31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

hij antwoordde: Gij moogt hen niet neerslaan. Slaat gij soms hen neer, die gij

gevangengenomen hebt met uw zwaard en boog? Zet hun brood en water

voor, opdat zij eten en drinken en heengaan naar hun heer. Daarop bereidde

hij hun een grote maaltijd; en toen zij hadden gegeten en gedronken, liet hij

hen vertrekken en zij gingen heen naar hun heer".

Een tijd lang na dit voorval was Israël bevrijd van de aanvallen der

Arameeërs. Maar later, onder de energieke leiding van een doelbewuste

koning, Hazaël, 1 omsingelde het Aramese leger de stad Samaria en

belegerde het. Nooit had Israël het zo benauwd gehad als tijdens deze

belegering. De zonden der vaderen werden werkelijk bezocht aan de

kinderen en kindskinderen. De verschrikkingen van een aanhoudende

hongersnood dreef de koning van Israël tot wanhopige maatregelen, toen

Elisa tegen de volgende dag bevrijding beloofde.

Toen het de volgende dag begon te dagen, deed de Here het leger der

Arameeërs een geluid horen van wagens en paarden, zodat ze verschrikt

opsprongen en in de schemering vluchtten met achterlating van hun tenten-,

hun paarden, hun ezels, de hele legerplaats zoals die was, met overvloed aan

voedsel. Ze vluchtten om hun leven te redden, en stopten niet voor ze de

Jordaan overgestoken hadden.

Tijdens de nacht hadden vier melaatsen buiten de stadspoort, wanhopig

van honger, besloten het Aramese leger op te zoeken en zich toe te

vertrouwen aan de genade van de belegeraars, in de hoop hun medeleven op

te wekken en voedsel te krijgen. Wat waren ze verbaasd toen ze bij het

naderen van het kamp niemand zagen. Zonder dat iemand hen tegenhield of

hinderde, "gingen zij een tent binnen, aten en dronken, namen zilver, goud en

klederen eruit weg, en gingen heen en verborgen het. Daarna gingen zij weer

een andere tent binnen, namen er (allerlei) uit weg, gingen heen en verborgen

het. Toen zeiden zij tot elkander: Wij doen niet goed; deze dag is een dag

193

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!