31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 45

In de leeuwenkuil

Toen Darius de Meder de troon besteeg die vroeger door de heersers

van Babel was bezet, begon hij dadelijk met een reorganisatie van het

bestuur. Hij stelde over het koninkrijk honderd en twintig stadhouders; "over

hen drie rijksbestuurders, van welke Daniël er een was; aan hen moesten die

stadhouders rekenschap geven, opdat de koning geen schade zou lijden. Toen

overtrof deze Daniël de rijksbestuurders en de stadhouders, doordat een

uitnemende geest in hem was; en de koning was van zins hem over het

gehele koninkrijk te stellen".

De eer die aan Daniël werd betoond, wekte de afgunst op van de

leidende mannen in het koninkrijk, en ze zochten naar een gelegenheid om

hem aan te klagen. Ze konden echter niets vinden, "omdat hij getrouw was

en er geen verzuim of iets verkeerds bij hem gevonden werd".

Daniëls vlekkeloos gedrag vergrootte de afgunst van zijn vijanden.

"Wij zullen tegen deze Daniël geen enkele grond voor een aanklacht

vinden", moesten ze erkennen, "tenzij wij iets tegen hem vinden in de dienst

van zijn God".

Daarop bedachten de bestuurders en vorsten na een beraadslaging een

plan waardoor ze hoopten de ondergang van de profeet te bewerkstelligen.

Ze besloten om de koning te vragen een gebod uit te vaardigen waarbij

niemand in het gehele rijk iets aan een god of een mens mocht vragen,

uitgezonderd aan Darius de koning, en dit gedurende dertig dagen.

Overtreding van dit gebod moest gestraft worden door de overtreder in de

leeuwenkuil te werpen.

409

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!