23.05.2022 Views

Th&ma 2022-1

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

TH MA themahogeronderwijs.org

Een meerderheid van

de studenten vindt

deze levensbeschouwelijke

thema’s wel belangrijk

meerderheid vindt dat de opleiding op dit punt tekortschiet.

Dit is een onverwachte onderzoeksbevinding, aangezien

creativiteit een eindterm is binnen verschillende opleidingen

in het hoger onderwijs (Hoogveldt, 2016) en creativiteit

nodig is omdat de arbeidsmarkt en de samenleving techniekstudenten

confronteren met complexere vraagstukken

waarvoor meer dan één oplossing bestaat. Het is evenwel

de vraag of grote studentenaantallen, massale hoorcolleges,

een ongunstige student-docentratio en gestandaardiseerde

toetsing helpen dit leerdoel te bereiken (Stalpers & Stokmans,

2020).

Een tweede voorbeeld. In een studie van dit jaar oordeelt

45 procent van de studenten in het hoger onderwijs dat hun

opleiding onvoldoende aandacht besteedt aan levensbeschouwelijke

vraagstukken en meent 42 procent dat die hun

onvoldoende leert om te gaan met tegenslagen (Stalpers,

Stokmans & Ta, 2022). Tegelijkertijd vindt een meerderheid

van alle ondervraagde studenten deze levensbeschouwelijke

thema’s wel belangrijk. Werkvormen en lesinhoud in

het hoger onderwijs lijken niet alleen (op punten) tekort te

schieten om hogere leerdoelen (zoals creativiteit) te bereiken,

ze lijken eveneens niet geheel aan te sluiten op datgene

wat studenten zelf willen leren.

Studentperceptie

De voorgaande bevindingen waren voor ons aanleiding om

het leereffect van het hoger onderwijs te verkennen, maar

dan niet in termen van rapportcijfers maar van studentpercepties.

Ten eerste omdat rapportcijfers een weerspiegeling

zijn van door de docent gekozen thema’s, die niet

hoeven aan te sluiten bij de leerbehoeften van studenten of

de kennisvragen van de maatschappij. Ten tweede omdat

deze cijfers een weerspiegeling zijn van door de docent

gekozen werkvormen, die niet hoeven aan te sluiten bij de

persoonlijkheid van studenten en die hen evenmin altijd

helpen hogere leerdoelen te bereiken. En ten derde omdat

deze sterk samenhangen met de door de docent gekozen

toetsvormen, terwijl Van der Zee al signaleerde dat die te

sterk gefocust zijn op slechts één of twee (eenvoudiger)

leerdoelen, te weten onthouden en begrijpen, eerder dan op

evalueren, toepassen en creëren.

In onze studie staan de volgende drie onderzoeksvragen

centraal:

1. In welke mate vinden studenten dat het hoger onderwijs

het beste in henzelf naar boven haalt?

2. Hangt deze waargenomen leeropbrengst samen met

andere voor onderwijsinstellingen relevante variabelen,

zoals rapportcijfers, motivatie en persistentie?

3. Welke kenmerken van het onderwijs hangen samen met

deze perceptie?

De theorie onderliggend aan het veldonderzoek ging ervan

uit dat zeven kenmerken van het onderwijs en één kenmerk

van de persoonlijkheid van de student verklaren in welke

mate studenten ervaren dat hun opleiding het beste uit henzelf

haalt. Deze zeven kenmerken van het onderwijs zijn:

1. De verbondenheid met docenten (relatedness), oftewel de

mate van steun en aanmoediging die studenten ervaren,

evenals het gevoel dat ze niet alleen staan bij het behalen

van leerdoelen en het uitvoeren van leertaken (Deci

& Ryan, 2000). De positieve emoties die interacties

met betrokken docenten oproepen, kunnen bijdragen

aan de motivatie en daarmee ook aan de prestaties van

studenten. Verbondenheid houdt in dat studenten hun

leeromgeving als veilig ervaren en hier de fouten durven

maken die noodzakelijk zijn voor persoonlijke groei.

2. Competentie, door ons geconceptualiseerd als de ervaren

balans tussen de eigen vaardigheden en de complexiteit

van leertaken (Deci & Ryan, 2000). Als deze

balans sterk verstoord is en studenten het gevoel hebben

dat hun opleiding voor hen te hoog gegrepen is, kan dit

leiden tot stress (Stalpers & Stokmans, 2021). Als de

stress te groot wordt, kan die het vinden van een creatieve

oplossing bemoeilijken.

3. Autonomie, oftewel de vrijheid van studenten om zelf

keuzes te maken over de leerdoelen die ze nastreven en

de leerpaden om die doelen te bereiken (Deci & Ryan,

2000). Waarschijnlijk ervaren studenten zelfgekozen

(eerder dan door een ander aangereikte) leerdoelen

Verbondenheid houdt

in dat studenten

hun leeromgeving

als veilig ervaren

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!