Th&ma 2022-1
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TH MA themahogeronderwijs.org
hogescholen aanzienlijk minder. Het daadwerkelijk laten
functioneren van deze allianties is sterk afhankelijk van
bestuurlijk commitment, maar valt en staat in de meeste
allianties overduidelijk met het enthousiasme van studenten
en docenten.
Tegelijkertijd wordt duidelijk dat er grote juridische, organisatorische
en praktische problemen in de weg staan van
het succesvolle functioneren van de allianties. De vorming
van gemeenschappelijke nieuwe opleidingen verloopt
moeizaam, de kwaliteitszorg binnen de allianties leidt in
toenemende mate tot hoofdbrekens, terwijl de Europese
Commissie steeds meer en gedetailleerde (afgeleide)
doelen wil bereiken door dit initiatief. Het is teleurstellend
om te constateren dat landen al in 2015, tijdens de
ministeriële conferentie van Jerevan, afspraken hebben
gemaakt om de processen van samenwerking te faciliteren,
maar dat de concrete implementatie van deze afspraken
nog steeds niet of nauwelijks tot stand is gekomen. Ministers
zijn klaarblijkelijk graag bereid om de afspraken te
tekenen, maar zijn niet goed in staat om deze vervolgens
te implementeren in de nationale wet- en regelgeving.
Het meest pregnante voorbeeld is de European Approach
for Quality Assurance of Joint Programmes, waarin landen
afspreken om één geregistreerde kwaliteitszorgorganisatie
uit een van de deelnemende landen het kwaliteitsoordeel
te laten uitspreken en de andere landen dat te laten volgen:
op het ogenblik hebben slechts vijftien landen in hun
wet- en regelgeving opgenomen dat ze deze benadering
kunnen volgen.
Waar brengt mij dit op dit ogenblik van de geschiedenis?
Nederland en Vlaanderen hebben begin 2000 moedige
stappen gezet om een binationale kwaliteitszorgorganisatie
te vormen. Dat heeft tot internationaal respect geleid en het
maakt de Nederlandse en Vlaamse instellingen tot graag
geziene partners in de Europese samenwerking. Toch zijn
de Vlaamse en Nederlandse accreditatiestelsels de laatste
jaren sterk uit elkaar gegroeid: Vlaanderen tendeert meer
naar instellingsverantwoordelijkheid, terwijl Nederland
sterker lijkt in te blijven zetten op de programmabeoordeling.
De internationale ontwikkelingen lijken Vlaanderen
evenwel meer gelijk te geven dan Nederland. Er is een toenemende
tendens om de instellingen zelf verantwoordelijk
te maken voor de kwaliteitszorg en eerder te beoordelen of
de instelling ‘in control’ is over de kwaliteit van de opleidingen
dan dat je over elke opleiding een apart oordeel moet
vormen. Maar dat is nog niet alles: nieuwe vragen over
microcredentials, Europese universiteiten en de ‘academische
waarden en vrijheden’ komen op ons af. Van Nederland
en Vlaanderen, de instellingen zelf, de koepels en de
studenten mogen we verwachten dat zij zich intensiever
met deze internationale ontwikkelingen gaan bezighouden.
Vlaanderen is op deze terreinen ambtelijk en politiek veel
actiever dan Nederland.
De NVAO kan haar goede
naam nog steeds
doeltreffend gebruiken,
daar ben ik zeker van
Het zou goed zijn als de NVAO, toch het voorbeeld van
binationale samenwerking in Europa, opnieuw de energie
en het mandaat zou krijgen om zich krachtig te positioneren
als Europese voorhoede. De NVAO kan haar goede
naam nog steeds doeltreffend gebruiken, daar ben ik zeker
van. Het uitgangspunt zou volgens mij moeten zijn dat we
uitgaan van vertrouwen in de instellingen en dat de kwaliteitszorg
op dat vertrouwen gebaseerd moet zijn. En wellicht
nog belangrijker: laten we dit uitgangspunt ook hanteren
binnen de universiteiten en hogescholen zelf.
Karl Dittrich
is president van de European Quality Assurance Register for
Higher Education en oud-voorzitter van de Vereniging van
Universiteiten
17