31.03.2022 Views

Profeten en Koningen - Ellen G. White

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

raadslieden, "de oversten over duizend en over honderd", "de rechters en alle

vorsten in heel Israël, de familiehoofden" 2 om de Here te offeren, en zich

volkomen aan de dienst van God te wijden. Omdat hij iets begreep van de

grootte van de taak die verbonden was aan het koninklijk ambt, wist Salomo

dat zij die zware lasten hebben te dragen, naar de Bron van wijsheid moeten

gaan voor leiding, willen ze hun taak naar behoren vervullen. Dit bracht hem

ertoe zijn raadslieden aan te moedigen om met hem zich te verzekeren van

het feit, dat God hen had aangenomen.

Meer dan naar alle aardse goederen verlangde de koning naar wijsheid

en verstand om het werk dat God hem had opgedragen, te kunnen doen. Hij

verlangde naar een helder verstand, een grootmoedig hart, naar een

liefderijke geest. Die nacht verscheen de Here aan Salomo in een droom en

zei: "Vraag: wat zal Ik u geven?" In zijn antwoord gaf de jonge en onervaren

heerser uiting aan zijn gevoelens van hulpeloosheid en zijn verlangen naar

hulp. "Gij hebt aan mijn vader David grote goedertierenheid bewezen", zei

hij, "evenals hij voor uw aangezicht in trouw en rechtvaardigheid en

oprechtheid van hart jegens U gewandeld heeft; en Gij hebt aan hem deze

grote goedertierenheid bevestigd, door hem een zoon te geven, die op zijn

troon zit, zoals heden het geval is. "En nu, Here mijn God, Gij zelf hebt uw

knecht in de plaats van mijn vader David koning gemaakt, hoewel ik een

jonge man ben; ik weet niet uit te gaan of in te gaan. Zo staat uw knecht te

midden van uw volk, dat Gij uitverkoren hebt, een groot volk dat niet te

tellen of te schatten is vanwege de menigte. Geef dan uw knecht een

opmerkzaam hart, opdat hij uw volk richte, door te onderscheiden tussen

goed en kwaad, want wie zou in staat zijn dit uw talrijk volk te richten"? "En

het was goed in de ogen des Heren dat Salomo dit gevraagd had". "Omdat dit

in uw hart geweest is", zei God tegen Salomo, "en gij geen rijkdom, schatten

of eer gevraagd hebt, noch het leven van uw haters, en zelfs geen lang leven,

maar wijsheid en kennis voor u gevraagd hebt, om mijn volk, waarover Ik u

koning gemaakt heb, te richten, zo zij deze wijsheid en de kennis u

gegeven"; "zodat uws gelijke vóór u niet geweest is, noch na u zal opstaan.

12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!