08.03.2022 Views

2130_PER_CONNECTING_18

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Viermaandelijks • november-december 2021-januari-februari 2022 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663<br />

Magazine van<br />

de Faculteit Industriële<br />

Ingenieurswetenschappen<br />

KU Leuven<br />

NR. <strong>18</strong> - februari 2022<br />

• Siemens Industry Academy<br />

• 60 jaar ingenieur in Leuven<br />

• Innovation Challenges<br />

• Winnaars ie-net prijzen<br />

• Aether Student Cube Sat Team<br />

• Lode Lauwaert: Wij, robots<br />

• De slimme rolstoel van CoMoveIT<br />

• Naar een duurzame filmindustrie<br />

• Françoise Chombar, STEMinist<br />

CHARLOTTE VAN DE VOORDE<br />

HOOGVLIEGER<br />

EN ROLMODEL


DAAN DE ZWAAN:<br />

MASCOTTE VAN DE LIVING CAMPUS IN BRUGGE<br />

Zwanen zijn niet weg te denken uit Brugge. Ook op de campus van KU Leuven heeft zich een exemplaar genesteld. Daan staat symbool voor<br />

een breed assortiment van activiteiten en initiatieven om een warme, gezellige, uitnodigende en stimulerende omgeving te creëren waarin<br />

de interactie meer om het lijf heeft dan les geven of krijgen.<br />

© Eef Soete<br />

INHOUD<br />

• Woord vooraf 3<br />

• Nieuws uit de faculteit 4<br />

• Nieuws van de campussen 6<br />

• Onderwijsontwikkeling in de kijker 12<br />

• Student in de kijker 14<br />

• Docent in de kijker 24<br />

• Onderzoeker in de kijker 26<br />

• Doctoraten 34<br />

• Faculty Worldwide 37<br />

• Wetenschapscommunicatie 38<br />

• Alumnus in de kijker 44<br />

COLOFON<br />

ConnectING is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten<br />

en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en<br />

het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt.<br />

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële<br />

Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), (Hilde Bonte)<br />

Kris Henrioulle a.i., Dorine Bruneel, Niels De Brier, Ellen Demarsin, Koen Eneman,<br />

Hilde Lauwereys, Bert Lauwers, Yves Persoons, Inge Van Cauter, Louis van Hoye,<br />

Bart Vanrumste, Rens Vervaeke | Eindredactie: Yves Persoons | Redactie -<br />

secretariaat: Inge Van Cauter<br />

Redactieadres<br />

ConnectING<br />

Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203<br />

3001 Heverlee<br />

053 72 71 86 (secretariaat)<br />

connecting@kuleuven.be<br />

www.iiw.kuleuven.be<br />

Foto’s: Yasmina Besseghir,<br />

Dries de Krom, Kurt<br />

Desplenter, Joren De<br />

Weerdt, Julie Feyaerts,<br />

Tom Talloen, Geert Vanden<br />

Wijngaert (cover), Johan<br />

Van Droogenbroeck en<br />

Filip Van Loock<br />

Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten<br />

100% klimaatneutrale drukkerij<br />

www.vanderpoorten.be<br />

Grafisch ontwerp:<br />

www.altera.be<br />

2


WOORD VOORAF<br />

KNELPUNTEN EN HANGIJZERS<br />

De Ingenieursradar en de Startbaanenquête van ie-net<br />

leveren elk jaar interessante lectuur op. De Ingenieurs -<br />

radar peilt bij ingenieurs en bedrijven naar de actuele<br />

knelpunten en hete hangijzers. De Startbaanenquête brengt in<br />

kaart hoe de overstap van de aula naar het werkveld verloopt.<br />

De krapte op de arbeidsmarkt loopt als een rode draad door<br />

beide studies. Na een stagnatie bij het begin van de coronacrisis,<br />

schoot in 2021 de vraag naar ingenieurs pijlsnel de hoogte in.<br />

77% van de bevraagde bedrijven zit ermee in de knoei. Bij de<br />

afgestudeerden van wie je zou denken dat ze op rozen zitten,<br />

wordt dan weer keuzestress vastgesteld. Verder zien we het<br />

aantal ingenieurs dat verder studeert of doctoreert opnieuw<br />

stijgen tot boven 20%.<br />

De toename van de doctorandi is geen verrassing. Deze evolutie<br />

volgt en versterkt de forse groei van het wetenschappelijk en<br />

technologisch onderzoek op onze campussen. Bij de onderzoeks -<br />

projecten die we in dit nummer voorstellen, zijn telkens drs. ings.<br />

betrokken. Van de functionele materialen in Leuven tot de slimme<br />

rolstoel in Brugge.<br />

Uit de Startbaanenquête blijkt dat de afgestudeerden het contact<br />

met de bedrijfspraktijk gemist hebben. Hoog op het verlanglijstje<br />

staan bedrijfsbezoeken (48%) en op nummer één stages (65%).<br />

Aan dit knelpunt wordt in onze faculteit druk gewerkt, getuige<br />

hiervan de intensifiëring van de samenwerking met de Siemens<br />

Industry Academy, een netwerk van meer dan 50 grote industriële<br />

spelers in Vlaanderen. In elke fase van hun opleiding kunnen de<br />

studenten op stap in het werkveld. Dat gaat van job shadowing<br />

door de eerstejaars, over bedrijfsbezoeken, gastcolleges,<br />

ingenieursbelevingen in company tot masterproeven en diverse<br />

vormen van stages. Een andere belangrijke ontwikkeling zijn de<br />

Innovation Challenges als voorbereiding op de beroepspraktijk.<br />

In één jaar tijd verdrievoudigde het aantal deelnemers.<br />

Van de Innovation Challenges tot het ondernemerschap is maar<br />

een kleine stap. Voorbeelden van ondernemende studenten en<br />

ingenieurs-ondernemers zijn er in onze faculteit bij de vleet. In dit<br />

nummer stellen we het Aether Student Cube Sat Team voor.<br />

Deze studenten kiezen voor de ruimte en ontwikkelen een satelliet<br />

die kan terugkeren naar de aarde.<br />

Uit de ingenieursradar blijkt nog maar eens hoe belangrijk de<br />

bedrijven de professionele competenties vinden: communicatie -<br />

vaardigheden (56%), probleemoplossend vermogen (53%),<br />

veranderingsbekwaamheid (40%). Dat onze faculteit ook dit<br />

hangijzer niet uit de weg gaat, blijkt uit het initiatief ‘Samen Zijn’<br />

op Campus Brugge met als mascotte Daan de Zwaan.<br />

Zoals gezegd, blijft het ingenieurstekort het grootste knelpunt en<br />

heetste hangijzer. Inzetten op STEM is meer dan ook een must.<br />

Hier laat onze faculteit zich evenmin onbetuigd met o.m. de STEM<br />

Challenge en de Kinderuniversiteit. In dit nummer hebben we<br />

bovendien de ‘leading lady’ van het STEM-gebeuren te gast:<br />

Françoise Chombar, voorzitter van het Vlaamse STEM-platform.<br />

Als STEMinist beweegt ze hemel en aarde om meisjes te<br />

sensibiliseren voor wetenschap en technologie. Vrouwelijke rol -<br />

modellen zijn hierbij onmisbaar, vindt ze. In dit nummer staat<br />

alvast een sprekend voorbeeld: alumna Charlotte Van de Voorde,<br />

initial airworthiness engineer bij Sabena Aerospace. Een unieke<br />

jongedame in een speciale job.<br />

Ondanks de pandemie zetten we 2022 feestelijk in. Met o.m.<br />

de viering van 60 jaar technisch/industrieel ingenieur in Leuven.<br />

En met een hommage aan Annelot van de Bogaert en Stijn<br />

Daems. Als winnaars van resp. de eerste en de derde ie-net<br />

prijzen 2021 behoren ze tot de top van de afgestudeerde<br />

industrieel ingenieurs van het jaar. In dit nummer delen we in hun<br />

vreugde en trots.<br />

Prof. Bert Lauwers<br />

Decaan Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

3


NIEUWS UIT DE FACULTEIT<br />

FACULTEIT INDUSTRIËLE<br />

INGENIEURSWETENSCHAPPEN<br />

EN SIEMENS INDUSTRY ACADEMY<br />

VOEREN SAMENWERKING OP<br />

Ingenieur is meer dan ooit een knelpuntenberoep. Kwantitatief en kwalitatief.<br />

Een doorgedreven samenwerking tussen de academische en de bedrijfswereld<br />

kan soelaas bieden. In de Siemens Industry Academy hebben de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurswetenschappen van KU Leuven en een vijftigtal grote<br />

industriële spelers in Vlaanderen elkaar gevonden. Op 25 en 26 oktober 2021<br />

stelden ze op de campussen in Gent en Leuven hun actieplan voor.<br />

Bedrijven smeken om ingenieurs.<br />

Ruim 3000 vacatures voor indus -<br />

trieel ingenieurs raken niet ingevuld.<br />

“Het probleem is dubbel”, zegt prof.<br />

Bert Lauwers, decaan van de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurs wetenschappen.<br />

“Aan de ene kant is er al jaren te weinig<br />

instroom van jongeren in de ingenieurs -<br />

faculteiten. Anderzijds zijn er inspanningen<br />

nodig om de studenten vroeger en<br />

intensiever in contact te brengen met de<br />

ingenieurspraktijk. Samen met de Siemens<br />

Industry Academy willen we twee vliegen<br />

in één klap slaan: een ingenieursopleiding<br />

aanbieden die aantrekkelijk is voor zowel<br />

de aankomende studenten als de af -<br />

nemende markt”.<br />

“Via de Academy en met behulp van onze<br />

expertise, materiaal en tools wil Siemens<br />

studenten en onderwijsinstellingen nauwer<br />

doen aansluiten op de arbeidsmarkt”,<br />

merkt Eddy Nelis, Senior Vice-President<br />

van Siemens op. “Onze investering in het<br />

onderwijs leidt tot een sterkere nieuwe<br />

generatie van ingenieurs, wat cruciaal is<br />

ter ondersteuning van de economie.<br />

Omgekeerd is ook de industrie gebaat bij<br />

de valorisatie van het wetenschappelijk<br />

onderzoek aan de universiteiten en de<br />

tijdige detectie van jong talent”.<br />

Stages en meer<br />

In 2019 stapte de KU Leuven als eerste<br />

Belgische universiteit in de Siemens Industry<br />

Academy. De studenten van de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurs wetenschappen beten<br />

de spits af. Vierentwintig derdejaars van<br />

Campus Groep T werden gelinkt aan tien<br />

hightechbedrijven voor een zgn. stage in<br />

het kader van hun Engineering Experience.<br />

De opdracht van de teams bestond in het<br />

ontwerpen van een geautomatiseerde<br />

machine bij een van de partnerbedrijven.<br />

De taken en verantwoordelijkheden waren<br />

netjes verdeeld. Siemens stond in voor de<br />

automatisatie en digitalisatie-technologie<br />

en de technische training. De industriële<br />

partners waren verantwoordelijk voor<br />

de projectdefinitie, de training van de<br />

professionele vaardigheden en de coaching<br />

door een bedrijfsmentor. En de campus<br />

zorgde voor de administratieve afhandeling<br />

en de coördinatie van de evaluatie.<br />

Deze samenwerking wordt nu fors<br />

uitgebreid. In elke fase van de opleiding<br />

zullen er momenten of periodes zijn<br />

waarin de studenten ondergedompeld<br />

worden in de ingenieurspraktijk. Dat gaat<br />

van jobshadowing door de eerstejaars<br />

over gastcolleges en bedrijfsbezoeken<br />

tot een ingenieursbeleving in company,<br />

master proeven en een stage.<br />

4


Inbedding<br />

“De grote meerwaarde van deze formules<br />

is dat de toekomstige ingenieurs niet<br />

alleen technische kennis maar ook<br />

cruciale ‘professional skills’ verwerven<br />

waarmee ze in hun carrière én al in hun<br />

opleiding het verschil kunnen maken”,<br />

aldus prof. Lauwers.<br />

Deze structurele inbedding van de bedrijfs -<br />

realiteit moet bovendien de opleiding<br />

aantrekkelijker maken voor de jongeren.<br />

“Wanneer zij van meet af aan kunnen<br />

ervaren hoe gevarieerd en boeiend het<br />

ingenieursberoep wel is, zullen ze zich<br />

ook meer aangetrokken voelen door de<br />

opleiding want die is er een afspiegeling<br />

van”, meent prof. Lauwers.<br />

In de bedrijven groeit de overtuiging dat<br />

ze mee een rol te spelen hebben in<br />

de studiekeuze en de opleiding van<br />

toekomstige ingenieurs. “Ingenieurs zijn<br />

onmisbaar in de economie. De industrie<br />

heeft alle baat bij een tijdige detectie<br />

van jong talent en een grotere instroom<br />

in de arbeidsmarkt”, besluit Thierry Van<br />

Eeckhout, Vice-President Sales van<br />

Siemens Digital Industries.<br />

Yves Persoons<br />

Meer info bij Ellen Demarsin,<br />

coördinator Corporate Relations<br />

van de faculteit.<br />

ellen.demarsin@kuleuven.be<br />

Prof. Bert Lauwers, Garo Tombazian<br />

en Thierry Van Eeckhout<br />

© Johan Van Droogenbroeck<br />

<strong>CONNECTING</strong> 5


NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />

‘SAMEN ZIJN’<br />

MET DAAN DE ZWAAN<br />

OP CAMPUS BRUGGE<br />

Het sieraard der wateren, de belichaming van de gratie en<br />

de schoonheid van de stad is sinds kort ook het symbool<br />

van ‘Samen Zijn’ op Campus Brugge. Wat Bene, Belle<br />

en Bibi betekenen in het Jan Breydelstadion, dat doet<br />

Daan de Zwaan in en rond de campus: sfeer scheppen,<br />

banden smeden en een warme community creëren van<br />

studenten, docenten en onderzoekers. We spraken met de<br />

bedenkers van dit bravourestuk: prof. Georgios Anogiatis,<br />

prof. Hans Hallez, prof. Veerle Vandeginste en Eef Soete.<br />

Wekelijks gaan we samen lopen of<br />

wandelen. Een ludieke actie tijdens de<br />

Complimentenweek van 2021 leverde<br />

meer dan 600 hartverwarmende berichten<br />

op. De jongste aanwinst is het Vrijwilligers -<br />

team. Dat organiseerde in september<br />

2021 een fietsevenement voor een goed<br />

doel en engageert zich binnenkort ook<br />

buiten de campus via samenwerking met<br />

Brugge Solidair, de Vrijwilligerscentrale en<br />

KU Leuven Engage”.<br />

Zoals de zwanen niet weg te denken<br />

zijn uit de Brugse reien, zo heeft<br />

Daan de Zwaan zich in een record -<br />

tijd genesteld in de geesten en harten van<br />

de bewoners van de Spoorwegstraat 12.<br />

Bruges-la-Morte, Georges Rodenbachs<br />

symbolistische novelle uit <strong>18</strong>92, lijkt nu wel<br />

definitief naar het antiquariaat verwezen.<br />

“Daan de Zwaan is het product van een<br />

grondige bezinning over onze identiteit en<br />

uniciteit in de grote KU Leuven familie”,<br />

legt prof. Anogiatis uit. “Er hebben zich de<br />

voorbije jaren beduidende veranderingen<br />

voorgedaan, ook binnenshuis. De mensen<br />

die er studeren, doceren, onderzoeken en<br />

ondersteunen zijn diverser en internationaler<br />

geworden. Bovendien zijn we een campus<br />

die twee faculteiten huisvest: Industriële<br />

Ingenieurswetenschappen en Bewegingsen<br />

Revalidatiewetenschappen. Hoe maken<br />

we van deze verzameling een community<br />

van geëngageerde campusleden die via<br />

onderlinge interactie een living campus<br />

creëren? Dat was het doel dat we voor<br />

ogen hadden toen we vorig jaar met<br />

een werkgroep startten. Die is inmiddels<br />

uitgegroeid tot ‘Samen Zijn’, een community<br />

gedragen en gestuwd door gedreven<br />

‘Zwaaners’”.<br />

Holistisch<br />

Ere wie ere toekomt. Het waren de beide<br />

campusvoorzitters, prof Pieter Rauwoens<br />

en prof. Kurt Claeys, die voor de voedings -<br />

bodem zorgden waarin ‘Samen Zijn’ kon<br />

ontkiemen en groeien. Het project past als<br />

gegoten in universiteitsbrede initiatieven<br />

als ‘Living Campus’, ‘KU Leuven Engage’,<br />

‘Unief Actief’ of ‘KU Leuven Healthy’.<br />

“Toch is er een opmerkelijk verschil”,<br />

vindt prof. Hallez. “Wij vertrekken vanuit<br />

een holistische visie die verder gaat<br />

en meer omvat dan infrastructuur of<br />

voorzieningen. We mikken op het creëren<br />

van een warme plek, een gezellige,<br />

uitnodigende en stimulerende omgeving<br />

waarin de interactie meer om het lijf heeft<br />

dan lesgeven of krijgen”.<br />

In een paar maanden tijd is Daan de<br />

Zwaan de verzamelnaam geworden van<br />

een brede waaier van activiteiten en<br />

initiatieven. Prof. Vandeginste zet er een<br />

aantal op een rijtje. “Neem bijvoorbeeld<br />

de groep ‘Diversiteit, gelijke kansen, leer -<br />

moeilijkheden, vrouwen in engineering en<br />

levenslang leren’. Die nodigt gast sprekers<br />

uit en zet sensibiliserings cam pagnes op.<br />

I.s.m. professionele internationale stu den ten -<br />

organisaties mobiliseren we studenten en<br />

onderzoekers.<br />

Spilfiguur<br />

Eef Soete beheert de centrale bibliotheek<br />

en is bijgevolg een spilfiguur in het<br />

campusleven. Aan het lijstje voegt ze nog<br />

twee originele initiatieven toe: de Bar2Bar<br />

in de campuscafetaria en een multi -<br />

culturele radioshow. Daan de Zwaan is<br />

uiteraard ook present op Facebook en<br />

Instagram en post regelmatig filmpjes op<br />

TikTok. Als creatieve duizendpoot van<br />

‘Samen Zijn’ ontwierp Eef de figuur van<br />

de zwaan. Prof. Anogiatis en administratief<br />

beheerder An Roose bedachten de naam.<br />

“Momenteel loopt op de campus een<br />

actie om voor Daan een prêt-à-porter<br />

outfit te creëren: van casual tot maatpak.<br />

We ontbreken ook nog een lijflied.<br />

Daarvoor komt er een songcompetitie”,<br />

vertelt Eef. “Wat Daan al wél heeft,<br />

is een website, te vinden op<br />

www.daandezwaan.be, waar al onze<br />

werkgroepen nog eens opgelijst staan.<br />

Reis<br />

Verschijnt Daan de Zwaan straks in de lijst<br />

van illustere soortgenoten als ‘Joe Bruin’<br />

van de University of California, Los<br />

Angeles (UCL), ‘Tim the Beaver’ van het<br />

Massachusetts Institute of Technology (MIT)<br />

of ‘The Tiger’ van Princeton University?<br />

6


“Daan is inderdaad meer dan een leuk<br />

symbool of blikvanger”, bevestigt prof.<br />

Hallez. “Wij geloven vast in de<br />

mobiliserende kracht van Daan en in de<br />

positieve energie die hij opwekt en<br />

uitstraalt om van de campus een warm<br />

huis te maken”. Prof. Anogiatis van zijn<br />

kant vergelijkt ‘Samen Zijn’ met een reis.<br />

Het onderweg zijn is belangrijker dan de<br />

bestemming. Hij citeert in dat verband uit<br />

‘Ithaca’, het gedicht van Konstantinos<br />

Kavafis dat verwijst naar de Griekse held<br />

Odysseus die na de val van Troje een<br />

terugreis aanvat die tien jaar zal duren:<br />

“Wens dat de weg lang mag zijn, rijk aan<br />

avonturen en ontdekkingen om er veel,<br />

heel veel van te leren”.<br />

Yves Persoons<br />

www.daandezwaan.be<br />

@daandezwaan<br />

@daandezwaanbrugge<br />

(Tiktok) @daandezwaanbrugge<br />

Prof. Hans Hallez, prof. Veerle Vandeginste,<br />

Eef Soete en prof. Georgios Anogiatis<br />

© Tom Talloen<br />

<strong>CONNECTING</strong> 7


NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />

IN LEUVEN, MET LEUVEN:<br />

60 JAAR TECHNISCH/INDUSTRIEEL<br />

INGENIEUR<br />

“Na zestig jaar staat de opleiding industrieel ingenieur in Leuven sterker dan ooit.<br />

En dat niet alleen in aantallen, maar ook in potentieel en ambitie. In eigen stad en land<br />

en tot ver buiten de grenzen is Campus Groep T Leuven prominent aanwezig”,<br />

aldus Mohamed Ridouani, burgemeester van Leuven, tijdens de opening van<br />

het jubileumjaar van Campus Groep T op 30 september 2021.<br />

Het academiejaar 21-22 staat op Campus Groep T in het<br />

teken van de 60ste verjaardag van technisch/industrieel<br />

ingenieur in Leuven en van de studentenvereniging<br />

Technica/Industria. Dat de Leuvense burgervader het jubileumjaar<br />

opende, was uiteraard geen toeval. Stad en campus zijn nauw<br />

met elkaar verweven. De voorgangers van Mohamed Ridouani<br />

hebben zich met hart en ziel ingezet voor het ontstaan<br />

en het voortbestaan van de Leuvense ingenieurs school.<br />

“Hun inspanningen zijn rijkelijk beloond”, zegt Mohamed.<br />

“Groep T is een kwaliteitslabel in het bedrijfsleven. Het brede<br />

publiek en de jongeren kennen Groep T dankzij de prestaties van<br />

de studententeams, als een campus vol dynamiek en creativiteit”.<br />

Engagement<br />

Sinds 1961 heeft Campus Groep T al ruim 10.000 ingenieurs<br />

(eerst technisch, dan industrieel) opgeleid voor het bedrijfsleven,<br />

de samenleving en de economie. Eerst als hogeschool,<br />

vanaf 2013 als grootste en meest internationale campus van de<br />

Faculteit Industriële Ingenieurs weten schappen van de KU Leuven.<br />

Deze verjaardag wordt uitgebreid herdacht met vieringen, lezingen,<br />

reünies en andere events gedurende het hele academiejaar.<br />

“Doorheen de geschiedenis van Groep T loopt een rode draad”,<br />

vertelde de burgemeester in zijn openingstoespraak. “Die draad<br />

heet engagement: voor Leuven, voor de samenleving en voor de<br />

toekomst. Dat zie je al heel duidelijk in de opdrachts verklaring<br />

van de Sint-Pieters ambachtsschool – de verre voorganger van<br />

Groep T – in <strong>18</strong>89. De stichters willen aan de kinderen uit de<br />

Leuvense arbeiders gezinnen de kans geven om na de lagere<br />

school een vak te leren zodat ze niet direct moeten gaan werken<br />

zonder scholing. Educatie als sociale ontvoogding, als opstap<br />

naar een betere toekomst”.<br />

“Wanneer vijftig jaar later aan de technische school een Hogere<br />

School voor Technisch Ingenieurs wordt toe gevoegd, zie je dat<br />

sociale engagement terugkomen. Ditmaal bestaat de missie erin<br />

talentrijke leerlingen uit het technisch onderwijs in staat te stellen<br />

een hogere studie te volgen. De universiteit was in die tijd voor<br />

de meesten financieel te hoog gegrepen.<br />

Met een diploma van technisch ingenieur openden zich<br />

ongekende mogelijkheden op de arbeidsmarkt en kansen op<br />

sociale promotie”.<br />

Openheid<br />

Na de upgrading van de technisch naar industrieel ingenieurs in<br />

1977 ziet de burgemeester het engagement van de industriële<br />

hogeschool nog toenemen. “Aan de technische bekwaamheden<br />

van de ingenieurs worden nog competenties toegevoegd inzake<br />

management en communicatie, om de beroeps perspectieven<br />

van de afgestudeerden te vergroten. Verder stellen we vast dat<br />

de hogeschool vanaf 1995 resoluut de internationale kaart trekt<br />

met de uitbouw van een wijdvertakt netwerk, eerst in China,<br />

vervolgens in Zuidoost-Azië, India en Ethiopië. Tegelijk biedt de<br />

hogeschool in Leuven de onderwijsprogramma’s ook in het<br />

Engels aan met het doel een internationaal publiek aan te trekken.<br />

Voor de Vlaamse studenten op de campus is dit dan weer een<br />

buitenkans om hun horizon te verruimen en zich voor te bereiden<br />

op een beroepspraktijk die almaar internationaler wordt”.<br />

“Van internationaal engagement naar openheid is maar een kleine<br />

stap”, aldus de burgemeester. “Dit is dan ook de rode draad die<br />

parallel met de eerste loopt. Campus Groep T is een smeltkroes<br />

van nationaliteiten, talen en culturen, een voor afspiegeling van de<br />

wereld waarin de ingenieurs na hun studie bedrijvig zullen zijn”.<br />

Voortrekkersrol<br />

In de multicampusfaculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

vertegen woor digt de Leuvense campus 40% van het aantal<br />

studenten en alumni. Bij de internationale studentenpopulatie<br />

loopt het aandeel op tot boven 80 %. Dit academiejaar heeft<br />

de campus zijn positie in de faculteit en erbuiten nog versterkt<br />

door als enige een beduidende winst te boeken. Burgemeester<br />

Ridouani ziet hierin het bewijs dat de zestigjarige nog niets van<br />

zijn dynamiek een aantrekkingskracht heeft verloren. “Ook in de<br />

grote KU Leuven blijft Groep T een sterk merk met een<br />

boodschap die de jongeren aanspreekt”.<br />

8


Tot slot stond de burgemeester stil bij het Agoria Solar Team dat<br />

hij de trots van de stad en de campus noemde. “Sinds 2005<br />

bouwen ingenieursstudenten om de twee jaar een eigen<br />

zonnewagen. Sinds 2019 stapelen de overwinningen zich op in<br />

zowat alle continenten. Toch is het de kampioenen niet enkel om<br />

racen te doen. Met hun project willen ze jongeren en het brede<br />

publiek sensibiliseren voor wetenschap en technologie en meer<br />

in het bijzonder voor hernieuwbare energie. Ook hier maakt<br />

engagement het verschil. Geïnspireerd dor het Solar Team zijn<br />

inmiddels meerdere studententeams opgericht.<br />

Eén ervan, CORE, is actief betrokken bij een essentieel<br />

engagement van de stad: Leuven Klimaatneutraal in 2030.<br />

Stad en campus trekken aan éénzelfde zeel en gaan voor<br />

hetzelfde doel: in, met en voor Leuven”.<br />

Yves Persoons<br />

Burgemeester Mohamed Ridouani<br />

© Johan Van Droogenbroeck<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

9


NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />

INGENIEUR & ONDERNEMER:<br />

1+1 = 3<br />

Wat maakt van een ingenieur een ondernemer? Volstaan een ondernemende mindset<br />

en attitude? Is ondernemerschap aangeboren? Deze en andere vragen kwamen aan bod<br />

tijdens de thema-avond ‘Ingenieur & Ondernemer’ op 9 november 2021, een initiatief van<br />

Campus Groep T en Technovation Hub, de ondernemersincubator van de Faculteit Industriële<br />

Ingenieurswetenschappen. Dat ondernemerschap de (aankomende) industrieel ingenieurs<br />

aanspreekt, bleek uit de grote opkomst van studenten en alumni.<br />

Jos Vandael, voormalig CEO van<br />

Dexis Europe en nu Executive Coach<br />

van Innovate, beet de spits af.<br />

Van hem verscheen in 2020 het boek<br />

‘Het onbewandelde pad. Een strategie<br />

voor inspirerend leiderschap’. Daarin<br />

comprimeert hij zijn carrière en ervaring<br />

in tien kwaliteiten die volgens hem het<br />

fundament van het ondernemerschap<br />

vormen. Elke allusie op de ‘tien geboden’<br />

wijst hij resoluut van de hand. “Het on -<br />

bewandelde pad is geen wetboek en ook<br />

geen handleiding. Mijn conclusie is dat<br />

ondernemerschap niet aangeboren is.<br />

Het is een keuze, een kenmerk van mensen<br />

die in bepaalde situaties opstaan en het<br />

heft in handen nemen om het grotere<br />

belang te verdedigen. Ondernemers zijn<br />

leiders die erin slagen de weg te tonen als<br />

het moeilijk wordt. Mensen die de weg<br />

dus zelf zien, mensen met visie”.<br />

Van tien tot één<br />

De tien eigenschappen van inspirerend<br />

leiderschap rangschikt Jos Vandael in een<br />

omgekeerde volgorde van belangrijkheid.<br />

Op nummer 10 staat ‘Wees kundig’: ken<br />

je markt maar kijk ook breder en verder.<br />

Caleidoscopisch denken en nieuws -<br />

gierigheid zijn daarbij van grote waarde.<br />

‘Think big, act small’ staat op nummer 9.<br />

Het verwijst naar de capaciteit een brede<br />

visie te vertalen in concrete acties en<br />

daarbij de nodige vastberadenheid aan de<br />

dag te leggen. ‘Wees volhardend’ staat<br />

dan ook op de achtste plaats.<br />

In dezelfde lijn liggen ‘stick to the basics’<br />

of schoenmaker, blijf bij je leest (nr. 7)<br />

en ‘communiceer helder’ op plaats 6.<br />

Een ondernemer is per definitie een goede<br />

communicator waarbij kunnen luisteren<br />

niet moet onderdoen voor zelf het (hoge)<br />

woord voeren. Echte ondernemers denken<br />

in termen van ‘wij’, ze ‘verzoenen tegen -<br />

strijdigheden’ en laten hun medewerkers<br />

groeien (nr. 5). ‘Wees authentiek’ staat op<br />

nummer 4. Wie wil groeien, moet zich<br />

onderscheiden. Dit betekent dat je moet<br />

accepteren dat niet iedereen het met jou<br />

eens is. “Als je alle mensen gelukkig wil<br />

maken, verkoop dan ijsjes”, aldus Jos<br />

Vandael. In de top drie vind je ‘mensen<br />

maken het verschil’, ‘integriteit’ en op<br />

nummer één ‘passie’. Wil je anderen<br />

inspireren, dan moet je eerst zelf<br />

gepassioneerd zijn.<br />

Voedingsbodem<br />

Tijdens het debat werd Jos Vandaels<br />

rangorde tegen het licht gehouden door<br />

vier door de wol geverfde ondernemers:<br />

Koen Verhaert, CEO van Verhaert Masters<br />

in Innovation; Pieter Jan Jordaens,<br />

voorzitter van Technovation Hub; Filip<br />

Tersago, managing owner van Connect-er<br />

en Filip Timmermans, managing director<br />

van Skilpod. Marc Van Aken, docent op<br />

Campus Groep T en zelf ondernemer,<br />

leidde het debat in goede banen.<br />

Jos Vandaels lijstje werd in grote lijnen<br />

door iedereen onderschreven.<br />

‘Passie bleef nummer 1, gevolgd door<br />

‘ken je markt’, ‘blijf authentiek’ en ‘Think<br />

big, act small’.<br />

Hoe het komt dat ondernemerschap<br />

goed gedijt bij industrieel ingenieurs,<br />

was een volgend onderwerp van gesprek.<br />

Ook daar over heerste eensgezindheid.<br />

Filip Tersago verwoordde het als volgt:<br />

“De stevige polyvalente wetenschappelijk<br />

technische ingenieursvorming is een<br />

uitstekende voedingsbodem voor onder -<br />

nemerschap. Voeg daarbij het probleemoplossend<br />

vermogen dat industrieel<br />

ingenieurs eigen is, en je ziet dat ze in vele<br />

sectoren en functies ondernemend uit<br />

de hoek komen”.<br />

“In tal van bedrijven onderscheiden<br />

industrieel ingenieurs zich eveneens als<br />

competente entrepreneurs”, merkte Pieter<br />

Jan Jordaens op. “Zij ondernemen binnen<br />

de onderneming en vullen hiermee de<br />

ondernemer aan de top goed aan. Veel van<br />

de eerdergenoemde eigenschappen zijn<br />

ook op hen van toepassing”.<br />

Netwerken<br />

De netwerkreceptie na het debat vormde<br />

de climax van de thema-avond. “Alle<br />

studententeams die ressorteren onder<br />

Technovation Hub waren present met een<br />

stand”, vertelt coördinator Ellen Demarsin.<br />

10


“Van de gevestigde waarden als het Solar<br />

Team, Formula Electric Belgium, iGEM en<br />

CORE tot de nieuwste studententeams<br />

Circl-E en Aether, alsook de startups in<br />

wording. Voor de aanwezigen was het<br />

een buitenkans om kennis te maken met<br />

het complete assortiment van jong,<br />

georganiseerd ondernemerstalent binnen<br />

de faculteit. En voor de teams zelf was<br />

het een opportuniteit om hun passie te<br />

delen met het publiek en met elkaar”.<br />

Yves Persoons<br />

www.technovationhub.be<br />

Jos Vandael<br />

“Dat industrieel ingenieurs zich tot het ondernemerschap<br />

aangetrokken voelen, blijkt uit de vele alumni die zelf een<br />

bedrijf opstarten. Hun polyvalente ingenieursvorming en<br />

hun probleemoplossend vermogen maken onze<br />

ingenieurs breed inzetbaar. Voeg daarbij nog visie en<br />

een stevige dosis passie en ze zijn in staat om mensen<br />

en dingen in beweging te zetten. Dat elk jaar meer<br />

studenten de stap naar het ondernemerschap zetten,<br />

stemt hoopvol voor de toekomst”.<br />

Ellen Demarsin, Corporate Relations Coordinator<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

11


ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />

INNOVATION CHALLENGES:<br />

OPSTAP NAAR<br />

ONDERNEMERSCHAP<br />

Een aerodynamische fiets, een amfibiedrone, een instant 3D-scanner, een minisatelliet,<br />

een kunstspier… Het is een greep uit de ontwerpopdrachten van de Innovation Challenges<br />

die Campus Geel aanbiedt aan studenten die méér uit hun opleiding willen halen.<br />

In een jaar tijd verdriedubbelde het aantal deelnemers. Rita Thijs, coördinator van<br />

de Geelse ondernemershub cocoon 2440 vertelt het succesverhaal.<br />

‘ Werk in teamverband een<br />

creatieve oplossing uit voor een<br />

maatschappelijk of industrieel<br />

relevante uitdaging’. Dat is de opdracht<br />

waarvoor de bachelors en masters<br />

Industriële Wetenschappen en Bio weten -<br />

schappen in Geel kunnen intekenen.<br />

“Dat kan op twee manieren”, legt Rita uit.<br />

“Je kiest uit een bestaand pakket van ruim<br />

een dozijn projecten. Of je dient zelf een<br />

voorstel in dat aan de voorwaarden<br />

voldoet, zoals een innovatief karakter,<br />

een link met het werkveld, aantoonbare<br />

meerwaarde en uiteraard een hoogweten -<br />

schappelijk-technologisch niveau.”<br />

“Cruciaal is eveneens de inter disciplinariteit”,<br />

vervolgt Rita. “Een team moet bestaan uit<br />

studenten van verschillende afstudeer -<br />

richtingen. Bij de Challenges is het immers<br />

te doen om het verruimen van het blikveld<br />

en het aanscherpen van de creatieve en<br />

ondernemende skills. In dat opzicht kun<br />

je de Innovation Challenges beschouwen<br />

als een aanloop naar de studententeams<br />

die in de facultaire Technovation Hub<br />

bedrijvig zijn. Dat Technovation Hub ons<br />

initiatief mee ondersteunt en promoot bij<br />

de ondernemingen is dan ook geen<br />

toeval. Challenges die uit de bedrijven<br />

komen zijn levensechter, zeker als ze ook<br />

mee door het bedrijf worden begeleid”.<br />

Workshops<br />

Tijdens hun Challengetraject nemen de<br />

studenten deel aan drie workshops van<br />

elk een halve dag. Om ook hier de band<br />

met het werkveld te verzekeren, worden<br />

ze ingericht i.s.m. VOKA.<br />

“In Design Thinking stellen we de deel -<br />

nemers een aantal essentiële vragen in<br />

de aard van ‘wat maak ik voor wie?’,<br />

‘aan welke noden of verwachtingen moet<br />

mijn product beantwoorden?’, ‘wie zijn de<br />

concurrenten in de markt?’, en ‘welke<br />

meerwaarde kan ik bieden?’. Bezint eer<br />

je begint, is hier de boodschap. Zonder<br />

een degelijk antwoord op deze en andere<br />

vragen kun je niet aan je Challenge<br />

beginnen”, aldus Rita.<br />

In de tweede workshop worden de<br />

bevindingen uit de eerste verder<br />

ontwikkeld tot een Business Model<br />

canvas. “Hierin bekijken we de kostprijs<br />

en het hele financiële plaatje”, vertelt Rita.<br />

“En gaan we in op de andere P’s van<br />

de marketingmix: product, plaats (resp.<br />

distributie) en promotie. Als alle P’s goed<br />

zijn ingevuld, is duidelijk wat het product<br />

is, hoeveel het zal kosten, hoe het onder<br />

de aandacht gebracht zal worden en waar<br />

het zal verkocht worden. Bij de prijsstelling<br />

worden ook de prijzen van de concurrenten<br />

vergeleken en onderzocht wat de klant<br />

bereid is voor het product te betalen.<br />

Na deze oefening zijn de studenten<br />

klaar om het prototype van hun product<br />

te bouwen”.<br />

12


Dien als organisatie zelf een challenge in via:<br />

www.technovationhub.be/home/innovatiechallenges/bied-een-uitdaging-aan<br />

Pitching<br />

De derde workshop bereidt de deel -<br />

nemers voor op het sluitstuk van hun<br />

Challenge: de pitching. “We verwachten<br />

inderdaad geen lange technische uiteen -<br />

zetting”, bevestigt Rita. “De studenten<br />

moeten in staat zijn om hun boodschap<br />

compact en overtuigend te brengen zodat<br />

de interesse van de klant opgewekt en<br />

levendig gehouden wordt. Tijdens de<br />

workshop krijgen ze hiervoor de nodige<br />

tips en tricks”.<br />

De Innovation Challenges gingen vorig<br />

academiejaar op Campus Geel van start<br />

met 19 deelnemers. Voor de tweede editie<br />

zijn ze al met 60, een aantal dat volgens<br />

Rita nog zal toenemen als de workshops<br />

in het collegerooster van de studenten inge -<br />

pland worden. “De Innovation Challenges<br />

zijn een extra-curriculaire activiteit waaraan<br />

de studenten op vrijwillige basis deel -<br />

nemen. Een gunstige planning is een<br />

niet te onderschatten succesfactor.<br />

Bruikbaarheid in de reguliere opleiding is<br />

een andere. Van collega’s vernam ik dat<br />

studenten die aan de Challenges hadden<br />

deelgenomen beduidend beter presteerden<br />

tijdens de verdediging van hun bachelor -<br />

proef. Dat zijn stevige argumenten.<br />

Ook met de Ingenieursbelevingen in de<br />

bacheloropleiding zijn er raakvlakken die<br />

het exploreren waard zijn. Verder zie ik het<br />

initiatief evolueren naar een project dat op<br />

de andere campussen aangeboden wordt<br />

met een eigen campusaanbod dat open<br />

staat voor alle studenten van de faculteit.<br />

Nu de ‘Design Thinking’ van de Innovation<br />

Challenges op punt staat, kunnen we<br />

beginnen aan ons eigen ‘Business Model<br />

canvas’ op niveau van de faculteit en zelfs<br />

erbuiten. De pitching volgt later”.<br />

Yves Persoons<br />

Rita Thijs © Joren De Weerdt<br />

www.iiw.kuleuven.be/geel/cocoon2440/innovatiechallenges<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

13


STUDENT IN DE KIJKER<br />

Annelot Van den Bogaert<br />

© Dries de Krom<br />

14


KOOLSTOF AFVANGEN<br />

MET ANNELOT<br />

Wil Vlaanderen in 2050 klimaatneutraal zijn, dan moet in snel tempo komaf gemaakt worden<br />

met de emissie van CO2. Bedrijven experimenteren met technologieën die verhinderen<br />

dat koolstofdioxide in afvalgassen uitgestoten wordt. Koolstofafvang, heet dat.<br />

Annelot Van den Bogaert, masterstudente industrieel ingenieur chemie op Campus<br />

Diepenbeek, ontwikkelde een nieuwe technologie die niet alleen tot betere resultaten leidt<br />

maar ook merkelijk goedkoper is. Voor haar baanbrekend werk werd ze beloond met de<br />

eerste prijs van de ingenieursvereniging ie-net in de categorie industrieel ingenieur.<br />

‘ Helder en duidelijk’, ‘een uitstekende presentatie’, ‘een<br />

groot potentieel voor vele toepassingen’, … de jury van<br />

de ie-net prijzen 2021 kwam woorden tekort om de<br />

prestatie van Annelot in de verf te zetten. Er is dan ook sprake<br />

van een veelbelovende stap voorwaarts om de chemische<br />

absorptie van CO2 te optimaliseren en financieel aantrekkelijker<br />

te maken. Prof. Mumin Enis Leblebici, promotor van het<br />

bekroonde werk, deelt in de eer en terechte trots.<br />

Verdunning<br />

Waar gaat het om? Annelot legt uit: “De beste methode om CO 2<br />

uit afvalgassen te halen, is de chemische absorptie ervan door<br />

monoethanolamine (MEA). Dat is een vloeistof die gebruikt wordt<br />

voor het verwijderen van zure componenten uit gasstromen.<br />

Het product wordt verdund met water omwille van de hoge<br />

viscositeit en corrosiviteit van het solvent. Aan deze praktijk zijn<br />

echter nadelen verbonden. Om te beginnen leidt de verdunning<br />

van de vloeistof tot hogere pompkosten. Er is immers een hoger<br />

debiet solvent nodig om voldoende CO 2 te verwijderen.<br />

Daarenboven beschikt de klassieke gepakte kolom over een<br />

beperkt contactoppervlak tussen solvent en gas..”.<br />

Dat de chemische absorptie van CO 2 door MEA maar in een<br />

beperkt aantal industriële processen wordt gebruikt, is volgens<br />

Annelot geen toeval. “Het is gewoon economisch niet interessant.<br />

Het zijn het regeneratieproces en het beschikbare contact -<br />

oppervlak die de kosten opdrijven. Tijdens de regeneratie van de<br />

vloeistofstroom worden CO 2 en MEA van elkaar gescheiden,<br />

zodat MEA hergebruikt kan worden. Dat gebeurt door middel van<br />

hete stoom. Omdat de vloeistofstroom water bevat, gaat een<br />

deel van de energie naar het opwarmen ervan in plaats van naar<br />

de vrijzetting van CO 2 en MEA na absorptie. Daarnaast zorgt<br />

het beperkte contactoppervlak voor een meerkost. Door de<br />

verdunning van de MEA-stroom is er minder contact mogelijkheid<br />

voor de reactie. Dat betekent dat er grotere – dus duurdere –<br />

kolommen nodig zijn om het proces efficiënt te laten verlopen”.<br />

Aerosolreactor<br />

In de literatuur vond Annelot een interessant alternatief: een sproei -<br />

kolom die het solvent vernevelt. “De vorming van druppels maakt<br />

het contactoppervlak tussen de gas- en de vloeistofstroom groter.<br />

Het gebruik van een sproeikolom, voorkomt alvast problemen<br />

als drukval of beschadiging van het pakkingsmateriaal. De hoge<br />

regeneratiekost is echter nog niet van de baan. Vernevelaars zijn<br />

namelijk niet allemaal geschikt voor solventen met hoge viscositeit<br />

zodat het verdunnen van MEA noodzakelijk blijft en er dus water<br />

in de vloeistofstroom blijft zitten”.<br />

De oplossing die Annelot bedacht, is tweevoudig. Ze ging aan<br />

de slag met enerzijds een aerosolreactor, uitgerust met een<br />

ultrasone vernevelaar en anderzijds een hogere MEA-concentratie.<br />

“De ultrasone technologie laat toe om solventen met een hogere<br />

viscositeit te gebruiken. Daarmee is het probleem van de<br />

corrosiviteit van MEA opgelost aangezien een aerosolreactor<br />

geen pakkingsmateriaal heeft. Maar er is meer. Omdat het solvent<br />

geen water meer bevat, is er ook geen extra energie meer nodig<br />

tijdens het regeneratieproces. Daar komt nog eens bij dat de<br />

aerosolreactor een kleiner volume heeft dan een sproeikolom:<br />

het beschikbare contactoppervlak wordt immers bepaald door<br />

de grootte van de spray en de reactor is daarop afgestemd”.<br />

Economische meerwaarde<br />

Via experimenteel onderzoek kon Annelot aantonen dat het<br />

gebruik van geconcentreerde MEA-oplossingen in een aerosol -<br />

reactor effectief tot een succesvolle absorptie van CO 2 leidt,<br />

iets wat nog nooit eerder in de literatuur is aangetoond.<br />

Bovendien laat deze technologie toe om de regeneratiekosten te<br />

reduceren door de afwezigheid van water en kan er gebruik<br />

gemaakt worden van een compactere, dus minder dure reactor.<br />

Hightech met een economische meerwaarde, Annelot heeft de<br />

eerste prijs van ie-net duidelijk niet gestolen.<br />

Yves Persoons<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

15


STUDENT IN DE KIJKER<br />

STIJN SCOORT<br />

MET CAMERA OP TRACTOR<br />

Drones zijn overal in opmars, ook in de land- en tuinbouw. Uitgerust met een gesofisticeerde<br />

multispectrale camera kan een drone de groei van gewassen op grote oppervlaktes in kaart<br />

brengen. In zijn masterproef toonde Stijn Daems, student Biowetenschappen op Campus<br />

Geel, aan dat het ook anders én goedkoper kan. Het leverde hem de tweede prijs van de<br />

ingenieursvereniging ie-net op.<br />

Door de klimaatverandering krijgen land- en tuinbouw<br />

almaar vaker af te rekenen met extreme weers om -<br />

standigheden. Droogte en waterschaarste zijn inmiddels<br />

jaarlijks terugkerende fenomenen. Verstandig omspringen met<br />

water is ook voor de agrarische sector een must. “Er wordt volop<br />

geëxperimenteerd met nieuwe irrigatietechnieken”, bevestigt<br />

Stijn. “Eén daarvan is druppelirrigatie. In de fruitteelt is het gebruik<br />

van druppel slangen al ingeburgerd, maar in de vollegronds -<br />

groenteteelt is dat nog niet het geval. Nochtans zouden teelten<br />

zoals kolen, witloof, selder, prei, courgette en venkel, die zeer<br />

droogtegevoelig zijn, daar zeker mee gebaat zijn. Mijn opdracht<br />

bestond erin verschillende irrigatie methodes te evalueren<br />

aan de hand van gewas indices. Die indices moesten we halen<br />

uit camerabeelden”.<br />

Rood-groen-blauw<br />

Bij Biowetenschappen op Campus Geel lopen de studenten na<br />

hun bachelor opleiding zes tot acht weken stage. Stijn kon terecht<br />

in het Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) in Sint-Katelijne-<br />

Waver, het ‘hoofdkwartier’ van de Vlaamse groentesector.<br />

Nieuwe technieken, methodes en toepassingen worden er getest<br />

op hun kwaliteit, rendement en duurzaamheid. “Op het PSKW<br />

wordt volop geëxperimenteerd met slimme drainage en water -<br />

besparende technieken”, vertelt Stijn. “Druppelirrigatie is daar<br />

een voorbeeld van. Ik kon de meerwaarde ervan onderzoeken in<br />

economisch belangrijke teelten als bloemkool, selder en prei”.<br />

Het onderzoek spitste zich toe op het vergelijken van beelden<br />

gemaakt met een RGB en multispectrale camera. Zoals eerder<br />

vermeld, werd afgezien van drones omdat ze in de land- en<br />

tuinbouw amper in gebruik zijn. “Dat is uiteraard geen toeval”,<br />

legt Stijn uit. “Er zijn behoorlijk wat obstakels: vergunningen,<br />

regelgeving, verzekering en het kosten plaatje. Als blijkt dat een<br />

camera op een tractor ook nuttig is, hoeven we de telers niet op<br />

kosten te jagen. Ze rijden sowieso meerdere keren per seizoen<br />

door hun akkers om de gewassen te bemesten en/of onkruid te<br />

bestrijden. Als de camerabeelden op hun tractor laten zien dat<br />

er variatie is in het groeiproces kan op de juiste plaats bijkomende<br />

irrigatie of bemesting worden toegediend”.<br />

Sensoren<br />

Stijn monteerde een multispectrale camera op de fronthef van<br />

een tractor. “De camera bevat verschillende sensoren die elk een<br />

eigen kleur opmeten. Eén daar van is de RGB-sensor die het<br />

gereflecteerde rood, groen en blauw licht van het gewas registreert.<br />

Je kunt die sensor vergelijken met de camera in je mobiele<br />

telefoon. Verder is de multispectrale camera uitgerust met drie<br />

andere sensoren. Die meten andere soorten van licht waarvan<br />

een aantal met het blote oog niet te zien zijn zoals nabij-infrarood”.<br />

Wanneer de beelden gemaakt zijn, begint het grote werk.<br />

Hoe haal je uit dat materiaal bruikbare informatie over de toestand<br />

van de gewassen? “De hoeveel heid licht die door de planten<br />

gereflecteerd wordt, levert de indices op”, aldus Stijn. “Om die<br />

te berekenen heb ik een computer programma geschreven in<br />

Python. Eén druk op de knop volstaat om de indices te zien<br />

verschijnen in een Excelbestand. Storende elementen zoals kale<br />

bodem kunnen netjes worden weggefilterd zodat je nog enkel<br />

de vegetatiepixels overhoudt”.<br />

Op het proefveld ondergingen de drie geselecteerde teelten elf<br />

irrigatiebehandelingen. “In elke proef detecteerde de camera<br />

verschillen in de gewasgroei”, zegt Stijn. “Wat vooral opviel was<br />

dat de kwaliteit van de informatie uit de RGB-beelden niet moest<br />

onderdoen voor die van de andere sensoren. Dit betekent dat<br />

een eenvoudige en goedkope RGB-camera volstaat om het<br />

groeiproces van de gewassen op te volgen”.<br />

Onderzoeker<br />

Stijn is inmiddels al ruim een half jaar afgestudeerd, maar heeft<br />

Campus Geel nog niet verlaten. We vinden hem terug in het lab<br />

van de onderzoeksgroep ‘Sustainable Crop Production &<br />

Protection’ (SusCroPP) van prof. Johan Ceusters. Stijn bereidt<br />

er een doctoraat voor over de invloed van licht op het malaat<br />

en protonmetabolisme in CAM planten, zoals orchideeën.<br />

Omdat deze planten ’s nachts CO opnemen, kunnen ze overdag<br />

hun huidmondjes gesloten houden waardoor ze erg zuinig<br />

omspringen met water. Een zeer interessant studieobject dus in<br />

tijden van klimaatverandering.<br />

Yves Persoons<br />

16


Stijn Daems<br />

© Joren De Weerdt<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

17


STUDENT IN DE KIJKER<br />

AETHER STUDENT TEAM:<br />

THE SKY IS NOT THE LIMIT<br />

Wie dacht dat de ingenieursstudenten van de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurswetenschappen met de wereldtitel<br />

in de World Solar Challenge de absolute top hadden bereikt,<br />

moet zijn/haar mening herzien. Een nieuw team is opgestaan<br />

dat nog hoger mikt. Hun missie; een satelliet bouwen<br />

die heelhuids kan terugkeren naar de aarde.<br />

“Een wereldprimeur”, aldus Dies Wellens, leider van<br />

het Aether Student CubeSat Team.<br />

Het nieuwe team telt zes leden,<br />

allemaal student of pas afge -<br />

studeerd op Campus Groep T. Zij<br />

volgen het Postgraduaat Tech Inno vations<br />

in Ventures & Teams, bekend als kweek -<br />

vijver voor ondernemend ingenieurs talent.<br />

De missie van het team veronderstelt dan<br />

ook niet alleen een stevige technische<br />

kennis maar ook creativiteit, teamspirit,<br />

doorzettingsvermogen en nog andere<br />

kwaliteiten die onder de noemer ‘onder-<br />

nemerschap’ vallen.<br />

Cube sat<br />

“Satellieten heb je in alle maten en<br />

gewichten”, vertelt Dries. “Naast de grote<br />

tuigen, zijn de miniatuur exemplaren aan<br />

een echte opmars bezig. Cube sats zijn<br />

niet alleen goedkoper en toegankelijker<br />

voor bedrijven en organisaties, maar kunnen<br />

ook sneller en gerichter worden ingezet.<br />

De standaardafmetingen zijn 10x10x10 cm,<br />

dat is iets groter dan een Rubik kubus.<br />

Ook het gewicht ligt vast op 1,33 kg”.<br />

“Door hun kleine omvang kunnen cube<br />

sats gemakkelijk meegestuurd worden<br />

met de bestaande grote draagraketten.<br />

Ze zijn dan verpakt is een gesloten<br />

container van waaruit ze door een<br />

veersysteem worden weggeschoten.<br />

Tijdens de bevoorradingsvluchten naar<br />

het ISS-ruimtestation worden nagenoeg<br />

altijd cube sats meegenomen en uitgezet.<br />

Grote spelers zoals NASA en ESA zetten<br />

cube stats in tijdens missies naar Mars<br />

of bij astrobiologische of- chemische<br />

experimenten in de ruimte. Cube sats<br />

zijn eigenlijk niet meer weg te denken uit<br />

de moderne ruimtevaart”.<br />

Perspectieven<br />

Cube sats hebben dan wel de wind in de<br />

zeilen, toch is er tot op heden nog nooit<br />

een exemplaar teruggehaald naar de<br />

aarde. “Satellieten de ruimte insturen is<br />

inderdaad gemakkelijker en goedkoper<br />

dan ze te recupereren”, zegt Dries.<br />

“Maar dat houdt ons niet tegen om het<br />

toch te proberen. We zijn er namelijk van<br />

overtuigd dat terugkerende satellieten<br />

nieuwe perspectieven openen voor<br />

wetenschappelijk onderzoek in de ruimte.<br />

Voor tal van experimenten zou het nuttig<br />

zijn mochten de resultaten effectief<br />

kunnen terechtkomen bij de onderzoekers<br />

op aarde voor verdere opvolging.<br />

Bovendien kunnen cube sats tijdens hun<br />

terugreis ook zelf metingen uitvoeren over<br />

de samenstelling van de atmosfeer”<br />

Dat brengt Dries bij de kern van het<br />

AETHER-project. “Wij zijn geen satellieten -<br />

bouwers. Onze core business bestaat erin<br />

de technologie te ontwikkelen die nodig is<br />

om cube sats behouden terug te brengen.<br />

Zoals bekend, is het binnendringen in de<br />

dampkring van de aarde een hachelijke<br />

onderneming. Dat betekent dat we een<br />

hitteschild moeten ontwerpen dat kan<br />

verhinderen dat het tuig opbrandt.<br />

Verder moeten we kunnen garanderen<br />

dat de cube sat na zijn helletocht door de<br />

atmosfeer op een veilige en gemakkelijk<br />

bereikbare plaats landt”.<br />

Ballistische coëfficiënt<br />

Wat het hitteschild betreft, bestaat de<br />

opdracht erin de zgn. ballistische coëfficiënt<br />

zo laag mogelijk te houden. “Dat betekent<br />

dat we zoveel mogelijk luchtweerstand<br />

moeten creëren waardoor de satelliet kan<br />

vertragen om uiteindelijk zacht te landen”,<br />

legt Dries uit. “Daarom zijn we van plan<br />

de cube sat uit te rusten met een<br />

opblaasbaar en uitplooibaar hitteschild<br />

dat de oppervlakte van de kubus vele<br />

malen vergroot en dus zorgt voor meer<br />

weerstand. Met dergelijke technologie<br />

hebben NASA en ESA al met succes<br />

geëxperimenteerd bij missies naar Mars.<br />

Maar ook hier bestaat er vooralsnog<br />

geen toepassing of voorbeeld voor een<br />

cube sat”.<br />

Het ambitieus ruimteplan van het<br />

AETHER-team is opgedeeld in drie<br />

grote deelprojecten. “Het eerste omvat<br />

de ontwikkeling van het hitteschild en<br />

het onderzoek van de lancerings -<br />

mogelijkheden”, zegt Dries. “Daar zijn we<br />

nu volop mee bezig tot eind volgend<br />

academiejaar. Daarna volgen nog de<br />

gecontroleerde re-entry en het uittesten<br />

van het landingssysteem. Op het ‘moment<br />

suprême’ is het dus nog even wachten.<br />

Rome en Parijs zijn ook niet op één dag<br />

gebouwd”.<br />

Yves Persoons<br />

www.aetherspace.be<br />

<strong>18</strong>


Het Aether Team: v.l.n.r. voor: Dries Wellens, Marijn Gielen en Witse Janssens<br />

v.l.n.r. achter: Seppe Craeninckx, Joppe Leers, alumnus Roemer Spreij en Brecht De Vuyst<br />

© Julie Feyaerts<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

19


STUDENT IN DE KIJKER<br />

Iselle De Beuckeleer en Ruben Van Dessel<br />

© Joren De Weerdt<br />

Interne promotoren<br />

prof. dr. ir. Ann Van Gysel dr. ir. Tom Molkens<br />

Externe promotoren<br />

FEBE<br />

Ergon<br />

20


OPGEVULD STAAT NETJES<br />

MAAR MAAKT NIET STERKER<br />

Wat is de invloed van massieve kanalen op de dwarskracht-drukbreukcapaciteit van<br />

voorgespannen holle vloerelementen? Dat was de vraag die Iselle De Beuckeleer en<br />

Ruben Van Dessel in opdracht van FEBE (federatie van de Belgische prefab betonindustrie)<br />

dienden te beantwoorden in hun masterproef Bouwkunde op Campus De Nayer. Wat ze<br />

ontdekten, verbaasde menige bouwkundige. Maar het leverde beide studenten wel de Prijs<br />

van de Belgische Betongroepering (BBG) en de Willy Asselmanprijs van de campus op.<br />

Je hebt ze ongetwijfeld al gezien. De geprefabriceerde<br />

betonnen elementen die gebruikt worden als welfsels bij de<br />

constructie van gebouwen. Om gewicht uit te sparen zijn<br />

ze hol binnenin. Deze holtes vormen kanalen die zich over de<br />

hele lengte van het element uitstrekken. Die kanalen maken<br />

dat het meeste beton zich in de boven- en onderzijde van het<br />

element bevindt, en de voorspanwapening zich voornamelijk<br />

aan de onderzijde situeert.<br />

“Voor de buigweerstand is dat een goede zaak”, merkt Iselle op.<br />

“Bij de dwarskrachtweerstand liggen de kaarten anders wegens<br />

de holle kanalen en het ontbreken van dwarskrachtwapening.<br />

Om daaraan te verhelpen worden op de werf de kanalen<br />

opgevuld met vers beton, het zgn. tweede fase beton”.<br />

Proefopstelling<br />

In hun masterproef onderzochten Iselle en Ruben het nut van deze<br />

opvuloperatie. Of -anders gesteld- hebben de massieve kanalen<br />

überhaupt een invloed op de dwarskracht-drukbreuk capaciteit?<br />

“Vreemd genoeg, is hierover de voorbije jaren nauwelijks<br />

onderzoek verricht”, zegt Ruben. “Dit maakte ons extra<br />

nieuwsgierig, ook al betekende het dat we een hele batterij van<br />

tests moesten uitvoeren”.<br />

“De eerste uitdaging bestond erin een optimale proefopstelling<br />

te bedenken om een dwarskracht-drukbreuk te creëren”,<br />

vervolgt Iselle. “Dus voerden we o.m. een parameterstudie uit<br />

om na te gaan welke factoren bevorderlijk zijn voor het gewenste<br />

bezwijkmechanisme. Het proefprogramma zelf bestond uit het<br />

testen van zes voorgespannen welfsels afkomstig van het bedrijf<br />

Ergon. We experimenteerden met drie soorten van proefstukken:<br />

twee zonder, twee met twee en twee met drie opgevulde kanalen.<br />

Deze welfsels met een lengte van 4m waarvan 3,85m overspanning<br />

onderwierpen we in het laboratorium op onze campus aan een<br />

driepuntsbuigproef met behulp van een hydraulische vijzel.<br />

Videocamera’s waaronder een highspeed exemplaar registreerden<br />

hoe er scheuren ontstonden en het patroon dat zich hierbij<br />

aftekende. Op basis hiervan konden we het bezwijkmechanisme<br />

in kaart brengen”.<br />

Rekenmodel<br />

Wat beide studenten vaststelden, was op zijn minst opmerkelijk.<br />

Om te beginnen constateerden ze dat het opvullen van de<br />

kanalen de scheurlast niet beïnvloedde. “De experimentele<br />

scheurlast bleef schommelen om en bij 310 kN”, aldus Ruben.<br />

“De opgevulde kanalen droegen evenmin bij tot een verhoging<br />

van de buigstijfheid van het element”.<br />

Maar daar bleef het niet bij. De proefresultaten deden ook de<br />

wenkbrauwen fronsen bij het normtechnisch rekenmodel dat in<br />

de bouwsector gebruikt wordt. Dat voorspelt namelijk een<br />

toename van de drukbreukcapaciteit naarmate er meer kanalen<br />

opgevuld worden. “Daar hebben we geen bevestiging voor<br />

gevonden”, vervolgt Iselle. “Integendeel, uit onze tests bleek dat<br />

bij hoge belasting ook het tweede fase beton zo goed als volledig<br />

scheurde. Het evenwicht werd nog enkel in stand gehouden door<br />

de wapening. Voor elk van de proefstukken maten we een<br />

gemiddelde bezwijklast van 443 kN, onafhankelijk van het aantal<br />

opgevulde kanalen. Conclusie: als het erop aankomt om<br />

dwarskracht-drukbreuken te vermijden, is het niet nodig om de<br />

holtes in de vloerelementen op te vullen”.<br />

Meer onderzoek<br />

“Het feit dat zowel de scheur- als de bezwijklasten opvallend hoger<br />

liggen dan wat het rekenmodel voorspelt, is toch wel bedenkelijk”,<br />

vindt Ruben. “Je kunt je afvragen of de huidige formules wel<br />

geschikt zijn om de scheurlast en de dwarskracht-drukbreuk -<br />

weerstand voor voorgespannen welfsels te berekenen. Er is<br />

duidelijk meer onderzoek nodig om onze waarnemingen te verifiëren<br />

en zo nodig een performanter rekenmodel te ontwikkelen”.<br />

De kans dat het bekroonde duo deze klus zal klaren is klein,<br />

zo niet onbestaande. Iselle is inmiddels aan de slag als werfleider<br />

bij Groep Van Roey. En Ruben, die volgt in Leuven een bijkomend<br />

masterprogramma in Management met de bedoeling snel carrière<br />

te maken in de bouwsector. Ook al splitsten de wegen van beide<br />

laureaten, ze zijn ervan overtuigd dat hun masterproef een boost<br />

heeft gegeven aan hun verdere loopbaan.<br />

Yves Persoons<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

21


STUDENT IN DE KIJKER<br />

SOLAR CHALLENGE<br />

MOROCCO:<br />

GEEN GEWONE<br />

RACE<br />

“De Solar Challenge in Marokko wordt geen gewone race.<br />

De steile bergen, slechte wegen en warme temperaturen<br />

maken er een echte uitdaging van die onze nieuwe zonnewagen<br />

stevig op de proef zal stellen”, voorspelde Birgitt Peeters,<br />

pilote van het Agoria Solar Team in een TV-interview op<br />

20 oktober 2021. Het waren profetische woorden, zo bleek<br />

een week later.<br />

Zonder de coronaperikelen had het<br />

Leuvense team in oktober 2021 zijn<br />

wereldtitel moeten verdedigen in<br />

Australië. Toen de World Solar Challenge<br />

werd afgeblazen, gingen een aantal<br />

ambitieuze teams op zoek naar een<br />

alternatief. Dat werd de Solar Challenge<br />

Morocco, een parcours van 2500 km<br />

doorheen de Sahara en het bergachtige<br />

binnenland. Het Leuvense team doopte<br />

zijn zonnewagen om tot ‘Blue Point Atlas’,<br />

naar de naam van het gebergte dat<br />

overwonnen moest worden. In oktober<br />

2021 verzamelden teams uit heel Europa<br />

in Agadir voor een vijfdaagse uitputtings -<br />

slag van gemiddeld 500 km per dag.<br />

Eerste plaats<br />

Op maandag 25 oktober werd de eerste<br />

etappe gereden. Op basis van de kwali -<br />

ficatie proeven vertrok de Blue Point Atlas<br />

als derde. “Dankzij onze voorbereiding en<br />

een sterk stukje teamspirit haalden we al<br />

snel de twee Nederlandse teams in die<br />

eerder waren vertrokken”, vertelt Birgitt.<br />

“Zelfs een koppige dromedaris die de weg<br />

versperde kon niet verhinderen dat we<br />

verder uit liepen en finishten met een<br />

voorsprong van 17 minuten op het team<br />

uit Twente”.<br />

De volgende dag kregen de teams niet<br />

alleen de langste maar ook de meest<br />

bergachtige etappe te verwerken. “In de<br />

bergen hielden we goed stand, maar in<br />

het vlakke gedeelte werd het een nekaan-nek<br />

race met Twente”, vervolgt Birgitt.<br />

“De Nederlanders slaagden er zelf in de<br />

rit te winnen. We bleven wel op de eerste<br />

plaats in het klassement maar onze voor -<br />

sprong was wel geslonken tot 11 minuten”.<br />

Obstakels<br />

Woensdag 27 oktober was aangekondigd<br />

als een hectische dag. “Het parcours liep<br />

door verschillende dorpen en kleine steden<br />

waar het chaotische verkeer telkens voor<br />

hinder zorgde”, vervolgt Birgitt. “In een van<br />

die opstoppingen konden de Nederlanders<br />

voorsprong nemen. Omstreeks de middag<br />

kregen we ook nog eens af te rekenen<br />

met een klapband. Dit alles kostte ons de<br />

eerste plaats en leverde een achterstand<br />

op van 36 minuten. Het team uit Delft<br />

– onze vertrouwde rivalen in Australië –<br />

volgde op de derde plaats met een<br />

achterstand van meer dan een uur”.<br />

Dag vier werd eveneens een dag vol<br />

obstakels. Dit keer was een nachtelijke<br />

storm de spelbreker.<br />

“Door de felle regen waren de meeste<br />

wegen ondergelopen”, aldus Birgitt.<br />

“Sommige kon je zelfs niet eens meer<br />

zien. Gelukkig is onze zonnewagen<br />

waterdicht. In de heuvels slaagden we erin<br />

om tijd in te halen zodat we na afloop<br />

onze achterstand konden verkleinen tot<br />

13 minuten. Delft verloor nog een uur<br />

extra en een paar teams uit Duitsland en<br />

Zweden moesten zelfs onderweg<br />

opgeven”.<br />

Tweede plaats<br />

Tijdens de laatste racedag op 28 oktober<br />

haalde het Leuvense team het onderste<br />

uit de kan om Twente in te halen. “Dat leek<br />

aanvankelijk te lukken”, zegt Birgitt.<br />

22


“Dankzij het betere klimvermogen van<br />

onze wagen slaagden we erin de laatste<br />

etappe te winnen. Helaas bleek onze<br />

voorsprong niet groot genoeg om in het<br />

algemeen klassement het team uit<br />

Twente te verslaan. Uiteindelijk moesten we<br />

genoegen nemen met de tweede plaats”.<br />

Gilles De Baets, Birgitts collega-piloot<br />

van de zonnewagen, vat het gevoel van<br />

de teamleden als volgt samen: “Aan de<br />

ene kant zijn we blij en trots dat we zulke<br />

ongewone race überhaupt hebben<br />

uitgereden en zelfs twee van de vijf<br />

etappes hebben gewonnen. Ook een<br />

tweede plaats in het eindklassement mag<br />

er best wezen.<br />

Anderzijds kunnen we ons niet van de<br />

indruk ontdoen dat een eerste plaats er<br />

wel degelijk in zat met onze nieuwe wagen.<br />

Hoewel hij oorspronkelijk ontworpen is<br />

voor de vlakke Outback in Australië,<br />

was hij in de Marokkaanse bergen veruit<br />

de sterkste. Zijn naam ‘Atlas’ heeft de<br />

wagen dubbel en dik verdiend”.<br />

Tot slot nog dit. Ook na het Marokkaanse<br />

avontuur blijft het Agoria Solar Team<br />

regerend wereldkampioen. Dat blijft zo tot<br />

in oktober 2023. Dan wordt de volgende<br />

Bridgestone World Solar Challenge gereden<br />

in Australië.<br />

Yves Persoons<br />

www.solarteam.be<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

23


DOCENT IN DE KIJKER<br />

‘WIJ, ROBOTS’:<br />

TECHNOLOGIE ZONDER OOGKLEPPEN<br />

Technologie en artificiële intelligentie zijn heikele thema’s.<br />

Aan de ene kant prijzen de cyberutopisten de oneindige<br />

mogelijkheden de hemel in. Daartegenover staan de technoalarmisten<br />

voor wie de digitale revolutie afstevent op een<br />

ramp. Bij de eerste groep vind je opvallend veel ondernemers<br />

en ingenieurs. Bij de tweede nogal wat sociale wetenschappers<br />

en filosofen. Prof. Lode Lauwaert kiest geen partij.<br />

Dit stelt hem in staat om een aantal heilige huisjes vakkundig<br />

te slopen en loepzuiver te kijken naar de technologische<br />

ontwikkelingen.<br />

“<br />

Eind oktober 2021 verscheen ‘Wij,<br />

robots. Een filosofische blik op<br />

technologie en artificiële intelligentie’<br />

van prof. Lauwaert. De weken en maanden<br />

erna was de auteur niet uit de media weg<br />

te branden. In november kwam er al een<br />

tweede druk uit en momenteel staat er<br />

een verfilming van het werk op stapel.<br />

Het juiste boek op het juiste moment,<br />

zoveel is duidelijk.<br />

“Mijn boek is nauw verbonden met de<br />

Faculteit Industriële Ingenieurs weten -<br />

schappen”, vertelt prof. Lauwaert. “Toen<br />

ik zeven jaar geleden werd aangezocht<br />

om het vak Filosofie en Ethiek te doceren<br />

op de campussen in Leuven, stelde ik<br />

vast dat er niet veel literatuur beschikbaar<br />

was in ons taalgebied. Dus ben ik maar zelf<br />

begonnen te schrijven. Wat oorspronkelijk<br />

bedoeld was als cursusmateriaal voor de<br />

studenten industrieel ingenieur is aan- en<br />

uitgegroeid tot een boek voor al wie met<br />

technologie en AI bezig of begaan is”.<br />

Drie stellingen<br />

In ‘Wij, robots’ neemt prof. Lauwers drie<br />

stellingen onder de loep die doorgaans<br />

voor waar worden aangenomen. Is tech -<br />

nologie wel zo neutraal als algemeen wordt<br />

aangenomen? Heeft AI daadwerkelijk een<br />

ontwrichtend effect op de samenleving?<br />

En volgt de technologische ontwikkeling<br />

een eigen weg waar niemand nog vat op<br />

heeft? Bij elke stelling schept de auteur<br />

eerst helderheid over de begrippen.<br />

Vervolgens wikt en weegt hij de<br />

argumenten pro en contra om tenslotte<br />

de relevantie van de redenering te<br />

beoordelen. Filosoferen mag dan wel<br />

boeiend zijn, maar heeft de ingenieur ook<br />

iets aan de denkoefeningen?<br />

Over de zgn. neutraliteit van de technologie<br />

zegt prof. Lauwaert: “De neutraliteitsthese<br />

is al zo oud als de westerse filosofie.<br />

De stoïcijnen in het oude Griekenland<br />

waren al van oordeel dat technologische<br />

artefacten neutraal zijn”. Dat dit niet klopt,<br />

illustreert de auteur aan de hand van<br />

talrijke voorbeelden. Van algoritmen die<br />

systematisch mannen voortrekken bij<br />

selectieprocedures omdat hen dat zo<br />

geleerd is tot de discriminatie van gekleurde<br />

mensen omdat de software erop getraind<br />

is om eerst witte gezichten te herkennen.<br />

Telkens blijkt dat technologie wel degelijk<br />

met waarden beladen is omdat ze nu<br />

eenmaal ontworpen is vanuit een bestaand<br />

referentiekader. Overigens hoeft dat niet<br />

per se negatief te werken. Technologie<br />

kan even goed in positieve zin met<br />

waarden geladen zijn, maar dit bevestigt<br />

het feit dat het niet om een neutrale<br />

aangelegenheid gaat.<br />

Disruptief en gedetermineerd<br />

Over de disruptiviteit van de digitale<br />

technologie en AI is al langer veel te doen.<br />

Het world wide web, de smart phone,<br />

de sociale media hebben het leven<br />

ingrijpend veranderd met aan de ene kant<br />

een ongekende connectiviteit en als<br />

keerzijde een groeiende polarisering,<br />

desinformatie, haatberichten en jonge<br />

meisjes met eetstoornissen omdat ze<br />

bestookt worden met beelden van hyper -<br />

slanke jongedames. “In ethisch opzicht<br />

zijn deze problemen niet nieuw en evenmin<br />

uniek voor AI”, aldus prof. Lauwaert.<br />

“Het gaat veeleer om transformaties,<br />

verschuivingen of uitvergrotingen van<br />

dingen die vroeger ook al bestonden.<br />

Maar er is meer. Achter de disruptie -<br />

verhalen schuilt niet zelden een<br />

marketingtruc. Want hoe disruptiever een<br />

product wordt voorgesteld, hoe meer het<br />

in de kijker komt en hoe meer nieuws -<br />

gierigheid het opwekt bij de consument.<br />

Het gaat dus niet zelden om een promotie -<br />

boodschap van een bedrijf dat hoopt op<br />

een zelfvervullende voorspelling”.<br />

Volgens de oude Grieken was Prometheus<br />

de grondlegger van de technologie.<br />

Hij bracht het vuur naar de hulpeloze<br />

mensheid. Toen die ermee aan de slag<br />

ging, zette zich een ontwikkeling in gang<br />

die niet meer te stoppen viel. De ene<br />

uitvinding of toepassing leidde onvermijdelijk<br />

tot een andere. De zgn. determinatiethese<br />

is het derde heilige huisje dat gesloopt<br />

wordt. Het argument van dezelfde<br />

technologieën die op hetzelfde moment<br />

op verschillende plaatsen ontstaan,<br />

wordt door prof. Lauwaert ontkracht.<br />

“De computer, het vliegtuig, de personen -<br />

auto doken niet tegelijk op verschillende<br />

plaatsen op. Het gaat dus om een<br />

veralgemening. En zelfs al zou dat toevallig<br />

wel het geval geweest zijn, dan nog is<br />

het geen bewijs van de onvermijdelijkheid<br />

of de noodzakelijkheid. De meeste<br />

technologische ontwikkelingen zijn het<br />

gevolg van een keuze door mensen in een<br />

bepaalde context of rol”.<br />

Verantwoordelijke ingenieurs<br />

Dat met de opkomst van AI zich niet echt<br />

iets fundamenteel nieuws heeft voor -<br />

gedaan in de wereld loopt als een rode<br />

draad doorheen prof. Lauwaerts boek.<br />

24


De zogenaamde neutraliteit, disruptiviteit<br />

en gedetermineerdheid van de technologie<br />

zijn volgens de auteur niet zelden drog -<br />

redeneringen van belanghebbenden die<br />

niets liever wensen dan dat er geen<br />

ethische vragen over hun product gesteld<br />

worden.<br />

Uiteraard beseft prof. Lauwaert dat de<br />

technologische klok niet kan worden<br />

teruggedraaid of stilgezet. Dus stelt hij zijn<br />

hoop op de ingenieurs en de beleids -<br />

makers.<br />

“Zij moeten hun morele verant woor -<br />

delijkheid opnemen en hun expertise<br />

inzetten om AI te ontwerpen die zo weinig<br />

mogelijk fouten maakt of reproduceert.<br />

Dat betekent dat ze op elk moment de<br />

mogelijke nadelen van hun creaties moeten<br />

inschatten en anticiperen op schadelijke<br />

nevenwerkingen. Zich verschuilen achter<br />

het neutraliteitsprincipe of – nog erger –<br />

de schuld eenzijdig in de schoenen van<br />

de gebruiker schuiven, staat gelijk met<br />

onethisch handelen”.<br />

Yves Persoons<br />

Lode Lauwaert, ‘Wij, robots.<br />

Een filosofische blik op<br />

technologie en artificiële<br />

intelligentie’. Lannoo Campus,<br />

ISBN 9789401470544<br />

Prof. Lode Lauwaert tijdens het debat<br />

© Filip Van Loock<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

25


ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />

Prof. Arn Mignon<br />

© Julie Feyaert<br />

26


FUNCTIONELE MATERIALEN<br />

GAAN BACTERIËN TE LIJF<br />

Bij de behandeling van open wonden is het gevaar voor bacteriële infectie nooit ver weg.<br />

Bij diabetespatiënten met chronische wonden is dat risico zelfs acuut en kunnen infecties<br />

leiden tot amputaties of erger. Prof. Arn Mignon van de onderzoeksgroep Functionele Materialen<br />

(SIEM) op Campus Groep T ontwikkelde een nieuw soort verband om dit probleem in de kiem<br />

te smoren. Wie is deze wetenschapper die met de kleinste dingen groots werk verricht?<br />

Is het zijn jeugdige leeftijd, zijn honger naar kennis of zijn<br />

zoektocht naar de allerkleinste deeltjes? Het is een feit dat<br />

prof. Arn Mignon niet direct past in een van de klassieke,<br />

schoolse hokjes. Chemie en biochemie, materiaaltechnologie en<br />

life sciences lopen bij hem naadloos in elkaar over. Hoe kleiner<br />

het materiaal hoe beter, als het maar ingezet kan worden voor<br />

o.m. het helen van wonden of herstellen van gescheurde pezen<br />

in handen en vingers. Arns onderzoek behoort tot de cluster<br />

‘Healthcare Engineering’, samen met ‘Sustainable Engineering’<br />

het domein bij uitstek waar disciplines elkaar kruisen en inspireren<br />

zodat spontaan innovatie opbloeit.<br />

Organisch<br />

Prof. Mignon is een burgerlijk ingenieur Chemie van de UGent.<br />

In 2016 promoveert hij er tot doctor in de Ingenieurs -<br />

wetenschappen op een proefschrift waarin hij een intelligent,<br />

super absorberend polymeer beschrijft dat in staat is om<br />

scheurtjes in beton te herstellen. “Het betekende de switch van<br />

een anorganisch naar een meer organisch materiaal”, legt hij uit.<br />

“Het proces van zelfheling in het beton kan immers op gang<br />

gebracht worden door een combinatie van polymeren en bacteriën.<br />

Polymeren zijn lange moleculen met herhalende eenheden die<br />

tal van interessante eigenschappen kunnen ontwikkelen”.<br />

Als postdoc aan UGent concentreert Arn zich op microvezels<br />

die met behulp van een speciale techniek – elektrospinning –<br />

gebruikt kunnen worden voor het helen van wonden bij mensen.<br />

De volgende stap is de ontwikkeling van een slim op polymeren<br />

gebaseerd wondverband dat niet alleen de bacteriën in de wonde<br />

neutraliseert maar ook de vorderingen van dit proces zichtbaar<br />

maakt door een verkleuring van het wondverband. “Op die manier<br />

hoeven er niet onnodig antimicrobiële middelen toegediend te<br />

worden die de patiënt resistent zou maken”, legt Arn uit.<br />

Amicaal<br />

In oktober 2019 wordt Arn docent aan KU Leuven-Campus<br />

Groep T, een job die hij nog een klein jaar combineert met het<br />

postdoc-project aan de UGent. “De informele, amicale sfeer en<br />

het internationale karakter van de Leuvense campus spraken me<br />

onmiddellijk aan “, vertelt Arn. “Voeg daarbij een rondleiding door<br />

collega Veerle Bloemen op de campus en ik was meteen verkocht.<br />

Mijn eerste lesopdracht begin 2020 was ook direct een meevaller:<br />

het master vak Biomedical Engineering, bestaande uit een reeks<br />

van zes workshops waarin de studenten een concreet<br />

biomedisch probleem aanpakken, van prototype tot pitching”.<br />

In de onderzoeksgroep Biomaterials & Tissue Engineering waartoe<br />

zowel Veerle als Arn behoren, begint Arn met het creëren van<br />

nieuwe polymeren voor de creatie van slimme wondverbanden<br />

met diagnostische en antimicrobiële capaciteiten. “Opnieuw worden<br />

polymeren ingeschakeld. De polymeren in het verband zijn<br />

uitgerust met zogenaamde nanocontainers. Dat zijn minuscule<br />

bolletjes die bepaalde actieve materialen bevatten. Zo zijn er twee<br />

soorten. De eerste bevat een antimicrobiële verbinding, de tweede<br />

een zelfdovende kleurstof. Als de nanocontainers met de<br />

bacteriën in de infectie in contact komen, geven ze hun lading<br />

vrij. De antimicrobiële verbindingen gaan onmiddellijk de bacteriën<br />

te lijf. De intensiteit waarmee de kleurstof vrijkomt uit de tweede<br />

soort van nanocontainers geeft een indicatie aan de arts en de<br />

patiënt hoe het genezingsproces verloopt”.<br />

Bioscience Centre<br />

De onderzoeksgroep Biomaterials & Tissue Engineering telt<br />

inmiddels meer dan vijftien postdocs en PhD’ers, waarvan vier<br />

onder de rechtstreekse begeleiding van Arn. Tegelijk neemt het<br />

aantal onderzoeksprojecten toe.<br />

Aan plannen en toekomstperspectieven hebben Arn en zijn<br />

collega’ geen gebrek. “Op korte termijn gaan we de biologische<br />

en de chemische aspecten van ons onderzoek onderbrengen<br />

in een gemeenschappelijk lab. Dat wordt de voorloper van<br />

onderzoeksruimtes binnen het Bioscience Centre dat over vijf<br />

jaar in Heverlee de deuren opent. Verder breiden we systematisch<br />

onze samenwerking uit met partners: nationaal zoals het UZ Gent<br />

of imec, maar ook internationaal met universiteiten en instituten<br />

zoals Laval University (Québec, Canada) en het Leibniz Institute<br />

of Surface Engineering (Leipzig, Duitsland). Ook in tal van<br />

hightech bedrijven zit nog een enorm potentieel aan kruis -<br />

bestuiving en samenwerking. Over vijf jaar zit ons nieuw gebouw<br />

gegarandeerd vol functionele materialen”.<br />

Yves Persoons<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

27


ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />

BRUGSE SPIN-OFF PAKT UIT<br />

MET SLIMME ROLSTOEL<br />

“De grootst mogelijke onafhankelijke mobiliteit bieden aan mensen met complexe bewegingsstoornissen”.<br />

Dat is de missie van de eerste spin-off van Campus Brugge, het resultaat van de<br />

symbiose van de faculteiten Revalidatiewetenschappen en Industriële Ingenieurswetenschappen<br />

die de campus delen alsook de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen. In september 2021<br />

lanceerde CoMoveIT een slim besturingssysteem voor rolstoelen dat gebruik maakt van<br />

sensoren en artificiële intelligentie. Prof. Elegast Monbaliu (Faculteit Revalidatiewetenschappen)<br />

geeft tekst en uitleg.<br />

Wist je dat één op de vijfhonderd kinderen geboren wordt<br />

met een hersenverlamming of cerebrale parese?<br />

Ruim 30% van hen zal nooit in staat zijn om zelfstandig<br />

te stappen en is dus aangewezen op een rolstoel. Volgens prof.<br />

Monbaliu gaat het om 7000 tot 8000 mensen die feitelijk levens -<br />

lang opgesloten zitten in hun eigen lichaam. “Hun intellectueel<br />

vermogen functioneert in de meeste gevallen goed, maar de<br />

motorische problemen beperken hun bewegingsvrijheid. Daar komt<br />

nog bij dat ze door hun aandoening veel ongecontroleerde en<br />

inconsistente bewegingen maken waardoor ze niet echt in staat<br />

zijn om een elektrische rolstoel met een joystick vlot te bedienen.<br />

Bijgevolg zijn ze voor de meeste verplaatsingen aangewezen op<br />

de hulp van anderen”.<br />

Het rolbesturingssysteem werd ontwikkeld samen met het<br />

team van Prof. Hans Hallez (Faculteit Industriële Ingenieurs -<br />

wetenschappen Brugge) en Prof. Jean-Marie Aerts (Faculteit<br />

Bio-Ingenieurswetenschappen) en geeft aan deze mensen wel<br />

een substantiële onafhankelijke mobiliteit. Omdat het systeem<br />

continu adapteert en bijleert, zijn ook gebruikers met complexe<br />

stoornissen in staat om zelfstandig hun rolstoel te besturen.<br />

“Voor hen gaat de wereld letterlijk en figuurlijk open”, aldus<br />

prof. Monbaliu.<br />

Kruisbestuiving<br />

Elegast Monbaliu studeerde Kinesitherapie en Revalidatie -<br />

wetenschappen aan de KU Leuven. Zijn klinisch werk in<br />

verzorgingsinstellingen heeft hij altijd weten te combineren<br />

met een academische carrière. Een kruisbestuiving die zowel<br />

zijn professioneel als wetenschappelijk werk steeds ten goede<br />

is gekomen.<br />

“In de onderzoekslijn pediatrische neurorevalidatie op Campus<br />

Brugge ontwikkelden we aanvankelijk programma’s voor het<br />

evalueren en aanleren van rolstoelvaardigheden. We constateerden<br />

dat er behoefte was aan meer gebruiksvriendelijke bedienings -<br />

apparatuur voor de gebruikers met complexe bewegingsstoornissen.<br />

Dat bracht ons op het idee om af te stappen van<br />

de moeilijk hanteerbare joystick en een systeem te ontwerpen<br />

dat de gebruiker kan bedienen met het hoofd en de voeten.<br />

Sensoren registreren de druk die door deze lichaamsdelen wordt<br />

uitgeoefend en sturen de rolstoel in de gewenste richting”.<br />

“Het probleem van de ongecontroleerde bewegingen losten we<br />

op met behulp van AI”, vervolgt prof. Monbaliu. “Die stelt het<br />

besturingssysteem in staat om zulke bewegingen te herkennen<br />

en te compenseren. Dit maakt dat de rolstoel voortaan vloeiend<br />

beweegt en niet langer met horten en stoten. Het komt erop<br />

neer dat de gebruiker enkel nog hulp nodig heeft om in of uit de<br />

rolstoel te stappen. Al de rest kan hij of zij zelf”.<br />

Op maat<br />

Het besturingssysteem van CoMoveIT is op dit moment enkel<br />

in een standaarduitvoering verkrijgbaar. “Niets houdt ons tegen<br />

om op termijn nieuwe functionaliteiten toe te voegen”, zegt prof.<br />

Monbaliu. “Denk maar aan sensoren die de stress en<br />

temperatuur registreren of snelheid meten. Er kan eveneens een<br />

poort voor spraakherkenning worden ingebouwd. Via het internet<br />

kunnen elektrische rolstoelen geconnecteerd worden en<br />

informatie uitwisselen. Via zulke accessoires kan de gebruiker<br />

zijn/haar rolstoel personaliseren volgens wens of behoefte”.<br />

Dit roept uiteraard de vraag op naar de kostprijs. Is een hightech<br />

rolstoel van CoMoveIT nog betaalbaar voor de doorsnee gebruiker?<br />

Prof. Monbaliu meent van wel. “Er is geen noemenswaardig<br />

prijsverschil in vergelijking met andere alternatieve besturings -<br />

systemen op de markt, uitgezonderd de joystick. Bovendien<br />

wordt ook de intelligente rolstoel volledig terugbetaald door het<br />

ziekenfonds als innovatief product”.<br />

Health & Tech Campus<br />

De nieuwe spin-off is gehuisvest in Brugge.Inc, de incubator<br />

waarmee de stad en de provincie West-Vlaanderen inzetten op<br />

gezondheid en technologie. CoMoveIT past eveneens perfect in<br />

de uitbreidingsplannen van Campus Brugge en de uitbouw van<br />

een Health & Tech Campus.<br />

28


Tot slot nog dit. Verwacht je bij CoMoveIT niet aan een grote<br />

showroom met veel verkopers en demonstratiemodellen.<br />

“De marketing, sales en distributie is in handen van gespecialiseerde<br />

bedrijven als VIGO”, legt prof. Monbaliu uit. “Daar wordt de<br />

CoMoveIT Smart op de bestaande rolstoelmodellen geïnstalleerd.”<br />

“Via onze CoMoveIT Academy blijven we wel actief in de<br />

opleiding van therapeuten en technici zodat ze de beste service<br />

en begeleiding aan de gebruikers kunnen bieden”.<br />

Yves Persoons<br />

www.comoveit.com<br />

Frederik Vervenne (CEO), Sotirios Gakopoulos (PhD)<br />

en prof. Elegast Monbaliu (CCO)<br />

© Kurt Desplenter<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

29


ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />

GENTSE CAMPUS<br />

KNAPT MEE DE STAD OP<br />

Gent kampt met een acuut gebrek aan betaalbare en<br />

energiezuinige woningen voor gezinnen met een laag inkomen.<br />

Het stadsproject ‘Gent knapt op’ pakt het probleem aan door<br />

woningen van kwetsbare eigenaars te renoveren via een<br />

zg. ‘rollend fonds’. Begin december 2021 won het project<br />

een Europese Regio Stars Award. De onderzoeksgroep<br />

‘Bouwfysica en Duurzaam Bouwen’ van de Technologie -<br />

campus Gent deelde in de eer. Arch. Alexis Versele en<br />

onderzoekster Leontien Bielen doen het verhaal.<br />

Inzake sociaalecologische stads renovatie<br />

is de Gentse onderzoeksgroep niet<br />

aan zijn proefstuk. Arch. Versele leidde<br />

en begeleidde eerder al proefprojecten<br />

aan de Dampoort en in de Rabotwijk.<br />

Sinds 20<strong>18</strong> is de groep betrokken bij<br />

ICCARus, een project dat met Europese<br />

steun 100 woningen van kwetsbare<br />

gezinnen gezonder, veiliger, energie -<br />

zuiniger en duurzamer wil maken.<br />

“In Gent leven bijna 40.000 mensen in<br />

armoede”, aldus arch. Versele. “Ze wonen<br />

in slechte omstandigheden en kunnen op<br />

eigen houtje niet uit de negatieve spiraal<br />

geraken. Ze zijn ‘captive residents’. In Gent<br />

zijn zowat 10.000 gezinnen in dat geval.<br />

Dat komt overeen met 6.000 huizen”.<br />

Rollend fonds<br />

“Via het OCMW ontvangen 100 gezinnen<br />

elk 30.000 euro om hun woning op te<br />

knappen”, legt Leontien uit. “Die ver -<br />

bouwingen genereren op hun beurt<br />

subsidies, bijvoorbeeld voor energiezuinige<br />

investeringen, waardoor de bewoners<br />

financiële ademruimte krijgen. Wanneer<br />

een eigenaar beslist om de gerenoveerde<br />

woning te verkopen, moet hij/zij het<br />

bedrag terugbetalen en kan een ander<br />

huishouden geholpen worden. Zo creëer je<br />

een rollend fonds voor verdere renovaties”.<br />

“Overigens blijft de steun niet beperkt<br />

tot geld”, vervolgt Leontien. “De bewoners<br />

kunnen ook rekenen op technische,<br />

sociale en administratieve begeleiding<br />

van de projectpartners. Zo levert Domus<br />

Mundi technische assistentie. De Energie -<br />

centrale geeft advies bij energiebesparende<br />

ingrepen. En vzw Sivi en SAAMO Gent<br />

staan in voor de selectie van de<br />

kandidaten, de sociale begeleiding<br />

en de community building in de wijken.<br />

Het onderzoeksconsortium waar wij toe<br />

behoren, is verantwoordelijk voor de R&D<br />

en de projectevaluatie. Onze partners in<br />

dat consortium zijn UGent, Kulak, CEDON,<br />

Hiva en de Artesis-Plantijnhogeschool<br />

Antwerpen”.<br />

Sociale cohesie<br />

Over de inbreng van zijn onderzoeksgroep<br />

vertelt arch. Versele: “Onze eerste opdracht<br />

bestond erin de meest kwetsbare wijken<br />

in de stad te identificeren. De renovatie<br />

betreft weliswaar individuele woningen<br />

maar omdat het project ook de sociale<br />

cohesie wil versterken, werken we op<br />

wijkbasis. Aan de hand van de Vlaamse<br />

Wooncodex inventariseerde de stad<br />

Gent de mankementen in elke woning.<br />

De gegevens zijn opgeslagen in een<br />

databank zodat we na de renovatie de<br />

resultaten kunnen controleren”.<br />

“Voor de project- en procesevaluatie<br />

bevragen we niet alleen de bewoners<br />

maar ook alle projectpartners. We spreken<br />

met aannemers en techniekers. Zo houden<br />

we de vinger aan de pols en kunnen we de<br />

stad en het OCMW op de hoogte houden<br />

van de vorderingen en de resultaten”.<br />

Eind 2021 waren al 30 van de 100<br />

woningen opgeknapt. Tegen de zomer<br />

van 2022 zullen dat er 83 zijn. Het stads -<br />

bestuur besliste al om het project verder<br />

te zetten en trekt 6 miljoen euro nieuwe<br />

investeringsmiddelen uit, goed voor de<br />

renovatie van nog eens 200 woningen”.<br />

Maatschappelijke rol<br />

Het sociaalecologisch engagement van<br />

de onderzoeksgroep straalt ook af op<br />

de opleiding Bouwkunde op de campus.<br />

“We betrekken inderdaad ook onze<br />

collega’s en de studenten bij projecten<br />

als deze”, bevestigt arch. Versele. “Master -<br />

studenten voeren ter plaatse metingen uit,<br />

doen analyses en verwerken de resultaten.<br />

Zodoende maken ze zich vertrouwd<br />

met de maatschappelijke rol die ze als<br />

ingenieur in de samenleving zullen spelen.<br />

Verder plannen we in het mastercurriculum<br />

een opleidingsonderdeel ‘Service Learning’<br />

waarin de studenten samenwerken met<br />

middenveldorganisaties rond thema’s als<br />

kansarmoede, sociale ongelijkheid, enz.<br />

We willen dat onze bouwkundigen niet<br />

alleen oog hebben voor de constructie van<br />

een woning, maar ook voor de bewoners,<br />

want om hen is het uiteindelijk te doen.<br />

Of – om de Griekse filosoof Protagoras te<br />

parafraseren – niet het gebouw maar de<br />

mens is de maat van alle dingen”.<br />

Yves Persoons<br />

www.uia-initiative.eu/en/<br />

uia-cities/ghent-call3<br />

30


arch. Alexis Versele, bewoner van een ‘opgeknapte woning’<br />

en Leontien Bielen<br />

© Yasmina Besseghir<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

31


ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />

EEN OSCAR VOOR<br />

DE GROENSTE FILM?<br />

Zoals elke industriële sector staat ook de<br />

filmindustrie voor de uitdaging om duurzamer<br />

te werken. Verschillende initiatieven in binnenen<br />

buitenland focussen onder meer op het<br />

belang van storytelling, de impact van de<br />

productie én de keuzes tijdens de film -<br />

distributie en vertoning. Maar wat betekent<br />

duurzaamheid op de filmset? En hoe breng je<br />

de milieu-impact van deze wereldomvattende<br />

creatieve sector correct in kaart?<br />

Prof. Jo Van Caneghem (onder zoeksgroep ChEMaRTs,<br />

Campus Groep T) werkte mee aan de ontwikkeling van<br />

Eureca (European Environmental Calculator). Deze online<br />

tool meet de milieu-impact van audiovisuele (co)producties en<br />

maakt deel uit van het Interregproject ‘Green Screen’.<br />

Het ChEMaRTS team is eigenlijk gespecialiseerd in het verduur -<br />

zamen van afvalbehandeling, onder andere door efficiënte energieen<br />

materiaalrecuperatie in thermische systemen. Ook evaluatie<br />

van milieu impact met levenscyclusanalyse (LCA) behoort tot de<br />

kerncompetenties van het team.<br />

Tim Wagendorp en<br />

prof. Jo Van Caneghem<br />

© Julie Feyaerts<br />

32


De uitstap naar de filmwereld kwam tot stand na een veeleer<br />

toevallige ontmoeting met Tim Wagendorp, de duurzaamheids -<br />

coördinator van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Het VAF<br />

koppelt zijn financiële productiesteun aan duurzaamheid en is<br />

daarmee een Europese koploper. Het deelt zijn kennis en<br />

expertise in Green Screen. Dit Europese project focust niet enkel<br />

op de uitwisseling van duurzame strategieën en best practices voor<br />

filmfondsen, maar ook op de ontwikkeling van een meetinstrument<br />

voor de Europese filmindustrie. Het VAF werkt hiervoor samen<br />

met het Spaanse Promalaga en de Slovak Film Commission.<br />

De wetenschappelijke input wordt geleverd door de KU Leuven.<br />

CO 2 uitstoot<br />

“Een film maken is een hele onderneming”, vertelt prof. Van<br />

Caneghem. “Van preproductie over productie tot postproductie<br />

en distributie, telkens zijn er massa’s mensen en goederen bij<br />

betrokken die getransporteerd, geïnstalleerd en onderhouden<br />

moeten worden. Elk van deze stappen in het proces vreet energie<br />

en grondstoffen en produceert aanzienlijke hoeveelheden afval”.<br />

Hoe maak je een duurzame film? Is het een kwestie van energie -<br />

besparing, bezuinigen op materiaal of vermindering van de emissie<br />

van broeikasgassen? Of neem je de Sustainable Development<br />

Goals van de VN als richtlijn?<br />

“In Eureca wordt gefocust op koolstofdioxide”, legt prof. Van<br />

Caneghem uit. “De tool meet de uitstoot in de verschillende fasen<br />

en vertaalt variabelen zoals transport, elektriciteitsverbruik, afval,<br />

catering in vergelijkbare eenheden”. “De verbruiksgegevens zijn<br />

afkomstig van de filmproducers. Zij hebben een goed zicht op<br />

het concrete verloop van het productieproces en wat er allemaal<br />

voor nodig is. Met behulp van speciale software wordt een<br />

impactanalyse uitgevoerd die resulteert in een kg CO 2 equivalent.<br />

Op die manier kun je de impact van een film nauwkeurig<br />

berekenen. Ter info: de impact van een doorsnee Europese film<br />

wordt geraamd op 192 ton CO 2 equivalent, al gaan achter dat<br />

cijfer grote regionale verschillen schuil. Hiermee is de kous<br />

natuurlijk niet af. Waar het op aankomt is dat de filmmakers zich<br />

bewust worden van de ecologische gevolgen van hun activiteiten<br />

zodat ze bij de voorbereiding van hun projecten al duurzame<br />

keuzes kunnen maken”.<br />

Case study<br />

Hoe je met Eureca aan de slag kunt gaan, demonstreerden prof.<br />

Van Caneghem en een paar masterstudenten in een case study.<br />

Ze kozen voor ‘Buck’, een komische televisieserie op de VRTjongerenzender<br />

Ketnet.<br />

“Deze keuze was uiteraard niet toevallig”, aldus prof. Van<br />

Caneghem. “In deze serie is er namelijk al veel aandacht voor<br />

duurzaamheid en wordt er in samenspraak met het VAF<br />

systematisch naar een reductie van energie, CO 2 en afval<br />

gestreefd. We testten scenario’s uit waarbij we de impact van<br />

verschillende opties berekenden. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen<br />

als je overschakelt naar vegetarische catering, het gebruik van<br />

traditionele generatoren vermijdt of de cast en crewleden nabij<br />

de set in een hotel onderbrengt in plaats van hen elke dag over<br />

en weer te laten pendelen? In samenwerking met prof. Johan<br />

Eyckmans van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen<br />

onderzoeken we momenteel de economische kant van deze<br />

groene keuzes. De idee is immers dat milieuvriendelijke keuzes<br />

niet altijd duurder uitvallen maar niet zelden precies kosten -<br />

besparend zijn”. Bij de VRT hoor je veel lof over het werk van de<br />

Leuvense onderzoekers: dit onderzoek kan gezien worden als<br />

een kosten (in €) baten (in CO 2) analyse en helpt producenten<br />

om tijd en middelen efficiënt in te zetten.<br />

“De wetenschappelijke inbreng van KU Leuven helpt me om onze<br />

inhoudelijke VAF-coaching verder te verfijnen en tilt de nauw -<br />

keurigheid van Eureca tot een hoger niveau”, weet Tim Wagendorp.<br />

Volgens prof. Van Caneghem is de bereidheid om duurzamer<br />

te produceren in de filmwereld zeker aanwezig. “In de praktijk<br />

gaat het nog vaak om nattevingerwerk. Aan de hand van een<br />

wetenschappelijk onderbouwde methode kunnen voortaan<br />

gefundeerde keuzes gemaakt worden en dat zowel ecologisch<br />

als financieel. Dat levert meteen voldoende argumenten op<br />

om de medewerkers te overtuigen en op termijn ook het<br />

cinefiele publiek”.<br />

Ijsvogel<br />

Een eerste mijlpaal is inmiddels geplant. Op 10 februari werd<br />

tijdens het filmfestival van Berlijn de eerste IJsvogel uitgereikt,<br />

d.i. de prijs voor de meest duurzame filmproductie. Hiermee is<br />

het ijs gebroken. Een officieel Europees Green Film label kan niet<br />

lang uitblijven. Een groene Oscar evenmin.<br />

Yves Persoons<br />

www.interregeurope.eu/greenscreen/no-planet-no-film<br />

www.eurecafilm.eu<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

33


DOCTORATEN<br />

DOCTORATEN AAN FIIW<br />

(OKTOBER 2021 – FEBRUARI 2022)<br />

21/10/2021<br />

Hannah Milh<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Sulfate radical based AOP for the<br />

treatment of sulfamethoxazole in water:<br />

an interdisciplinary approach to unravel<br />

the full degradation mechanism<br />

• Prof. Raf Dewil (promotor)<br />

• Prof. Deirdre Cabooter (co-promotor)<br />

26/10/2021<br />

Jeroen De Maeyer<br />

CAMPUS DIEPENBEEK<br />

Under-constrained end-effector path<br />

following: sampling-based planning<br />

algorithms and benchmarking framework<br />

(NL: Padplanning voor ondergespecifieerde<br />

roboteindeffectorpaden: samplinggebaseerd)<br />

• Prof. Eric Demeester (promotor)<br />

• Prof. Jan Swevers (co-promotor)<br />

27/10/2021<br />

Ine D’Haeseleer<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Designing Self-Management Health<br />

Systems to Support Ageing in Place<br />

(NL: Ontwerp van een zelf-management<br />

gezondheidssysteem om ouderen te<br />

ondersteunen bij het langer zelfstandig<br />

thuis wonen)<br />

• Prof. Vero Vanden Abeele (promotor)<br />

• Prof. Dominique Schreurs<br />

(co-promotor)<br />

• Prof. Bart Vanrumste (co-promotor)<br />

28/10/2021<br />

Robin Amsters<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Applied Visible Light Positioning<br />

(NL: Toegepaste plaatsbepaling met<br />

zichtbaar licht in complex viewing<br />

conditions)<br />

• Prof. Peter Slaets (promotor)<br />

• Prof. Nobby Stevens (co-promotor)<br />

• Prof. Eric Demeester (co-promotor)<br />

9/11/2021<br />

Brittany Laing<br />

CAMPUS DIEPENBEEK<br />

Development and optimisation of adhesion<br />

mechanisms between rubber and thermo -<br />

plastic materials for 2K injection moulding<br />

(NL: Ontwikkeling en optimalisatie van<br />

het hechtingsmechanisme tussen rubber<br />

en thermoplast in 2K spuitgieten)<br />

• Prof. Albert Van Bael (promotor)<br />

• Prof. Jozefien De keyzer (co-promotor)<br />

• Prof. David Seveno (co-promotor)<br />

15/11/2021<br />

Bart Merema<br />

TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

An MPC framework for all-air systems<br />

in non-residential buildings<br />

(NL: Een MPC framework voor all-air<br />

systemen in niet-residentiële gebouwen)<br />

• Prof. Hilde Breesch (promotor)<br />

• Prof. Dirk Saelens (co-promotor)<br />

16/11/2021<br />

Xiaobin Yu<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Assessing the applicability of ozonation<br />

and CuO based AOP’s in the<br />

degradation of recalcitrant organic<br />

compounds from wastewater<br />

(NL: Toepasbaarheid van ozonisatie en<br />

CuO gebaseerde AOP’s voor de afbraak<br />

van recalcitrante organische verbindingen<br />

uit afvalwater)<br />

• Prof. Raf Dewil (promotor)<br />

• Prof. Bart Van der Bruggen<br />

(co-promotor)<br />

• Dr. Pieter Van Aken (co-promotor)<br />

<strong>18</strong>/11/2021<br />

Maarten Nagels<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Integrated treatment of non-ionic<br />

surfactant containing industrial<br />

wastewater: process optimization,<br />

material selection and life cycle analysis<br />

(NL: Geïntegreerde behandeling van<br />

industrieel afvalwater met niet-ionogene<br />

surfactanten: proces optimalisatie,<br />

materiaalselectie en levenscyclusanalyse)<br />

• Prof. Raf Dewil (promotor)<br />

• Prof. Barbara Rossi (copromotor)<br />

23/11/2021<br />

Gilles Callebaut<br />

TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Advances in Single and Multi-Antenna<br />

Technologies for Energy-Efficient IoT<br />

(NL: Onderzoek naar enkel- en<br />

meervoudige antennatechnologieën<br />

voor energie-efficiënte IoT)<br />

• Prof. Liesbet Van der Perre (promotor)<br />

• Prof. Lieven De Strycker (co-promotor)<br />

3/12/2021<br />

Lennart Camps<br />

CAMPUS DIEPENBEEK<br />

Ontwikkeling van een opschaalmethode<br />

voor eenfasige vloeistof en multifase<br />

vloeistof-vaste stof batch processen<br />

gebaseerd op de in situ meting van<br />

warmtemenging<br />

(EN:Development of a scale-up method<br />

for single phase liquid and multiphase<br />

solid-liquid batch processes based on<br />

in situ measurement of heat mixing)<br />

• Prof. Leen Thomassen (promotor)<br />

• Prof. Leen Braeken (co-promotor)<br />

• Prof. Simon Kuhn (co-promotor)<br />

10/12/2021<br />

Steven Fevery<br />

CAMPUS BRUGGE<br />

Advanced monitoring of structural<br />

adhesive joints during ageing tests<br />

through embedded sensors<br />

(NL: Geavanceerd monitoren van<br />

structurele lijmverbindingen tijdens<br />

verouderingstesten doormiddel van<br />

ingebouwde sensoren)<br />

• Prof. Hans Hallez (promotor)<br />

• Prof. Dirk Vandepitte (co-promotor)<br />

• Dr. Stijn Debruyne (co-promotor),<br />

VTI Torhout<br />

34


14/12/2021<br />

Ashenafi Azage Mitiku<br />

CAMPUS GEEL<br />

Conservation of biomass for dairy rations<br />

via ensiling to optimize feed security in<br />

South Ethiopia<br />

• Prof. Leni Van Campenhout (promotor)<br />

• Prof. Ben Aernouts (co-promotor)<br />

• Dr. Yisehak Kechero Kebede<br />

(co-promotor), Arba Minch University<br />

12/01/2022<br />

Marjolein Deryck<br />

CAMPUS DE NAYER<br />

Knowledge Base Systems in Practice:<br />

Approaches, Application Areas and<br />

Limitations<br />

(NL: Kennisbanksystemen in praktijk:<br />

benaderingen, toepassingsgebieden<br />

en beperkingen)<br />

• Prof. Joost Vennekens (promotor)<br />

13/01/2022<br />

Lorien Luyckx<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Phosphorus recovery from incineration<br />

ash of phosphorus rich waste streams<br />

(NL: Fosforherwinning uit verbrandings -<br />

assen van fosforrijke afvalstromen)<br />

• Prof. Jo Van Caneghem (promotor)<br />

17/01/2022<br />

Gert Dekkers<br />

CAMPUS GEEL<br />

Audio classification with resourceconstrained<br />

wireless sensor networks<br />

(NL: Energie-efficiënte audioclassificatie<br />

met draadloze sensor netwerken)<br />

• Prof. Peter Karsmakers (promotor)<br />

• Prof. Toon van Waterschoot<br />

(co-promotor)<br />

• Prof. Bart Vanrumste (co-promotor)<br />

17/01/2022<br />

Petros Demissie Tegenaw<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Experimental analysis and macro-scale<br />

numerical modeling of a novel solar<br />

powered food dehydrator<br />

(NL: Experimentele analyse en numerieke<br />

modellering op macroschaal van een<br />

nieuwe voedseldehydrator op zonneenergie)<br />

• Prof. Maarten Vanierschot (promotor)<br />

• Prof. Wim Dewulf (co-promotor)<br />

• Dr. Pieter Verboven (co-promotor)<br />

• Dr. Gulelat Getaw (co-promotor),<br />

Ethiopian Mineral Development Share<br />

Company<br />

26/01/2022<br />

Willem Raes<br />

TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Machineleertechnieken als middel<br />

voor accurate intensiteitsgebaseerde<br />

plaatsbepaling op basis van gemoduleerd<br />

zichtbaar licht in industriële omgevingen<br />

(EN: Machine Learning as a Means for<br />

Highly Accurate, RSS-based Visible Light<br />

Positioning in Industrial Environments)<br />

• prof. Nobby Stevens (promotor)<br />

• prof. Youri Meuret (co-promotor)<br />

• prof. Lieven De Strycker (co-promotor)<br />

27/01/2022<br />

Emmanouil Thanos<br />

TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />

Integrated Yard Management Optimisation<br />

(NL: Geïntegreerde optimalisatie<br />

van werfbeheer)<br />

• Prof. Greet Vanden Berghe (promotor)<br />

• Prof. Tony Wauters (co-promotor)<br />

28/01/2022<br />

Daymy Tamayo Avila<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Exploring the Influence of Team<br />

Cohesion on Teamwork in Software<br />

Engineering Education: the ASEST<br />

Framework<br />

(NL: Onderzoek naar de invloed van<br />

teamcohesie op teamwerk in software<br />

engineering onderwijs: het ASEST<br />

raamwerk)<br />

• Prof. Wim Van Petegem (promotor)<br />

• Prof. Monique Snoeck (co-promotor)<br />

• Prof. Marcia Esther Noda Hernandez<br />

(co-promotor), National Accreditation<br />

Board of the Republic of Cuba<br />

16/02/2022<br />

Brecht Vandevyvere<br />

CAMPUS BRUGGE<br />

Post-cracking behaviour of fibre<br />

reinforced recycled concrete<br />

(NL: Nascheurgedrag van vezel -<br />

gewapend beton met gerecycleerde<br />

granulaten)<br />

• Prof. Jiabin Lu (promotor)<br />

• Prof. Lucie Vandewalle (co-promotor)<br />

28/02/2022<br />

Melkamu Hunegnaw Asmare<br />

CAMPUS GROEP T<br />

Rheumatic Heart Disease Detection<br />

(NL: Detectie van reumatische<br />

hartziekten)<br />

• Prof. Bart Vanrumste (promotor)<br />

• Dhr. Luc Janssens (co-promotor)<br />

• Prof. Frehiwot Woldehanna Bayou<br />

(co-promotor), Addis Ababa University<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

35


ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />

DISCRETE: NAAR EEN EFFICIËNTE<br />

EN BETERE ZORG<br />

Wat een combinatie van sensoren, intelligente infrastructuur en softwaretoepassingen<br />

al niet vermag, blijkt uit het imec.icon project DISCRETE. Door data te vertalen naar inzichten<br />

en acties ontwikkelden prof. Vero Vanden Abeele en Hannelore Strauven (e-Media Research<br />

Lab) en Robin De Croon (Onderzoeksgroep Mens-Machine-Interactie) een systeem dat het<br />

werk van de zorgverstrekkers en de levenskwaliteit van de bewoners van woonzorgcentra<br />

beduidend ten goede komt.<br />

“De eerste belangrijke bron van informatie zijn uiteraard de<br />

bewoners zelf”, legt Hannelore uit. “Om hen niet met technische<br />

snufjes lastig te vallen, installeerden we in hun bed en kamer<br />

Bluetooth Low Energy sensoren. Het bed fungeerde als hub om<br />

de data te bundelen, de controller in de kamer als toegangspoort.<br />

Het ‘slimme’ bed stond in verbinding met het verpleeg oproep -<br />

systeem”.<br />

Hannelore Strauven, prof. Bart Vanrumste en Robin De Croon<br />

© Julie Feyaerts<br />

Het probleem is gekend. Meer dan de helft van de<br />

bewoners in woonzorgcentra heeft last van incontinentie.<br />

Overdag wordt 20% van de zorgverstrekking eraan besteed,<br />

’s nachts loopt het op tot 70%. “Veel van de periodieke check-ups<br />

door het personeel zijn ofwel niet nodig – d.w.z. te vroeg – of te<br />

laat”, zegt prof. Vanden Abeele. “In beide gevallen gaat kostbare<br />

tijd verloren en ondervinden de bewoners hinder die vermeden<br />

had kunnen worden. Er was dus behoefte aan een intelligent<br />

incontinentie-managementsysteem voor een just-in-time zorg”.<br />

Slim bed<br />

“De eerste uitdaging bestond erin de nodige data te verzamelen”,<br />

vertelt Robin. “Wat hadden we nodig? Om te beginnen een ‘slim’<br />

bed uitgerust met sensoren die gegevens over de bewoners<br />

doorsturen. Vervolgens een geoptimaliseerd call system voor de<br />

zorgverstrekkers. En tenslotte een link met een verbeterde versie<br />

van de zorgdossiers”.<br />

De volgende stap was de integratie van het verpleeg oproep -<br />

systeem en het zorg dossier. “Daarvoor ontwierpen we nieuwe<br />

algoritmen die de oproep kunnen verrijken met relevante<br />

contextuele informatie, de geschiedenis van eerdere oproepen<br />

en profielinformatie van de bewoners”, vervolgt Robin. “Op basis<br />

van workshops met het personeel en observaties bij de bewoners<br />

hebben we een zgn. ‘mixed recommender engine’ ontwikkeld<br />

die werkt op basis van machine learning. Het komt erop neer<br />

dat bij elke oproep die de verpleegkundige ontvangt automatisch<br />

een reeks aanbevelingen te zien zijn over wat hem of haar te<br />

doen staat. Uit gesprekken met het personeel en de resultaten<br />

van de pilootstudies hebben we 90 regels gedistilleerd over hoe<br />

gereageerd kan worden op een oproep van een bewoner”.<br />

Gebruiksinterface<br />

“Het sluitstuk van het project was de gebruikersinterface voor<br />

oproep- en zorgbeheer”, aldus prof. Vanden Abeele. “Die stelt<br />

de zorgverlener in staat om zelf feedback te geven over de<br />

voorgestelde prioriteiten: volg ik ze op of niet? Was mijn beslissing<br />

de juiste? Bovendien kunnen de gebruikers zelf extra-informatie<br />

of observaties toevoegen. Dit verrijkt niet alleen het systeem,<br />

maar verhoogt ook de geloofwaardigheid en de betrouw baarheid.<br />

Daarbij geeft het een stimulans om regel matig de zorgdossiers<br />

van de bewoners te consulteren en zo nodig aan te vullen, wat dan<br />

weer de kwaliteit van de hele zorg ten goede komt”.<br />

Yves Persoons<br />

www.imec-int.com/en/what-we-offer/<br />

research-portfolio/discrete<br />

36


FACULTY WORLDWIDE<br />

Wim Polet, prof. Eric Mijts, prof. Patrick Arens, prof. Viola Heutger, prof. Wim Dewulf en Anouk Mertens<br />

© Julie Feyaerts<br />

HIGH VISIT FROM ARUBA<br />

On 4 October 2021, the Faculty of Engineering Technology welcomed the new rector<br />

of the University of Aruba. Professor Viola Heutger was the guest of KU Leuven within<br />

the framework of the SISSTEM project, in which both universities collaborate to develop<br />

a bachelor’s programme and a research centre in STEM. Four faculties of the Science,<br />

Engineering & Technology Group are involved in the project.<br />

The University of Aruba (UA) is not only the most remote,<br />

but also the youngest university in the Kingdom of the<br />

Netherlands. It is located in Oranjestad, the capital of<br />

the 1<strong>18</strong> km² Caribbean island with a population of 115,000<br />

inhabitants. The university began in 1988 with a single faculty<br />

and one programme. Today, UA has four faculties that offer ten<br />

programmes. Among them is the Faculty of Arts & Sciences,<br />

which counts 166 of the 792 UA students.<br />

As a small institution, UA has always aimed at cooperation with<br />

strong international partners. In 2019, the government of Aruba<br />

joined the EU’s 11th EDF-OCT programme, making funds<br />

available for the further development of higher education on<br />

the island. This resulted in the SISSTEM project, which stands<br />

for Sustainable Island Solutions through STEM. Four of the five<br />

faculties of KU Leuven’s Science, Engineering & Technology Group<br />

com mit ted to organise a new STEM bachelor’s programme at<br />

UA and to supervise a dozen PhD students.<br />

From the Faculty of Engineering Technology, six professors from<br />

Group T Campus and one professor of De Nayer Campus are<br />

involved in SISSTEM.<br />

The professors of the Faculty of Engineering Technology play<br />

a double role in the project. Prof. Wim Dewulf describes them<br />

as follows: “On the one hand we support the lecturers in their<br />

work with course material, exercises and laboratory experiments.<br />

Each of us teaches also on site or online and provides labs.<br />

On the other hand, most of us are promotor of a doctoral<br />

student. These PhD students are teachers in the new bachelor’s<br />

programme at UA. They come to Leuven every year for two or<br />

three months to attend the courses at the Doctoral School of<br />

KU Leuven and acquire research experience”.<br />

Yves Persoons<br />

www.ua.aw/sisstem<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

37


WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />

KINDERUNIVERSITEIT 2021:<br />

ROCKSTERREN IN DE RUIMTE<br />

Moeten je oren bang zijn voor de Big Bang?<br />

Klinkt een concert in de ruimte anders dan op aarde?<br />

Hoe gebruiken astronauten geluid en beweging? Op deze en<br />

andere vragen kregen acht- tot dertienjarigen een antwoord<br />

tijdens de Kinderuniversiteit op 23 oktober 2021 in Leuven.<br />

Olivier Van Dessel, doctoraatsstudent bij de onderzoeksgroep<br />

Mecha(tro)nische Systeemdynamica (LMSD) leidde de<br />

sessies in goede banen.<br />

De Kinderuniversiteit stond helemaal<br />

in het teken van de kosmos en de<br />

oerknal. Geen wonder want in 2121<br />

was het 90 jaar geleden dat de Leuvense<br />

professor Georges Lemaître de Big Bangtheorie<br />

over het ontstaan van het universum<br />

lanceerde. Met een stevig Stadsfestival<br />

werd in oktober deze verjaardag herdacht.<br />

Met ‘Rocksterren in de ruimte’ was Olivier<br />

van Dessel, verantwoordelijk voor de<br />

wetenschapscommunicatie bij LMSD,<br />

niet aan zijn proefstuk toe.<br />

Met een groep van zeven collega’s zet hij<br />

zich al langer in voor de popularisering van<br />

het onder zoeks werk en het sensibiliseren<br />

van het brede publiek en de jongeren<br />

voor wetenschap en technologie. “Weten -<br />

schaps com mu ni catie is een essentieel<br />

onderdeel van de strategie van onze<br />

onderzoeksgroep”, bevestigt Olivier.<br />

Trillingen en geluid<br />

Olivier studeerde in 2019 af als industrieel<br />

ingenieur elektromechanica op Campus<br />

Groep T Leuven. Dat hij zich na zijn studie<br />

verder zou specialiseren stond bij wijze<br />

van spreken in de sterren geschreven.<br />

Als student raak hij gefascineerd door<br />

trillingen, akoestiek en sound engineering.<br />

Het onderzoek waarmee hij als master -<br />

student begon besloot hij twee jaar geleden<br />

verder te zetten in een doctoraal proef -<br />

schrift over ontwerptools en experimentele<br />

technieken om energie-efficiëntere en<br />

geluidsvriendelijke HVAC-systemen te<br />

ontwikkelen. “HVAC is de verzamelnaam<br />

voor verwarmings-, ventilatie- en air<br />

conditioning apparatuur en technologie”,<br />

legt Olivier uit. “Een HVAC-installatie heeft<br />

als belangrijkste doel het comfort van de<br />

bewoners van een huis of gebruikers van<br />

een ruimte te bevorderen. Zulke apparaten<br />

gebruiken uiteraard energie. Om daarop te<br />

kunnen besparen moeten het verwarmings -<br />

systeem en de ventilatie van de ruimte<br />

goed op elkaar worden afgestemd.<br />

Een andere uitdaging bestaat erin de<br />

geluidsoverlast van de installatie tot een<br />

minimum te beperken.<br />

Ik werk aan en gebruiksvriendelijke<br />

modelleringsstrategie om zowel de<br />

energie-efficiëntie als de geluidsdemping<br />

van HVAC-leiding systemen te bevorderen.<br />

De kunst bestaat erin om geluidsoverlast<br />

en energieverbruik beperkt te houden<br />

terwijl de luchtkwaliteit in de ruimte<br />

gewaarborgd blijft “.<br />

Verscheidenheid<br />

De onderzoeksgroep van Olivier bestaat<br />

uit ruim 90 doctorandi. Hun onderzoek<br />

bestrijkt een brede waaier van vakgebieden<br />

en toepassingen. Ze zijn bedrijvig op<br />

vrijwel alle campussen van de Faculteit<br />

Industriële Ingenieurswetenschappen en<br />

vormen als zodanig een goede afspiegeling<br />

van de multicampusfaculteit. Binnen het<br />

Departement Werktuigkunde heeft LMSD<br />

ook een stevige voet aan de grond in<br />

de Faculteit Ingenieurswetenschappen.<br />

“De verscheidenheid van het onderzoek<br />

maakt dat LMSD soepel kan inspelen op<br />

de telkens andere thema’ van initiatieven<br />

zoals de Kinderuniversiteit”, meent Olivier.<br />

Experiment<br />

Op 23 oktober verzorgden Olivier en zijn<br />

collega’s twee workshops voor telkens<br />

een twintigtal jongeren van acht tot dertien<br />

jaar. Zoals de vorige jaren waren de<br />

sessies in een mum van tijd volgeboekt.<br />

Na een inleidend college naar keuze over<br />

het ontstaan van het heelal en de zon of<br />

het energiesysteem van de toekomst,<br />

konden de deelnemers zich uitleven in<br />

hands-on proeven en experimenten over<br />

trillingen en beweging in de ruimte en<br />

het gebruik ervan om satellieten te<br />

positioneren. Verder was er ook aandacht<br />

voor bewegen in een staat van gewichts -<br />

loosheid en de voortplanting van geluid<br />

in de kosmos.<br />

Yves Persoons<br />

www.kuleuven.be/kinderuniversiteit<br />

38


Olivier Van Dessel<br />

© Julie Feyaerts<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

39


WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />

Françoise Chombar<br />

© Johan Vandroogenbroeck<br />

40


FRANÇOISE CHOMBAR:<br />

DE STEMINIST SPREEKT<br />

“Als STEMinist zal ik me met een grote gedrevenheid blijven inzetten voor meer STEM<br />

en inclusie, omwille van de positieve impact op onze economie, onze planeet en onze<br />

samenleving als geheel”, beloofde Françoise Chombar na de ontvangst van de eerste<br />

erepenning van de Groep Wetenschap & Technologie van de KU Leuven op 12 oktober 2021.<br />

Wie is zij en wat bezielt haar? Een portret.<br />

Een tolk Nederlands-Engels-Spaans uit het Kortrijkse die<br />

een hightech bedrijf opricht en uitbouwt tot een wereld -<br />

speler in de micro-elektronica, kom je niet elke dag tegen.<br />

Als zulke witte raaf zich ook nog eens opwerpt als een<br />

voorvechter en inspirator in het STEM-domein en zich met hart<br />

en ziel inzet om diversiteit en inclusie te bevorderen binnen en<br />

buiten het bedrijfsleven, dan kan het nog enkel gaan om<br />

Françoise Chombar, Chairwoman van de chipproducent Melexis<br />

en voorzitter van het Vlaamse STEM-platform.<br />

Als primus inter pares van de groep experten die de Vlaamse<br />

regering adviseert inzake STEM, trok ze in het najaar van 2021<br />

aan de alarmbel. “Vlaanderen dreigt de STEM-trein te missen”,<br />

luidde het. “De plannen van de Vlaamse regering, uitgewerkt in<br />

de STEM-agenda 2030, getuigen van weinig richting en ambitie”.<br />

En dat op een moment waarop het bedrijfsleven en de economie<br />

kreunen onder het tekort aan technici en ingenieurs. En levens -<br />

lang leren in elk van de STEM-gebieden een kwestie van<br />

(over)leven of verdwijnen is.<br />

Wow-effect<br />

In haar jeugd is Françoise al ‘goed in talen’ maar ze heeft ook<br />

interesse in techniek: de manier waarop toestellen werken,<br />

hoe ze in elkaar zitten en waarom ze zijn bedacht. Bovendien<br />

blijkt ze ook over een opmerkelijk organisatietalent te beschikken.<br />

Ze herinnert zich nog levendig haar eerste bezoek aan Flanders<br />

Technology International, de technologiebeurs in de Gentse<br />

expohallen en het ‘wow-effect’ dat deze hoogmis van de<br />

hightech destijds bij haar opriep. Toeval of niet zit ze tijdens<br />

haar studie aan de UGent op kot met ingenieursstudenten.<br />

Haar huwelijk met een ingenieur Elektrotechniek bij MIETEC-Alcatel<br />

bezegelt haar intrede in de wereld van de micro-elektronica.<br />

Het jonge koppel vertrekt in 1985 naar Duitsland voor de opstart<br />

van Elmos, een producent van halfgeleiders. Françoise wordt<br />

verantwoordelijk voor de productieplanning en de customer -<br />

service, een job die haar op het lijf is geschreven.<br />

Terug in België vier jaar later ontpopt ze zich tot een volleerd<br />

ondernemer met de oprichting van Melexis, ontwikkelaar en<br />

producent van geavanceerde halfgeleiders voor de auto-industrie.<br />

Ze begint haar carrière als operations manager en wordt in 2003<br />

CEO, een functie die ze tot augustus 2021 blijft uitoefenen.<br />

Automotive en meer<br />

Met Françoise aan het roer groeit Melexis uit tot een top 3 onder -<br />

neming in de sector van automotive halfgeleiders en de productie<br />

van IC’s (chips). Het bedrijf telt 1500 medewerkers verspreid over<br />

12 vestigingen worldwide. “Wist je dat elke nieuwe wagen<br />

wereldwijd gemiddeld <strong>18</strong> chips van Melexis aan boord heeft?”,<br />

vraagt Françoise trots. “Met innovaties zoals de gecombineerde<br />

sensor voor slimme banden en intelligente autoverlichting gaan<br />

we voor 20 chips in elke wagen en meer. Dat aantal kan nog<br />

oplopen als de autonome voertuigen met optische sensor IC’s<br />

in gebruik worden genomen”.<br />

Melexis’ ambitie reikt verder dan automotive. “We willen ook<br />

groeien in andere markten”, bevestigt Françoise. “In alternatieve<br />

mobiliteit bijvoorbeeld, maar ook in de consumentenelektronica,<br />

robotica en gezondheidszorg. Ons motto is ‘Inspiring Engineering’.<br />

We werken aan een toekomst die veilig, clean, comfortabel,<br />

gezond en duurzaam is”.<br />

Dat dit geen holle slogan is, blijkt uit Melexis’ inzet tijdens de<br />

coronapandemie. “Onze chips zijn vitale onderdelen in beademings -<br />

apparaten op de intensieve zorg, point-of-care toepassingen en<br />

COVID-19 testen”, vertelt Françoise.<br />

Waarden<br />

Van bij de start voert Melexis een aantal belangrijke waarden<br />

hoog in het vaandel. Maatschappelijke verantwoordelijkheid,<br />

diversiteit, inclusie en STEM nemen een prominente plaats in.<br />

Het bedrijf telt 49 nationaliteiten in zijn vestigingen en 33% van<br />

de medewerkers zijn vrouwen. ><br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

41


WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />

“Akkoord, het kan nog beter maar voor een hightech bedrijf zitten<br />

we ruim boven het gemiddelde, zeker als je naar de teamleads<br />

en onze C-suite kijkt”, aldus Françoise “en onze Raad van<br />

Bestuur telt evenveel mannen als vrouwen.”<br />

Het stokpaardje van het bedrijf is het sensibiliseren van jongeren<br />

voor wetenschap en technologie. Als STEM-ambassadeur werkt<br />

Melexis nauw samen met de STEM-Academies, medewerkers<br />

fungeren als technologiementor in scholen en het bedrijf is vaak<br />

present op wetenschap populariserende initiatieven zoals de Dag<br />

van de Wetenschap en Sound of Science. Telkens worden<br />

verschillende STEM-profielen in de kijker gezet met bijzondere<br />

aandacht voor vrouwelijke rolmodellen. Françoise zelf geeft het<br />

goede voorbeeld als voorzitter van het STEM-platform, een functie<br />

die ze bekleedt sinds 2015 en ze bijzonder ter harte neemt.<br />

Genderevenwicht<br />

Technologie en genderevenwicht beschouwt Françoise als de<br />

meest kritische uitdagingen van het moment. “In de STEMingrediënten<br />

zit het potentieel om alle mondiale problemen aan<br />

te pakken: klimaatverandering, honger, vervuiling van lucht en<br />

water, epidemieën. Dat is uiteraard positief, maar er zijn ook<br />

voldoende degelijk opgeleide mensen nodig om de technologieën<br />

te ontwikkelen, te bouwen en te implementeren. Daar knelt de<br />

schoen. Er is een schrijnend tekort aan STEM-professionals.<br />

En de grote afwezigen zijn – zoals bekend – de dames.<br />

Het probleem is niet nieuw. In 2017 lekte een interne nota van<br />

een Google-medewerker uit. Daarin stond te lezen dat het verloren<br />

moeite is om vrouwen aan te trekken. De hersenen van vrouwen<br />

zijn daar niet voor gemaakt en mochten de dames het intellectueel<br />

aankunnen, dan hebben ze meestal geen interesse in technologie.<br />

De medewerker in kwestie werd wel ontslagen, maar wat hij<br />

beweerde, leeft nog altijd in brede lagen van de bevolking.<br />

Glazen plafond<br />

“Inmiddels is afdoend bewezen dat de gender gap niet terug<br />

te voeren is op intelligentie “, vervolgt Françoise. “Volgens mij is<br />

het in eerste instantie een kwestie van motivatie. Vrouwen en<br />

mannen zijn op een verschillende wijze gemotiveerd. Terwijl mannen<br />

eerst kijken naar het ‘wat’, vragen vrouwen eerder naar het ‘hoe’<br />

met speciale aandacht voor het welzijn. Beide vormen van<br />

motivatie zijn complementair. Meer nog, samen zorgen ze voor<br />

een win-win situatie waar iedereen beter van wordt. Laat meisjes<br />

en jongens elkaar coachen en van elkaar leren. Zo creëer je<br />

inclusie, de kweekvijver van innovatie”.<br />

Aan de retoriek van het ‘glazen plafond’ – inmiddels al 40 jaar<br />

oud – doet Françoise niet mee. “Eigenlijk is dat niet het probleem<br />

van de vrouwen. Het zit dieper, niet hoger. Aan de basis van<br />

de gender gap liggen ingebakken stereotypen die van generatie<br />

op generatie worden doorgegeven. Je zou kunnen spreken van<br />

subliminale boodschappen met informatie die wordt overgedragen<br />

zonder dat ze voor de ontvanger waarneembaar is maar die wel<br />

door het onbewuste wordt verwerkt waardoor ze onopgemerkt<br />

kan aanzetten tot gedrag. Zo komt het dat meisjes bijna zeker<br />

poppen krijgen als speelgoed en jongens auto’s. Zo wordt<br />

verwacht dat jongens stoer en sterk zijn en meisjes zorg- en<br />

volgzaam. Uit onderzoek blijkt dat meisjes pas een nieuwe<br />

uitdaging aangaan als ze minstens aan 80% van de vereisten<br />

voldoen. Bij de jongens ligt de drempel op 60%. De gender gap<br />

manifesteert zich lang voor het glazen plafond”.<br />

Rolmodel<br />

De school en meer bepaald de leraren zijn eveneens betrokken<br />

partij bij de gender gap. Françoise verwijst in dat verband naar<br />

een rapport van de EU waaruit blijkt dat meisjes beduidend lager<br />

presteren bij leraren met gendervooroordelen. Zelfs onbewust<br />

kunnen zulke leraren een negatieve impact hebben op het<br />

zelfvertrouwen en op het niet-kiezen voor STEM-richtingen.<br />

Een sterk positieve invloed daarentegen werd vastgesteld bij<br />

inspirerende vrouwelijke rolmodellen en gepassioneerde niet<br />

vooringenomen STEM-leerkrachten.<br />

Ook het moment waarop de rolmodellen op het toneel<br />

verschijnen, is belangrijk. Uit ander onderzoek blijkt dat meisjes<br />

op heel jonge leeftijd wel open staan voor techniek maar die<br />

interesse vanaf hun twaalfde snel verliezen. In die leeftijdsperiode<br />

zouden vrouwelijke rolmodellen in de school actief moeten zijn<br />

waaraan de meisjes zich kunnen spiegelen.<br />

In het ‘Ingenieus Zomerkamp’ voor tien-tot veertienjarigen op<br />

Campus Groep T in Leuven worden sinds twee jaar meisjes en<br />

jongens van elkaar gescheiden. Waar voorheen het kamp bijna<br />

uitsluitend jongens aantrok, is de aparte meidengroep in een<br />

mum van tijd volzet. “Hier speelt dan weer een andere factor<br />

een rol”, legt Françoise uit. “Die van de sociale vergelijking.<br />

Meisjes meten zich liever niet met jongens en voelen zich<br />

zelfzekerder onder elkaar”. Overigens moesten de resultaten van<br />

de meisjes na afloop niet onderdoen voor die van de jongens,<br />

wat voorheen in de ‘gemengde’ groep niet het geval was.<br />

Idealen<br />

Françoise is niet alleen een STEMinist, ze is ook een overtuigd<br />

optimist. Ze gelooft dat het in één generatie mogelijk moet zijn<br />

om een genderevenwicht te bereiken en zodoende het nijpend<br />

tekort aan STEM-professionals te delgen. “De jongeren van<br />

vandaag – jongens én meisjes – hebben gelukkig nog idealen.<br />

Kijk maar naar hun inzet voor de klimaatzaak, voor een beter<br />

leefmilieu, voor meer rechtvaardigheid. Deze generatie is<br />

opgegroeid met het internet, met sociale media, met smart -<br />

phones. De jongeren van vandaag staan op en gaan slapen<br />

met technologie. Als we hen kunnen overtuigen dat de<br />

technologie die ze omarmen de betere wereld kan creëren<br />

waarvoor ze zich inzetten, is de ommezwaai definitief ingezet.<br />

Dat wil ik nog meemaken.”<br />

Yves Persoons<br />

42


WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />

STEM CHALLENGE 2022:<br />

WELKE TOREN BLIJFT OVEREIND?<br />

Op donderdag 7 mei 2022 bestormen jonge torenbouwers voor het derde jaar op rij<br />

de Technologiecampus Gent. Ze nemen het tegen elkaar op in een spannende afvalwedstrijd,<br />

waarin de constructie die het langst een aardbeving kan doorstaan, wint. Inspirator en<br />

coördinator Dimitri Coppens geeft uitleg bij deze originele idee om wetenschap en<br />

technologie te promoten bij jongeren.<br />

Leerrijk, spannend en leuk, dat zijn de beproefde<br />

ingrediënten van de Gentse Stem Challenge. “We dagen<br />

vijfde- en zesdejaars secundair onderwijs uit om in groepjes<br />

van vier tot zes een toren te bouwen met huis-, tuin- en keuken -<br />

materiaal”, vertelt Dimitri. “De toren moet zodanig ontworpen<br />

en gebouwd zijn, dat hij zo lang mogelijk overeind blijft in een<br />

aardbeving opgewekt door een triltafel. Om alle teams dezelfde<br />

startkansen te geven, moeten ze gebruik maken van eenzelfde<br />

materialenkit en gelden voor ieder team dezelfde structuur -<br />

vereisten inzake afmetingen, belasting op de verdiepingen, enz.<br />

Bij de eindbeoordeling is overigens niet alleen het uithoudings -<br />

vermogen van de toren van tel, we houden ook rekening met<br />

factoren zoals het gewicht en het spaarzaam gebruik van materiaal”.<br />

Frequentie<br />

Op de dag des oordeels worden de torens onderworpen aan<br />

een proef op de triltafel. Die tafel is door Dimitri en zijn collega’s<br />

zodanig ontworpen dat de trillingen kunnen variëren in intensiteit.<br />

“De proef begint rustig met een amplitude van 0,025 g, maar na<br />

één minuut wordt de intensiteit telkens met 0,25 g opgedreven.<br />

Gedurende deze cycli van één minuut varieert de frequentie<br />

waarmee de tafel beweegt van 15 Hz tot 1 Hz. In dat gebied<br />

situeren zich namelijk de frequenties waar de torens gevoelig<br />

voor zijn. Eenmaal de proef is gestart, stijgt de spanning bij de<br />

teamleden en de toeschouwers ten top. Keer op keer doen zich<br />

verrassingen voor want het is niet altijd het meest robuust<br />

uitziende exemplaar dat het langst overeind blijft. Slim berekend<br />

is doorgaans doeltreffender dan sterk gebouwd”.<br />

Junior College<br />

Een trillingsbestendige toren bouwen is geen nattevingerwerk.<br />

Zowel de leerlingen als hun leraren krijgen dan ook de kans om<br />

zich voor te bereiden op de competitie. “Van de leerlingen<br />

verwachten we dat ze eerst de Junior College module ‘Buigen,<br />

beven, barsten’ volgen”, bevestigt Dimitri. “Die bevat de<br />

theoretische achtergrond die nodig is om met kennis van zaken<br />

aan de slag te gaan. Aan deze module hebben onze collega’s<br />

Katrien Van Nimmen en Stef Pillaert meegewerkt”.<br />

“De leraren van hun kant kunnen vooraf deelnemen aan een<br />

gratis bijscholing op de campus. Die stelt hen in staat om zelf<br />

de workshop ‘Bevende bruggen en trillende torens’ te geven<br />

in de klas. Daar hoort ook een uitleenkoffer bij met materiaal<br />

om te experimenteren en een bundel met opdrachten. Een toren<br />

bouw je niet op los zand, eerst moeten de fundamenten<br />

worden gelegd”.<br />

Yves Persoons<br />

www.kuleuven.be/campussen/technologiecampus-gent<br />

Klik op ‘aanbod voor leraren’.<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

43


ALUMNUS IN DE KIJKER<br />

CHARLOTTE<br />

VAN DE VOORDE:<br />

HOOGVLIEGER<br />

OP HET TARMAC<br />

Industrieel ingenieurs zijn van vele markten thuis.<br />

Ook uit de luchtvaart zijn ze niet meer weg te denken.<br />

Geen enkel nieuw of gemodificeerd vliegtuig kan opstijgen<br />

zonder volledig luchtwaardig te zijn verklaard. Daar hebben<br />

de zgn. ‘Initial Airworthiness Engineers’ nogal wat inspraak in.<br />

Charlotte Van de Voorde, afgestudeerd op Campus Brugge,<br />

wist zulke job te bemachtigen bij Sabena Aerospace.<br />

In september 2021 sleepte ze als eerste vrouw ook al de VLRI<br />

Award in de wacht. Een portret van een bevlogen ingenieur.<br />

Eigenlijk was Charlotte al aan de slag<br />

bij Sabena Aerospace in Zaventem<br />

lang voor ze in 2020 afstudeerde.<br />

In het kader van haar masterproef zette<br />

ze er een hoogperformante organisatie op<br />

poten om inzake design de complexe<br />

luchtvaartwetgeving te vertalen naar de<br />

werkvloer. Ze formuleert het als volgt:<br />

“De luchtvaart behoort tot de meest gere -<br />

glementeerde en gecertificeerde sectoren.<br />

Elke aanpassing aan of in een toestel<br />

moet voldoen aan strikte voorwaarden.<br />

De ‘Initial Airworthiness Engineer’ maakt<br />

een classificatie van de modificatie(s) en<br />

stelt een certificatieplan op. Daarin wordt<br />

haarfijn uitgelegd welke analyses, tests of<br />

bewijzen nodig zijn om het toestel veilig<br />

voor vlucht te verklaren. Veiligheid is<br />

uiteraard prioritair, maar er zijn ook andere<br />

factoren in het spel zoals de financiële en<br />

praktische haalbaarheid”.<br />

Geen piloot, wel ingenieur<br />

Van kindsbeen af was Charlotte al gefasci -<br />

neerd door vliegtuigen. Haar meisjesdroom<br />

– gevechtspiloot worden van een F16 –<br />

zag ze in rook opgaan toen ze na de<br />

secundaire school net niet in de toelatings -<br />

proef slaagde.<br />

Gesterkt (of getroost) door de idee dat<br />

luchtvaart meer omvat dan vliegen, schreef<br />

ze zich in voor de ingenieursopleiding in<br />

Oostende (inmiddels Campus Brugge),<br />

de enige plaats in Vlaanderen die de optie<br />

Luchtvaarttechnologie aanbiedt.<br />

“De opleiding bood precies wat ik zocht”,<br />

vertelt Charlotte. “Een brede, polyvalente<br />

basisvorming gecombineerd met een<br />

focus op luchtvaarttechnologie. Heel goede<br />

herinneringen bewaar ik aan de bachelor -<br />

proef waar ik deelnam aan de Dassault<br />

Aviation UAV Challenge, een internationale<br />

competitie waarbij de opdracht erin<br />

bestaat een autonoom vliegende drone<br />

te bouwen”.<br />

“Het hoogtepunt van m’n studie was<br />

zonder twijfel de masterproef onder de<br />

deskundige en inspirerende leiding<br />

van prof. Jean-Jacques Speyer en Ian<br />

Roberts, voormalig Head of Design en<br />

bedrijfspromotor. Zij openden voor mij een<br />

nieuwe wereld: die van de luchtvaart -<br />

regulering en hoe ze toe te passen in de<br />

praktijk. Voor alle duidelijkheid, dit gaat<br />

over veel meer dan haarkloverij over<br />

regeltjes. Voordat je aan de wetgeving<br />

Charlotte Van de Voorde<br />

© Geert Vanden Wijngaert<br />

toe bent, moet je eerst grondig vertrouwd<br />

zijn met vliegtuigdesign, -bouw en<br />

aerodynamica. De wetgeving zelf is dan<br />

ook nog eens opgesplitst in een civiele en<br />

een militaire sector waar verschillende<br />

regels van toepassing zijn”.<br />

Fit to fly<br />

Charlotte behaalde met haar masterproef<br />

een recordscore van <strong>18</strong>,2 op 20.<br />

Geen wonder dat ze kort daarop werd<br />

uitgeroepen tot winnaar van de VLRI-prijs<br />

(Vlaamse Lucht- en Ruimtevaart Initiatieven).<br />

Een prestatie waar ze bijzonder trots<br />

op is en waarmee ze zich met recht en<br />

reden als rolmodel voor de huidige en<br />

toekomstige vrouwelijke ingenieurs wil<br />

positioneren.<br />

44


Solliciteren hoefde ze niet te doen.<br />

Sabena Aerospace, gespecialiseerd in het<br />

onderhoud en de upgrading van civiele en<br />

militaire toestellen, zette haar aan het werk<br />

in het designteam dat ze nota bene zelf<br />

mee oprichtte. Daar vormt ze de schakel<br />

tussen het management en de technische<br />

support die het bedrijf verleent aan de<br />

luchtvaartmaatschappijen.<br />

“Initial Airworthiness Engineers moeten<br />

verzekeren dat een vliegtuig ‘fit to fly’ is<br />

en beantwoordt aan alle ontwerp -<br />

voorschriften”, aldus Charlotte. “Het is<br />

een job met veel variatie omdat je telkens<br />

met andere opdrachten en verschillende<br />

vliegtuigen te maken krijgt. Zo ben ik<br />

momenteel bezig met het laden van een<br />

Intensive Care Unit in de cargoruimte<br />

van de nieuwe Airbus A400M van de<br />

luchtmacht. Pas als het volledige designen<br />

certificatiepakket is geverifieerd,<br />

goedgekeurd en geïmplementeerd kan<br />

het toestel veilig op medische missie<br />

vertrekken”.<br />

Charlotte heeft overigens nog meer<br />

pijlen op haar boog. In de groep waar<br />

Sabena Aerospace toe behoort, is ze<br />

als projectingenieur bedrijvig met de<br />

automatisering van de productielijnen bij<br />

Sabca, een multi-technology lucht- en<br />

ruimtevaartleverancier. Een welgekomen<br />

aanvulling bij haar job die haar vertrouwd<br />

maakt met de complete levenscyclus van<br />

de producten.<br />

Allround ingenieur<br />

Een veelzijdige job veronderstelt een<br />

brede waaier van competenties. “Initial<br />

Airworthiness Engineering is daar een<br />

goed voorbeeld van”, bevestigt Charlotte.<br />

“Het is een mix van technische kennis,<br />

managementvaardigheden en professionele<br />

skills als communicatie, teamwork en<br />

klant gerichtheid. Probleemoplossend ver -<br />

mogen en besluitvaardigheid staan ook<br />

hoog op het lijstje. Stressbestendigheid<br />

eveneens. Kortom, een job voor een<br />

echte allrounder”.<br />

Yves Persoons<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

45


ALUMNUS IN DE KIJKER<br />

THE AGILE ENGINEER<br />

"The world is constantly changing, so you have to be able<br />

to deal with change as an organization and as an individual.<br />

This became very clear during the corona pandemic.<br />

Those who don't change fast enough will disappear from the<br />

scene," says Jef Cumps, co-founder of iLean and seasoned<br />

change facilitator and trainer. Agility and self-management<br />

are his tools to stay in the running.<br />

Engineer, entrepreneur, coach,<br />

trainer, inspirational speaker, writer.<br />

Jef is, can and does it all. His career<br />

is a textbook example of the versatility of<br />

the master’s in engineering technology of<br />

KU Leuven.<br />

Jef graduated in 2001 as Electronics-ICT<br />

engineer from the then University College<br />

Group T in Leuven. He immediately<br />

started working as an IT programmer at<br />

the software company Cronos, a classic<br />

starting job for an electronics engineer.<br />

During the six years he spent in this<br />

position, he attracted attention from<br />

large and small customers as an all-round<br />

professional who combined technical<br />

know-how with the ability to get the best<br />

out of people and teams. From programmer<br />

pur sang (hard skills), he evolved to<br />

management consultancy and then to<br />

coaching and training of professional<br />

competencies (soft skills). During this<br />

period, he immersed himself in NLP<br />

(Neurolinguistic programming), personal<br />

coaching, Agile, Lean and Sociocracy.<br />

In 2007, he co-founded iLean, a consul -<br />

tancy firm specialized in the combination<br />

of Agile and Sociocracy principles and<br />

techniques.<br />

High performing<br />

What do Agile and Sociocracy stand for?<br />

Jef explains: "Agile focuses on how<br />

product development teams can work<br />

really efficiently and create added value for<br />

the customer. In essence it comes down<br />

to enabling small, self-organising teams to<br />

continuously deliver value and continuously<br />

improve. Sociocracy is all about governance<br />

and how to run an organisation based on<br />

equivalence, collective intelligence and<br />

continuous learning. It shows you how to<br />

pull self-determination to the organisational<br />

level, creating flexible structures and<br />

leveraging decentralized power".<br />

The trump card of iLean is the combination<br />

of bringing in powerful processes and<br />

focusing on effective collaboration.<br />

According to Jef, it is "the most powerful<br />

way to grow resilient and high-performing<br />

teams and organisations. That's why I will<br />

always combine both views”.<br />

Autonomy<br />

iLean has around 20 employees, of whom<br />

a lot have an engineering or ICT back -<br />

ground. However, they certainly do not<br />

work exclusively for electronics or hightech<br />

companies. Their clients include<br />

governments, hospitals, and social profit<br />

organisations. "It doesn't really matter<br />

what sector the customer is in", says Jef.<br />

"We activate the self-management<br />

capacity of employees and teams with a<br />

view to creating maximum cooperation<br />

and satisfaction among stakeholders<br />

inside and outside the organisation".<br />

One of iLean's satisfied customers is the<br />

KU Leuven, more specifically the central<br />

IT department, an organisation with 300<br />

employees. In just a few years, it has been<br />

transformed from a hierarchical structure<br />

to an agile organisation in which individuals<br />

and teams work together in different<br />

ways, depending on the task or context.<br />

"Using Sociocracy 3.0 we have encouraged<br />

collaboration between teams so that<br />

decisions can be taken where the most<br />

expertise is," continues Jef. "We also<br />

introduced people coaches who operate<br />

across teams. When the department had<br />

to operate remotely from one day to the<br />

next during the lock-down last year,<br />

everything went smoothly. It was a test<br />

that agile and sociocracy work effectively<br />

even in difficult circumstances".<br />

Novella<br />

Jef put his broad knowledge and rich<br />

experience to book in 'Sociocracy 3.0 -<br />

The Novel', which was published in 20<strong>18</strong>.<br />

It tells the story of the company HRS that<br />

threatens to become a victim of its own<br />

success. Kris, the new CEO, is faced with<br />

the difficult task of getting the organisation<br />

afloat. Using Sociocracy 3.0 techniques,<br />

he manages to make the company<br />

successful again. "What presents itself as<br />

a novella is actually meant as a practical<br />

guide towards resilient, innovative and<br />

humane organizations", says Jef. The book<br />

has received much acclaim from the<br />

public and the press, both at home and<br />

abroad. Urs Bolten, Managing Director<br />

of Blum International Consulting speaks<br />

of 'an important contribution to try new<br />

leadership approaches' and 'a wellwritten,<br />

highly readable and easily<br />

understandable book'.<br />

Since he wants to spend more time training<br />

and facilitating teams and organisations,<br />

Jef left recently the governance and<br />

growth of the company in the hands of<br />

Kris Philippaerts, a fellow Group T<br />

alumnus and iLean’s co-founder. This way,<br />

Jef is enabling new growth opportunities<br />

for the company, as allowing himself to<br />

contribute more to the world of work.<br />

Yves Persoons<br />

46


Jef Cumps<br />

© Joren De Weerdt<br />

<strong>CONNECTING</strong><br />

47


ROBERT WILLEMS WINT<br />

ALUMNI INGENIEURS AWARD 2022<br />

Sinds vorig jaar bekroont Alumni<br />

Ingenieurs KU Leuven twee<br />

afgestudeerden – één van de<br />

Faculteit Ingenieurswetenschappen en<br />

één van de Faculteit Industriële Ingenieurs -<br />

wetenschappen – voor hun verdiensten<br />

en carrièrepad. Op 13 januari 2022 werd<br />

Robert Willems uitgeroepen tot winnaar<br />

in de categorie industrieel ingenieur.<br />

An Caluwaerts viel in de prijzen bij de<br />

burgerlijk ingenieurs.<br />

Robert Willems studeerde in 1989 af als<br />

ing. Elektromechanica aan de toenmalige<br />

Katholieke Hogeschool Limburg (nu<br />

Campus Diepenbeek) en maakte carrière<br />

in de sector van de tunnelboringen.<br />

Na zes jaar als projectingenieur bij<br />

K-Boringen in Hasselt, gaat hij aan de<br />

slag bij het Duitse bedrijf Herrenknecht,<br />

producent van tunnelboormachines.<br />

Van verkoopingenieur werkt hij zich snel<br />

op tot Global Sales & Marketing Director,<br />

verantwoordelijk voor de wereldwijde<br />

sales strategie van de onderneming.<br />

Business Angel<br />

In 2008 richt Robert Down2Earth op,<br />

gespecialiseerd in de revisie en hergebruik<br />

van tunnelboormachines. Als zelfstandig<br />

ondernemer wordt hij een belangrijke<br />

speler in de nichemarkt van de No Dig<br />

industrie waarbij geen grondwerken<br />

worden uitgevoerd. In 20<strong>18</strong> draagt Robert<br />

de dagelijkse leiding van zijn bedrijf over<br />

en concentreert zich op consultancy in<br />

de tunnelbouw en de internationale<br />

handel. Hij vervoegt tevens het Business<br />

Angels Network Vlaanderen (BAN) waar<br />

hij al ruim tien jaar jonge starters met<br />

raad en daad bijstaat om snel een sterke<br />

positie in hun segment te veroveren. Zijn<br />

deelneming aan het Project Hardball<br />

getuigt van eenzelfde engagement om<br />

jonge ondernemers te steunen bij het<br />

realiseren van hun businessplan.<br />

Rolmodel<br />

Alumni Ingenieurs KU Leuven kent aan<br />

Robert Willems de Alumni Award toe<br />

omwille van zijn grote verdiensten als<br />

ingenieur en ondernemer en dat zowel<br />

nationaal als internationaal. Dit samen<br />

met zijn inzet voor jonge starters maken<br />

van hem een inspiratiebron en rolmodel<br />

voor de huidige en toekomstige<br />

industrieel ingenieurs.<br />

In de categorie burgerlijk ingenieurs gaat<br />

de Alumni Award naar An Caluwaerts,<br />

CEO van Telenet. De prijzen worden<br />

uitgereikt op 10 mei 2022 tijdens een<br />

plechtigheid in het Arenbergkasteel<br />

van Heverlee.<br />

Yves Persoons<br />

Blijf in contact<br />

Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven<br />

of hernieuw je lidmaatschap<br />

3 3 keer per jaar ConnectING in je brievenbus, uitgegeven<br />

door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in<br />

samenwerking met de alumnikringen<br />

3 Sponsoring van promotiebijeenkomsten<br />

3 Uitnodigingen voor heel wat universitaire activiteiten en<br />

exclusieve events<br />

3 Kortingen op o.a. Festival van Vlaanderen en andere<br />

Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op<br />

Kinepolis filmtickets, pretparkbezoeken e.a.<br />

3 …<br />

Bouw aan je kennis. Deel ervaringen.<br />

Verruim je netwerk. Blijf verbonden.<br />

www.linkedin.com/groups/42357/<br />

Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een<br />

lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging.<br />

connect.kuleuven.cloud

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!