgende rechten en verplichtingen voor elke huurder van een kavel, ongeacht of het bijvoorbeeld een gemene huurovereenkomst, een woninghuurovereenkomst, een studentenhuurovereenkomst of een handelshuurovereenkomst betreft. B. De rechten en verplichtingen van de huurder die voortvloeien uit het appartementsrecht 1. De gebondenheid van de huurder door de statuten De huurovereenkomst met betrekking tot een kavel in een appartementsmedeeigendom wordt gesloten tussen de eigenaar (of beperkt zakelijk gerechtigde die bevoegd is om de kavel te verhuren), enerzijds, en de huurder, anderzijds. Er ontstaat daarentegen géén overeenkomst tussen de vereniging van mede-eigenaars of de syndicus en de huurder, welke relatie dan ook buitencontractueel is. Niettegenstaande deze buitencontractuele band met de vereniging van medeeigenaars zijn de bepalingen van de statuten wel rechtstreeks tegenwerpelijk aan de huurder (artikel 3.93, §1 van het Burgerlijk Wetboek). Dit impliceert dat de rechten en verplichtingen uit de basisakte en het reglement van mede-eigendom, die samen de statuten vormen, nagekomen moeten worden door de huurder. Deze tegenwerpelijkheid van de statuten die het voorwerp moeten zijn van een notariële akte, is overigens te verklaren door de overschrijving van de statuten in het daartoe bestemde register op het kantoor Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, waardoor de statuten tegenwerpelijk worden aan derden, inclusief de huurder. Met andere woorden, zelfs al heeft de huurder te goeder trouw feitelijk geen

PROPERTYTODAY 27 kennis van de statuten, door deze vorm van publiciteit wordt de huurder verondersteld op de hoogte te zijn van de inhoud van de statuten. Bijgevolg is de huurder gebonden door de bepalingen van de statuten, zelfs indien hij deze niet ter kennisname heeft ondertekend of zelfs indien daarnaar niet verwezen wordt in de huurovereenkomst. 2. De gebondenheid van de huurder door het reglement van interne orde en het notulenregister Voor het reglement van interne orde, dat in een onderhandse akte kan worden opgemaakt en niet noodzakelijk in een authentieke akte vastgelegd moet worden, en het register van de notulen van de algemene vergaderingen van de vereniging van mede-eigenaars die plaatsvonden voorafgaand aan de ondertekening van de huurovereenkomst, is de tegenwerpelijkheid aan de huurder anders geregeld dan de tegenwerpelijkheid van de statuten. Het reglement van interne orde en het notulenregister worden in principe immers niet overgeschreven op het kantoor Rechtszekerheid, aangezien enkel authentieke akten overgeschreven kunnen worden. Bij gebrek aan overschrijving worden ze daardoor dan ook niet tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw. Het appartementsrecht voorziet integendeel in twee bijzondere bepalingen voor de tegenwerpelijkheid van het reglement van interne orde en het notulenregister. • Vooreerst is de inhoud daarvan bindend voor “elke titularis van een zakelijk of persoonlijk recht op een kavel die stemrecht heeft of uitoefent in de algemene vergadering op het tijdstip van de goedkeuring ervan” (artikel 3.93-§5 van het Burgerlijk Wetboek). Nu de huurder behoudens in uitzonderingsgevallen geen stemrecht heeft op de algemene vergadering, kan voor het bindend karakter van het reglement van interne orde en het notulenregister ten aanzien van de huurder echter niet teruggevallen worden op dit principe. • Daarom werd in een tweede wetsbepaling voorzien, volgens dewelke de verhuurder bij de ondertekening van de huurovereenkomst het reglement van interne orde en het notulenregister ter kennis moet brengen van de huurder (artikel 3.93-§5, eerste lid, 1° van het Burgerlijk Wetboek). De verantwoordelijkheid voor de kennisgeving en bijgevolg de tegenwerpelijkheid ervan aan de huurder ligt dan ook bij de verhuurder. Echter kan de huurder ook zelf aan de syndicus verzoeken om daarvan in kennis gesteld te worden (artikel 3.93-§5, eerste lid, 1° van het Burgerlijk Wetboek). Ingevolge deze wettelijke verplichting in zijn hoofde is de verhuurder als enige aansprakelijk voor de schade die zou ontstaan door een vertraging of afwezigheid van de kennisgeving (artikel 3.93, §5, eerste lid, 1° van het Burgerlijk Wetboek), bijvoorbeeld voor de schade in hoofde van de vereniging van mede-eigenaars, andere mede-eigenaars en/of de huurder zelf. 3. Uitzondering op de gebondenheid van de huurder door de statuten en het reglement van interne orde In uitzonderlijke gevallen kan de rechter oordelen dat de bepalingen van de statuten en het reglement van interne orde toch niet ten volle afgedwongen kunnen worden ten aanzien van de huurder. Zo stelt de rechtspraak ter zake dat door het reglement van mede-eigendom weliswaar beperkingen kunnen worden gesteld aan

PROPERTYTODAY 27<br />

kennis van de statuten, door deze vorm van<br />

publiciteit wordt de huurder verondersteld<br />

op de hoogte te zijn van de inhoud van de<br />

statuten. Bijgevolg is de huurder gebonden<br />

door de bepalingen van de statuten, zelfs<br />

indien hij deze niet ter kennisname heeft<br />

ondertekend of zelfs indien daarnaar niet<br />

verwezen wordt in de huurovereenkomst.<br />

2. De gebondenheid van de huurder<br />

door het reglement van interne orde en<br />

het notulenregister<br />

Voor het reglement van interne orde, dat<br />

in een onderhandse akte kan worden<br />

opgemaakt en niet noodzakelijk in een<br />

authentieke akte vastgelegd moet worden,<br />

en het register van de notulen van de<br />

algemene vergaderingen van de vereniging<br />

van mede-eigenaars die plaatsvonden<br />

voorafgaand aan de ondertekening van de<br />

huurovereenkomst, is de tegenwerpelijkheid<br />

aan de huurder anders geregeld dan de<br />

tegenwerpelijkheid van de statuten.<br />

Het reglement van interne orde en het<br />

notulenregister worden in principe<br />

immers niet overgeschreven op het<br />

kantoor Rechtszekerheid, aangezien enkel<br />

authentieke akten overgeschreven kunnen<br />

worden. Bij gebrek aan overschrijving<br />

worden ze daardoor dan ook niet<br />

tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw.<br />

Het appartementsrecht voorziet integendeel<br />

in twee bijzondere bepalingen voor de<br />

tegenwerpelijkheid van het reglement van<br />

interne orde en het notulenregister.<br />

• Vooreerst is de inhoud daarvan<br />

bindend voor “elke titularis van een<br />

zakelijk of persoonlijk recht op een kavel<br />

die stemrecht heeft of uitoefent in de<br />

algemene vergadering op het tijdstip van<br />

de goedkeuring ervan” (artikel 3.93-§5 van<br />

het Burgerlijk Wetboek). Nu de huurder<br />

behoudens in uitzonderingsgevallen<br />

geen stemrecht heeft op de algemene<br />

vergadering, kan voor het bindend<br />

karakter van het reglement van interne<br />

orde en het notulenregister ten<br />

aanzien van de huurder echter niet<br />

teruggevallen worden op dit principe.<br />

• Daarom werd in een tweede<br />

wetsbepaling voorzien, volgens dewelke<br />

de verhuurder bij de ondertekening van<br />

de huurovereenkomst het reglement<br />

van interne orde en het notulenregister<br />

ter kennis moet brengen van de<br />

huurder (artikel 3.93-§5, eerste lid,<br />

1° van het Burgerlijk Wetboek). De<br />

verantwoordelijkheid voor de kennisgeving<br />

en bijgevolg de tegenwerpelijkheid<br />

ervan aan de huurder ligt dan ook bij de<br />

verhuurder. Echter kan de huurder ook zelf<br />

aan de syndicus verzoeken om daarvan in<br />

kennis gesteld te worden (artikel 3.93-§5,<br />

eerste lid, 1° van het Burgerlijk Wetboek).<br />

Ingevolge deze wettelijke verplichting in<br />

zijn hoofde is de verhuurder als enige<br />

aansprakelijk voor de schade die zou<br />

ontstaan door een vertraging of afwezigheid<br />

van de kennisgeving (artikel 3.93, §5,<br />

eerste lid, 1° van het Burgerlijk Wetboek),<br />

bijvoorbeeld voor de schade in hoofde van<br />

de vereniging van mede-eigenaars, andere<br />

mede-eigenaars en/of de huurder zelf.<br />

3. Uitzondering op de gebondenheid<br />

van de huurder door de statuten en het<br />

reglement van interne orde<br />

In uitzonderlijke gevallen kan de rechter<br />

oordelen dat de bepalingen van de statuten<br />

en het reglement van interne orde toch niet<br />

ten volle afgedwongen kunnen worden ten<br />

aanzien van de huurder.<br />

Zo stelt de rechtspraak ter zake dat door het<br />

reglement van mede-eigendom weliswaar<br />

beperkingen kunnen worden gesteld aan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!