31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

waarvoor de inwoners van het land reden hadden om bevreesd te zijn. "De

Moabieten, de Ammonieten en met hen een deel van de Meünieten trokken

tegen Josafat ten strijde". De koning werd van deze inval op de hoogte

gesteld door een boodschapper, die met het onrustbarend nieuws kwam:

"Een grote menigte is tegen u opgetrokken van de overkant der zee, uit

Aram, ze zijn in Chasason -- Tamar -- dat is Engedi". 15 Josafat was een

moedig en dapper man. Jarenlang had hij zijn legers en versterkte steden

gereedgemaakt. Hij was toegerust voor de strijd met onverschillig welke

vijand; toch stelde hij in dit uur van crisis zijn vertrouwen niet op vlees. Niet

door goed geoefende legers en versterkte steden, maar door een levend

geloof in de God van Israël kon hij hopen de overwinning te behalen over

deze heidenen, die zich beroemden op hun macht om Juda in de ogen der

volken te vernederen.

"Toen werd Josafat bevreesd en besloot de Here te raadplegen; hij riep

voor geheel Juda een vasten uit, en Juda kwam bijeen om hulp te zoeken bij

de Here; ja, men kwam uit al de steden van Juda om de Here te zoeken".

Terwijl hij in de voorhoof van de tempel stond voor zijn volk, stortte Josafat

zijn ziel uit in gebed tot de Here, en deed een beroep op Gods beloften, onder

het belijden van Israëls hulpeloosheid. "Here, God onzer vaderen", smeekte

hij, "zijt Gij niet God in de hemel, heerst Gij niet over al de koninkrijken der

volken? In uw hand is kracht en sterkte, niemand kan standhouden tegen U.

Zijt Gij niet onze God, die voor het aangezicht van uw volk Israël verdreven

hebt de inwoners van dit land en dit voor altijd hebt gegeven aan het

nakroost van Abraham, uw vriend? Zij woonden daarin, bouwden U daarin

voor uw naam een heiligdom en zeiden: Indien ons een onheil overkomt:

zwaard, gericht, pest of honger, dan zullen wij ons voor dit huis en voor uw

aangezicht stellen, want uw naam is in dit huis; wanneer wij dan in onze

benauwdheid tot U roepen, zult Gij horen en helpen".

"Nu dan, zie de Ammonieten, de Moabieten en de lieden van het

144

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!