23.05.2022 Views

Th&ma 2022-1

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TH MA 1-22

in het zuiden en oosten van Europa. Vlaanderen lijkt

daarbij de blik ‘opener’ te hebben dan Nederland, dat al

snel een kosten-batenanalyse op samenwerking loslaat

en de kortetermijnopbrengst belangrijker acht dan

een langetermijnperspectief.

Het is dus zinvol en noodzakelijk om rekening te houden

met de ontwikkelfase van een nationaal onderwijsbestel.

Datzelfde geldt uiteraard voor de bekostiging van het

hoger onderwijs. De gegoede Europese landen kunnen

zich mengen zich in de ‘strijd om talenten’ (samen met de

Verenigde Staten, Australië, China en een aantal andere

landen in Azië), terwijl een groot aantal minder rijke

Europese landen veel moeite moet doen om zelfs de eigen

talenten aan zich te binden. Het is overigens opvallend dat

de landen die onderzoek niet hebben losgemaakt van de

universiteiten het beter doen dan de landen waarin dat wel

het geval is: de verwevenheid van onderwijs en onderzoek is

niet alleen vanuit ideologie te stimuleren, maar ook vanuit

de resultaten!

Een derde thema is de groeiende behoefte aan bijdragen

vanuit de kennisinstellingen aan economische, sociale en

culturele ontwikkelingen. Het idee van de universiteit als

ivoren toren ligt al jarenlang achter ons. De huidige instellingen

kenmerken zich als sterk maatschappelijk geëngageerde

organisaties, die zich zowel op internationaal als

nationaal, regionaal en zelfs stedelijk niveau zeer betrokken

voelen bij maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften.

De hogescholen leggen de accenten van onderzoek en

onderwijs meer op de regionale en stedelijke problematiek,

terwijl de universiteiten zich meer profileren als nationale

en internationale partners.

De druk om op te treden als partner in maatschappelijke

opgaven wordt evenwel steeds groter. In Europa is dit op

het ogenblik het helderst te zien in de vraag naar een leven

lang ontwikkelen, met een grote nadruk op de daarvoor

noodzakelijke korte en alternatieve vormen van onderwijs.

Niet de kennis zelf lijkt nu het grootste probleem, maar

de nieuwe vaardigheden door de steeds toenemende digitalisering

en de beschikbaarheid van grote hoeveelheden

Minder rijke Europese

landen moeten veel moeite

doen om zelfs de eigen

talenten aan zich te binden

Maar er is een veel

belangrijker thema aan

de orde: het omgaan

met Europese waarden

data, die instellingen moeten verzamelen, analyseren en

interpreteren. In de huidige Europese discussie over de

korte programma’s, de ‘microcredentials’, lijkt de verantwoordelijkheid

voor de kwaliteit ervan – terecht overigens –

bij de instellingen zelf komen te liggen. Een systeem van

instellingsbeoordeling lijkt dan vanuit het perspectief van

kwaliteitszorg een no-brainer.

Maar er is een veel belangrijker thema aan de orde en dat is

het omgaan met de Europese waarden. In toenemende mate

lijken landen een loopje te nemen met de grondbeginselen

van de ‘academie’: de vrijheid om te zeggen wat je vindt,

de vrijheid om te onderzoeken wat je wilt, de vrijheid om

te leren wat je de moeite waard vindt. Deze noodzakelijke

vrijheden staan steeds meer onder druk, waarbij autoritaire

regimes niet schuwen om de vrijheden die behoren bij

democratische rechtsordes buiten werking te stellen en de

nadruk te leggen op het opvoeden in lijn met ‘patriottische

waarden’.

De academische gemeenschappen worstelen in toenemende

mate met de consequenties van deze inperkingen. Hoever

moet de science diplomacy gaan? In hoeverre kun je mobiliteit

van studenten en docenten organiseren met instellingen

in landen waar ze andere opvattingen hebben over nut en

noodzaak van onderwijs? Moeten de ‘Europese normen

en waarden’ een rol gaan spelen in de kwaliteitszorg?

Hoe kunnen we de gesprekken over deze ontwikkelingen

gaande houden? Van de Vlaamse en de Nederlandse hogeronderwijsinstellingen

mag je verwachten dat zij zich actief

met deze vragen bezig houden en dat zij zich ook in de

internationale gremia niet als ongeïnteresseerde beschouwers

opstellen, maar zich uitspreken over de grenzen die

we moeten hanteren.

Hoofdbrekens

De afgelopen jaren heeft de Europese Commissie sterk

ingezet op de vorming van Europese universiteiten. Er zijn

inmiddels 41 allianties gevormd van instellingen die samen

een verdieping van de Europese dimensie in vorm en

inhoud nastreven. De Nederlandse en Vlaamse universiteiten

zijn heel goed vertegenwoordigd in deze allianties, de

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!