Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
THEMA
WINTER
Op jacht naar noordflanken
reizen door het
achterland
van Atlantis
Tijdens het blauwe
uur stijgen we op
de flanken van de
Sassière.
Op de plank ligt een meerdagenplan voor het aaneenrijgen van noordflanken rond de 3500 meter.
Het is wachten op de juiste condities. Zoals vaker, plantte een enkele foto het zaadje om te dromen
over mogelijkheden in deze zone. In dit geval was het een oude foto van de Rampe de Pierre Pointe,
geskied door Pierre Tardivel. Tardivel is gids, maar bovenal legende van de pente raide, de Franse
benaming van het ‘extreme’ skiën van flanken – of eigenlijk alpiene klimlijnen – die beginnen bij
45 graden. Vanaf begin jaren 90 staan er meer dan 100 eerste afdalingen op zijn naam. Per ski, en
later (inmiddels de 50 gepasseerd) ook per snowboard.
Tekst en beeld Koen Bakkers
Aan de hand van de dromerige Toponeige boeken en de
Italiaanse en Franse Rando kaarten is een driedaags idee
uitgewerkt. Het plan is om in drie dagen drie grote noordflanken
boven de 3500 meter te kunnen afvinken, gelegen in de
centrale Grajische Alpen: van Savoie, naar Aosta, naar Savoie.
Het is wachten op een goede weeropening. De kleine verstoringen
afgewisseld met blauwe lenteperiodes blijven lastig te monitoren.
Drie dagen stabiel weer is de wens. Niet al te exotisch nulgradenniveau
en weinig wind. In de berichten tekent zich een opening
af van twee dagen. Er zijn dansende wolken voorspeld, die
spelbreker kunnen zijn. Het initiële drie-afdalingenplan wordt
teruggebracht naar twee. Meer speelruimte geeft het weerbericht
ons niet.
Met vrienden uit de omgeving is er contact. We stemmen af
wanneer wie kan. Jean is erbij: opgegroeid in Les Arcs 1600 als
zoon van de plaatselijke huisarts. Bergen als speeltuin vanaf de
luiers. Naarmate de jaren vorderen, is Jean minder geïnteresseerd
geraakt in de assistentie van de remontées mécaniques die zijn
jeugd hebben omringd. Skistationkaders zijn vergaan. De interesse
is verschoven naar het gehele spel van stijgen en afdalen, op
eigen kracht, in ongerept terrein.
Het plan
Het doel wordt een tweedaagse tocht via de Aiguille de la Grande
Sassière NE (3747 meter), met een verblijf in Rifugio Mario Bezzi,
dan omhoog aan de oostzijde van Nant Cruet (3605 meter) en via
de Dôme van Glacier Supérieur des Balmes naar de Rochers de
Pierre Pointe, Rampe nord.
De dag voor vertrek stemmen we ons materiaal af en besluiten
we vroeg te starten voor een lange eerste dag, vanaf de voet van
Grand Sassière. Wie Tignes kent, heeft de berg gezien. Zeker op
de terugweg vanaf het skistation komt deze kolos pontificaal in
beeld. De zuidkant en zijn graat steken imponerend uit boven het
Lac du Chevril, waar ooit het oorspronkelijke dorp Tignes als een
soort Atlantis in verzonk toen de stuwdam werd gebouwd.
Knisperende ochtendkou
De eerste dag blijft een gok. Er is een gedeeltelijk wolkendek
voorspeld in de middag. Hopelijk gaat dit zich niet opbouwen
rondom de Grand Sassière. We gaan het zien. In de laatste
nachtelijke uren lopen we de eerste meters omhoog, we hebben
2000 hoogtemeters voor de boeg. We volgen de westkam naar
de top, deels op vellen, deels op stijgijzers. Het is aangenaam
koersen door een verse laag sneeuw in de knisperende ochtendkou
en leegte. Vlak bij de kam hebben we een majestueus zicht
op de zuidwand. Het perspectief op de toppen in de omgeving
verandert met ons mee. Aosta komt vol in zicht; langzaam
vordert de dag en lonkt de top.
Het wolkenspel danst en vult het luchtruim. Eerst kruipt het
samen aan de Franse zijde; gestaag rijzen de wolken tegen
de bergen op en worden de zonnestralen steeds meer gedempt.
Bij de laatste paar honderd meter is de lange aanloop voelbaar.
Jean druist onverstoord voort, blij als de laatste meters in zicht
komen. Dan staan we op de top en hebben we prachtig zicht op
de omgeving: Grand Paradiso, Grivola, Tsanteleina, Grande
Casse... Het spel van wolken en licht maakt het nog interessanter.
Vanaf deze hoogte hebben we een majestueus zicht op de
noordoostflank, de ‘wilde zijde’ van de Grande Sassière met
hangende seracs. We willen niet veel tijd verliezen en gaan op
zoek naar de entree en een bestaand ankerpunt. We staan op
een soort pilaar die we moeten afdalen aan het touw. De entree
zou met een abseil van 30 meter touwlengte moeten lukken.
We testen het bestaande ankerpunt en het geeft voldoende
zekerheid. Dan dalen we een voor een aan het touw af. Met
een licht heroïsch gevoel bereiken we zo de onbekende skilijn
richting Italië.
Molto bene
De stijgijzers gaan af en de ski’s aan. Boven in de wand bespreken
we de te skiën lijn. De sneeuw op deze hoogte is zeker 30
centimeter vers, koud en gortdroog. Alle seinen in het terrein
staan op groen. Jean trapt af en manoeuvreert sierlijk naar de rug
in het terrein, die naar het dal afdaalt. Bocht na bocht blijft hij op
deze lijn. Dit zijn ware jackpotcondities; het voelt als een cadeautje.
Deze vallei blijft als enige verschoond van het naderende wolkendek.
De vorm van de Sassière met zijn toonaangevende kam op
hoogte, die tevens de grens tussen Frankrijk en Italië markeert,
werkt als een dam. Mogelijk zijn de Franse Atlantisgoden ons goed
we staan op een soort pilaar
die we afdalen aan het touw
gezind en houden ze het wolkendek binnen eigen grensgebied.
Au revoir, La douce France, op naar Italiaanse gastvrijheid door
de dikke poeder. Molto bene is het hier!
Cucina Italiana
We dalen verder af de Aosta-Valgrisenchevallei in. Op weg naar
Rifugio Mario Bezzi doorkruisen we een vallei met talloze toerskimogelijkheden.
In de hut die al generaties lang door één familie
wordt gerund, wacht ons een hartelijke ontvangst. We krijgen een
knusse privékamer toegewezen; geen slaapzaal met oordoppen
dus! Op de tafels met rood-wit geblokte tafelkleden krijgen we
vijf gangen geserveerd. Alles is even smakelijk. La Cucina Italiana
doet ons meer dan goed. Het weldadige Aostaleven bevalt ons wel.
44 | HOOGTELIJN 1-2021
HOOGTELIJN 1-2021 | 45
Abseil entree vanaf de top van
de Grand Sassière.
THEMA
WINTER
Frankrijk
Savoie
Aosta
Italië
Van alpien avontuur
naar lente in het dal.
Rampe de Pierre Pointe
Ondertussen bespreken we de dag van morgen. Nant Cruet
omhoog en over de Dôme van Glacier Supérieur des Balmes
naar de Rampe de Pierre Pointe. Zo geschiedt. In het eerste
morgenlicht bestijgen we de monotone hellingsgraad van
Glacier des Plates des Chamois. Op de top van de Nant Cruet,
op 3605 meter, komt het weidse bergpanorama weer in zicht.
Dan is het anderhalve kilometer koersen naar de ingang van
ons skidoel, de Rampe de Pierre Pointe. Hier, op hoogte, op
onze tweede dag, daalt het besef in, gevoed door het lege
landschap, goed gezelschap en mooie ontmoetingen. We zijn
echt weg. Deze twee dagen voelen als een heuse reis.
De inkijk in de wand op noord nadert. Wat is dat machtig om te
zien. Een grillig wasbord afgevuld met steen en sneeuw. 800
hoogtemeters over 48/45 graden, onder superieure condities.
De weg naar beneden ligt geplakt tegen het dalende rotsmassief.
Dankzij het bestuderen van foto’s kennen we de te skiën lijn. En
omdat er de afgelopen nacht geen al te nare wind is geweest,
weten we dat het sneeuwdek stabiel ligt. Zelfde expositie als de
dag ervoor. We kiezen ervoor om direct in de wand af te dalen
naar een eerste safety spot, die we eerder hebben bepaald. Aan
Jean de aftrap in opnieuw monsterlijk gortdroge poeder. Jean
skiet de wand zoals we dat hebben besproken, in een diagonale
lijn naar een van de ribben in de wand. In zijn spoor kies ik een
route naar onze eerste stop. Skiën in zulke condities met zo’n
pitch is een waar feest. De bochten gaan vloeiend en zorgen voor
een aangename reis door het luchtledige dankzij de wetten van
de zwaartekracht. Wanneer ik bij Jean aankom, geven we elkaar
een high five, euforisch tot in de vezel. Ça, c’est une belle journée!
roept Jean. Links zien we dat door de skisporen stuifsneeuw van
de wand spuit. Wat een kracht, alsof een waterval van sneeuw
zijn weg zoekt. Machtig.
Nieuwe voeding
We blazen door van stop naar stop. De contouren van de wand
maken het spel prachtig. Van besneeuwde graten tot kleine
couloirs. Elke sectie geeft weer nieuwe voeding aan het skiërshart.
Wat een magische wand en wat een geweldig feest om dit samen
te doen in niemandsland. De hangende Balmesgletsjer komt in
beeld en de laatste etappes laten zich zien. Nog een paar minicouloirs
tegen het rotsmassief. Wauw. De euforie daalt in en ik
voel de gelukzaligheid van mijn kruin tot in mijn tenen. De reis
nadert zijn einde. Wat rest, is per ski afdalen naar de eerste Franse
tekenen van leven. Gevoed, bereisd en voldaan geven we ons over
aan de overgang van sneeuw naar lentegras. Des belles journées.
Rampe de Pierre Pointe 800 meter
noord zoals het hoort.
met een licht heroïsch gevoel
bereiken we de skilijn naar italië
HOOGTELIJN 1-2021 | 47