31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Een van de belangrijke stappen die de koning nam was het instellen en

handhaven van goede rechtbanken. Hij stelde rechters in het land aan in al de

versterkte steden van Juda, van stad tot stad; en hij gaf hen opdracht: "Ziet

toe, wat gij doet, want gij oefent de rechtspraak niet uit voor mensen, maar

voor de Here, die bij u is als gij rechtspreekt. Nu dan, de schrik des Heren zij

over u; handelt nauwgezet, want bij de Here, onze God, is geen onrecht, geen

partijdigheid noch aanneming van geschenken". 11 De rechtspraak werd

verbeterd door het oprichten van een Hoge Raad in Jeruzalem, waar Josafat

Levieten, priesters en familiehoofden van Israël aanstelde, "voor de

rechtspraak des Heren en voor de twistgedingen". 12 De koning vermaande

deze rechters om trouw te zijn. "In de vreze des Heren, in getrouwheid en

met een volkomen hart", zei hij tot hen, "zult gij aldus handelen: bij elk

twistgeding, dat u door uw broeders die in hun steden wonen, voorgelegd

wordt, -- over gevallen van bloedschuld, over wet, gebod, inzettingen en

verordeningen zult gij hen vermanen niet schuldig te worden voor de Here,

waardoor er toorn zou rusten op u en uw broeders. Als gij zo handelt, zult gij

niet schuldig worden".

"Zie, de hogepriester Amarja is over u gesteld voor elke zaak des

Heren, en Zebadja, de zoon van Ismaël, de vorst van het huis van Juda, voor

elke zaak des konings, en als opzieners staan de Levieten te uwer

beschikking. Handelt vastberaden, de Here zij met hem, die goed is". 13

Door zijn bescherming van de rechten en vrijheden van zijn onderdanen

legde Josafat de nadruk op de zorg, die de God van het recht, die over alles

heerst, betoont aan elk lid van het menselijk geslacht. "God staat in de

vergadering der goden, Hij houdt gericht te midden der goden". En zij, die

aangewezen zijn om als rechters onder Hem dienst te doen, moeten de

geringe en de wees recht doen; ze moeten de ellendige en de behoeftige

richten, en hen redden "uit der goddelozen hand". 14 Aan het eind van

Josafats regering werd het rijk van Juda aangevallen door een leger,

143

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!