- Page 1 and 2: PROFETENEN KONINGENEllen G. White
- Page 3 and 4: eeuwen en de politieke geschiedenis
- Page 5 and 6: Hoofdstuk 1De wijngaard des HerenGo
- Page 7 and 8: En hij verwachtte dat de wijngaard
- Page 9 and 10: tijden werd op deze waarschuwingen
- Page 11 and 12: Hoofdstuk 2SalomoTijdens het bestuu
- Page 13 and 14: raadslieden, "de oversten over duiz
- Page 15 and 16: De God die wij aanbidden ziet de me
- Page 17 and 18: te geven. Niemand beter dan hij was
- Page 19 and 20: Hoofdstuk 3De tempel en zijn inwijd
- Page 21 and 22: samenkomen om hun God te ontmoeten
- Page 23 and 24: Toen knielde Salomo neer op het pod
- Page 25 and 26: uit de hemel, de vaste plaats uwer
- Page 27 and 28: Israël heerst". 23Als Salomo de He
- Page 29 and 30: brandende braambos, "want de plaats
- Page 31 and 32: Hoofdstuk 4Trots op voorspoedZolang
- Page 33: Salomo. 5 Salomo herbouwde deze sta
- Page 37 and 38: Salomo een afvallige, een werktuig
- Page 39 and 40: worden, mist. Maar wie alles voor C
- Page 41 and 42: van een kunstenaar, van een maker v
- Page 43 and 44: enige geest waardoor de volgelingen
- Page 45 and 46: geloofde de woorden niet, totdat ik
- Page 47 and 48: roemen wil, roeme hierin, dat hij v
- Page 49 and 50: eer. Geen dromen van aardse verover
- Page 51 and 52: Hoofdstuk 6Het berouw van SalomoGed
- Page 53 and 54: voorzeker het koninkrijk van u afsc
- Page 55 and 56: schonk aan het waarschuwen van de j
- Page 57 and 58: hebben gediend.In elke generatie en
- Page 59 and 60: geslachten een verslag schreef van
- Page 61 and 62: Hoofdstuk 7Het koninkrijk gescheurd
- Page 63 and 64: Ontevreden wendde Rechabeam zich to
- Page 65 and 66: gij zult niet optrekken en niet str
- Page 67 and 68: gegeven in de macht van Sisak".Het
- Page 69 and 70: kracht! Wie zou U niet vrezen, o Ko
- Page 71 and 72: In zijn poging zo de Godheid af te
- Page 73 and 74: eredienst van Jehova in Jeruzalem z
- Page 75 and 76: ontrouwe boodschapper overkwam, was
- Page 77 and 78: Hoofdstuk 9Nationale afvalVan Jerob
- Page 79 and 80: Iedere christelijke gelovige mag he
- Page 81 and 82: Josafat.Twee jaar vóór de dood va
- Page 83 and 84: waarschuwingen naar de afvallige ko
- Page 85 and 86:
God tot hen moest spreken door zijn
- Page 87 and 88:
de aarde, niet langer bevochtigd do
- Page 89 and 90:
Toen ze er niet in slaagde Elia te
- Page 91 and 92:
Hoofdstuk 11Een waarschuwende stemE
- Page 93 and 94:
schoot, droeg hem naar het bovenver
- Page 95 and 96:
kudden, de dalen tooien zich met ko
- Page 97 and 98:
Israël. "Gij zult deze mijn woorde
- Page 99 and 100:
dienst ik sta, heden zal ik mij aan
- Page 101 and 102:
zelden gezien in openbare publikati
- Page 103 and 104:
Hoofdstuk 12KarmelToen Elia voor Ac
- Page 105 and 106:
duidelijke toon, met een stem als e
- Page 107 and 108:
Maar Elia let op elke beweging; en
- Page 109 and 110:
legde hij dit op het altaar, terwij
- Page 111 and 112:
Niemand mag in leven blijven.110
- Page 113 and 114:
woorden: "Er is niets". De profeet
- Page 115 and 116:
weerhouden van de aarde; hij was zi
- Page 117 and 118:
moedeloosheid, terwijl de bedreigin
- Page 119 and 120:
hij zichzelf, en had berouw in stof
- Page 121 and 122:
Hoofdstuk 14"Wat doet gij hier?"Hoe
- Page 123 and 124:
Israëlieten hebben uw verbond verl
- Page 125 and 126:
Veel hangt af van de onvermoeide ij
- Page 127 and 128:
en het geloof wankelt, geven velen
- Page 129 and 130:
beide legers zijn even werkelijk al
- Page 131 and 132:
vermogen om onderscheid te maken tu
- Page 133 and 134:
verkondigd; en een afschrift van de
- Page 135 and 136:
veranderd is. De mensen zullen die
- Page 137 and 138:
heel goed dat Gods vloek zal rusten
- Page 139 and 140:
maar niet met Christus' gerechtighe
- Page 141 and 142:
In het hele koninkrijk moest het vo
- Page 143 and 144:
hield aan, dat de man Gods geroepen
- Page 145 and 146:
waarvoor de inwoners van het land r
- Page 147 and 148:
Allerhoogste over de ganse aarde".
- Page 149 and 150:
Gehoorzaam aan het bevel: "Stelt u
- Page 151 and 152:
geven". Volgens de Levitische wet m
- Page 153 and 154:
Binnen drie jaar werd Achab door de
- Page 155 and 156:
de invloed van wetenschap en bescha
- Page 157 and 158:
uitoefenen over de zaken van het ko
- Page 159 and 160:
naar Jizreël, waar hij begon met h
- Page 161 and 162:
Hoofdstuk 18De roeping van ElisaGod
- Page 163 and 164:
werk te doen, terwijl hun plicht di
- Page 165 and 166:
worden met zijn goederen het evange
- Page 167 and 168:
Elia en Elisa hebben enkele jaren n
- Page 169 and 170:
Op deze vraag antwoordde Elia: "Gij
- Page 171 and 172:
Hoofdstuk 19Het water gezond gemaak
- Page 173 and 174:
gestroomd en dat deel der vallei to
- Page 175 and 176:
evenredigheid en overvloedig vrucht
- Page 177 and 178:
Hoofdstuk 20Een profeet van vredeEl
- Page 179 and 180:
Sunem. "Daar woonde een welgestelde
- Page 181 and 182:
naar hun gebied terugkeren". 2Jezus
- Page 183 and 184:
niet meer dan vijf broden en twee v
- Page 185 and 186:
eerbied wekken; de ouders, wier ted
- Page 187 and 188:
heeft: Baad u en gij zult rein word
- Page 189 and 190:
Voor hen, die hoge en heilige voorr
- Page 191 and 192:
Hoofdstuk 22De laatste jaren van El
- Page 193 and 194:
leger; "zij kwamen des nachts en om
- Page 195 and 196:
van blijde boodschap, en wij houden
- Page 197 and 198:
Zó veel succes had zijn werk gehad
- Page 199 and 200:
tegenwoordigheid van medelevende en
- Page 201 and 202:
van deze opdracht dacht, was hij ge
- Page 203 and 204:
en deden geloften.""En de Here besc
- Page 205 and 206:
Toen Jona Gods bedoeling om de stad
- Page 207 and 208:
de bazuin van God: "Want wat baat h
- Page 209 and 210:
God geeft aan de mensen een proefti
- Page 211 and 212:
Heer, Gij mijn arm en weerloos hoof
- Page 213 and 214:
maar hij beseft het niet", "Israël
- Page 215 and 216:
de Here uw God, want door uw ongere
- Page 217 and 218:
Het kwaad waardoor het land was ove
- Page 219 and 220:
had, volhardde Menachem "in de zond
- Page 221 and 222:
vermaningen, die Hij tot hen gerich
- Page 223 and 224:
Gij zult aan wat ik u gebied, niet
- Page 225 and 226:
nam hen op mijn armen, maar zij erk
- Page 227 and 228:
"Het zal te dien dage geschieden, d
- Page 229 and 230:
Hoofdstuk 26De roeping van JesajaDe
- Page 231 and 232:
haar inneming zou hebben geleid als
- Page 233 and 234:
van lippen, en woon te midden van e
- Page 235 and 236:
Hoofdstuk 27"Zie, hier is uw god"!I
- Page 237 and 238:
Jesaja de blinkende serafs zingen v
- Page 239 and 240:
zouden terugkeren, zei de profeet:
- Page 241 and 242:
medelijden zien. En in de donkere d
- Page 243 and 244:
Hoofdstuk 28AchazDe troonsbestijgin
- Page 245 and 246:
terwijl de machten van het kwaad st
- Page 247 and 248:
onderhouden, opdat het u wél ga" 1
- Page 249 and 250:
geschenken wekten de hebzucht van A
- Page 251 and 252:
zouden zijn gebleven als de leiders
- Page 253 and 254:
een wonderbare bemoediging uit de p
- Page 255 and 256:
verenigden zich in hun verlangen He
- Page 257 and 258:
Hoofdstuk 30De gezanten uit BabelTi
- Page 259 and 260:
Achaz, weer tien treden teruggaan".
- Page 261 and 262:
maken met de stoffelijke rijkdommen
- Page 263 and 264:
Elke dag in ons leven is vol verant
- Page 265 and 266:
hen worden weggenomen en weggenomen
- Page 267 and 268:
"Zegt tot Hizkia", zeide Rabsake, e
- Page 269 and 270:
mijn macht". 16Deze grootsprekende
- Page 271 and 272:
weten, dat de Here God is en nieman
- Page 273 and 274:
Schitterend waart Gij, heerlijk, va
- Page 275 and 276:
Toen hij uitzag naar de tijd dat de
- Page 277 and 278:
Hoofdstuk 32Hoop voor de heidenenGe
- Page 279 and 280:
het geloof "is Rachab niet omgekome
- Page 281 and 282:
zouden ze aan anderen de levende Go
- Page 283 and 284:
De Here zei tot de profeet dat Hij
- Page 285 and 286:
zijn voeten leiden naar Gods konink
- Page 287 and 288:
spelonken en de holen der aarde". 3
- Page 289 and 290:
vrijwel onmogelijk dat Gods plan me
- Page 291 and 292:
hen die in Hem hun vertrouwen stell
- Page 293 and 294:
dag van wolken en van dikke duister
- Page 295 and 296:
Hoofdstuk 34Het boek der wetDe stil
- Page 297 and 298:
kruid; want ik zal de naam des Here
- Page 299 and 300:
slechts een zwak overblijfsel was g
- Page 301 and 302:
hij kon de eeuwige besluiten van Je
- Page 303 and 304:
die daar op de berg waren, liet hij
- Page 305 and 306:
Hoofdstuk 35JeremiaOnder hen die ha
- Page 307 and 308:
gezegd. 5 Toch deed de profeet deze
- Page 309 and 310:
Deze belofte van voorspoed als belo
- Page 311 and 312:
zijn diensten. Riten en ceremoniën
- Page 313 and 314:
bewaren voor een rechtvaardige stra
- Page 315 and 316:
Door het pleiten van deze invloedri
- Page 317 and 318:
Hoofdstuk 36Een naderende ondergang
- Page 319 and 320:
hebt Mij geen gehoor gegeven. Ik zo
- Page 321 and 322:
Duidelijk voorzag hij de val van he
- Page 323 and 324:
van het handhaven van een verbondsv
- Page 325 and 326:
Here de betekenis van deze woorden
- Page 327 and 328:
Toen koning Jojakim van de vorsten
- Page 329 and 330:
en Ik zal over hen en de inwoners v
- Page 331 and 332:
handwerkslieden en de smeden" Ook n
- Page 333 and 334:
Jeremia bevel zonder aarzelen de cr
- Page 335 and 336:
Verder kregen de gezanten te horen
- Page 337 and 338:
niet anders doen dan zich terugtrek
- Page 339 and 340:
de afgodische voorstellingen in de
- Page 341 and 342:
veel krijgsvolk zou leveren"."Zal d
- Page 343 and 344:
mogelijk.Onder de rechtvaardigen di
- Page 345 and 346:
Duidelijk en zeker klonken deze woo
- Page 347 and 348:
verachtte, en die zijn zwakheid bes
- Page 349 and 350:
De profetieën van ondergang, door
- Page 351 and 352:
gelijkstellen om u te troosten, o j
- Page 353 and 354:
gebod van Jehova, dat een openbare
- Page 355 and 356:
het geloof van Jeremia, hoe sterk h
- Page 357 and 358:
verblijden en hun weldoen en Ik zal
- Page 359 and 360:
over alle geslachten van Israël. "
- Page 361 and 362:
Hoofdstuk 40Aan het hof te BabelOnd
- Page 363 and 364:
Babyloniërs aan te nemen.Reeds bij
- Page 365 and 366:
der hovelingen, en het verzoek zich
- Page 367 and 368:
natuur hen eert die haar wetten geh
- Page 369 and 370:
elke mogelijkheid om te dienen na.
- Page 371 and 372:
afscheid namen, hadden ze niet de g
- Page 373 and 374:
uitlegging te kennen geven".Nebukad
- Page 375 and 376:
"Ik heb een man gevonden onder de b
- Page 377 and 378:
sa-menhangend geheel vormen, zoals
- Page 379 and 380:
ontvangen hebben waardoor ze aan He
- Page 381 and 382:
Hoofdstuk 42De brandende ovenDe dro
- Page 383 and 384:
mens wist dat waarheid, niet vermen
- Page 385 and 386:
en zei: "Wie is de god, die u uit m
- Page 387 and 388:
zagen, dat het vuur geen macht had
- Page 389 and 390:
valse aanbidding. Voor hen die getr
- Page 391 and 392:
veldtochten, besteedde hij veel tij
- Page 393 and 394:
God op hem de ernstige taak had gel
- Page 395 and 396:
Terwijl deze hoogmoedige woorden no
- Page 397 and 398:
Hoofdstuk 44De onzichtbare wachterT
- Page 399 and 400:
menigte, maar geladen waren met ond
- Page 401 and 402:
ontwarren; nu dan, indien gij het s
- Page 403 and 404:
Meer dan honderd jaar geleden had G
- Page 405 and 406:
verdelging, luidt het woord van de
- Page 407 and 408:
Zoals de raderen geleid werden door
- Page 409 and 410:
ontwijd, en mogen onze ogen zich aa
- Page 411 and 412:
Dus maakten de vorsten zulk een geb
- Page 413 and 414:
gesticht was, gaf hij zich tot zons
- Page 415 and 416:
tijden waar hun uitzicht helder is
- Page 417 and 418:
die deze profetieën bestuderen. "D
- Page 419 and 420:
gegrondvest"."Ik ben het, die hem v
- Page 421 and 422:
opnieuw de profetieën van Jeremia.
- Page 423 and 424:
vormde het eind van de zeventig jar
- Page 425 and 426:
De Here heeft grote dingen bij ons
- Page 427 and 428:
Het huis dat herbouwd zou worden, w
- Page 429 and 430:
prijs naarmate de groei van haar le
- Page 431 and 432:
de joodse leiders dit aanbod hadden
- Page 433 and 434:
Niet de open en bekende vijanden va
- Page 435 and 436:
Meer dan een jaar werd de tempel ve
- Page 437 and 438:
overblijfsel van het volk naar de s
- Page 439 and 440:
Zerubbabel, hun leidsman, die in al
- Page 441 and 442:
gegeven, kwamen in een tijd van gro
- Page 443 and 444:
Hoofdstuk 48Jozua en de engelDe ges
- Page 445 and 446:
uw ongerechtigheid van u weg, Ik tr
- Page 447 and 448:
Golgota wordt de aanklager het zwij
- Page 449 and 450:
haat jegens elkander. Zal God mij e
- Page 451 and 452:
Terwijl satan zijn beschuldigingen
- Page 453 and 454:
anderen licht, vreugde en verfrissi
- Page 455 and 456:
geheiligd door die zichtbare tekene
- Page 457 and 458:
u aanraakt, raakt zijn oogappel aan
- Page 459 and 460:
zou werken, al hun inspanningen ver
- Page 461 and 462:
personen om samen te spannen tegen
- Page 463 and 464:
Hij onderzocht de geschiedkundige e
- Page 465 and 466:
ballingschap, is opmerkelijk voor d
- Page 467 and 468:
de ballingschap, en ook later, ware
- Page 469 and 470:
volk. Ze zouden sterk worden, niet
- Page 471 and 472:
Hoofdstuk 52Een geestelijke oplevin
- Page 473 and 474:
ik mijn kleed en mijn mantel, trok
- Page 475 and 476:
en het welzijn van ieder persoonlij
- Page 477 and 478:
dienen". 12Er bestaat niet zoiets a
- Page 479 and 480:
De hervormers, aan wier protest wij
- Page 481 and 482:
blijven, en hij drong bij de Here e
- Page 483 and 484:
terneergedrukt is onder zorg en sma
- Page 485 and 486:
Hoofdstuk 54De bouwers aan de muurN
- Page 487 and 488:
De toehoorders van Nehemia wisten n
- Page 489 and 490:
een bepaald gedeelte van de muur. E
- Page 491 and 492:
puin is er te veel; wij zijn niet i
- Page 493 and 494:
zijn tegenstanders. Satan werkt met
- Page 495 and 496:
Ook had God door Mozes onderwezen;
- Page 497 and 498:
mannen van de stam van Efraïm de g
- Page 499 and 500:
christen. Hij mag haar scherpe prak
- Page 501 and 502:
zijt gij bezig de muur te herbouwen
- Page 503 and 504:
het geheim, ging het bouwen gestadi
- Page 505 and 506:
bouwers aan de muren van Jeruzalem
- Page 507 and 508:
Hoofdstuk 57Onderwezen in de wet va
- Page 509 and 510:
wet, was het overtuigd van zijn zon
- Page 511 and 512:
Israël was tot God teruggekeerd me
- Page 513 and 514:
afgenomen. Ze hadden hun ijver en v
- Page 515 and 516:
dit of van dat volk".Deze ongewetti
- Page 517 and 518:
door hun invloed te laten gelden vo
- Page 519 and 520:
Hier beschrijft de profeet een volk
- Page 521 and 522:
voor de zonde te betalen en op deze
- Page 523 and 524:
Priester en Koning; en eenmaal elk
- Page 525 and 526:
Gods belofte van de komst van Hem n
- Page 527 and 528:
"Wie gelooft, wat wij gehoord hebbe
- Page 529 and 530:
gerechtigheid ondersteunde Hem". 22
- Page 531 and 532:
"Zie, een Man, wiens naam is Spruit
- Page 533 and 534:
te zalven". 34 In de profetie wordt
- Page 535 and 536:
tegenspraak van de zondaars tegen Z
- Page 537 and 538:
Hoofdstuk 60"Het huis van Israël"I
- Page 539 and 540:
gemaakt, trouw gehouden moest worde
- Page 541 and 542:
Ze moeten alle moeilijkheden aan He
- Page 543 and 544:
niets, dat zij Hem zouden begeren.
- Page 545 and 546:
als de Messias wilden aannemen. Ze
- Page 547 and 548:
bekeert u, Farizeeën en Sadduceeë
- Page 549 and 550:
daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft,
- Page 551 and 552:
met het hedendaags geestelijk Isra
- Page 553 and 554:
water trekt, ben Ik met u; gaat gij
- Page 555 and 556:
ongerechtigheid der bewoners van de
- Page 557 and 558:
opstaan zullen zij. Ontwaakt en jub
- Page 559 and 560:
Daar zal elke hoedanigheid, elke mo
- Page 561:
"Want de Here troost Sion, Hij troo