31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

maar hij beseft het niet", "Israël verfoeit het goede". "Verpletterd door het

recht", niet langer in staat de rampzalige afloop van hun boze weg te

overzien, zouden de tien stammen binnenkort "dolende zijn onder de

volken''.5 Enkele van de leiders in Israël waren zich pijnlijk bewust dat ze

hun gezag verloren hadden, en verlangden dat ze het zouden terugkrijgen.

Maar in plaats van de gebruiken waardoor het rijk was verzwakt, los te laten,

volhardden ze in ongerechtigheid, en stelden zich gerust met de gedachte dat

ze, als de gelegenheid daartoe kwam, politieke macht zouden krijgen, die ze

begeerden door zich te verbinden met de heidenen. "Toen Efraïm zijn

krankheid zag, en Juda zijn gezwel, ging Efraïm naar Assur". "Efraïm is

geworden als een onnozele duif, zonder verstand. Egypte roepen zij te hulp,

naar Assur trekken zij". "Zij sluiten een verbond met Assur".6 Door de man

Gods die bij het altaar te Betel was verschenen, door Elia en Elisa, door

Amos en Hosea had de Here de tien stammen herhaaldelijk het kwaad van

ongehoorzaamheid voorgehouden. Maar ondanks berispingen en smekingen

was Israël steeds dieper gezonken in afval. "Israël is weerspannig als een

weerspannige koe", had God gezegd; "mijn volk volhardt in het afdwalen

van Mij".7

Er waren tijden waarin de oordelen van God zwaar drukten op het

weerspannige volk. "Daarom heb Ik er door mijn profeten op ingehouwen,

heb Ik hen gedood door de woorden mijns monds. De oordelen over u waren

een doorbrekend licht. Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer,

in kennis van God en niet in brandoffers. Maar zij hebben als Adam het

verbond overtreden; daar hebben zij Mij trouweloos bejegend".8 "Hoort het

woord des Heren, gij Israëlieten", luidde de boodschap die hen ten slotte

werd gebracht: "daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw

zonen vergeten. Hoe talrijker zij werden, des te meer zondigden zij tegen

Mij. Hun eer zal Ik in schande verkeren . . . Daarom zal Ik zijn wandel aan

hem bezoeken en zijn handel hem vergelden".9 De ongerechtigheid in Israël

gedurende de laatste halve eeuw voor de Assyrische ballingschap was gelijk

aan die in de dagen van Noach. en aan elke tijd waarin de mensen God

212

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!