Th&ma 2022-1
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TH MA 1-22
Die samenwerking is best
goed verlopen, terwijl
tegelijkertijd duidelijk werd
dat er grote verschillen waren
vertelden wat ze met de middelen deden en welke prestaties
ze daarmee leverden.
Stelsel op de schop
Het visitatiestelsel ging door de deelname van Nederland
en Vlaanderen aan de Bolognaverklaring uit 1999 op de
schop. Tot verrassing van velen in het hoger onderwijs
ondertekenden de Nederlandse minister Hermans en de
Vlaamse minister Vanderpoorten de afspraken om tot een
grotere harmonisatie van het Europese hoger onderwijs te
komen. Nederland en Vlaanderen behoorden bovendien tot
de snelle uitvoerders van de afspraken. Al vroeg stelden ze
de bachelor-masterstructuur in, niet veel later gevolgd door
een accreditatiestelsel, waarin een onafhankelijke organisatie
de uitkomsten van de externe visitaties moest beoordelen.
Als straf voor het niet behalen van deze accreditaties
gold het ontnemen van de bekostiging (in het geval van
publiek bekostigde instellingen) en van het recht diploma’s
af te geven (voor alle instellingen, zowel publiek als privaat
bekostigde). In 2005 ging de NVAO (Nederlands-Vlaamse
Accreditatieorganisatie) van start, die de taak kreeg de
accreditatiebesluiten te nemen in beide stelsels van
hoger onderwijs. Nederland en Vlaanderen kregen zo de
primeur van een binationale accreditatie-instelling, wat
tot veel nieuwsgierigheid maar ook tot grote waardering
heeft geleid.
Op zichzelf is die samenwerking goed verlopen, terwijl tegelijkertijd
duidelijk werd dat er grote verschillen bestonden
tussen de wijze waarop beide stelsels zich ontwikkelden:
• Nederland kende een groot aantal private instellingen,
terwijl Vlaanderen dat aantal zo veel mogelijk probeerde
te beperken;
• Nederland voerde de bachelor-masterstructuur in voor
universiteiten en hogescholen, terwijl Vlaanderen de
masters exclusief voorbehield aan de universiteiten;
• De Nederlandse studentenorganisaties ISO (Interstedelijk
Studenten Overleg) en LSVb (Landelijke Studentenvakbond)
stelden zich in toenemende mate op als
beschermers van de ‘consumentenbelangen’, terwijl in
Vlaanderen de VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten)
meer functioneerde vanuit een medeverantwoordelijkheid
voor het hogeronderwijsbestel;
• Politiek en media in Nederland waren zeer aanwezig
in het kwaliteitsdebat, met speciale aandacht voor het
‘falen’ van opleidingen, dat ze als systeemfalen uitlegden,
terwijl de Vlaamse politiek en media zich aanzienlijk
terughoudender opstelden;
• Nederland vroeg en eiste zelfs volstrekte transparantie
van elk oordeel, terwijl Vlaanderen zich ook op dit terrein
gematigder opstelde;
• Het Nederlandse bestel internationaliseerde in zeer
hoog tempo, culminerend in een groot aantal Engelstalige
opleidingen, terwijl Vlaanderen stevig vasthield aan
de noodzaak van Nederlandstalige opleidingen.
Stevig gemopper
Wel klonk aan beide kanten van de grens stevig gemopper
over de toename van de bureaucratische lasten. De angst
voor negatieve oordelen leidde binnen instellingen tot
zware verantwoordingspraktijken, gevoed door de opvatting
van de NVAO dat de oordelen die de visitatiecommissies
uitspraken navolgbaar moesten zijn en dat ze onderliggende
bewijzen moesten kunnen leveren. De publicatie van
negatieve oordelen, de daarmee gepaard gaande publiciteit
en de angst voor prestigeverlies leidden binnen instellingen
tot het ontstaan van ‘kasten van kwaliteitszorgmedewerkers’,
waardoor de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit
leek te verschuiven van de docenten naar de ambtelijke
diensten.
Vlaanderen volgde deze ontwikkeling met tegenzin.
Het wilde naar een stelsel waarbij veel meer verantwoordelijkheid
voor de beoordeling van de opleidingen bij de
instellingen zelf kwam te liggen. In 2018 werd daar een
definitief besluit over genomen. Dat bleek in Nederland
toen nog absoluut niet mogelijk door een coalitie van de
studentenorganisaties, de hogescholen en een politieke
meerderheid, die bleef vasthouden aan het stelsel van
Wel klonk aan beide
kanten van de grens stevig
gemopper over de toename
van bureaucratische lasten
14