31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 26

De roeping van Jesaja

De lange regering van Uzzia in het land van Juda en Benjamin werd

gekenmerkt door een voorspoed, groter dan die van enige heerser sedert de

dood van Salomo, bijna twee eeuwen geleden. Jarenlang heerste de koning

verstandig. Onder de zegen van de hemel wonnen zijn legers enkele

gebieden terug die in vroeger jaren verloren waren gegaan. Steden werden

herbouwd en versterkt, en de positie van het volk onder de omringende

naties werd veel machtiger. De handel bloeide op, en de rijkdommen van de

volken stroomden Jeruzalem binnen. "Wijd en zijd verbreidde zich zijn

(Uzzia's) roem, want hij werd wonderbaar geholpen, totdat hij machtig

geworden was". 2

Deze uiterlijke voorspoed ging echter niet gepaard met een daarmee

overeenkomstige herleving van geestelijke kracht. De tempeldiensten vonden

plaats als vroeger, en velen kwamen bijeen om de levende God te aanbidden;

maar trots en vormelijkheid namen langzamerhand de plaats in van

nederigheid en oprechtheid. Van Uzzia wordt gezegd: "Toen hij machtig

geworden was, werd zijn hart zo hoogmoedig, dat hij zeer snood handelde en

ontrouw werd jegens de Here, zijn God". 3

De zonde, die Uzzia zo noodlottig werd, was de zonde van

aanmatiging. Met voorbijgaan aan een duidelijk gebod van Jehova, dat alleen

de nakomelingen van Aaron dienst zouden doen als priesters, ging de koning

het heiligdom binnen "om op het reukofferaltaar reukwerk te ontsteken". De

hogepriester Azarja en zijn medepriesters stelden zich tegen hem, en deden

een beroep op hem zijn plan niet te volvoeren. "Gij zijt ontrouw", zeiden ze,

"en het zal u niet tot eer gerekend worden". 4 Uzzia werd met toorn vervuld,

228

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!