20.12.2021 Views

Gruuthuse-en-heraldiek

Gruuthuyse en heraldiek. Genealogie van de familie van den Gruuthuyse - Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart 1393 - Knoeien met kwartierstaten, Heraldische analyse van het Glasraam van Jan IV van Brugge en van Maria de Melun - Jan van Brugge, heer van Spiere, en Jan van den Gruuthuyse, de twee zonen van Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse - Genealogisch en heraldisch overzicht van de familie van den Gruuthuyse genoemd van Brugge. Zie website: www.jmvdeheraldry.be

Gruuthuyse en heraldiek.
Genealogie van de familie van den Gruuthuyse - Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart 1393 - Knoeien met kwartierstaten, Heraldische analyse van het Glasraam van Jan IV van Brugge en van Maria de Melun - Jan van Brugge, heer van Spiere, en Jan van den Gruuthuyse, de twee zonen van Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse - Genealogisch en heraldisch overzicht van de familie van den Gruuthuyse genoemd van Brugge.
Zie website: www.jmvdeheraldry.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

GRUUTHUYSE EN HERALDIEK<br />

I GENEALOGIE VAN DE FAMILIE VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

II HET TORNOOI VAN BRUGGE VAN 11 MAART 1393<br />

III HERALDISCHE ANALYSE VAN HET GLASRAAM VAN JAN<br />

IV VAN BRUGGE EN VAN MARIA DE MELUN<br />

IV JAN VAN BRUGGE, HEER VAN SPIERE, EN JAN VAN DEN<br />

GRUUTHUYSE, DE TWEE ZONEN VAN LODEWIJK VAN<br />

BRUGGE, HEER VAN GRUUTHUSE<br />

V REQUIEM VOOR GRUUTHUYSE OF HET BEWOGEN LEVEN<br />

VAN CATHARINA VAN BRUGGE<br />

VI GENEALOGISCH OVERZICHT VAN DE FAMILIE VAN DEN<br />

GRUUTHUYSE GENOEMD VAN BRUGGE<br />

JEAN-MARIE VAN DEN EECKHOUT (AIH)<br />

2021


GRUUTHUYSE EN HERALDIEK<br />

(Herzi<strong>en</strong>ing, oktober 2020)<br />

1395-G/820: “die he' van gruithus<strong>en</strong>” zijn wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Gelre <strong>en</strong> zijn zegel vanaf A°<br />

1384 (Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck, D. VI, plaat 81 <strong>en</strong> XVII)<br />

INLEIDING<br />

In het eerste deel maak ik e<strong>en</strong> analyse van de wap<strong>en</strong>s die de familie van<br />

d<strong>en</strong> Gruuthuyse aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> tracht te bepal<strong>en</strong> wat de mogelijke<br />

rede voor de kwartierwisseling van gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa 1 naar<br />

gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge zou kunn<strong>en</strong> zijn, om later weer het wap<strong>en</strong><br />

gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa op te nem<strong>en</strong>.<br />

Ik tracht eerst e<strong>en</strong> overzicht te gev<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de led<strong>en</strong> van deze<br />

familie tot Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, g<strong>en</strong>oemd van Brugge 2 . De<br />

opzoeking<strong>en</strong> gebeurd<strong>en</strong> hoofdzakelijk in gedrukte cartularia <strong>en</strong> kronijk<strong>en</strong>.<br />

1 Namelijk gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel (Gruuthuyse); 2 <strong>en</strong> 3, in keel<br />

e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver (Aa). Dit wap<strong>en</strong> wordt verder in de tekst beschrev<strong>en</strong> als<br />

gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa of kortweg Brugge-Aa.<br />

2 Ik volg gedeeltelijk de g<strong>en</strong>ealogie gepubliceerd in het werk van Chistophe Butk<strong>en</strong>s,<br />

Trophées tant sacrés que prophanes du duché de Brabant. Dirk Van de Perre formuleert<br />

in zijn artikel over de band<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de her<strong>en</strong> van Pollare <strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, e<strong>en</strong> nieuwe kijk<br />

over de oorsprong van Jan, heer <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>. Hij d<strong>en</strong>kt, in teg<strong>en</strong>stelling<br />

tot Miraeus <strong>en</strong> andere auteurs, dat de eerste Gruuthuyse vermeld als heer van<br />

Grimberg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon is van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter - waarschijnlijk<br />

Catharina - van Gerard van der Aa, die de heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong> als erf<strong>en</strong>is overdroeg<br />

aan haar echtg<strong>en</strong>oot <strong>en</strong> nadi<strong>en</strong> aan haar zoon Jan I, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>.<br />

Deze zal als wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa voer<strong>en</strong> (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, pp. 110-<br />

112 - Van de Perre, Relatie, pp. 3 <strong>en</strong> 11-12).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 1


Ik tracht zoveel mogelijk de schrijfwijze van de naam <strong>en</strong> de aanspreektitel<br />

over te nem<strong>en</strong> zoals weergegev<strong>en</strong> in deze bronn<strong>en</strong>.<br />

Ik eindig dit eerste deel met e<strong>en</strong> korte beschouwing over het helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de band<strong>en</strong> met het huis Ghistelles, die in deze periode hetzelfde helmtek<strong>en</strong><br />

gebruikte.<br />

In het tweede gedeelte geef ik e<strong>en</strong> overzicht - met e<strong>en</strong> korte biografie - van<br />

de deelnemers aan het tornooi van Brugge van 11 maart 1393.<br />

In het derde deel volgt e<strong>en</strong> heraldische analyse van het glasraam van Jan<br />

IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van zijn tweede echtg<strong>en</strong>ote, Maria<br />

de Melun, met de titel: Knoei<strong>en</strong> met kwartierstat<strong>en</strong>.<br />

Het vierde deel geeft e<strong>en</strong> korte biografie van Jan van Brugge, heer van<br />

Spiere, <strong>en</strong> van Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, s<strong>en</strong>eschal van Anjou, de twee<br />

zon<strong>en</strong> van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Deze twee person<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>, door het drag<strong>en</strong> van dezelfde voornaam, vaak met elkaar verward<br />

<strong>en</strong> zelfs als één persoon beschouwd.<br />

Het vijfde deel gaat over Catharina van Brugge de laatste telg van het huis,<br />

dochter van R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Béatrix de La<br />

Chambre.<br />

Het laatste deel bevat e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ealogisch overzicht van de familie met, waar<br />

mogelijk, het wap<strong>en</strong> dat elk lid voerde volg<strong>en</strong>s hun zegel, grafzerk of<br />

andere bronn<strong>en</strong>.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 2


I. GRUUTHUYSE, HERALDIEK ALS UITDRUKKING VAN MACHT 1<br />

GENEALOGIE VAN DE FAMILIE VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

A-I. DE HEREN VAN GRUUTHUSE<br />

1. GELDOLF VAN BRUGGE, HEER VAN GRUUTHUSE<br />

E<strong>en</strong> “Ghildolf van der Brugghe, here van d<strong>en</strong> Gruthuse” 2 staat vermeld in<br />

1293/94 als le<strong>en</strong>man van de graaf. In 1302 le<strong>en</strong>t hij 400 pond aan de stad<br />

Brugge. Op 10 augustus van hetzelfde jaar staat in de kost<strong>en</strong>nota van<br />

Willem van Gullik aangegev<strong>en</strong> dat “mon signeur Gillebiert de Bruges, a<br />

lostel Martin Copemain” te Brugge logeerde. In 1315 wordt de oorkonde<br />

van 1296 betreff<strong>en</strong>de de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> Jan, heer van Gistel, <strong>en</strong><br />

Geldolf van Brugge over het kleine standgeld van Brugge door de abt van<br />

de Eekhoutabdij te Brugge gevidimeerd. In 1328/1329 is er overdracht van<br />

e<strong>en</strong> erfelijke r<strong>en</strong>te bezet op goeder<strong>en</strong> te Brugge 3 . In 1332 verklaart hij aan<br />

de stad Brugge e<strong>en</strong> perceel grond verkocht te hebb<strong>en</strong> voor de bouw van<br />

e<strong>en</strong> nieuw kanaal dat m<strong>en</strong> “heet die Leye” 4 .<br />

Volg<strong>en</strong>s Dirk Van de Perre huwde hij de erfdochter (Catharina?) van<br />

“Gheraert van Pollaer”, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Pollare, ridder geslag<strong>en</strong><br />

te Woering<strong>en</strong> in 1288 5 .<br />

Op 4 april 1329 maakt “Ghildolf van Brugghe, ruddere, here van<br />

Gruuthuise” zijn testam<strong>en</strong>t. Tuss<strong>en</strong> de getuig<strong>en</strong> staat zijn zoon Jan<br />

aangegev<strong>en</strong> als meerderjarig. Op 6 juli 1338 wordt “Johanne, dicto de<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, milite” opnieuw vermeld als getuige betreff<strong>en</strong>de hetzelfde<br />

testam<strong>en</strong>t 6 .<br />

1 Deze tekst is gebaseerd op de artikels, Heraldiek <strong>en</strong> macht in de Middeleeuw<strong>en</strong> - Het<br />

wap<strong>en</strong> van de familie Gruuthuyse in de XIVde <strong>en</strong> de eerste helft van de XVde eeuw,<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in Heraldicum Disputationes, <strong>en</strong> Aangepaste hypothese voor de eerste<br />

g<strong>en</strong>eraties van de familie van der Aa, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, in Heraldicum<br />

Disputationes. In deze artikels volgde ik de thesis van Miraeus, Butk<strong>en</strong>s <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>, die<br />

schrijv<strong>en</strong> dat Catharina, dame van <strong>Gruuthuse</strong>, e<strong>en</strong> dochter is van Geldolf van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> de echtg<strong>en</strong>ote van Jan van der Aa, zoon van Gerard, heer van Grimberg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Pollare. In de huidige tekst ev<strong>en</strong>wel, volg ik de thesis van Dirk Van de Perre (van d<strong>en</strong><br />

Eeckhout, Wap<strong>en</strong> van de familie Gruuthuyse, D. 17, pp. 17-32 <strong>en</strong> 47-68 <strong>en</strong> Aangepaste<br />

hypothese, D. 23, pp. 25-32 - Van de Perre, Relatie, pp. 3 <strong>en</strong> 11-12).<br />

2 Meer gegev<strong>en</strong>s over het hof van <strong>Gruuthuse</strong> te Brugge vindt U bij Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Bourg, D. I, pp. 379-381.<br />

3 De aflossing ervan gebeurt in 1338 door Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (Vandermaes<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taris, p. 114).<br />

4 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. I, pp. 34, 37, 110, 132, 315-316 <strong>en</strong> 438-439 –<br />

Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. I, n° 292 <strong>en</strong> 355 <strong>en</strong> D.II, n° 237 <strong>en</strong> 564<br />

5 Van de Perre, Relatie, pp. 3 <strong>en</strong> 11-12 - Willems, Heelu, p. 314<br />

6 Van de Perre, Relatie, pp. 4-5<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 3


Geldolf had e<strong>en</strong> broer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse die in 1311 zijn testam<strong>en</strong>t<br />

maakte <strong>en</strong> “min<strong>en</strong> here Ghildolue” als zijn broer vermeldt <strong>en</strong> zich zoon<br />

noemde van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. In 1308 vermeld<strong>en</strong> de<br />

rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de “baillie dou Viesbourc” van G<strong>en</strong>t “It. de 6 eskevins qui<br />

sont eskevins à Jehan de le Gruuthuze à Zomerghi<strong>en</strong> pour ce qu’il oïr<strong>en</strong>t<br />

coie vérité et jugièr<strong>en</strong>t sur Boidin Stoihard, bailliu à Zomerghi<strong>en</strong> de par<br />

mon seigneur le conte” 1 .<br />

2. JAN I VAN DEN GRUUTHUYSE, HEER VAN GRIMBERGEN<br />

In 1332 staat “messire Jehan de Bruges” aangegev<strong>en</strong> 2 . In 1335, staat hij<br />

aangegev<strong>en</strong> als heer van Erkegem. In 1336 bezegelt te D<strong>en</strong>dermonde<br />

“Johannis de <strong>Gruuthuse</strong>, domini de Grimbergh<strong>en</strong> et de Pollaer, militis,”<br />

onder de Vlaamse edel<strong>en</strong>, het verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de<br />

graaf van Vlaander<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de stad <strong>en</strong> het land van Mechel<strong>en</strong>. In<br />

1339 bezegelt “Jhan van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, heere van Aa,” opnieuw het<br />

verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de graaf van Vlaander<strong>en</strong> 3 . Gezi<strong>en</strong><br />

hij het verdrag bezegeldt tuss<strong>en</strong> de edel<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, mag m<strong>en</strong> hieruit<br />

besluit<strong>en</strong> dat zijn vader reeds overled<strong>en</strong> was <strong>en</strong> hij dus ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> was ?<br />

Op 25 oktober 1339 do<strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

van Pollare, <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote, Margareta van Ghistelles, overdracht van<br />

e<strong>en</strong> erfelijke r<strong>en</strong>te bezet op goeder<strong>en</strong> te Brugge. Zij voerde hier als wap<strong>en</strong>,<br />

gedeeld 1, gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa; 2, Ghistelles 4 .<br />

1 E<strong>en</strong> “Walterus van Brugghe de Gruythuyse, ballieu van Brugghe <strong>en</strong> Brugger ambacht”<br />

staat in 1363 aangegev<strong>en</strong> als schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije (Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, S.<br />

II-7, p. 64 - Gailliard, Inscriptions-Notre Dame, pp. 27-29 – Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 337-338 - Vandermaes<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taris, pp. 136 <strong>en</strong> 138 <strong>en</strong> n° 0/498<br />

<strong>en</strong> 0/517 - Van de Perre, Relatie, p. 4 - Vuylsteke, Comptes, D. I, p. 45).<br />

2 Bij de Brabantse edel<strong>en</strong> die leefd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de regering van Jan II, hertog van Brabant<br />

van 1294 tot 1312, word<strong>en</strong> “Gerard d’Aa, sire de Grimberges”, die het volle wap<strong>en</strong> Aa<br />

voerde, <strong>en</strong> “Jean d’Aa, Sire de Gruthuse <strong>en</strong> Flandres” geciteerd. Voor de regering van<br />

Jan III, hertog van Brabant van 1312 tot 1355, vindt m<strong>en</strong> “Jean d’Aa Sire de Grimberges<br />

& Gruthuse” die het wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge voerde. Volg<strong>en</strong>s Christophe<br />

Butk<strong>en</strong>s hadd<strong>en</strong> Gerard van der Aa <strong>en</strong> Catharina van d<strong>en</strong> Gruuthuyse e<strong>en</strong> zoon Gerard<br />

die de Brabantse bezitting<strong>en</strong> ontving. Hij huwde Isabella van Leefdael, weduwe van<br />

Willem, heer van Pietersheim. Hij overleed zonder rechtstreekse erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> in 1347<br />

waardoor zijn broer Jan I van der Aa, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heer van<br />

Grimberg<strong>en</strong> werd. Doch volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel van 1336 staat Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

reeds als heer van Grimberg<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> in dat jaar. Ook wordt Gerard niet vermeld<br />

onder de Brabantse edel<strong>en</strong> die het verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de graaf van<br />

Vlaander<strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 379-380 <strong>en</strong> 456 - Wauters,<br />

Environs, D. II, p. 201 – Willems, Gestes, D. II, p. 452).<br />

3 Demay, Flandre, n° 660 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 460 - Despars, Cronijcke, D. II,<br />

p. 336 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. II, n° 700<br />

4 de Limburg-Stirum, Chambellan, pp. 128, 136 <strong>en</strong> LI-LII - Van de Perre, Pollare, p. 178<br />

- Van de Perre, Relatie, pp. 5-6 - Vandermaes<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taris, n° 0/538<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 4


In 1351 is hij le<strong>en</strong>houder van het grafelijk le<strong>en</strong> van de Grute te Brugge 1 .<br />

Jan I huwde met Margareta, dochter van Jan III, heer van Gistel, <strong>en</strong> van<br />

Margareta van Luxemburg 2 . Zij is waarschijnlijk gebor<strong>en</strong> na 1300 maar<br />

zeker voor 1305. Bij het overlijd<strong>en</strong> van haar vader in 1315 was haar broer<br />

Jan IV ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zeer jong. Zij huwde Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

waarschijnlijk tuss<strong>en</strong> 1320 <strong>en</strong> 1325. Hun oudste zoon Jan II zou dan<br />

mogelijks gebor<strong>en</strong> zijn rond 1325 3 . In 1339 zegelde Margareta van<br />

Ghistelles e<strong>en</strong> charter betreff<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>king aan de Onze-Lieve-<br />

Vrouwkerk te Brugge. Zij wordt met “Jhan, here van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong>de<br />

van Gremsberghe, ruddere, zone van der vorseider vrouw<strong>en</strong>“ opnieuw<br />

vermeld op 4 januari 1357 4 . Jan I is dus mogelijks overled<strong>en</strong> in 1355 of<br />

1356.<br />

In 1363 geeft Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse e<strong>en</strong> deel van e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> in de Sint-<br />

Catharinaparochie aan zijn zuster. Waarschijnlijk gaat het hier om Johanna,<br />

echtg<strong>en</strong>ote van Gillis Hooft. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter Maria die, bij het<br />

overlijd<strong>en</strong> van haar moeder in 1367, bezitting<strong>en</strong> in de Sint-<br />

Catharinaparochie <strong>en</strong> te Wing<strong>en</strong>e erfde 5 .<br />

Merghelynck geeft in 1365 als le<strong>en</strong>houders van het Hof van Tielt de heer<br />

van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s zuster, echtg<strong>en</strong>ote van “Gilles Oste” 6 .<br />

1 Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. III, n° 68 <strong>en</strong> 210<br />

2 Buylaert vermeldt in 1365, “min here Jan, here van Ghistele” die houder is van het<br />

eerste deel van de “cl<strong>en</strong>e thoolne van Brucghe twelke hem mijn heere van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong><br />

zijn broeder gaf in huwelicke” (Buylaert, Repertorium, p. 137).<br />

Frank van Hale, ridder, ontvangt op 10 juni 1367 de toestemming van Margareta van<br />

Brabant om zijn le<strong>en</strong> te Lillo <strong>en</strong> alle andere goed<strong>en</strong>, die hij in het markizaat van<br />

Antwerp<strong>en</strong> bezat, ter waarde van 12000 liv. par., te wissel<strong>en</strong> met “Messire Jean Van d<strong>en</strong><br />

<strong>Gruuthuse</strong>” in opvolging van zijn huwelijkscontract met “Dlle. Marie van Ghistelle”<br />

(“changer son Fief de Lilloo et tous les autres Bi<strong>en</strong>s qui lui appart<strong>en</strong>ai<strong>en</strong>t dans le<br />

Marquisat d’Anvers d’une somme de 12000 liv. par. <strong>en</strong>vers Messire Jean Van d<strong>en</strong><br />

<strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> exécution du contrat de Mariage fait <strong>en</strong>tre ledit Franke et Dlle. Marie<br />

van Ghistelle”). Volg<strong>en</strong>s Butk<strong>en</strong>s was e<strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s getrouwd<br />

met e<strong>en</strong> Catharina van Steelant (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111 - Buylaert, Adel, p. 268<br />

- de Raadt, Sceaux, D. I, p. 495 - de Saint-G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s, D. II, p. 1340).<br />

3 Hij huwde e<strong>en</strong> eerste maal in 1355; zijn zoon Jan III zou dus zeer jong geweest zijn zo<br />

hij in 1368 de weduwe van Jan de Rochefort huwde. Zij zou dan veel ouder zijn dan haar<br />

echtg<strong>en</strong>oot. In de middeleeuw<strong>en</strong> huwd<strong>en</strong> de meisjes rond 17 à 19 jaar, de jong<strong>en</strong>s echter<br />

veel later, rond 27 à 30 jaar.<br />

4 Van de Perre, Relatie, p. 5<br />

5 “Thuus dat m<strong>en</strong> in tid<strong>en</strong> verled<strong>en</strong> noemde t<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> sta<strong>en</strong>de by de sinte Katelin<strong>en</strong><br />

kerke but<strong>en</strong> der stede van Brugghe” behoorde toe aan “Ysabeele, vrouwe van Ghistele”.<br />

Deze hofstede, welke in “tid<strong>en</strong> verled<strong>en</strong> toebehoorde mer Guye van Ghistele”, heeft aan<br />

de her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> behoord (de Limburg-Stirum, Chambellan, pp. LXXIX-LXXXI<br />

- Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356).<br />

6 Na het overlijd<strong>en</strong> van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> erfde zijn zoon, Jan III, het Hof van Tielt,<br />

terwijl de zuster van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> e<strong>en</strong> jaarlijkse r<strong>en</strong>te ontving op het le<strong>en</strong><br />

(Merghelynck, Brugge, p. 1, jan. 1367 / St. Jan 1368 - Merghelynck, Kortrijk, n° 2, 1365,<br />

p. 17, 1366 / 13671365 <strong>en</strong> p. 31, 8 mei 1396 / 19 sept. 1396).<br />

Volg<strong>en</strong>s Christophe Butk<strong>en</strong>s had Jan e<strong>en</strong> tweede zuster Margareta, echtg<strong>en</strong>ote van<br />

Roeland van Halewyn, heer van Halluin, Rollegem <strong>en</strong> Uitkerke, zoon van Wouter, heer<br />

van Halluin. Volg<strong>en</strong>s Leuridan ev<strong>en</strong>wel huwde deze de erfdame van Uitkerke (Butk<strong>en</strong>s,<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 5


Jan I had zeker één broer, Geldolf, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zuster Catharina, echtg<strong>en</strong>ote van<br />

Jan van Axele 1 . Hij had vescheid<strong>en</strong>e dochters <strong>en</strong> drie zon<strong>en</strong> Jan II, Roeland<br />

<strong>en</strong> Geldolf <strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter echtg<strong>en</strong>ote van Gillis Hoste.<br />

3. JAN II VAN DEN GRUUTHUYSE GENOEMD VAN DER AA<br />

In 1356 wordt Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse vermeld tuss<strong>en</strong> de Brabantse edel<strong>en</strong><br />

die le<strong>en</strong>hulde ded<strong>en</strong> aan de graaf van Vlaander<strong>en</strong> als hertog van Brabant.<br />

In 1357 ontvangt hij van de graaf van Vlaander<strong>en</strong>, ter comp<strong>en</strong>satie van de<br />

schade die hij in Brabant geled<strong>en</strong> had, de aangeslag<strong>en</strong> goeder<strong>en</strong> van<br />

“Arnould de Rumm<strong>en</strong>e” 2 .<br />

De heer van <strong>Gruuthuse</strong> is in 1362/63 vermeld als inwoner van de stad<br />

Brugge <strong>en</strong> in 1365 staan onder de le<strong>en</strong>houders van de Burg van Brugge,<br />

heer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, houder van de Grute te Brugge, <strong>en</strong> heer<br />

Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, die het tweede deel van de kleine tol in le<strong>en</strong><br />

hield van de heer van Gistel; <strong>en</strong> onder de le<strong>en</strong>houders van het kasteel van<br />

Kortrijk, heer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, le<strong>en</strong>houder van het Hof van Tielt<br />

<strong>en</strong> jonker Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, die bezitting<strong>en</strong> te Wing<strong>en</strong>e in le<strong>en</strong> hield<br />

van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Is deze laatste Jan te vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong> met Jan,<br />

de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager in de veldslag bij Nicopolis?<br />

Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zou eerst in 1355 huw<strong>en</strong> met Agnes Pip<strong>en</strong>poy,<br />

dochter van Willem, ridder, vermeld in 1338 in het gevolg van Edward III,<br />

koning van Engeland, <strong>en</strong> van Catharina van Zweveghem, dochter van<br />

Lodewijk, heer van Overham 3 . Uit dit huwelijk zoud<strong>en</strong> mogelijks Jan, de<br />

p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager in de veldslag bij Nicopolis, <strong>en</strong> Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

Trophées, D. II, p. 111 – Leuridan, Le Ferrain, pp. 121-122 - Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p.<br />

484 - Sant<strong>en</strong>s, Hemsrode, pp. 227-228).<br />

1 Bij de beschrijving van het grafzerk van Philips van Masmines geeft Bethune volg<strong>en</strong>de<br />

kwartierstat<strong>en</strong>, “Masseme, e<strong>en</strong>e schilt met e<strong>en</strong> cruse (maer of <strong>Gruuthuse</strong>, Mortaingne of<br />

Nevele es, <strong>en</strong> can m<strong>en</strong> niet wet<strong>en</strong>), Axele <strong>en</strong>de Gruuthuuse ghecarteleert met<br />

Gramsberghe” wat doet veronderstell<strong>en</strong> dat de alliantie tuss<strong>en</strong> de families van Axele <strong>en</strong><br />

van Brugge, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse bestond. Goethals vermeldt e<strong>en</strong> Catharina<br />

dochter van “Guildolf de Bruges”, ridder, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, die huwde met Jan van<br />

Axele. Zij werd nadi<strong>en</strong> geestelijke in het klooster Sint-Clara te G<strong>en</strong>t waar ze overleed<br />

op 11 juni 1342. Volg<strong>en</strong>s van Elslande daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, was deze Catharina e<strong>en</strong> dochter van<br />

Jan I van der Aa, heer van <strong>Gruuthuse</strong> (Bethune, Epitaphes, p. 7 – Goethals, Dictionnaire,<br />

D. II, p. 298 – Van de Perre, Relatie, pp. 7-8 - van Elslande, Axele, pp. 18-20 - van<br />

Elslande, Massem<strong>en</strong>, pp. 10-11 - van Elslande, Pollare, pp. 38-40 <strong>en</strong> 50 – van Parys,<br />

Lignages, pp. 157-158 <strong>en</strong> 363 – Wauters, Environs, D. I, p. 233 <strong>en</strong> D. II, p. 129).<br />

2 de Limburg-Stirum, Cartulaire, D. II, pp. 63 <strong>en</strong> 66 – Wauters, Environs, D. II, p. 201 –<br />

Willems, Gestes, D. II, pp. 452 <strong>en</strong> 508<br />

3 In 1355 staat Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, de echtg<strong>en</strong>oot van Agnès Pip<strong>en</strong>poy, aangegev<strong>en</strong><br />

als ridder (Buylaert, Repertorium, p. 137 – Thierry d’Orjo, mededeling met refer<strong>en</strong>tie<br />

AGR, divers mss, n° 5424, f° 200 - Hollevoet, Tielt, p. 90 – Lindemans, Pip<strong>en</strong>poy, p. 28<br />

- Merghelynck, Brugge, p. XVI, 1365 - Merghelynck, Kortrijk, n° 2, 1365 <strong>en</strong> n° 9, 1365).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 6


gebor<strong>en</strong> zijn, die beid<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als deelnemers aan het tornooi<br />

te Brugge in 1393 1 .<br />

Op 26 mei 1368 staat “mer Jan, heere vand<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong>de van<br />

Gremberghe” vermeld als echtg<strong>en</strong>oot van Gertrude Hoste, weduwe van<br />

H<strong>en</strong>drik Braderick 2 .<br />

Jan II huwde in september 1368 met Isabella de Looz d’Agimont 3 . “Here<br />

janne heer van grembghe <strong>en</strong> van de gruthuse” trouwt vervolg<strong>en</strong>s met<br />

“mine vrauwe agnese van mortaigne vrouwe van espiere <strong>en</strong> duaigiere van<br />

lichtervelde”, weduwe van Gerard van Halewyn. Op 28 april 1389 werd<br />

het huwelijkscontract opgemaakt. Deze acte werd gevidimeerd door “heer<br />

janne heer van ghistele <strong>en</strong>d van arnes, mij heer gherarde van ghistele, mijn<br />

heer janne heer van haelwine, mijn heer willem van haelwine, heer van<br />

huutkerke <strong>en</strong>de min heer gheldolve van d<strong>en</strong> gruthuse, ridders”. Geldolf<br />

1 Het grafzerk van Margareta van Dudzele noemt haar “fa mijnsheer<strong>en</strong> Bauduijns heere<br />

van Dudzeele, <strong>en</strong>de mijnheer<strong>en</strong> van Gruuthuuse ghesell<strong>en</strong>ede; obiit 1363, d<strong>en</strong> 5<br />

maerte”. Kan m<strong>en</strong> hieruit besluit<strong>en</strong> dat Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse nadi<strong>en</strong> huwde met<br />

Margareta van Dudzele of – vermits hij niet vermeld staat als heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong> - gaat het hier om e<strong>en</strong> ander lid van de familie Gruuthuyse? Margareta had<br />

zeer waarschijnlijk uit dit huwelijk ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de bezitting<strong>en</strong> van Boudewijn<br />

van Dudzele, Margareta’s vader, overled<strong>en</strong> op 3 april 1366, na het overlijd<strong>en</strong> van zijn<br />

echtg<strong>en</strong>ote Maria van Belle, die het vruchtgebruik ervan had, overging<strong>en</strong> naar di<strong>en</strong>s<br />

nicht Elisabeth van Dudzele, dochter van Jacob <strong>en</strong> Willelmina van Strat<strong>en</strong> (Bayley,<br />

Bailleuls, pp. 44-45 - Bethune, Epitaphes, p. 327 – de Limburg-Stirum, Chambellan, pp.<br />

128, 136 <strong>en</strong> LI-LII - Dulong, Dudzeele, pp. 159-161 – Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 58-59 -<br />

Tavernier, Kerkelijke, D. 45, p. 545 - Van de Perre, Pollare, p. 178 - Vandermaes<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taris, n° 0/538).<br />

2 H<strong>en</strong>drik Braderick overleed waarschijnlijk in 1361 of kort erna (Buylaert, Repertorium,<br />

p. 138 - de Limburg-Stirum, Cartulaire, D. II, p. 273 – Sabbe, Braderic, pp. 173-174).<br />

3 Beide data, 26 mei 1368 <strong>en</strong> september 1368 ligg<strong>en</strong> wel dicht bij elkaar voor twee<br />

huwelijk<strong>en</strong>. Is dit mogelijk?<br />

Isabelle de Looz-Agimont, was de oudste dochter van Jan de Looz, heer van Agimont<br />

<strong>en</strong> van Johanna van Gavere. Jan de Looz-Agimont was nog niet meerderjarig op 28<br />

december 1323 <strong>en</strong> staat vermeld als ridder vanaf 1336. Isabella huwde eerst Jan I, heer<br />

van Rochefort. Op 3 augustus 1345, terwijl zijn vader nog leefde, deed deze hulde aan<br />

de bisschop van Luik voor de heerlijkheid Rochefort. Op 28 april 1357, terwijl Jan de<br />

Looz, heer van Agimont, nog leefde, sloot Jan I, heer van Rochefort, sam<strong>en</strong> met zijn<br />

echtg<strong>en</strong>ote Isabelle <strong>en</strong> met haar zuster Maria, echtg<strong>en</strong>ote van Diederik de Haneffe, e<strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komst over de toekomstige erf<strong>en</strong>is; Isabelle zou de heerlijkhed<strong>en</strong> Agimont <strong>en</strong><br />

Ayshove erv<strong>en</strong> <strong>en</strong> haar zuster <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s echtg<strong>en</strong>oot de heerlijkhed<strong>en</strong> Walhain <strong>en</strong> Eghezée.<br />

In geval er ge<strong>en</strong> erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn, zoud<strong>en</strong> deze bezitting<strong>en</strong> toekom<strong>en</strong> aan het<br />

huis van Rochefort. In 1363 gaf Jan de Looz aan zijn oudste dochter, Isabelle, de<br />

“winage” van Givet. Jan I de Rochefort overleed in 1365 voor zijn vader. Jan II de<br />

Rochefort, zoon van Jan I, was minderjarig bij het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader <strong>en</strong> kreeg als<br />

voogd kanunnik Gilles de Rochefort. In 1373 was hij reeds ontvoogd. Zijn broer<br />

Diederik, heer van Ayshove, huwde Clem<strong>en</strong>ce de Hemricourt, waarbij één dochter<br />

Catharina die in 1398 huwde met Arnould van Ste<strong>en</strong>huyse, heer van Wing<strong>en</strong>e. Hieruit<br />

zoud<strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> opmak<strong>en</strong> dat Isabelle de Looz-Agimont met Jan de Rochefort huwde<br />

rond 1345 <strong>en</strong> dus gebor<strong>en</strong> moet zijn rond 1325. In 1387 sch<strong>en</strong>kt de heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />

haar 600 pond op het le<strong>en</strong> te Tielt als douarie (de Borman, Hemricourt, D. II, pp. 293 <strong>en</strong><br />

354 - de Fossa, Looz-Agimont, pp. 285-290 – Thierry d’Orjo, Communicatie -<br />

Merghelynck, Kortrijk, p. 29, 7 mei 1387 / 16 sept. 1387 - Roland, Rochefort, pp. 396-<br />

401 – Vaes, Loon, pp. 149-151 - Van Praet, Recherches, p. 49).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 7


staat hier aangegev<strong>en</strong> als zijn broer. Jan II is overled<strong>en</strong> eind augustus 1396.<br />

Agnes de Mortagne ontvangt tuss<strong>en</strong> 1405 <strong>en</strong> 1407 e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te Geluwe als<br />

erf<strong>en</strong>is bij het overlijd<strong>en</strong> van haar moeder, “dle de la Woestine”. In 1434<br />

doet zij e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>king aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge. Zij<br />

overleed in 1438 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> bij de karmeliet<strong>en</strong> te Brugge 1 .<br />

In 1371 strijdt de heer van <strong>Gruuthuse</strong> onder W<strong>en</strong>ceslas, hertog van Brabant,<br />

als leider van de 20 ste route 2 in de slag bij Baesweiler. Hij leidt daar volg<strong>en</strong>s<br />

Ch. Butk<strong>en</strong>s, Robrecht van Assche, ridder, Rogier van Oostkercke, ridder,<br />

Olivier Ut<strong>en</strong>hove, Jan “de Slang<strong>en</strong>brouck”, Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />

ridder, <strong>en</strong> Wouter van Laethem, ridder 3 .<br />

In 1372, t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> uitspraak van de gravin van Artesië, di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

“Messire Jean de <strong>Gruuthuse</strong>, chevalier, seigneur de Grimberghe, et dame<br />

Isabelle de Agemont, dame de Hayshove et d’Eremey’s”, zijn echtg<strong>en</strong>ote,<br />

naar aanleiding van de dood van Jan van Ruddervoorde, als zo<strong>en</strong>ding e<strong>en</strong><br />

jaarlijkse r<strong>en</strong>te te voorzi<strong>en</strong> t<strong>en</strong> voordele <strong>en</strong>erzijds van de kapelanij in het<br />

schep<strong>en</strong>huis van Brugge <strong>en</strong> anderzijds voor e<strong>en</strong> jaargetijde voor Jan van<br />

Ruddervoorde in de kerk van het kartuizersklooster in de nabijheid van<br />

Brugge. In hetzelfde jaar tek<strong>en</strong>t hij het charter van Kort<strong>en</strong>berg.<br />

Twee jaar later wordt hij aangegev<strong>en</strong> als heer van “Gruythuise” <strong>en</strong> van<br />

“Grymbergh<strong>en</strong>”, drossaard van Brabant 4 . Op 29 juni 1374 verl<strong>en</strong>gt hertog<br />

Albrecht van Beijer<strong>en</strong> het vredesverdrag met het hertogdom Brabant. “Jan<br />

van der Aa, Heer van Gruythuys<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de Grimberg<strong>en</strong>, S<strong>en</strong>eschael<br />

ieg<strong>en</strong>woordich van Brabant” <strong>en</strong> “Gerrit Heer van Boutershem”, ridders,<br />

werd<strong>en</strong> door de hertog <strong>en</strong> de hertogin van Brabant naar Breda gezond<strong>en</strong><br />

om dit verdrag te ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>. In 1375 vaardig<strong>en</strong> de hertog <strong>en</strong> de hertogin<br />

van Brabant e<strong>en</strong> nieuwe regeling uit om de ontvoering<strong>en</strong> van weduw<strong>en</strong>,<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonge meisjes won<strong>en</strong>de te Brussel in de toekomst te<br />

verhinder<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> de raadsher<strong>en</strong> die het reglem<strong>en</strong>t bezegeld<strong>en</strong> staat Jan,<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van Brabant. In maart<br />

1376 leidt de drossaard Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse e<strong>en</strong> troep<strong>en</strong>macht van 638<br />

Brabantse ruiters om de Luxemburgse troep<strong>en</strong>, geleid door hun<br />

1 ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001, f° 127r-129r - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111<br />

– Buylaert, Adel, pp. 287-288 – Castelain, Spiere, p. 301 – Colpaert, Avelgem, pp. 216-<br />

217 – Despars, Cronijcke, D. III, p. 419 – Gailliard, Inscriptions-Notre Dame, p. 452 -<br />

Merghelynck, Kortrijk, p. 43, 1405 / 1407 - Van Praet, Recherches, p. 52<br />

2 B<strong>en</strong>de gewap<strong>en</strong>de mann<strong>en</strong>.<br />

3 De cartularia vermeld<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de strijders onder de heer van <strong>Gruuthuse</strong> die op 21<br />

december 1374 vergoed werd<strong>en</strong> voor geled<strong>en</strong> schade: Jan Honin, H<strong>en</strong>drik van Zeebroek,<br />

Jan Hooft, Olivier Ut<strong>en</strong>hove, Jan, bastaard van Ayshove, Jan van Slang<strong>en</strong>broek, Jan van<br />

Wercht<strong>en</strong><strong>en</strong>, Mathias van d<strong>en</strong> Kelneere, Robrecht van Assche, ridder, Geldolf<br />

Bedurwa<strong>en</strong>, Robrecht Berler, ridder, Jan Gherlof, Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder,<br />

Jan vander Obberghe, Jan Houman, Wouter van Laethem, ridder, <strong>en</strong> Jan Troost (de<br />

Raadt, Bäsweiler, D. 11, p. 296 <strong>en</strong> D. 17, p. 277 - Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1ste deel, D.<br />

V, n° 3178, 3211, 3250, 3289, 3654 <strong>en</strong> 3687 <strong>en</strong> D. VI, n° 3803, 3906, 4123 <strong>en</strong> 4716).<br />

4 Hij vervulde deze functie van 1372 tot 1378. Zijn voorganger, Jan God<strong>en</strong>arts, staat voor<br />

het laatst aangegev<strong>en</strong> als drossaard op 24 juni 1371 (Goriss<strong>en</strong>, Parlem<strong>en</strong>t, pp. 46-47 -<br />

Uyttebrouck, Gouvernem<strong>en</strong>t, p. 762).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 8


hofsch<strong>en</strong>ker, te vervoeg<strong>en</strong>. De expeditie was bedoeld om de opmars van<br />

e<strong>en</strong> companie Breto<strong>en</strong><strong>en</strong> (“Bretons”) teg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>.<br />

In augustus 1376 verkop<strong>en</strong> Isabella, vrouw van Agimont, <strong>en</strong> Jan, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>, aan Jacob van Hemsrode de heerlijkheid<br />

Landergem, geleg<strong>en</strong> in de parochies Anzegem, Tiegem <strong>en</strong> Ingooigem. Op<br />

23 juni 1378, geeft Johanna, hertogin van Brabant, aan “her<strong>en</strong> Janne, here<br />

van d<strong>en</strong> Gruythuse <strong>en</strong>de van Grimberg<strong>en</strong>, ons<strong>en</strong> drossate van Brabant,<br />

<strong>en</strong>de her<strong>en</strong> Janne van d<strong>en</strong> Grave”, dek<strong>en</strong> van het kapittel van<br />

Hilvar<strong>en</strong>beek, de opdracht e<strong>en</strong> einde te stell<strong>en</strong> aan de twist<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

inwoners van Alem <strong>en</strong> de abt van Sint-Truid<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> de inwoners<br />

van Kessel <strong>en</strong> van Mar<strong>en</strong>, anderzijds. Rond 24 februari 1379 neemt Jan II<br />

deel aan e<strong>en</strong> tornooi te Berg<strong>en</strong>. Van 1380 tot 1382 is hij gouverneur van<br />

Antwerp<strong>en</strong> 1 . De rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1383/1384 van de algem<strong>en</strong>e ontvanger<br />

van Bourgondië vermeld<strong>en</strong> Jan II als raadsheer <strong>en</strong> kamerheer van de hertog<br />

van Bourgondië. In januari 1384 is hij aanwezig wanneer Lodewijk van<br />

Male zijn testam<strong>en</strong>t opmaakt <strong>en</strong> in hetzelfde jaar ontvangt de heer van<br />

Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> van de stad Brugge e<strong>en</strong> vergoeding voor<br />

gedane kost<strong>en</strong> als ruwaard van de stad. In 1385 staat hij met zijn echtg<strong>en</strong>ote<br />

Isabella de Looz d’Agimont vermeld in e<strong>en</strong> acte opgesteld voor de<br />

schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van de stad Brussel. Op 18 december van dat jaar bezegelt hij<br />

te Doornik onder de vooraanstaande Vlaamse edel<strong>en</strong> het vredesverdrag<br />

tuss<strong>en</strong> de hertog van Bourgondië <strong>en</strong> de G<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aars. In mei 1388 is de heer<br />

“de le Gruthuse” aanwezig te Calais als raadsheer van de hertog voor e<strong>en</strong><br />

handelsbije<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Engeland.<br />

In augustus 1392 <strong>en</strong> opnieuw in augustus 1393, staat Jan, heer van<br />

“Grimbergh<strong>en</strong>” <strong>en</strong> van “Gruthuyse” aangegev<strong>en</strong> als raadsheer van de<br />

hertog van Bourgondië om in zijn naam de wet van de stad Brugge te<br />

hernieuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> af te hor<strong>en</strong>. In dit jaar organiseert hij<br />

sam<strong>en</strong> met de heer van Gistel e<strong>en</strong> tornooi te Brugge. Mogelijks is de<br />

geboorte van zijn zoon Jan III <strong>en</strong>/of het huwelijk van zijn dochter Johanna<br />

hiervoor de aanleiding?<br />

Op 12 november 1394 ondertek<strong>en</strong>t de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, als raadsheer<br />

van de hertogin, het vredesverdrag tuss<strong>en</strong> Johanna, hertogin van Brabant,<br />

<strong>en</strong> Albrecht, hertog van Beijer<strong>en</strong>, graaf van Holland <strong>en</strong> van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong>.<br />

Op 28 november 1395 ontvangt Willem de la Trémoille, ridder, raadsheer<br />

van de koning van Frankrijk <strong>en</strong> maarschalk van Bourgondië, 2.400 frank<br />

als voorschot van de hertogin van Brabant <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele van haar raadsher<strong>en</strong><br />

waaronder Jan, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, ridder. Hij wordt e<strong>en</strong><br />

laatste maal vermeld als raadsheer op 29 maart 1396 wanneer Jan, heer van<br />

1 Hij wordt waarschijnlijk in deze functie aangesteld na het overlijd<strong>en</strong> van Margareta van<br />

Brabant <strong>en</strong> de invloed die Lodewijk van Male daarna bekwam over de stad. Volg<strong>en</strong>s<br />

Blockmans had zijn functie van gouverneur ge<strong>en</strong> militair karakter (Blockmans,<br />

Lombards, p. 244).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 9


Folleville, ridder, raadsheer van de koning van Frankrijk, 750 frank<br />

ontvangt als voorschot van de hertogin 1 .<br />

Eind augustus 1396 verblijft hij sam<strong>en</strong> met de hertog van Bourgondië te<br />

Calais. Dit ter geleg<strong>en</strong>heid van het huwelijk van Isabella, dochter van de<br />

Franse koning, met Richard II, koning van Engeland 2 . Maar “monsieur de<br />

la gruuthuse et de grembergh<strong>en</strong>, pour lors tout malades, retournans de<br />

calays, moru <strong>en</strong> labbaye de bourbourch. la il fu <strong>en</strong>seveliz”. In februari<br />

1397 word<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> van de vrouw van <strong>Gruuthuse</strong>, volg<strong>en</strong>s de Brugse<br />

wet onder de voogdij geplaatst van “mons de haluin et de mons jehan de<br />

ghistelle seignr de dudzelle et institu<strong>en</strong>t pour lors <strong>en</strong> bone lieu pour<br />

recevoir les rev<strong>en</strong>ues bauduin le wale qui ce meisme jour avoit este receu<br />

pour bourgois de bruges” 3 .<br />

Het echtpaar Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> Isabella de Looz d’Agimont<br />

hadd<strong>en</strong> mogelijks één dochter, Johanna. Haar vader had haar<br />

waarschijnlijk beloofd dat na zijn overlijd<strong>en</strong> de heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong><br />

haar zou toekom<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> oorkonde van 11 mei 1399 verklaart “hr heinric<br />

van berghe, rudder als degh<strong>en</strong>e die ghetrauwet heeft e<strong>en</strong><strong>en</strong> wettelick<strong>en</strong><br />

wive vrauwe johan<strong>en</strong> mijns voors heer <strong>en</strong> docht’ heer van grembergh<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

van d<strong>en</strong> gruuthuse” afstand te do<strong>en</strong> van de goeder<strong>en</strong> welke toekwam<strong>en</strong> aan<br />

Agnes de Mortagne, weduwe van Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong>.<br />

H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong> is de zoon van H<strong>en</strong>drik, heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom,<br />

<strong>en</strong> van Beatrix van Wass<strong>en</strong>are, g<strong>en</strong>oemd van Polan<strong>en</strong>. Hij huwt nadi<strong>en</strong><br />

Johanna de Witthem, op 2 januari 1409, in e<strong>en</strong> tweede huwelijk. In 1403/04<br />

wordt H<strong>en</strong>drik van Berg<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> als raadsheer van hertogin Johanna.<br />

Verscheid<strong>en</strong>e zegels van 1411 tot 1416 vermeld<strong>en</strong> hem als heer van<br />

Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanaf 1412 ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s als drossaard van Brabant. In juli<br />

1415 wordt hij door de hertog van Brabant aangesteld als kastelein van<br />

1 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 492-493, 532 <strong>en</strong> 536 – de Barante, Histoire, D. I, pp. 321-<br />

332 - Gailliard, Inscriptions-Notre Dame, pp. 467 <strong>en</strong> 471 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 228 <strong>en</strong> 359-361 <strong>en</strong> D. III, pp. 14 <strong>en</strong> 271 – Goethals, Dictionnaire,<br />

D. IV, pp. 730-731 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Chroniques, p. 1 – Marchal-Verdoodt,<br />

Table, p. 193 – Piot, Saint-Trond, D. II, n° 462-464 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, pp. 425-<br />

427 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. III, n° 597, 608, 723-724 <strong>en</strong> 733 <strong>en</strong> D. IV, n° 180 <strong>en</strong> 201<br />

- Smolar, Justice, pp. 433 <strong>en</strong> 527 - Uyttebrouck, Gouvernem<strong>en</strong>t, p. 652 - van Mieris,<br />

Charterboek, D. III, pp. 292 <strong>en</strong> 618-619 - Van Nieuw<strong>en</strong>huys<strong>en</strong>, Finances Philippe le<br />

Hardi, pp. 105-106 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1ste deel, D. V, n° 3084-3086 <strong>en</strong> D. VIII,<br />

n° 5462 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 2e deel, pp. 181 <strong>en</strong> 193-194 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />

3e deel, D. III, n° 6863 <strong>en</strong> 6949 – Warlop, d’Ennetières, p. 236 – Willems, Gestes, D.<br />

II, p. 237<br />

2 De hertog komt aan te Calais op maandag 14 augustus. “Disner et gister à Calais aux<br />

frais du roy d’Engleterre”. Van 15 tot 20 augustus verblijft hij er op kost<strong>en</strong> van de<br />

Engelse koning. Op maandag 21 vertrekt hij na het middagmaal naar Ardres (Petit,<br />

Itinéraires, p. 255).<br />

3 Nochtans staat voor februari 1397 “bauduin le wale” niet aangegev<strong>en</strong> in de lijst van de<br />

Brugse poorters. Deze Boudewijn sterft in augustus 1400 <strong>en</strong> in zijn plaats wordt “jehan<br />

de le meusch, filz de jeh de le meusch a nivelle” aangesteld als ontvanger.<br />

ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001, f° 145v-146r - Colpaert, Avelgem, p. 217 –<br />

Jamees, Poorters, D. I, p. 205.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 10


Vilvoorde. Na de veldslag bij Azincourt maakt hij deel uit van de<br />

overgangsregering van 1415 tot 1417. Hij valt echter in ong<strong>en</strong>ade bij de<br />

nieuwe hertog van Brabant <strong>en</strong> wordt te Brussel opgeslot<strong>en</strong>. Zijn vader sterft<br />

in 1419, waarna hij vrij komt maar weg<strong>en</strong>s ziekte <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> later sterft.<br />

Hun dochter, Johanna van Bautersem, zal in 1418 huw<strong>en</strong> met Jan, heer van<br />

Glimes, die op 21 maart 1419 de heerlijkhed<strong>en</strong> Berg<strong>en</strong>-op-Zoom <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong> zal opnem<strong>en</strong> 1 .<br />

Het echtpaar Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> Agnes de Mortagne hadd<strong>en</strong> één<br />

zoon, Jan III, <strong>en</strong> twee dochters. De oudste “Katheline van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

nu t<strong>en</strong> tid<strong>en</strong> wettelike gheselnede van mer Heynryc heere van Wass<strong>en</strong>are,<br />

Buerchgrave van Ley<strong>en</strong> in Holland, Ruddere” staat vermeld in 1435. In<br />

1421/1422 ontvangt zij van haar broer e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op het gruterecht te Brugge.<br />

Haar echtg<strong>en</strong>oot overleed in 1447, zij in 1460. De jongste, Johanna huwde<br />

met Jan Vilain, heer van Huize. Zij overleed in het kraambed. Volg<strong>en</strong>s haar<br />

grafzerk voerde zij als wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa 2 .<br />

4. JAN III VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Spiere, moet gebor<strong>en</strong> zijn rond 1390. Hij huwde<br />

in 1416 Maria, erfvrouw van Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> Avelgem. Haar broer “Jan,<br />

prince 3 van Ste<strong>en</strong>huuse, heer van Avelghem, Raed <strong>en</strong>de Camerlinc ons<br />

gheduchts heer<strong>en</strong> Shertogh<strong>en</strong> van Burgoingne, Grave van Vla<strong>en</strong>dr<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de<br />

1 ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001, f° 155r-155v - Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck, D. VI,<br />

pp. 45-47 – Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 212 - de Borman, Hemricourt, D. II, p. 143 –<br />

de Raadt, Sceaux, D. I, p. 234 – de Ryckman de Betz, Chanceliers, D. II, p. 243 - De<br />

Win, Witthem, D. 93, pp. 484-485 - Galesloot, Inv<strong>en</strong>taire, D. I p. 368 - Schw<strong>en</strong>nicke,<br />

Europäische, D. 27, tafel 28 – Smolar, Justice, pp. 60-61, 66, 439, 442 <strong>en</strong> 528 -<br />

Uyttebrouck, Gouvernem<strong>en</strong>t, pp. 661-662 - Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 3e deel, D. III, n°<br />

8752-8753, 8898 <strong>en</strong> 9278 - Wauters, Environs, D. II, p. 203<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 91 – Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356 – Janse, Ridderschap, p. 216 - Merghelynck, Brugge, p. 37,<br />

1421 / 1422 - Merghelynck, Kortrijk, p. 69, 13 jan. 1437 / 16 sept. 1437 – Obre<strong>en</strong>,<br />

Wass<strong>en</strong>aer, p. 31<br />

3 Sinds 1426 is hij Opperjachtmeester van Vlaander<strong>en</strong>. Hij gaat in deze periode zich ook<br />

de titel van prins van Ste<strong>en</strong>huize toeëig<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit om aan te ton<strong>en</strong> dat zijn heerlijkheid<br />

Ste<strong>en</strong>huize e<strong>en</strong> vrije heerlijkheid was t<strong>en</strong> overstaan van de graaf, dit wil zegg<strong>en</strong><br />

le<strong>en</strong>gerechtigd aan e<strong>en</strong> heerlijkheid geleg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere provincie (Silly in<br />

H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> dus niet onderhevig aan de juridictie <strong>en</strong> administratie van het<br />

graafschap waarin de heerlijkheid zich bevond. Had hij werkelijk deze titel bekom<strong>en</strong><br />

van de hertog, dan maakte hij zeker deel uit van de beperkte raad van de hertog. Hij zou<br />

zeker <strong>en</strong> vast deel uitgemaakt hebb<strong>en</strong> van de eerste ridders van het Guld<strong>en</strong> Vlies. Maar<br />

buit<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van het koninklijk huis, k<strong>en</strong>de Frankrijk ge<strong>en</strong> prins<strong>en</strong>. In Engeland<br />

bestond sinds 1301 <strong>en</strong>kel de prins van Wales. Het Roomse Rijk k<strong>en</strong>de dit wel maar <strong>en</strong>kel<br />

de keizer of de koning van het Roomse Rijk was gerechtigd om deze titel toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

In de lage land<strong>en</strong> werd Jan de Croy in 1472 voor het eerst verhev<strong>en</strong> tot graaf van Chimay<br />

<strong>en</strong> in 1486 k<strong>en</strong>de Maximiliaan van Habsburg voor het eerst de titel van prins toe in onze<br />

gewest<strong>en</strong> aan Karel de Croy (de Smedt, Toison d'Or, n° 20 – Leuridan, Statistique-<br />

Introduction, pp. 143-144 - Matthieu, Silly, pp. 12-14 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Ste<strong>en</strong>huyse,<br />

pp. 81-84).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 11


upperjaghere van Vla<strong>en</strong>dr<strong>en</strong>” trekt in 1436 als hoofdman van de Brugse<br />

militie naar Calais. Hij wordt voor het laatst vermeld in 1440.<br />

In 1396 erft Jan, bij het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, het gruterecht te Brugge.<br />

In 1417, neemt hij deel aan de belegering van Beaumont in Pontoise, met<br />

onder andere Vlaamse edel<strong>en</strong>, de her<strong>en</strong> van Ste<strong>en</strong>huize, Kom<strong>en</strong>, <strong>Gruuthuse</strong><br />

<strong>en</strong> Roubaix <strong>en</strong> Robrecht <strong>en</strong> Victor, bastaard<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>. In de<br />

handeling<strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> wordt de heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />

niet vermeld voor 1419. Dat jaar zijn er klacht<strong>en</strong> van de Duitse Hanze<br />

“jegh<strong>en</strong> min<strong>en</strong> heere van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> ute caus<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Grute ghelde”<br />

over het feit dat hun schip in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd. Op 2 september wordt<br />

e<strong>en</strong> vergadering belegd te G<strong>en</strong>t met de led<strong>en</strong> van de adel, waaronder “le<br />

seigneur de le <strong>Gruuthuse</strong>”. In 1422 wordt hij sam<strong>en</strong> met vele Vlaamse<br />

edel<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> om de stad Mechel<strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Brabantse<br />

sted<strong>en</strong>. In 1436 wordt “min<strong>en</strong> heere vand<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, dewelke van ons<br />

gheduchts heer<strong>en</strong> <strong>en</strong>de princ<strong>en</strong> weghe, gheordineirt was capiteyn te zine<br />

vander stede van Brugghe”. Na e<strong>en</strong> korte periode legt hij zijn functie neer,<br />

na e<strong>en</strong> poging om bij de opstand het volk tot bedar<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Doch<br />

“meer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuuse dede zovele an d<strong>en</strong> prinche dat die van<br />

Brucghe hadd<strong>en</strong> audi<strong>en</strong>cie omme toeganc tot<strong>en</strong> prinche te comm<strong>en</strong>e ...<br />

Item meer Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuuse bleef x dagh<strong>en</strong> lanc bij d<strong>en</strong> prinche<br />

<strong>en</strong>de de burchmeestere van Brucghe met zijn<strong>en</strong> wethouders <strong>en</strong>de dek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

trock<strong>en</strong> te Brucghewaerts, <strong>en</strong>de weit dat bij mijn heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse<br />

blev<strong>en</strong> de notable mann<strong>en</strong> dewelke te Brucghe up dhalle hadd<strong>en</strong><br />

ghearesteert ghezijn ... Item up e<strong>en</strong><strong>en</strong> ma<strong>en</strong>dach, doe quam de prinche te<br />

Brucghe met alle de ghedeputeerd<strong>en</strong> van Brucghe die bij d<strong>en</strong> heere van<br />

d<strong>en</strong> Gruuthuuse blev<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de al daer zo was gheslot<strong>en</strong> dat die<br />

prinche zoude bezeghel<strong>en</strong> die previleg<strong>en</strong> <strong>en</strong>de alle dingh<strong>en</strong> te pointe<br />

stell<strong>en</strong>”. In 1438 zijn “de heere van Robays, de heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse,<br />

de heere van Ste<strong>en</strong>huuse <strong>en</strong> meer Gheeraert van Ghistele” raadsled<strong>en</strong> van<br />

de hertog bij de vernieuwing van de Brugse magistrat<strong>en</strong>. “Mer Jan van<br />

Brugghe, heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse, van Thielt t<strong>en</strong> hove, prinche van<br />

Ste<strong>en</strong>huse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem” verklaart in 1442 1 dat hij<br />

e<strong>en</strong> le<strong>en</strong>goed “te wet<strong>en</strong>e thof van Gruuthuuse bi onser Vrauw<strong>en</strong> Kerke te<br />

Brueghe; Ende hier toehor<strong>en</strong>de de gruute van Brucghe” bezat. In 1444 <strong>en</strong><br />

1445 zijn er opnieuw klacht<strong>en</strong> van de Hanzested<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> “d<strong>en</strong> heere van<br />

d<strong>en</strong> Gruuthuuse”.<br />

1 De Raadt dateert deze akte van 26 juli 1442. Gilliodts-van Sever<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dateert<br />

deze verklaring van het jaar 1435, maar zijn schoonbroer Jan van Ste<strong>en</strong>huyse was to<strong>en</strong><br />

heer van Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> Avelgem. Buylaert citeert ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in 1435 als le<strong>en</strong>houder van<br />

de Burg van Brugge, “mer Jan van Brucghe, heere vand<strong>en</strong> Gruuthuuse, van Thielt te<br />

hove, prince van Ste<strong>en</strong>huse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem”. Colpaert citeert e<strong>en</strong><br />

akte van 23 juli 1443 waar Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zich de titel “Prinche van Ste<strong>en</strong>huuse<br />

<strong>en</strong>de heer van Avelghem” toeëig<strong>en</strong>t (Buylaert, Repertorium, p. 140 - Colpaert, Avelgem,<br />

p. 217 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 412 - Ferrant, Rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 4-6 - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356 <strong>en</strong> D. V, p. 162 - Visart de Bocarmé, Méreau, pp. 421-<br />

427).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 12


In e<strong>en</strong> laatste oorkonde van 1447 doet hij sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote e<strong>en</strong><br />

sch<strong>en</strong>king van grond<strong>en</strong> aan de abdij Beaulieu te Petegem. In dat jaar staat<br />

hij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> als kamerheer van de hertog. Hij moet zeker<br />

overled<strong>en</strong> zijn voor september 1450 1 , datum waarop “Heinric van Borssel,<br />

heere van der Vere <strong>en</strong> Marie van Ste<strong>en</strong>huse, vrauwe van d<strong>en</strong> Gruuthuuse,<br />

princhesse van Ste<strong>en</strong>huse, vrauwe van Thielt, t<strong>en</strong> Hove van Avelghem <strong>en</strong>de<br />

Spiere” de huwelijksovere<strong>en</strong>komst sluit<strong>en</strong> bij het huwelijk van “Lodewijc<br />

heere van d<strong>en</strong> Gruthuse, van Thielt, t<strong>en</strong> Hove <strong>en</strong>de van Spiere, zone van<br />

wijl<strong>en</strong>eer mijn<strong>en</strong> liev<strong>en</strong> heere van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> wies ziele met Gode moet<br />

lev<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de van mij Marie van Ste<strong>en</strong>huse voerseit, <strong>en</strong>de van Mergriet<strong>en</strong><br />

van Borsselle, dochter van my Heinric van Borssele voirscrev<strong>en</strong>”. Jan <strong>en</strong><br />

Maria werd<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de Sint-Catharinakerk te Assebroek 2 .<br />

Jan III verschijnt dus weinig <strong>en</strong> vooral laat in het publieke lev<strong>en</strong>, eerst in<br />

1417, daarna in 1436. Waar zijn vader e<strong>en</strong> baanderheer van Brabant was,<br />

leeft hij eerder als e<strong>en</strong> Brugse patriciër. Waarschijnlijk heeft zijn<br />

opvoeding zonder vader <strong>en</strong> als <strong>en</strong>ige mannelijke erfg<strong>en</strong>aam ervoor gezorgd<br />

dat hij zich minder aangetrokk<strong>en</strong> voelde tot de wap<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zich beter kon<br />

verdedig<strong>en</strong> met woord<strong>en</strong> dan met wap<strong>en</strong>s. Hij heeft nooit deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan<br />

het steekspel van de Witte Beer te Brugge 3 .<br />

Jan <strong>en</strong> Maria hadd<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Corneille Gailliard twee zon<strong>en</strong> <strong>en</strong> zev<strong>en</strong><br />

dochters, waarvan Lodewijk gebor<strong>en</strong> rond 1423, Louise die met Lodewijk<br />

van Vlaander<strong>en</strong>, heer van Praat, huwde <strong>en</strong> Johanna, echtg<strong>en</strong>ote van Jan van<br />

Ghistelles, heer van Esquelbecq. Volg<strong>en</strong>s Christophe Butk<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> er<br />

nog twee dochters, Isabella, kloosterlinge in het Galilea klooster te G<strong>en</strong>t,<br />

<strong>en</strong> Margareta 4 .<br />

5. LODEWIJK VAN DEN GRUUTHUYSE, GENOEMD VAN BRUGGE<br />

Zijn zoon, Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse is waarschijnlijk gebor<strong>en</strong> rond<br />

1423 <strong>en</strong> overlijdt in 1492. Hij huwt Margareta van Borsele, die zal<br />

overlijd<strong>en</strong> in 1510. Hij wordt voor het eerst vermeld in mei 1443 waar hij<br />

1 De Tieltse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> voor de jar<strong>en</strong> 1447/1448, Maria van Ste<strong>en</strong>huize<br />

als “mer vrauw<strong>en</strong> Vand<strong>en</strong> Gruthuze” (Moors, Tielt, D. I, p. 610).<br />

2 Bethune, Epitaphes, pp. 310 <strong>en</strong> 397 - Blockmans, Handeling<strong>en</strong>, D. I, n° 107 <strong>en</strong> 665 <strong>en</strong><br />

D. II, n° 914 <strong>en</strong> 935 – Bruchet, Archives, D. 1, n° 17666-17667 - Buylaert, Adel, p. 288<br />

– Castelain, Avelgem, pp. 230-231 – Colpaert, Avelgem, pp. 212, 216-219 <strong>en</strong> 309-310 –<br />

de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 412 – Despars, Cronijcke, D. III, pp. 366-367, 373 <strong>en</strong> 414 –<br />

Douet d’Arcq, Monstrelet, D. III, p. 215 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p.<br />

356 <strong>en</strong> D. V, p. 125 – H<strong>en</strong>derikx, Veere, pp. 115-116 – Merghelynck, Brugge, p. 17,<br />

1395 / 1396 – Tavernier, Kerkelijke, D. 45, p. 91 - Vandekerckhove, Chronike, pp. 150<br />

<strong>en</strong> 212-213 – Zoete, Handeling<strong>en</strong>, D. II, n° 810 <strong>en</strong> 834<br />

3 van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 143<br />

4 Bethune, Epitaphes, pp. 161, 270 <strong>en</strong> 279 – Buylaert, Adel, p. 352 – Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Bourg, D. I, p. 181 - Van Praet, Recherches, pp. 59-60<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 13


de “dank van buit<strong>en</strong>” krijgt bij het steekspel van de Witte Beer te Brugge 1 .<br />

Hij zal blijv<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> tot 1450. In 1449 wordt hij hofsch<strong>en</strong>ker van<br />

Philips de Goede <strong>en</strong> gaat dus meer zijn lev<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op het hertogelijk hof.<br />

van Driest<strong>en</strong>, Toison d'Or, p. 75 Maurice, Blason, p. 65<br />

De Tieltse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> van 1447 tot 1449 “Lodewijc<br />

Vand<strong>en</strong> Gruthuuse”. Slechts in 1450 wordt hij beschrev<strong>en</strong> als “Lodewijc<br />

heere Vand<strong>en</strong> Gruuthuze”. In 1447 maakt m<strong>en</strong> melding van “Jean 2 de<br />

Bruges, s r de Grutuse, vint avec bannière déployée et accompagné des<br />

cavaliers suivans: Rogier de Hallewin, Jean de Struete, Jean de St.-Omer,<br />

Lottard de Mazingue, Bavon de Steeland, Jean de Meghe, Jean de<br />

Wass<strong>en</strong>aer, Hercules, bastard de Ghistelles, Simon de Ecost, Jean, S r de<br />

Roqueghem, Jean de W<strong>en</strong>elghem, Pierre de Moerkerupie et Samson Villain<br />

participer à la fête de l’épinette à Lille”. In elk geval is hij aanwezig op 20<br />

februari 1452 bij het eerste tornooi van de jonge Karel, graaf van Charolais,<br />

op de Grote Markt te Brussel. In 1460 wordt hij verhev<strong>en</strong> tot ridder van het<br />

Guld<strong>en</strong> Vlies te Saint-Omer. Hij voert hier als wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld<br />

Brugge-Aa 3<br />

1 Dit eerbetoon werd aan persoonlijkhed<strong>en</strong> die deelnam<strong>en</strong> of aanwezig war<strong>en</strong> bij het<br />

tornooi gegev<strong>en</strong>. Als deelnemer moet Lodewijk in 1443 ongeveer twintig jaar geweest<br />

zijn (van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 81, 96 <strong>en</strong> 143).<br />

2 Waarschijnlijk di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> hier Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijks met<br />

e<strong>en</strong> latere datum. Zijn vader Jan nam nooit deel aan het steekspel van de Witte Beer. Zo,<br />

in 1447, Jan de aanvoerder was, is het zeer waarschijnlijk dat zijn zoon ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong><br />

de deelnem<strong>en</strong>de ruiters aanwezig was.<br />

3 Bethune, Epitaphes, p. 397 – Colpaert, Avelgem, pp. 221-248 - de Rosny, Epinette, pp.<br />

70-71 - de Smedt, Toison d'Or, n° 61 – Haemers, Gruuthuze, pp. 388-396 – Mira, Toison<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 14


In 1467/1468 koopt hij van Adriaan van Claerhout het schoutheetdom van<br />

Tielt 1 .<br />

Op 13 october 1472 wordt hij door Edward IV, koning van Engeland,<br />

verhev<strong>en</strong> tot graaf van Winchester <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maand later, op 23 november,<br />

word<strong>en</strong> hem het wap<strong>en</strong> “azur a dix mascles d’or <strong>en</strong> orme d’un canton de<br />

nostre propre armes d’Engleterre, cest savour, de goul un leopard passant<br />

d’or, armee d’azur” toegek<strong>en</strong>d 2 .<br />

Zijn spreuk “meer es in u” kan m<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> als zijn drang om in de<br />

spor<strong>en</strong> van zijn grootvader opnieuw te vertoev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de hoogste edel<strong>en</strong><br />

in de omgeving van de vorst.<br />

A-II. DE MANNELIJKE ZIJTAKKEN<br />

1. GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE, BROER VAN JAN I<br />

E<strong>en</strong> charte van1333, betreff<strong>en</strong>de de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge<br />

vermeldt als getuige “Ghidupho, filio domini Ghidulphi de <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

militis” 3 .<br />

Voor 1372 4 was Geldolf verwikkeld in e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>detta met “Jehan de<br />

Molembeke” 5 . Op 24 mei 1372, door de bemiddeling van Margareta,<br />

gravin van Artesië, moeder van Lodewijk van Male, kwam er e<strong>en</strong><br />

vredesakkoord tot stand. Jan Bonin di<strong>en</strong>de ter ere van Ghildolf, ridder, <strong>en</strong><br />

zijn vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> pelgrimstocht te do<strong>en</strong> naar Onze-Lieve-Vrouw te<br />

Napels, <strong>en</strong> twee maand<strong>en</strong> later naar Sint-Gillis in de Prov<strong>en</strong>ce 6 . In juni/juli<br />

de Oro, n° 79, pp. 182-183 - Moors, Tielt, D. I, pp. 610, 652-653 <strong>en</strong> 674 - Popoff, Toison<br />

d’Or, n° 70 – Sterchi, Lob, pp. 40-41 - van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 143 - Van Praet,<br />

Recherches, pp. 2 <strong>en</strong> 325<br />

1 Merghelynck, Kortrijk, p. 89, 5 mei 1466 / 22 sept. 1466, p. 91, 12 jan. 1467 / 11 mei<br />

1467 <strong>en</strong> p. 93, 18 sept. 1468 / 9 jan. 1469<br />

2 Gedur<strong>en</strong>de de hele 15e eeuw kreg<strong>en</strong> slechts drie vreemdeling<strong>en</strong> van de Engelse koning<br />

e<strong>en</strong> pairschap toebedeeld. Zijn zoon Jan IV zal in mei/juni 1500 afstand do<strong>en</strong> van het<br />

graafschap aan de Engelse vorst, H<strong>en</strong>drik VII (Powell Siddons, Foreigners, p. 49 – Ross,<br />

Wars, p. 86 - Watson, Winchester, pp. 77-79).<br />

3 Van de Perre, Relatie, p. 5<br />

4 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong> situeert deze overe<strong>en</strong>komst in 1372. Sueyro, die Meyerus volgt,<br />

doet melding ervan in 1378 (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 359 – Sueyro,<br />

Anales, D. I, p. 560).<br />

5 Waarschijnlijk is e<strong>en</strong> bur<strong>en</strong>ruzie hiervan de oorzaak. Beid<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong> belangrijke<br />

percel<strong>en</strong> grond <strong>en</strong> één of meerdere hoeves te Meulebeke. De acte van 1372 maakt<br />

namelijk melding dat bij betwisting<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de “leur juridiction ou les drois de leurs<br />

fiez” ze dit di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de wet, zonder naar de wap<strong>en</strong>s te grijp<strong>en</strong><br />

(Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 359 – Sabbe, Grondbezit, p. 407).<br />

6 “Daer licht edel<strong>en</strong> <strong>en</strong>de weerd<strong>en</strong> mer Guidolf van Gruuthuuse, die was in e<strong>en</strong><br />

waep<strong>en</strong>inghe die de Bonijns iegh<strong>en</strong>s de Gruuthuuses hadd<strong>en</strong>, verslegh<strong>en</strong> van de Bonijns.<br />

De welcke ghecondemneert waer<strong>en</strong> te besett<strong>en</strong> <strong>en</strong>de fonder<strong>en</strong> zeker<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st over de<br />

ziele van d<strong>en</strong> voorn. mer Guidolf <strong>en</strong>de de zijne” (ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n°<br />

457/001, f° 128r - Bethune, Epitaphes, p. 337 - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 15


1376 is er sprake in e<strong>en</strong> geschil tuss<strong>en</strong> “Danele van Bedrewane” <strong>en</strong><br />

“Wouter van Werveke” over e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> waarvan “Ghildolf(s wijf) van d<strong>en</strong><br />

<strong>Gruuthuse</strong> ervachtech es”. In april 1386, bezweert Zegher van<br />

Ruddervoorde, zoon van Jan, de bepaling<strong>en</strong> van het zo<strong>en</strong>ding dat tuss<strong>en</strong><br />

Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> Jan Bonin, heer van Meulebeke, werd<strong>en</strong><br />

geslot<strong>en</strong>. Jan, heer van Gistel, had in deze v<strong>en</strong>detta partij gekoz<strong>en</strong> voor de<br />

familie Gruuthuyse 1 .<br />

2. GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE, BROER VAN JAN II<br />

Naast “Jean d’Aa Sire de Grimberge & Gruthuse” staan in de lijst van de<br />

Brabantse vazal<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s “Roelant & Geldolf de la Gruthuse” 2 .<br />

Weg<strong>en</strong>s schade aan bezitting<strong>en</strong> van de graaf eist deze in 1368 dat de heer<br />

van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> zijn broer Geldolf <strong>en</strong>erzijds, de heer van Halewyn <strong>en</strong> zijn<br />

broer Olivier anderzijds, zich aanmeld<strong>en</strong> in de gevang<strong>en</strong>is te Mechel<strong>en</strong>. In<br />

juli 1376, in de act<strong>en</strong> van de raad van Vlaander<strong>en</strong>, staat “her Ghildolfs van<br />

d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>” vermeld. In 1379 staat hij vermeld bij de edel<strong>en</strong> aanwezig<br />

bij de verdediging van Oud<strong>en</strong>aarde. Hij was baljuw van Aalst van 1382 tot<br />

1386. “De here van <strong>Gruuthuse</strong>” <strong>en</strong> “mer Ghildolf van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>”<br />

staan beid<strong>en</strong> vermeld in 1384 in de begraf<strong>en</strong>isstoet van Lodewijk van Male,<br />

alsook in de adelslijst<strong>en</strong> van 1384/86 3 .<br />

In 1394 staat “messire Ghydolf dele Gruthuse” vermeld te Meulebeke in<br />

de Kortrijkse baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tielt van<br />

1394/1395 gev<strong>en</strong> “Ghildoff Van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>” aan. In 1397, om het<br />

marktplein te vergrot<strong>en</strong>, koopt de geme<strong>en</strong>teraad van Brugge,<br />

eig<strong>en</strong>domm<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> in de “Cromm<strong>en</strong> Wael” aan “mer Ghildolve van d<strong>en</strong><br />

<strong>Gruuthuse</strong>” <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote, mevrouw Catharina, weduwe van “Zegher<br />

Honin”. Tuss<strong>en</strong> 1397 <strong>en</strong> 1399 verkoopt hij sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote<br />

Catharina Cremps bezitting<strong>en</strong> te Egem <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1405 <strong>en</strong> 1407<br />

verscheid<strong>en</strong>e l<strong>en</strong><strong>en</strong> te Tielt met behoud van lev<strong>en</strong>slang vruchtgebruik. Dit<br />

zou erop kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> dat hij financiële problem<strong>en</strong> had 4 .<br />

1 Bethune, Epitaphes, p. 337 – de Pauw, Audi<strong>en</strong>cie, n° 1447 <strong>en</strong> 1859 - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 358-361 – Leuridan, Le Ferrain, p.118 – Schouteet,<br />

Regest<strong>en</strong>, D. III, n° 598 <strong>en</strong> D. IV, n° 45 - Van Praet, Recherches, p. 57<br />

2 Tijd<strong>en</strong>s de regering van Johanna, hertogin van Brabant (1355-1406). Ph. de L’Espinoy<br />

heeft e<strong>en</strong> lijst van prelat<strong>en</strong>, baronn<strong>en</strong>, ridders, schildknap<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z. van het hertogdom<br />

Brabant in 1407 uitgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hier wordt de naam Gruuthuyse niet meer vermeld<br />

(Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 667-672 - de L’Espinoy, Prelats).<br />

3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 4 <strong>en</strong> 73 - de Pauw, Audi<strong>en</strong>cie, n° 1844 - de Pauw, Potter van<br />

der Loo, D. I, p. 449 - de Saint-G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s, D. II, p. 1131 - Despars, Cronijcke,<br />

D. II. pp. 505-507 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. X, pp. 281, 283 <strong>en</strong> 542 -<br />

Marchal-Verdoodt, Table, p. 193 - Nowé, Baillis, p. 394<br />

4 Zijn echtg<strong>en</strong>ote, Catharina Cremps was mogelijks de dochter van “Maes Kremp<strong>en</strong>, valet<br />

et conseiller” van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. Philippe de L’Espinoy vermeldt haar<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s als weduwe van Jacob van der Haegh<strong>en</strong> (Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />

n° 342 <strong>en</strong> 571 - Debrabandere, Studie, n° 630 - de L’Espinoy, Noblesse, p. 377 -<br />

Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 386 <strong>en</strong> 404 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. I, n°<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 16


Zij hadd<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dochter, “Cathelijne van Aa van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>”<br />

die rond 1415 huwde met Jan M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s, zoon van Gillis <strong>en</strong> van Maria uter<br />

Crommercamm<strong>en</strong>. Hij overleed eind 1437 1 .<br />

Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder, zegelde in 1365 <strong>en</strong> 1374 met e<strong>en</strong> kruis<br />

belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> gebruikte in 1365 als<br />

helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop <strong>en</strong> in 1374, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles<br />

van hermelijn 2 .<br />

3. ROELAND VAN DEN GRUUTHUYSE, BROER VAN JAN II<br />

Jan II had waarschijnlijk niet dezelfde affectieve band met zijn broer<br />

Roeland. Deze laatste staat niet vermeld in het huwelijkscontract van Jan<br />

II <strong>en</strong> Agnes de Mortagne. In 1391 staat “Roelande vand<strong>en</strong> Gruthuse”<br />

vermeld als raadsheer van Kortrijk. In 1403 staat “Roelande Van d<strong>en</strong><br />

Gruthuse” aangegev<strong>en</strong> in de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Tielt. Volg<strong>en</strong>s dezelfde<br />

rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1403/1405 “betaelt Roeland Van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> in de name<br />

van Ghildolve sin<strong>en</strong> broedere hemselv<strong>en</strong> <strong>en</strong>de haerlieder medepleghers als<br />

hoyre <strong>en</strong>de aeldingh<strong>en</strong> van Sanders Spieringhe van haerlieder deele van der<br />

meul<strong>en</strong>e de welke de stede ghecocht hadde”. Roeland van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />

schildknaap, wordt vermeld in 1410 in de monsteringslijst<strong>en</strong> van Jan, heer<br />

van Gistel. Op 17 november van dat jaar kwam “Roelande Van d<strong>en</strong><br />

<strong>Gruuthuse</strong>” te Tielt bij “Janne Van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong>de hadde ghesijn te<br />

Parijs bij min<strong>en</strong> gheducht<strong>en</strong> heere <strong>en</strong>de voer met Janne te Brugghe”.<br />

“Roelandt van Gruthuyse” is gesneuveld in 1415 in de veldslag bij<br />

Azincourt. Zijn echtg<strong>en</strong>ote Catharina Trions staat vermeld in de G<strong>en</strong>tse<br />

registers van 1414 3 .<br />

De akt<strong>en</strong> <strong>en</strong> contract<strong>en</strong> van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> op 12 augustus 1443 e<strong>en</strong><br />

“Lonisse Vand<strong>en</strong>gruuthuze fs Roelants bastaard”. Deze Lonis moet<br />

overled<strong>en</strong> zijn voor 4 december 1447, datum waar “Pieter Vandewoest<strong>en</strong>e”<br />

aangegev<strong>en</strong> staat als voogd van zijn kinder<strong>en</strong>. De akt<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

melding van zijn dochter “Ja<strong>en</strong>kine” 4 .<br />

1005 <strong>en</strong> 1008 - Merghelynck, Kortrijk, p. 31, 27 juli 1397 / 1398, p. 37, 13 jan. 1399 / 9<br />

mei 1399, p. 43, 1405 / 1407 <strong>en</strong> p. 49, 9 mei 1407 / 15 aug. 1407 - Moors, Tielt, D. I,<br />

pp. 7 <strong>en</strong> 100).<br />

1 Goffin, M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s, pp. 170-175<br />

2 Zijn deze zegels wel toe te schrijv<strong>en</strong> aan Geldolf, de broer van Jan II of is het eerste<br />

zegel dat van zijn oom Geldolf, de broer van Jan I? (Demay, Flandre, n° 659 - de Raadt,<br />

Sceaux, D. I, p. 158 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1ste deel, D. V, n° 3687).<br />

3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 432 – Debrabandere, Kortrijkse, n° 240 - Despars, Cronijcke,<br />

D. III, p. 241 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Chroniques, p. 169 – Moors, Tielt, D. I, pp. 23,<br />

34, 40 <strong>en</strong> 159 – Vandekerckhove, Chronike, p. 103 - Van Praet, Recherches, p. 51<br />

4 Luyckx, Akt<strong>en</strong> RAK, 505, n° 480, 2893, n° 2867, 4020 n° 3993, 6824, n° 6795 <strong>en</strong> 12926,<br />

n° 12894<br />

Lion moet waarschijnlijk ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zoon Jan gehad hebb<strong>en</strong> die reeds in 1456/1458<br />

gestorv<strong>en</strong> was. De Tieltse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van deze periode vermeld<strong>en</strong> namelijk de<br />

“weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong>de hoire van Janne Vand<strong>en</strong> Gruthuuse filius Lonys”. Van Praet<br />

vere<strong>en</strong>zelvigt Leon met “Louis, bâtard de la Gruthuyse, procréé d’Agnes van Torre”,<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 17


4. JAN EN GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

In 1393 nam<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, e<strong>en</strong> Jan <strong>en</strong> e<strong>en</strong> Geldolf<br />

van d<strong>en</strong> Gruuthuyse deel aan het tornooi te Brugge. Volg<strong>en</strong>s de wap<strong>en</strong>kaart<br />

van het tornooi breekt Jan zijn wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge met e<strong>en</strong><br />

wass<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> Geldolf met e<strong>en</strong> ster. Ze staan vermeld zonder het prefix<br />

“mer”, maar Jan voert wel het banier <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> heeft voorrang op<br />

Geldolf.<br />

Op 29 maart 1396 stelde de hertog van Bourgondië het hotel sam<strong>en</strong> van de<br />

jonge graaf van Nevers. Deze laatste zou naar Hongarije t<strong>en</strong> strijde trekk<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> de Turk<strong>en</strong>. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse werd b<strong>en</strong>oemd tot<br />

p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager 1 . Hij werd hierbij begeleid door Nanton <strong>en</strong> Hugu<strong>en</strong>in de<br />

Lugny.<br />

die vermeld staat in de G<strong>en</strong>tse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t hem e<strong>en</strong> tweede dochter toe,<br />

Alix, die volg<strong>en</strong>s dezelfde bronn<strong>en</strong> Alexander Schotte huwde (Moors, Tielt, D. II, p. 87<br />

– Van Praet, Recherches, pp. 54-55).<br />

1 Volg<strong>en</strong>s de Salles staat de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aangegev<strong>en</strong> als heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />

<strong>en</strong> raadsheer van de grote raad van de hertog. Volg<strong>en</strong>s de lijst van de Vlaamse edel<strong>en</strong>,<br />

die sam<strong>en</strong> met Jan zonder Vrees vertrokk<strong>en</strong> naar Hongarije, staat de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager<br />

aangegev<strong>en</strong> als “Escuiers estans ou dit voyage, du pays de Flandres ... Jehan de le<br />

Gruthuse”. De raadsheer van de hertog ev<strong>en</strong>wel is te vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong> met Jan II<br />

(Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. I, pp. 235-236 <strong>en</strong> D. II, p. 81 - de Salles, Bourgogne, D.<br />

II, p. 14 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398).<br />

“Ce sont les noms des chevaliers qui fur<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Honguerie <strong>en</strong> la compaignie de<br />

monseigneur de Nevers<br />

Messire Loys dit le Haze; messire Loys dit le Frison; messire Jean dit S<strong>en</strong>s-Terre;<br />

messire R<strong>en</strong>ault, bastars de Flandres<br />

Messire Pierre de le Delft<br />

Messire Olivier de Haluwin<br />

Messire Louis de Zweveghem<br />

Messire Philippe de Lannoit<br />

Messire Roland Hauwel<br />

Messire Loys le Marisal<br />

Messire Gille de Zwaesberghe<br />

Messire Rogier de Campighem<br />

Messire Jean de Lembèque<br />

Messire Roland le Bruwere<br />

Messire Loys d’Eyne<br />

Messire Jehan de Reingaerdsvliete<br />

Messire Jehan Mett<strong>en</strong>-Eye<br />

Messire Hughe le Proost<br />

Messire Tristran de Messem<br />

Messire Jehan Ut<strong>en</strong>hove<br />

Messire Galois Ut<strong>en</strong>zwane, bastard”<br />

“Escuiers estans ou dit voyage, du pays de Flandres’<br />

Jehan de Haluwin, fils messire Jaques<br />

Jehan de le Gruthuse<br />

Jehan le Courtroisin<br />

Jehan de Caedsand<br />

Jean de Vers<strong>en</strong>are<br />

Jorge de le Douve<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 18


De graaf van Nevers was in Dijon vanaf 19 april 1396. Op 24 april, “fur<strong>en</strong>t<br />

au souper mons. de Savoye, mons. le connestable de France et plusieurs<br />

autres estrangers, qui s’y trouver<strong>en</strong>t <strong>en</strong>core le l<strong>en</strong>demain… les mêmes<br />

demeur<strong>en</strong>t jusqu’au 30, excepté mons. le comte de Nevers qui se partit ledit<br />

jour après dîner pour aller <strong>en</strong> Hongrie. Il était depuis le 21 auprès du duc”.<br />

Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse is naar alle waarschijnlijkheid gesneuveld tijd<strong>en</strong>s<br />

of gedood na de veldslag bij Nicopolis 1 .<br />

Het is waarschijnlijk deze Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse die Maria t’Serclaes<br />

huwde. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dochter Agnes, die trouwde met Jan Swaef, ridder,<br />

zoon van Nicolaas <strong>en</strong> van Maria van d<strong>en</strong> Heetvelde. Zij word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><br />

vermeld tuss<strong>en</strong> 1426 <strong>en</strong> 1434. Maria t’Serclaes huwde nadi<strong>en</strong> met Nicolaas<br />

Swaef met wie ze vermeld wordt in 1440 2 .<br />

Op 15 februari 1386 kwam Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse tot e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<br />

met de echtg<strong>en</strong>ote van Godefroid de la Tour, ridder, heer van Gosselies.<br />

Zij was de dochter van Leon de Marbais 3 .<br />

Van Geldolf is er buit<strong>en</strong> dit tornooi ge<strong>en</strong> vermelding teruggevond<strong>en</strong>. De<br />

<strong>en</strong>ige mogelijke vermelding zou deze op het grafzerk van Frans van d<strong>en</strong><br />

Heede kunn<strong>en</strong> zijn 4 .<br />

Le leu de le Hamme<br />

Bertran le Bruwere<br />

Jehan de Bochout<br />

Guy Bloume<br />

Wautier le Busere<br />

Alard de Beverhoud<br />

Jehan de Temseke et Loys Mett<strong>en</strong>-Eye, bourgeois de Bruges<br />

Jean du Mès, de la chastell<strong>en</strong>ie de Lille”.<br />

Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, pp. 397-398.<br />

1 De Frans-Bourgondische troep<strong>en</strong>, die koning Sigismond van Hongarije ter hulp ging<strong>en</strong><br />

vertrokk<strong>en</strong> vanuit Dijon. De veldslag bij Nicopolis (Nikopol) zelf had plaats op 25<br />

september 1396. Ze led<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zware nederlaag teg<strong>en</strong> de Ottomaanse sultan Bajazit. Van<br />

de krijgsgevang<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> er zeker niet meer dan vier<strong>en</strong>twintig gevang<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>,<br />

de overig<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> afgemaakt.<br />

De hertog di<strong>en</strong>de voor zijn zoon Jan e<strong>en</strong> som van 200.000 ducat<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> waarde van 700<br />

Kg goud) te betal<strong>en</strong>.<br />

Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse wordt niet aangegev<strong>en</strong> in deze lijst.<br />

Antoche, Expéditions, pp. 91-94 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. I, pp. 246, 270 <strong>en</strong> 286<br />

- Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, pp. 394 <strong>en</strong> 397 - Petit, Itinéraires, p. 251 -<br />

Schnerb, Etat, pp. 121-124<br />

2 Hun zoon Jan zal rond 1440 het wap<strong>en</strong> van zijn vader brek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild<br />

gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge (Goethals, Dictionnaire, D. IV, pp. 722-731 – Raneke,<br />

Bergshammar, n° 302 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Bruxelles, n° 18-06 - van Parys, Lignages,<br />

pp. 311, 850-851 <strong>en</strong> 1161-1162).<br />

3 “Joannis, dicti van d<strong>en</strong> Gruythuyse, habet judicium super litteras Bruxellae in quibus<br />

quondam domina de Marbays, filia qondam Leonis, militis, et dominus Godefridus de<br />

Turri, dominus de Gochelyes, miles, ejus maritus, contulerunt” (Goethals, Dictionnaire,<br />

D. IV, pp. 730-731).<br />

4 Het manuscript van Ignace-Michel de Hooghe, geschrev<strong>en</strong> rond 1700, geeft de<br />

beschrijving van de “sepulture van d’heer Fransois vand<strong>en</strong> Heede, burggrave van Vyve,<br />

heere van Negreputte, fs s’heer Jacob heere vand<strong>en</strong> Heede by Joncvrauw Lichtarde fa<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 19


Wie zijn nu deze Jan <strong>en</strong> Geldolf?<br />

Eerste hypothese: Jan <strong>en</strong> Geldolf zijn zon<strong>en</strong> van Jan II <strong>en</strong> van Isabella<br />

Pip<strong>en</strong>poy.<br />

A. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />

- De kasselrijrek<strong>en</strong>ing voor het jaar 1393 van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> “te<br />

Pieter Maertins van Jhans paerd<strong>en</strong> <strong>en</strong>de lied<strong>en</strong> vand<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> die<br />

ter vors. rek<strong>en</strong>inghe was inde name van min<strong>en</strong> heere zin<strong>en</strong> vadere” 1 .<br />

- Jan voert het banier <strong>Gruuthuse</strong> in het tornooi naast de heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>.<br />

- In de lijst van de Vlaamse deelnemers aan de veldslag in Nicopolis<br />

staat Jan bij de schildknap<strong>en</strong> als tweede aangegev<strong>en</strong> na Jan van<br />

Halewyn.<br />

- Jan werd b<strong>en</strong>oemd tot p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager, wat aantoont dat zijn vader<br />

invloed had aan het Hof.<br />

- Het wap<strong>en</strong> van Jan is gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> niet met e<strong>en</strong><br />

bar<strong>en</strong>steel zoals gebruikelijk voor de oudste zoon. Dit moet wel<br />

gerelativeerd word<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong>, de oudste zoon<br />

van de heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom, volg<strong>en</strong>s deze wap<strong>en</strong>plaat ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar als breuk voerde.<br />

B. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />

- De nam<strong>en</strong> vermeld op de wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> van het tornooi drag<strong>en</strong> all<strong>en</strong> het<br />

prefix “mer” als ze ridder war<strong>en</strong>, wat niet het geval is voor Geldolf,<br />

terwijl de broer van Jan II e<strong>en</strong> ridder was.<br />

- Zo de Geldolf, vermeld als deelnemer van het tornooi, de broer zou<br />

zijn van Jan II, dan had hij hier e<strong>en</strong> totaal andere wap<strong>en</strong>breuk<br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan dat van het zegel van 1374.<br />

Tweede hypothese: Jan <strong>en</strong> Geldolf zijn zon<strong>en</strong> van Geldolf, de broer van<br />

Jan II.<br />

A. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />

- Als oudste zoon van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> zou Jan eerder zijn wap<strong>en</strong><br />

brek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel in plaats van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar.<br />

- Zo Jan e<strong>en</strong> zoon is van Jan II, dan had deze laatste twee zon<strong>en</strong> met de<br />

voornaam Jan.<br />

- Bij het overlijd<strong>en</strong> van Jan II, hadd<strong>en</strong> de bezitting<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> overgaan<br />

naar de oudste zoon (Jan, de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager) <strong>en</strong> bij het overlijd<strong>en</strong> van<br />

deze laatste naar zijn dochter Agnes.<br />

joncker Lion fs Guidolf vand<strong>en</strong> Gruuthuyse by joncvrauw Lichtarde fa Colaert<br />

Cortschoof. Stierf d<strong>en</strong> 27 Meye 1537”. Zij voerde volg<strong>en</strong>s dit manuscript, gevier<strong>en</strong>deeld<br />

Brugge-Aa; gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschildje in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn (Ghistelles).<br />

Geldolf staat hier niet aangegev<strong>en</strong> als ridder. In 1473 bezat<strong>en</strong> Ludgarde van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> haar echtg<strong>en</strong>oot, Jacob van d<strong>en</strong> Heede, <strong>en</strong>kele l<strong>en</strong><strong>en</strong> te Meulebeke<br />

(B<strong>en</strong>oit, Vijve, pp. 380-381 - Debrabandere, Famili<strong>en</strong>am<strong>en</strong>, D. II, p. 897 - de Hooghe,<br />

Versaemelinghe, p. 38 – de Raadt, v. d<strong>en</strong> Heede, p. 118).<br />

1 Debrabandere, Studie, n° 630<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 20


B. Jan <strong>en</strong> Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse:<br />

- De dochter van Jan II <strong>en</strong> mogelijks van Isabella erfde de Brabantse<br />

heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong>.<br />

- Het is Jan III, die na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader in 1396, het Brugse<br />

gruterecht <strong>en</strong> het hof van Tielt erfde.<br />

- De wap<strong>en</strong>breuk van Jan <strong>en</strong> van Geldolf toont aan dat zij zeer nauw<br />

verwant zijn met de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Puur heraldisch bekek<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> zij door hem als tweede <strong>en</strong> derde mannelijke erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong><br />

beschouwd. Dit betek<strong>en</strong>t dat Jan III, in 1393 waarschijnlijk nog e<strong>en</strong><br />

peuter, de eerste opvolger was <strong>en</strong> in geval hij vroeg stierf, Jan <strong>en</strong><br />

Geldolf aanzi<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als de volg<strong>en</strong>de erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> voor de Brugse<br />

bezitting<strong>en</strong>.<br />

Weg<strong>en</strong>s de vermelding van 1393 in de kasselrijrek<strong>en</strong>ing van Kortrijk is de<br />

eerste hypothese logisch, maar bepaalde elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat er, volg<strong>en</strong>s<br />

mij, ge<strong>en</strong> uitsluitsel is voor de tweede hypothese.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 21


A-III. NIET BEWEZEN AFSTAMMELINGEN<br />

1. ARNOU VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

De manuscript<strong>en</strong> van het fonds Houwaert de Grez (ref II. 6618, f° 14-17)<br />

bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>boek van Englebert Flacchio met de titel “Tournoy<br />

celebré <strong>en</strong> la ville de Gand <strong>en</strong> l’an 1370 le 20 julet <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ce du ducq<br />

w<strong>en</strong>celain de brabant et la duchesse jeanne aux nopces de philippe duc de<br />

borgne avecq marge comtesse presomtine de flandres” (het huwelijk vond<br />

plaats op 19 juni 1369 <strong>en</strong> niet op de datum aangegev<strong>en</strong> door Flacchio). In<br />

dit zogezegde tornooi, vermeldt hij onder n° 56, “arnout ba de gruthuse”.<br />

Van Arnould, bastaard van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heb ik buit<strong>en</strong> deze refer<strong>en</strong>tie<br />

ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s teruggevond<strong>en</strong> 1 .<br />

Ofwel gaat het hier om Evrart, de stalknecht van de hertog van<br />

Bourgondië ?<br />

2. EVRART VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

In de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië staat voor de<br />

jar<strong>en</strong> 1388/1389 als stalknecht van de hertog van Bourgondië, e<strong>en</strong> “Evrart<br />

de la Gruthuse” 2 .<br />

3. LYSBETTE VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

Philippe de L’Espinoy geeft, “Guy Seigneur d’Oy<strong>en</strong>berghe eut à femme<br />

Damoiselle Lysbette, fille de Huygues de Zier<strong>en</strong>beke, qu’il eut de<br />

Damoiselle Lysbette de Gruuthuuse sa femme … Item ladicte Damoiselle<br />

Lysbette de Zier<strong>en</strong>beke authorisée de sondit mary, eut question contre<br />

ladicte Damoiselle Lysbette de Gruuthuuse sa mere, & vesve de Huygues<br />

de Zier<strong>en</strong>beke son pere, pour une r<strong>en</strong>te viagere … l’an mille quatre c<strong>en</strong>t<br />

quinze” 3 .<br />

1 E<strong>en</strong> “Arnoud de Gruthuys”, schildknaap, raadsheer van Willem, hertog van Gelderland,<br />

zegelde in 1377 de overe<strong>en</strong>komst betreff<strong>en</strong>de privileges toegek<strong>en</strong>d aan de stad Arnhem.<br />

Gelre geeft voor “arnt va gruithuse”, in zilver e<strong>en</strong> adelaar van keel, gebekt <strong>en</strong> geklauwd<br />

van azuur, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschildje in zilver e<strong>en</strong> dwarsbalk van azuur (Hackfort)<br />

<strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> adelaarshoofd van keel, eindig<strong>en</strong>d als dekkleding, gebekt van<br />

azuur, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van keel. E<strong>en</strong> “Arnt van d<strong>en</strong> Gruithuis”, wettelijke zoon van<br />

Goswin van d<strong>en</strong> Gruithuis, burgemeester van Arnhem in 1368, is gebor<strong>en</strong> in 1343 <strong>en</strong><br />

gestorv<strong>en</strong> in 1412. In 1381, vermeldt Willem van Gullich, hertog van Gelderland, hem<br />

als zijn “swager, ritter und knape” (de Kerckhove, van d<strong>en</strong> Gruithuis, p. 166-168 -<br />

Goethals, Dictionnaire, D. IV, pp. 462 - Popoff, Gelre, n° 1260).<br />

2 Marchal-Verdoodt, Table, p. 193<br />

3 de L’Espinoy, Noblesse, p. 274<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 22


4. JACOME DE BURGES<br />

Volg<strong>en</strong>s A. Claeys was e<strong>en</strong> “Jàcome de Burges” de oudste zoon van Jan,<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria van Ste<strong>en</strong>huyse. Hij zou gebor<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

zijn rond 1418, gezi<strong>en</strong> hij rond 1438 met e<strong>en</strong> Portugees schip vertrok naar<br />

Galicië. Zo hij werkelijk de oudste zoon was, dan moet hij iets misdaan<br />

hebb<strong>en</strong>, waardoor hij verplicht werd de streek te verlat<strong>en</strong>. In dit geval<br />

zoud<strong>en</strong> we toch spor<strong>en</strong> van hem moet<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong> in de rechterlijke<br />

roll<strong>en</strong>. Daarbij is de voornaam “Jacome” of Jacob e<strong>en</strong> naam die in deze<br />

familie niet werd gebruikt. Zo hij toch e<strong>en</strong> lid van de familie Gruuthuyse<br />

is, dan mogelijks e<strong>en</strong> bastaard? Hij huwde Dona Sancha Rodrgues d’Arça<br />

<strong>en</strong> overleed op de Azor<strong>en</strong> rond 1470/1472 1 .<br />

1 Claeys, Azor<strong>en</strong>, pp. 31 <strong>en</strong> 53<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 23


B-I. HET FAMILIEWAPEN<br />

De zegels<br />

A° NAAM TITEL ZEGEL<br />

1295 Gerard van der Aa Heer van Pollare <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong><br />

1329 Geldolf van Brugge Ridder, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

1336 Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Pollare<br />

1339 Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Aa<br />

1365 Geldolf van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

Aa<br />

Brugge<br />

Ridder Brugge +<br />

hartschild<br />

Aa<br />

1372 Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

-<br />

Grimberg<strong>en</strong>, ridder<br />

1373<br />

1374 Geldolf van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

Ridder Brugge +<br />

hartschild<br />

Aa<br />

1374 Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong>, drossaard<br />

van Brabant<br />

1377 Jan II van Grimbergh<strong>en</strong> heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

drossaard van Brabant<br />

1378 Jan II van der Aa heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong><br />

1380 Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong><br />

1384 Jan II van der Aa heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong><br />

Grimberg<strong>en</strong><br />

1390 Jan II van der Aa<br />

-<br />

1392<br />

heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

1442 Jan III van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins<br />

van Ste<strong>en</strong>huize, heer van<br />

Spiere <strong>en</strong> Avelgem<br />

1455 Lodewijk van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins<br />

van Ste<strong>en</strong>huize<br />

1481 Lodewijk van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf<br />

van Winchester, prins<br />

van Ste<strong>en</strong>huize<br />

1483 Lodewijk van Brugge heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf<br />

van Winchester, prins<br />

van Ste<strong>en</strong>huize<br />

1494 Jan IV van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

Aa-Brugge<br />

Aa-Brugge<br />

Aa-Brugge<br />

Aa-Brugge<br />

Aa-Brugge<br />

Aa-Brugge<br />

Aa-Brugge<br />

Brugge-Aa<br />

Brugge-Aa<br />

Brugge-Aa<br />

Brugge-Aa<br />

Brugge-Aa<br />

Brugge-Aa<br />

Brugge-Aa<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 24


De wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong><br />

DE HEER VAN GRUUTHUSE<br />

BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />

1265-W/1254:<br />

1370-M/762:<br />

1370-N/1195-1232: le sire<br />

de la gritune<br />

1372-B/578: grwthuus +<br />

677: grwthuus<br />

1375-N/235: gruhuse Ja<br />

1380-U/2123: le sire de<br />

gruythuys<br />

1393-B/<strong>Gruuthuse</strong>-00: Ja<br />

1395-G/820: die he' van<br />

gruithus<strong>en</strong> + 945: die he'<br />

Ja<br />

van gruithus<strong>en</strong><br />

1400-A/128: lagrutuze<br />

1400-D/120v:<br />

1410-P/01v-3: s' de gruthuus<br />

1425-H/55: d<strong>en</strong> here van der<br />

gruthuse<br />

1425-S/252: le sieur de la<br />

gruthuze<br />

1430-C/86-11:<br />

1435-T/513: monseigneur de<br />

grutusse<br />

1436-C/69r-02: sr de<br />

gruthuse<br />

Ja<br />

1436-L/1293: sr de gruthuse<br />

1445-L/267-02: gruythuys<strong>en</strong><br />

1450-B/821: gremberge<br />

gruthus<strong>en</strong><br />

Ja<br />

1450-L/76-2: gruithuze<br />

1455-G/170v-1: gruuthuus<br />

Ja<br />

1460-G/1v-5: de here van<br />

d<strong>en</strong> gruthuus<strong>en</strong><br />

1470-P/395r2: les armes de<br />

la gruthuse<br />

1471-R/50-09: le sgr de la<br />

grun<strong>en</strong>huyze<br />

1475-S/163r-15: le sgr de<br />

gruthuse<br />

1500-G/1v-8-1: gruuthuuse +<br />

8r-5-8: gruuthuuse<br />

1500-Q/18r-01: monsr de<br />

grutzuse<br />

1500-S/65v-3: la gruthuuse<br />

1525-C/3: h. van gruythus<strong>en</strong><br />

1531-G/6-4: sgr de la<br />

gruthuse<br />

Ja<br />

1535-U/96-11: de gruthuse<br />

1543-B/141r-5: sr de<br />

grattoize<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 25


BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />

1550-A/8v-05: bruges-la<br />

gruthuse<br />

1550-B/F-45: le sr de la<br />

gruthuse<br />

1557-G/82: le sgr de la<br />

gruthuuse<br />

1562-B/102: sgr de la<br />

gruthuse, leur surnom fut<br />

de bruges<br />

1570-B/1928: le sgr de la<br />

gruthuse<br />

1570-G/212v: le sgr de la<br />

gruthuse<br />

1650-B/292-07-4: dns de<br />

gruthuse<br />

JAN VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

1557-G/82: le sgr de la<br />

gruthuuse<br />

1560-L/137: de bruges sr de<br />

la gruthuse<br />

1562-B/103: les sgr de la<br />

gruthuse et de gramsberge<br />

+ 639: gruthuse à bruges<br />

1568-B/57v-08: la gruthuyse<br />

1570-B/1929: le sgr de la<br />

gruthuse<br />

1570-G/212v: le sgr de la<br />

gruthuse<br />

1600-W/45r: le sgr de<br />

gruthus<strong>en</strong><br />

1650-C/61v-03: sgr de la<br />

gruthuise<br />

BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />

1393-B-12: jan van d<strong>en</strong><br />

gruutuuse<br />

Ja<br />

GELDOLF VAN DEN GRUUTHUYSE<br />

BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />

1393-B-14: ghidolf van d<strong>en</strong><br />

gruutuuse<br />

1470-D/118v-4: messire<br />

guydolf der debrughes<br />

1475-S/167r-2: mon guildof<br />

de bruges<br />

1600-E/151r-4: messire<br />

guidolf de bruges<br />

LODEWIJK VAN BRUGGE<br />

BRUGGE AA-BRUGGE BRUGGE-AA HELM<br />

1433-B/3a: louys de bruges,<br />

comte de wicestre, sgr de<br />

Ja<br />

grutuse<br />

1452-B/-: louis de la<br />

gruuthuse, dit de bruges<br />

Ja<br />

Ja<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 26


Volg<strong>en</strong>s J. Van Praet <strong>en</strong> A. de Behault, kreeg op 25 januari 1389 Jan II van<br />

der Aa de toelating zijn naam te verander<strong>en</strong> in van Brugge <strong>en</strong> het wap<strong>en</strong> te<br />

voer<strong>en</strong> van het uitgestorv<strong>en</strong> geslacht. Voortaan zou hij het wap<strong>en</strong> voer<strong>en</strong><br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, Brugge; 2 <strong>en</strong> 3, Aa 1 .<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel ev<strong>en</strong>wel, voerde de familie reeds in 1336 als wap<strong>en</strong>,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa. Jan II zou nadi<strong>en</strong> het wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld Aa-<br />

Brugge aannem<strong>en</strong>. Zij gebruikt<strong>en</strong> de naam van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. Volg<strong>en</strong>s<br />

de wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> van het handschrift voerde Jan II tijd<strong>en</strong>s het tornooi van<br />

Brugge als wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa <strong>en</strong> zijn familieled<strong>en</strong><br />

gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge onder de naam van d<strong>en</strong> Gruuthuyse.<br />

Het is pas Jan III die in 1442 de naam van Brugge terug zal opnem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

definitief het wap<strong>en</strong> omw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> naar gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa 2 .<br />

Heraldisch gezi<strong>en</strong> verandert Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse rond 1370 zijn<br />

wap<strong>en</strong> op dezelfde wijze als verschill<strong>en</strong>de Brusselse families. Zij kiez<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan in het eerste kwartier dat wap<strong>en</strong><br />

voer<strong>en</strong> waarmee zij zich het best kunn<strong>en</strong> positioner<strong>en</strong> in de maatschappij.<br />

Jan II gaat belangrijkere functies uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de hertogin van Brabant<br />

dan het Grute recht van Brugge. Hij wisselt de kwartier<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaatst het<br />

wap<strong>en</strong> van de familie van der Aa in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier. Rond<br />

1400 is de familie Grimberg<strong>en</strong> kwijt <strong>en</strong> is ze door huwelijk<strong>en</strong> in het bezit<br />

gekom<strong>en</strong> van belangrijke Vlaamse heerlijkhed<strong>en</strong>. Ze gaat terug het wap<strong>en</strong><br />

Brugge in het eerste kwartier plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf de naam terug gebruik<strong>en</strong>.<br />

Verscheid<strong>en</strong>e Brabantse families ded<strong>en</strong> zo in de 14 e <strong>en</strong> 15 e eeuw. Enkele<br />

voorbeeld<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> dit aan. Zo zi<strong>en</strong> we Nicolaas Swaef die in 1371 als<br />

wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Sleeuw-Assche gaat gebruik<strong>en</strong>, terwijl zijn broer<br />

Willem in 1370 gevier<strong>en</strong>deeld Assche-Swaef gebruikt. Jan van Sint-<br />

Goericx gaat in 1330 gevier<strong>en</strong>deeld Sweerts-Sint-Goericx gebruik<strong>en</strong>,<br />

terwijl Nicolaas, e<strong>en</strong> ander lid van de familie, in 1367 gevier<strong>en</strong>deeld<br />

Sleeuw-Sint-Goericx als zegel gebruikt. Enkele andere Brabantse families<br />

die hun wap<strong>en</strong> brek<strong>en</strong> in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier zijn de families van<br />

Hamme, de Hertewyck, van Kesterbeke, de Loese, van der Noot <strong>en</strong> van<br />

Pede 3 .<br />

Uit de wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we eig<strong>en</strong>lijk niet veel ophal<strong>en</strong>. In het geel heb<br />

ik de kopieën Urfé weergegev<strong>en</strong>, in het blauw de kopieën Sicile <strong>en</strong> in het<br />

gro<strong>en</strong> Gailliard (1557-G), Bergmans (1562-B) <strong>en</strong> Butk<strong>en</strong>s (1650-B).<br />

De kopieën Sicile gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge, terwijl de<br />

kopieën Urfé beid<strong>en</strong> door elkaar aangev<strong>en</strong>.<br />

Wat kunn<strong>en</strong> we opmak<strong>en</strong> uit de wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> dater<strong>en</strong>d uit einde 14 e eeuw<br />

<strong>en</strong> begin de 15 e eeuw?<br />

1 Colpaert, Avelgem, pp. 216-217 – Van d<strong>en</strong> Abeele, Enigma, p. 622 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 52<br />

2 Buylaert citeert wel op 16 september 1410, “le monstre de Alart de Pouques, escuier”,<br />

<strong>en</strong> “sept autres escuiers” waaronder e<strong>en</strong> “Jehan de Bruges” (Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n°<br />

300).<br />

3 Hoogstoel-Fabri, Classification, p. 96 - van Parys, Lignages, pp. 307-308, 330-334, 438,<br />

460, 597, 797, 942 <strong>en</strong> 998-1002<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 27


Gelre (1395-G) toont aan dat de familie van d<strong>en</strong> Gruuthuyse op het einde<br />

van de 14 e eeuw nog steeds gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge gebruikt. Ook<br />

volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van het Guld<strong>en</strong> Vlies (1435-T) <strong>en</strong> Bergshammar<br />

(1450-B) is dit zo in het eerste kwart van de 15 e eeuw. Maar volg<strong>en</strong>s<br />

Antoine de Clémery (1436-C) <strong>en</strong> Nicolas de Lutzelbourg (1436-L) -<br />

gedateerd rond 1436 of iets later - gaat zij het wap<strong>en</strong> omw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dit komt<br />

overe<strong>en</strong> met de periode waar Jan III terug meer actief wordt in het publieke<br />

lev<strong>en</strong> van de stad Brugge.<br />

Volg<strong>en</strong>s het tornooi van 1433 g<strong>en</strong>oemd Flacchio-Gr<strong>en</strong>ser (1433-B),<br />

voerde Lodewijk gevier<strong>en</strong>deeld Aa-Brugge 1 , doch bij analyse van dit<br />

wap<strong>en</strong>boek b<strong>en</strong> ik tot de conclusie gekom<strong>en</strong> dat het hier niet gaat om e<strong>en</strong><br />

tornooi maar mogelijks om deelnemers aan het steekspel van de Spinette<br />

te Rijsel <strong>en</strong> niet in 1433, maar wel gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> niet bepaalde periode<br />

van de 15 e eeuw. Daarbij zijn verscheid<strong>en</strong>e helmtek<strong>en</strong>s in dit wap<strong>en</strong>boek<br />

niet te verklar<strong>en</strong> of onjuist <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> het wap<strong>en</strong>boek met alle<br />

omzichtigheid te gebruik<strong>en</strong>.<br />

Waarschijnlijk gaat Jan III het wap<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld Brugge-Aa met de<br />

famili<strong>en</strong>aam van Brugge definitief gebruik<strong>en</strong> na het overlijd<strong>en</strong> van zijn<br />

schoonbroer rond 1442.<br />

1 Onder de manuscript<strong>en</strong> van het fonds Houwaert de Grez, vindt m<strong>en</strong> onder refer<strong>en</strong>tie II.<br />

6560, f° 123, e<strong>en</strong> gedeeltelijke kopie van ditzelfde tornooi. Het wap<strong>en</strong> van Lodewijk van<br />

d<strong>en</strong> Gruuthuyse staat hier afgebeeld op de eerste lijn eerste links <strong>en</strong> is weergegev<strong>en</strong> als,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1, e<strong>en</strong> kruis; 2, e<strong>en</strong> schuinkruis; 3 <strong>en</strong> 4, ledig met de beschrijving “lois<br />

de bruges conte de winster sr de gruuthuse chlr du toison”.<br />

Hetzelfde fonds (refer<strong>en</strong>tie II. 6618, f° 14-17), geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>boek van<br />

dezelfde Englebert Flacchio met de titel “Tournoy celebré <strong>en</strong> la ville de Gand <strong>en</strong> l’an<br />

1370 le 20 julet <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ce du ducq w<strong>en</strong>celain de brabant et la duchesse jeanne aux<br />

nopces de philippe duc de borgne avecq marge comtesse presomtine de flandres” (zoals<br />

hoger weergegev<strong>en</strong>, vond het huwelijk plaats op 19 juni 1369). In dit zog<strong>en</strong>oemde<br />

tornooi geeft hij onder n° 10, “jehan daa sr degruthuse et de grimberghe: or a la croix<br />

desable escartele au sautoir darg<strong>en</strong>t heaume couronné d’or - timbre une teste de belier<br />

de sable coussu dhermines hachemees dhermines et de gueules banniere de gruthuse<br />

crie son nom” <strong>en</strong> onder n° 56, “arnout ba de gruthuse: ut supra au filet gauche dazur -<br />

timb un vol dhermines”.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 28


B-II. DE WAPENKREET<br />

NAAM WAPENBOEK KREET<br />

Lodewijk van Brugge 1433-B/03a: louys de bruges, Jerraie<br />

comte de wicestre, sgr de<br />

grutuse<br />

Heer van <strong>Gruuthuse</strong> 1380-U/2123: le sire de gruythuys grant berghe<br />

Lodewijk van Brugge 1452-B/-: louis de la gruuthuse, dit bruges la noble de saintde<br />

bruges<br />

Maurys<br />

Heer van <strong>Gruuthuse</strong> 1471-R/50-09: le sgr de la Grimberghe<br />

grun<strong>en</strong>huyze<br />

Heer van <strong>Gruuthuse</strong> 1557-G/082: le sgr de la gruthuuse es la noble de sainct maurys<br />

B-III. HET HELMTEKEN<br />

De zegels<br />

JAAR RAMSKOP RAMSKOP TUSSEN VLUCHT<br />

1365 Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

1372<br />

1373<br />

Johannes, dominus de Grijthuse et de<br />

Grijmbergh<strong>en</strong>, miles’<br />

1374 Jan van Aa, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van<br />

Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van Brabant<br />

1374 Ghildolfus de Gruthuse militis<br />

1377 Jan van Grembergh<strong>en</strong>, heere van<br />

Gruuthuuze, <strong>en</strong>de drossarte van Brabant<br />

1378<br />

Johannes de Aa, dominus de<br />

1391<br />

Grimbergh<strong>en</strong> et de <strong>Gruuthuse</strong><br />

1392 Jan, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, raadsheer van de hertogin<br />

van Brabant<br />

1455 Lodewijk van Brugge, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize<br />

Lodewijk van Brugge, heer van<br />

1481<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, graaf van Winchester, prins<br />

van Ste<strong>en</strong>huize<br />

De wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong><br />

Wanneer het helmtek<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>boek weergegev<strong>en</strong> is, gaat het steeds<br />

om e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, meestal alles van hermelijn, <strong>en</strong> dit vanaf<br />

1375.<br />

Maar dit helmtek<strong>en</strong> is id<strong>en</strong>tiek aan het helmtek<strong>en</strong> gebruikt door de her<strong>en</strong><br />

van Gistel <strong>en</strong> de meeste zijtakk<strong>en</strong> van deze familie. De vraag is nu waarom<br />

gebruik<strong>en</strong> deze beide families hetzelfde helmtek<strong>en</strong>?<br />

We gaan eerst het helmtek<strong>en</strong> nagaan van de familie van Ghistelles volg<strong>en</strong>s<br />

de zegels <strong>en</strong> daarna volg<strong>en</strong>s de wap<strong>en</strong>s.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 29


De zegels<br />

JAAR NAAM HELMTEKEN<br />

1259 Joh. de Ghistella dni. Formosell Bundel van blader<strong>en</strong><br />

1275 Johis de Ghistell’ dni de Helm zonder sieraad<br />

Formisella<br />

1294 Rogeri militis de Ghistella E<strong>en</strong> puntige helm getopt van twee stoff<strong>en</strong> band<strong>en</strong><br />

gebond<strong>en</strong> aan de top <strong>en</strong> neerkom<strong>en</strong>d achter de helm.<br />

1336 Wolfardi de Ghistella E<strong>en</strong> puntige helm met verhev<strong>en</strong> dekkleding aan beide<br />

zijd<strong>en</strong> van de helm.<br />

1339 Wolfardi de Ghistella E<strong>en</strong> puntige helm met verhev<strong>en</strong> dekkleding aan beide<br />

zijd<strong>en</strong> van de helm.<br />

1371 Johannis, domini de Ghistella E<strong>en</strong> ramskop<br />

1390 Johis ..e Ghistella E<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />

1259 S. Joh. de Ghistella dni.<br />

Formosell<br />

1294 S. Rogeri militis de<br />

Ghistella<br />

1336 <strong>en</strong> 1339 S’ Wolfardi de<br />

Ghistella<br />

1390 Sigillum Johis ..e Ghistella<br />

De wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />

1278-C/221: jehan de ghistel<br />

1393-B/Gistel-00:<br />

1395-G/930: die here van gistele<br />

1436-C/69r-03: ghestelle + 70r-02: + 71r-10: gherrat và ghistelle<br />

1450-B/827: here van gestele<br />

1455-G/167v-4: h và ghistel<br />

1460-G/025-1: gistele<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 30


Wat kunn<strong>en</strong> we hieruit besluit<strong>en</strong>?<br />

Rond 1365 – 1370 gaan beide families <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> ramskop als helmtek<strong>en</strong><br />

aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Pas later gaan zij hieraan e<strong>en</strong> vlucht toevoeg<strong>en</strong>, 1373 voor de heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, 1390, waarschijnlijk vroeger, voor de heer van Gistel.<br />

Uit de wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we niets meer ophal<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij het tornooi van<br />

Compiègne dat ook e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht weergeeft. Maar dit is<br />

gebaseerd op het werk van A. de Behault die hiervoor e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te kopie<br />

heeft gebruikt. De oudste gek<strong>en</strong>de kopie van het tornooi is deze van<br />

Beyer<strong>en</strong> of Claes Heyn<strong>en</strong>zoon gedateerd rond 1405 <strong>en</strong> die geeft voor “Jan<br />

van Gistell” <strong>en</strong>kel het wap<strong>en</strong> zonder helmtek<strong>en</strong> 1 .<br />

Het bewijs dat het helmtek<strong>en</strong> met de ramskop pas ontstaan is na 1360 kan<br />

m<strong>en</strong> hal<strong>en</strong> uit de oudere zegels van de her<strong>en</strong> van Gistel <strong>en</strong> hun familieled<strong>en</strong>,<br />

maar ook uit de zegels die door de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, de hertog<strong>en</strong> van<br />

Brabant <strong>en</strong> de grav<strong>en</strong> van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> Nam<strong>en</strong> in de loop van de 14 e<br />

eeuw werd<strong>en</strong> gebruikt.<br />

Wanneer we de helmtek<strong>en</strong>s bij de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we<br />

dat deze e<strong>en</strong> sterke evolutie ondergaan rond de jar<strong>en</strong> 1330 om de klassieke<br />

gek<strong>en</strong>de vorm, zoals weergegev<strong>en</strong> bij Gelre, aan te nem<strong>en</strong> vanaf 1361.<br />

E<strong>en</strong> gelijke evolutie vind<strong>en</strong> wij bij de grav<strong>en</strong> van Nam<strong>en</strong>, waar zij rond<br />

1300, zoals de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gevleugelde draak gebruik<strong>en</strong>,<br />

om vanaf 1333 e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vlucht aan te nem<strong>en</strong>, die zij wel gaan behoud<strong>en</strong><br />

maar voller uitgewerkt.<br />

De hertog<strong>en</strong> van Brabant gaan reeds in de 13 e eeuw e<strong>en</strong> scherm als<br />

helmtek<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> om vanaf 1288 over te gaan naar e<strong>en</strong> draak.<br />

W<strong>en</strong>ceslas gaat vanaf 1356 e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vlucht nem<strong>en</strong>. Nadi<strong>en</strong> gaat het<br />

huis van Bourgondië de lelie met 4 kroonblad<strong>en</strong> van het Franse huis<br />

gebruik<strong>en</strong>.<br />

In H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we Jan d’Avesnes vanaf 1283 als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

adelaar met gespreide vleugels gebruik<strong>en</strong>. Vanaf 1338 gaat Willem II,<br />

zoals de hertog<strong>en</strong> van Beier<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vederbos gebruik<strong>en</strong>.<br />

Dank zij het werk van R<strong>en</strong>é Laur<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> we duidelijk zi<strong>en</strong> dat de<br />

helmtek<strong>en</strong>s bij de territoriale prins<strong>en</strong> van de verscheid<strong>en</strong>e mark<strong>en</strong> in onze<br />

gewest<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk tot ontwikkeling zijn gekom<strong>en</strong> vanaf 1300, meestal zelf<br />

1330, om de meer gek<strong>en</strong>de vorm aan te nem<strong>en</strong> rond 1360. We zi<strong>en</strong> dezelfde<br />

evolutie bij de her<strong>en</strong> van Gistel. Voor de familie van der Aa heb ik ge<strong>en</strong><br />

oude voorbeeld<strong>en</strong> van helmtek<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong>, maar<br />

waarschijnlijk is de gek<strong>en</strong>de dubbele oss<strong>en</strong>hoorn van e<strong>en</strong> latere datum dan<br />

1360.<br />

1 de Behault, Compiègne, n° 221 – Wap<strong>en</strong>boek Beyer<strong>en</strong>, folio 22r-7<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 31


Philips van d<strong>en</strong> Elzas droeg e<strong>en</strong> cilindrische<br />

helm belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> omgew<strong>en</strong>de leeuw. (1163-<br />

1190)<br />

Gewijde van Dampierre droeg vanaf 1303 e<strong>en</strong><br />

helm met dekkleding, getopt met e<strong>en</strong><br />

gevleugelde draak.<br />

Zijn zoon, Robrecht van Bethune droeg deze<br />

helm reeds in 1296 <strong>en</strong> gebruikte hem tot 1322.<br />

Lodewijk van Nevers gaat in 1323 hetzelfde<br />

helmtek<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, maar geplaatst tuss<strong>en</strong> 2<br />

ar<strong>en</strong>dsveders.<br />

Van 1329 tot 1339 gebruikte hij e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de leeuw tuss<strong>en</strong> 2 hoorns, de helm<br />

versierd met e<strong>en</strong> kort dekkleed belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

leeuw.<br />

Vanaf 1335 gebruikte hij e<strong>en</strong> helm versierd met<br />

e<strong>en</strong> kort dekkleed van hermelijn <strong>en</strong> getopt met<br />

e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vlucht.<br />

Lodewijk van Male gaat dit helmtek<strong>en</strong><br />

overnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> van 1346 tot 1381.<br />

Vanaf 1361 gebruikte Lodewijk van Male<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

baniervlucht.<br />

Helm <strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong>s van de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> tot 1384 1<br />

1 Laur<strong>en</strong>t, Sceaux, D. I, pp. 157 <strong>en</strong> 169-185 <strong>en</strong> D. II, plat<strong>en</strong> 17-18 <strong>en</strong> 50-72 - de Wree,<br />

Généalogie, D. I, p. 150 - de Wree, Seaux, pp. 11 <strong>en</strong> 24-26<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 32


Het Brugse gruterecht <strong>en</strong> de Oud<strong>en</strong>aardse tol op het Spei vormd<strong>en</strong> de basis<br />

voor de promin<strong>en</strong>te sociale positie van de her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong>. De her<strong>en</strong><br />

van Gistel bezat<strong>en</strong> van oudsher de grote tol van Brugge, die op het einde<br />

van de vijfti<strong>en</strong>de eeuw jaarlijks ca. 10.000 à 14.000 lb. par. opbracht. Zo<br />

oorkondt in 1269 “Jehan van Ghistelle”, heer van der “Woestina”,<br />

le<strong>en</strong>heer van de tol van Brugge de overe<strong>en</strong>komst met zijn le<strong>en</strong>man<br />

“Ghildolve, Ghildolfs zo<strong>en</strong>e van Brugghe” de wederzijdse verplichting<strong>en</strong><br />

waaraan het zog<strong>en</strong>aamde kleine tolrecht onderworp<strong>en</strong> wordt. Hebb<strong>en</strong> zij<br />

deze functies in e<strong>en</strong>zelfde stad will<strong>en</strong> uitbeeld<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk<br />

embleem aan te nem<strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> 1 ?<br />

Rond de jar<strong>en</strong> 1370 war<strong>en</strong> de Gruuthuyse <strong>en</strong> de familie Bonin, her<strong>en</strong> van<br />

Meulebeke, verwikkeld in e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>detta met dod<strong>en</strong> tot gevolg aan beide<br />

zijd<strong>en</strong>. De heer van Gistel had in dit geschil de zijde gekoz<strong>en</strong> van de heer<br />

van <strong>Gruuthuse</strong>. Wild<strong>en</strong> zij deze band uitbeeld<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk<br />

embleem aan te nem<strong>en</strong> om in de strijd als één naar vor<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>? E<strong>en</strong><br />

helmtek<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> goed symbool om dit uit te beeld<strong>en</strong>. Als we het bewog<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong> van Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, broer van Jan I, <strong>en</strong> dat van Jan II,<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong>, volg<strong>en</strong>, misstaat e<strong>en</strong> ramskop zeker niet bij deze<br />

person<strong>en</strong>. Het betek<strong>en</strong>t namelijk de provocatie bij het gevecht 2 .<br />

Of wild<strong>en</strong> zij gewoon hun familiale band <strong>en</strong> hun goede verstandhouding<br />

hiermede uitbeeld<strong>en</strong>?<br />

Volg<strong>en</strong>s Michel Pastoureau is het helmtek<strong>en</strong> “un emblème de clan, qui<br />

suppose et traduit une consci<strong>en</strong>ce très fine des structures de par<strong>en</strong>té et des<br />

réseaux généalogiques” 3 .<br />

1 Buylaert, Adel, p. 271 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. I, n° 76<br />

2 Demange, Glossaire, p. 59<br />

3 Pastoureau, Symbolique, p. 241<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 33


BESLUIT<br />

Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse brak zijn wap<strong>en</strong> door dit van zijn ouders te<br />

vier<strong>en</strong>del<strong>en</strong>. Vermits zijn zoon Jan II belangrijke functies had aan het hof<br />

van de hertogin van Brabant, gaat hij de kwartier<strong>en</strong> omwissel<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

wap<strong>en</strong> van der Aa in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier plaats<strong>en</strong>. Bij het verlies<br />

van de heerlijkheid Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>en</strong>orme to<strong>en</strong>ame door erf<strong>en</strong>is van<br />

Vlaamse bezitting<strong>en</strong> zijn de nakomeling<strong>en</strong> opnieuw Brugge gaan voer<strong>en</strong><br />

in het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier <strong>en</strong> vanaf 1442 zelf de naam van Brugge<br />

opnieuw gaan gebruik<strong>en</strong> als famili<strong>en</strong>aam.<br />

Het geme<strong>en</strong>schappelijk helmtek<strong>en</strong> met het huis Ghistelles, e<strong>en</strong> ramskop<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, is mogelijks te verklar<strong>en</strong> hetzij door de nauwe familiale<br />

band<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hun goede verstandhouding aan te ton<strong>en</strong>, hetzij door de<br />

recht<strong>en</strong> die beide families jar<strong>en</strong>lang bezat<strong>en</strong> te Brugge, hetzij om hun<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke strijdlust in hun v<strong>en</strong>detta teg<strong>en</strong> de her<strong>en</strong> van<br />

Meulebeke uit te beeld<strong>en</strong>.<br />

Uit de geraadpleegde bronn<strong>en</strong> bekomt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld, voor de eerste<br />

g<strong>en</strong>eratie, misschi<strong>en</strong> niet altijd ev<strong>en</strong> duidelijk, van “Jan van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse”. Het wordt pas duidelijk na 1370 met Jan II. Minder duidelijk<br />

blijft het beeld van de jongere mannelijke afstammeling<strong>en</strong>.<br />

Wat de twee Geldolfs betreft, hebb<strong>en</strong> we twee gelijke zegels, één uit 1365<br />

<strong>en</strong> één uit 1374. Dit doet vrag<strong>en</strong> rijz<strong>en</strong> vermits de eerste Geldolf reeds voor<br />

1372 vermoord werd.<br />

Wie de Geldolf is die deelnam aan het tornooi in 1393 blijft ook onduidelijk.<br />

Mogelijks kunn<strong>en</strong> grondigere opzoeking<strong>en</strong> in de archiev<strong>en</strong> hier e<strong>en</strong> beter<br />

beeld verschaff<strong>en</strong> <strong>en</strong> de data aanscherp<strong>en</strong>.<br />

Bij onderzoek bleek dat er in 1396 twee Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse gestorv<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong>. Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, eind augustus <strong>en</strong> Jan, de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager<br />

van Jan van Nevers, in september tijd<strong>en</strong>s de veldslag bij Nicopolis. De<br />

cartularia van de heerlijkheid Spiere gev<strong>en</strong> gelukkig e<strong>en</strong> duidelijk beeld<br />

voor Jan II. Minder zeker blijft de band tuss<strong>en</strong> Jan, de p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>drager, <strong>en</strong><br />

de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Was hij nu zijn zoon of e<strong>en</strong> zoon van di<strong>en</strong>s broer<br />

Geldolf? Wel is duidelijk dat deze Jan ge<strong>en</strong> voorvader is van Lodewijk van<br />

d<strong>en</strong> Gruuthuyse.<br />

Als 1393, door het organizer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tornooi, kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

hoogtepunt voor Jan II, is 1396 in elk geval e<strong>en</strong> nefast jaar voor de familie<br />

<strong>en</strong> ze zull<strong>en</strong> veertig jaar nodig hebb<strong>en</strong> om hun positie aan het hof opnieuw<br />

waar te mak<strong>en</strong>.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 34


OVERZICHT VAN DE ZEGELS<br />

1256: “Leonius dictus de Aa, dominus de Pollar, miles, et Ymaina, uxor<br />

mea”, zegelt e<strong>en</strong> schuinkruis (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157).<br />

1275: “Gildulphi de Brugis, militis”, zegelt e<strong>en</strong> kruis (Douët d'Arcq, Inv<strong>en</strong>taires,<br />

n° 10362).<br />

1293: “Gildulphi de Brugis militis” zegelt e<strong>en</strong> geruit kruis, deze op de<br />

dwarsbalk in normale positie, de andere neerligg<strong>en</strong>d (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. I, p. 34).<br />

1290: “Gherart van Aa, riddere, here van Grimbergh<strong>en</strong>” zegelt e<strong>en</strong><br />

schuinkruis. Het schild geplaatst bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leeuw (de Raadt, Sceaux, D. IV,<br />

p. 345).<br />

1295: Gerard van der Aa, heer van Pollare <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong>, zegelt e<strong>en</strong><br />

schuinkruis (Van de Perre, Relatie, p. 5).<br />

1298: “Gildulphi de Brugis militis” zegelt e<strong>en</strong> geruit kruis, deze op de<br />

dwarsbalk in normale positie, de andere neerligg<strong>en</strong>d (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. I, p. 58).<br />

1298: “Gerar da sire de Gr<strong>en</strong>berghes”, zegelt e<strong>en</strong> schuinkruis. Het schild<br />

geplaatst bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leeuw (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />

1ste deel, D. I, n° 167).<br />

1329: “Ghildolf van Brugghe, ruddere, here van Gruuthuise” zegelt e<strong>en</strong><br />

kruis (Van de Perre, Relatie, p. 5).<br />

1336: “Johannis de <strong>Gruuthuse</strong>, domini de Grimbergh<strong>en</strong> et de Pollaer,<br />

militis”, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis<br />

(Demay, Flandre, n° 660 - ARA, n° 4381{1336} - Van de Perre, Relatie, p. 5).<br />

1339: “Jhan van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong>, heere van Aa”, zegelt tuss<strong>en</strong> de Vlaamse<br />

edel<strong>en</strong>, het verdrag tuss<strong>en</strong> de hertog van Brabant <strong>en</strong> de graaf van<br />

Vlaander<strong>en</strong> gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis (de<br />

Raadt, Sceaux, D. IV, p. 460 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1 ste deel, D. II, n° 621bis – ARA,<br />

n° 26709{3-12-1339}).<br />

1339: Margareta van Ghistelles, dame van <strong>Gruuthuse</strong>, gedeeld 1,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa; 2, Ghistelles (Van de Perre, Pollare, p. 178:<br />

Rijksarchief Brugge, Oorkond<strong>en</strong> Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge, n° 684).<br />

1365: Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder, zegelt e<strong>en</strong> kruis gebrok<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop (Demay,<br />

Flandre, n° 659).<br />

1372-1373: “Johannes, dominus de Gruijthuse et de Grijmbergh<strong>en</strong>, miles”,<br />

zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als<br />

helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (de Raadt,<br />

Sceaux, D. IV, p. 345 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 1 ste deel, D. V, n° 3001 - ARA, n°<br />

27761{17-9-1372}).<br />

1374: Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van Brabant,<br />

voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong><br />

schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht, alles van hermelijn (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157 – Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />

1 ste deel, D. V, n° 3178 <strong>en</strong> D. VI, n° 4200 – ARA, n° 22536 {21-12-1374}).<br />

1374: “Ghildolfus de Gruthuse”, ridder, voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler<br />

onder het banier van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, zegelt e<strong>en</strong> kruis gebrok<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (de Raadt, Sceaux, D. I, p. 157 – Verkoor<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, 1 ste deel, D. V, n° 3687).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 35


1377: “Jan van Grembergh<strong>en</strong>, heere van Gruuthuuze, <strong>en</strong>de drossarte van<br />

Brabant”, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis<br />

<strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>kop (bokk<strong>en</strong>kop) (de Vlaminck, Zwyveke, n° 132).<br />

1378: Jan van der Aa, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, zegelt<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire,<br />

1 ste deel, D. VII, n° 5224).<br />

1380: Jan, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1<br />

<strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht, alles van hermelijn (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II,<br />

p. 355).<br />

1384: “Johannes de Aa, dominus de Grimbergh<strong>en</strong> et de <strong>Gruuthuse</strong>” zegelt<br />

e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong> tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong><br />

banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het wap<strong>en</strong>; in de linker hand zijn wap<strong>en</strong>,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis. Het hoofd van<br />

de ridder is bedekt met e<strong>en</strong> helm met helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht (Colpaert, Avelgem, p. 244 – Demay, Flandre, n° 661 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 14).<br />

1390: “Johannis ... de Gremberghe et de Grut...” zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1<br />

<strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis (Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, 3 e deel, D. III,<br />

n° 6602 <strong>en</strong> 6742).<br />

1390: “Jan van Aa, here van Grymberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Gruythuyse” zegelt<br />

e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong> tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong><br />

banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het wap<strong>en</strong>; in de linker hand zijn wap<strong>en</strong>,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis. Het hoofd van<br />

de ridder is bedekt met e<strong>en</strong> helm met helmtek<strong>en</strong>, maar gezi<strong>en</strong> de staat<br />

van de zegel is dit niet herk<strong>en</strong>baar (Gelders Archief, Charterverzameling 0243,<br />

Zegels, n° 709/2).<br />

1391-1392: Jan van der Aa, heer van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> zegelt<br />

e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong> tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong><br />

banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het wap<strong>en</strong>; in de linker hand zijn wap<strong>en</strong>,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> schuinkruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> kruis. Het hoofd van<br />

de ridder is bedekt met e<strong>en</strong> helm met helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht (ARA, n° 25649{6-10-1391} - Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck, D. VI, pl. 17 - de Raadt,<br />

Sceaux, D. I, p. 157).<br />

1442: “Jan van Brucghe, heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuze, van Thielt t<strong>en</strong> Hove,<br />

prinche van Ste<strong>en</strong>huuse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem” zegelt<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis (de Raadt, Sceaux,<br />

D. IV, p. 412).<br />

1455: Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize,<br />

zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als<br />

helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht (Colpaert, Avelgem, p. 244).<br />

1481: “Lodewyc van Brugghe, heere vand<strong>en</strong> Gruuthuuse, Grave van<br />

Wincestre, prince van Ste<strong>en</strong>huuse, heere van Avelghem, van Hamstede,<br />

van Thielt t<strong>en</strong> hove” zegelt links e<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>de ridder bedekt met e<strong>en</strong><br />

tabaard <strong>en</strong> in de rechter hand e<strong>en</strong> banier, beid<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van het<br />

wap<strong>en</strong>; zijn linker hand op het wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2<br />

<strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> schuinkruis met als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ramskop tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht,<br />

alles van hermelijn (Colpaert, Avelgem, pp. 221 <strong>en</strong> 245 - de Raadt, Sceaux, D. I, p.<br />

158).<br />

1483: Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf van Winchester,<br />

prins van Ste<strong>en</strong>huize, zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong><br />

schuinkruis (Delaroche, Trésor-Communes, pl. 5, n° 8 - Demay, Flandre, n° 662).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 36


1494: Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zegelt gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kruis; 2 <strong>en</strong><br />

3, e<strong>en</strong> schuinkruis <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paard<strong>en</strong>kop (Demay, Clairambault,<br />

n° 4288 - Guynemer, Offémont, pp. 46-47, n° 6, date 31-05-1494).<br />

DE GEBRUIKTE WAPENBOEKEN 1<br />

REF A° BESCHRIJVING<br />

1265-W 1265 Wap<strong>en</strong>boek Wijnberg<strong>en</strong>.<br />

1278-C 1278 Het tornooi van Compiègne.<br />

1370-M 1370 Wap<strong>en</strong>boek Mowbray.<br />

1370-N 1370 Wap<strong>en</strong>boek van Heraut Navarre.<br />

1372-B 1372 Wap<strong>en</strong>boek Bell<strong>en</strong>ville.<br />

1375-N 1375 Wap<strong>en</strong>boek Nieuw<strong>en</strong>hove.<br />

1380-U 1380 Wap<strong>en</strong>boek Urfé.<br />

1393-B 1393 Het tornooi van Brugge van 1393.<br />

1395-G 1395/1402 Universeel wap<strong>en</strong>boek van heraut Gelre.<br />

1400-A ~ 1400 Wap<strong>en</strong>boek van de kastelein van Atrecht.<br />

1400-D ~ 1400 Hs.412 van de abdij Ter Duin<strong>en</strong>.<br />

1410-P ~ 1410 Kleine zakwap<strong>en</strong>boek.<br />

1425-H ~ 1425 Wap<strong>en</strong>boek van Huld<strong>en</strong>berg.<br />

1425-S 1425 Wap<strong>en</strong>boek van heraut Sicile.<br />

1430-C 1425/1430 Wap<strong>en</strong>boek Chiffré.<br />

1433-B 15 e . Het pseudo tornooi van 1433. (Flacchio-Gr<strong>en</strong>ser).<br />

1435-T ~ 1435 Groot wap<strong>en</strong>boek van het Guld<strong>en</strong> Vlies.<br />

1436-C 1436 Wap<strong>en</strong>boek van Antoine de Clémery.<br />

1436-L 1436 Wap<strong>en</strong>boek van Nicolas de Lutzelbourg.<br />

1445-L 1445 Wap<strong>en</strong>boek Lync<strong>en</strong>ich, bezit van Jehan de Luxembourg, heer van<br />

Lync<strong>en</strong>ich, wap<strong>en</strong>heraut van H<strong>en</strong>egouw<strong>en</strong>.<br />

1450-B ~ 1450 Bergshammarvap<strong>en</strong>bok<strong>en</strong>.<br />

1450-L ~ 1450 Wap<strong>en</strong>boek van abt de Longpont.<br />

1452-B 1452 Het tornooi van Brussel van 1452.<br />

1455-G 15 e . Wap<strong>en</strong>boek van de XV de eeuw g<strong>en</strong>oemd “Antique”.<br />

1460-G 1460 Wap<strong>en</strong>boek Gorrevod.<br />

1470-D - Wap<strong>en</strong>rol Dupuy.<br />

1470-P 1470 Wap<strong>en</strong>boek van Clém<strong>en</strong>t Prinsault.<br />

1471-R 1471 Wap<strong>en</strong>boek van Gilles de Rebecq.<br />

1475-S 1475 Wap<strong>en</strong>boek van heraut Sicile.<br />

1500-G ~ 1500 Wap<strong>en</strong>boek Goemanne – de Potter.<br />

1500-Q ~ 1500 Wap<strong>en</strong>boek van de XV de eeuw.<br />

1500-S ~ 1500 Wap<strong>en</strong>boek van heraut Sicile.<br />

1525-C 14 e . Wap<strong>en</strong>boek de Coninck.<br />

1 Voor meer gegev<strong>en</strong>s over deze wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> zie mijn werk, Wap<strong>en</strong>boek van het<br />

Middeleeuws Vlaander<strong>en</strong>, Inleiding, pp. XXI-XXVII.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 37


REF A° BESCHRIJVING<br />

1531-G 1531 Het tornooi van G<strong>en</strong>t van 11 juni 1531.<br />

1535-U 1494/1535 Wap<strong>en</strong>boek d'Udekem d'Acoz.<br />

1543-B - Universeel wap<strong>en</strong>boek <strong>en</strong> de heraldische studie van Noël le Boucq.<br />

1550-A ~ 1450 Wap<strong>en</strong>boek Adam.<br />

1550-B ~ 1550 Wap<strong>en</strong>boek Assignies.<br />

1557-G ~ 1557 Corneille Gailliard.<br />

1560-L ~ 1560 Wap<strong>en</strong>boek Lalaing.<br />

1562-B ~ 1562 Wap<strong>en</strong>boek van Vlaander<strong>en</strong> van de XVI de eeuw.<br />

1568-B 1568 Wap<strong>en</strong>boek Beauchamp.<br />

1570-B ~ 1570 Wap<strong>en</strong>boek Le Blancq.<br />

1570-G ~ 1570 Wap<strong>en</strong>boek Goethals-Vercruysse.<br />

1600-E ~ 1600 Europees wap<strong>en</strong>boek.<br />

1600-W 16 e . Wap<strong>en</strong>boeck.<br />

1650-B - Chistophe Butk<strong>en</strong>s “Contes et seigneurs de Flandre.”<br />

1650-C - Wap<strong>en</strong>boek Callot.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 38


II. HET TORNOOI VAN BRUGGE VAN DINSDAG 11 MAART 1393 1<br />

Bij het sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> van het Wap<strong>en</strong>boek van het Middeleeuwse<br />

Vlaander<strong>en</strong> heb ik verscheid<strong>en</strong>e publicaties 2 doorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die de wap<strong>en</strong>s<br />

weergev<strong>en</strong> van de deelnemers aan het tornooi van Brugge van 1393.<br />

Aangezi<strong>en</strong> in het wap<strong>en</strong>boek deze nam<strong>en</strong> vervat zijn in e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

alfabetische naamlijst zijn de deelnemers niet e<strong>en</strong>duidig zichtbaar. Daarom<br />

vond ik het nuttig om deze hier weer te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun afkomst na te gaan.<br />

J. Van Praet gaf reeds e<strong>en</strong> gedeeltelijk overzicht van de deelnemers in<br />

Recherches sur Louis de Bruges van pagina 285 tot 312 <strong>en</strong> ook A. Van d<strong>en</strong><br />

Abeele geeft de nam<strong>en</strong> van de Brugse families in zijn werk over De Witte<br />

Beer op pagina 64. De deelnemers staan nochtans nerg<strong>en</strong>s vermeld in de<br />

kronijk<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> wel soms weergegev<strong>en</strong> in add<strong>en</strong>da, toegevoegd in<br />

de 19 e eeuw.<br />

Volg<strong>en</strong>s Via<strong>en</strong>e is de waarheid van het tornooi <strong>en</strong>kel gebaseerd op het<br />

handschrift ontworp<strong>en</strong> voor Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse <strong>en</strong> zijn er ge<strong>en</strong><br />

concrete aanwijzing<strong>en</strong> dat het tornooi effectief heeft plaatsgevond<strong>en</strong> 3 . Het<br />

<strong>en</strong>ige effectief bewijs vindt m<strong>en</strong> bij Van D<strong>en</strong> Neste, die melding maakt van<br />

e<strong>en</strong> betaling uitgevoerd aan de wap<strong>en</strong>heraut van de hertog van Bourgondië<br />

die naar Douai was gegaan om het tornooi aan te kondig<strong>en</strong> 4 . Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong> maakt melding in de stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1392-1393 van kost<strong>en</strong><br />

gedaan door de stad voor e<strong>en</strong> tornooi die “m<strong>en</strong> hilt te vast<strong>en</strong>auonde vp de<br />

maerct” 5 .<br />

1 Deze tekst is gebaseerd op het artikel Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart<br />

1393, in Vlaamse Stam, n° 46, 2010, pp. 377-406. Voor elke deelnemer geef ik de<br />

wap<strong>en</strong>beschrijving volg<strong>en</strong>s het handschrift van de Nationale Bibliotheek te Parijs, ms<br />

français, n° 2693 (zie voor meer gegev<strong>en</strong>s over dit handschrift, Van Praet, Recherches,<br />

pp. 317-324). Dit handschrift zou als voorbeeld gedi<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong> voor het handschrift van<br />

de Nationale Bibliotheek te Parijs, ms français, n° 2692 (zie voor meer gegev<strong>en</strong>s<br />

aangaande dit handschrift, Van Praet, Recherches, pp. 265-284). E<strong>en</strong> kopie van de<br />

wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> uit dit laatste handschrift kan m<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> in het werk van Ch. Piot, “Notice<br />

historique et généalogique de la maison de Strat<strong>en</strong>”. In dit handschrift zijn de<br />

afbeelding<strong>en</strong> van de wap<strong>en</strong>s wel minder duidelijk <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele kleinere breuk<strong>en</strong> zijn niet<br />

of niet meer te onderscheid<strong>en</strong>.<br />

2 de Prelle de la Nieppe, Tournoi, 1893, pp. 194-203 <strong>en</strong> 1894, pp. 187-196 - Piot, Strat<strong>en</strong>,<br />

plaat 4 <strong>en</strong> 5 - Van Praet, Recherches, pp. 265-312 - Willems, Armorial, pp. 187-201 -<br />

Willems, Blasons, pp. 27-41<br />

3 Via<strong>en</strong>e, Moderne, p. 12<br />

4 “Au roy des hiraux de notre tres redoubté monseigneur de Bourgogne, liquelx vint a<br />

Douay nonchier un behourt qui devoit estre a Bruges, au mardi 11e jour de march l’an<br />

92” (Van D<strong>en</strong> Neste, Tournois, p. 262).<br />

5 Vast<strong>en</strong>avond is de dinsdag na de 7e zondag voor Pas<strong>en</strong> of meer algeme<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> vanaf<br />

de donderdag voor tot de dinsdag na de 7e zondag voor Pas<strong>en</strong>. Zo Pas<strong>en</strong> in 1393 op 6<br />

april valt, dan zou de dinsdag voor aswo<strong>en</strong>sdag, 18 februari moet<strong>en</strong> zijn, dus drie wek<strong>en</strong><br />

voor 11 maart (Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 473-474 – Strubbe,<br />

Chronologie, pp.124 <strong>en</strong> 537).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 39


Het is inderdaad zo dat de kronijk<strong>en</strong> voor het jaar 1392 (1393 n.s.) ge<strong>en</strong><br />

melding mak<strong>en</strong> van het Brugse tornooi, alhoewel beweerd werd dat Philips<br />

de Stoute aanwezig was tijd<strong>en</strong>s de feest<strong>en</strong> 1 .<br />

De vraag is wel of dit tornooi zo belangrijk was om het in de kronijk<strong>en</strong><br />

terug te vind<strong>en</strong>?<br />

Van D<strong>en</strong> Neste vermeldt voor de periode:<br />

- 1300 tot 1349 47 tornooi<strong>en</strong><br />

- 1350 tot 1399 160 tornooi<strong>en</strong><br />

- 1400 tot 1449 136 tornooi<strong>en</strong><br />

- 1450 tot 1499 72 tornooi<strong>en</strong>.<br />

In de tweede helft van de 14 e eeuw was er dus wel om de 3 - 4 maand<strong>en</strong><br />

erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> tornooi in Vlaander<strong>en</strong> of omstrek<strong>en</strong>. De belangrijke tornooi<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> onder andere georganiseerd ter ere van e<strong>en</strong> huwelijk of e<strong>en</strong> blijde<br />

intrede van de graaf of één van zijn familieled<strong>en</strong>. De her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong><br />

<strong>en</strong> van Gistel war<strong>en</strong> belangrijke person<strong>en</strong> in het Brugse, maar algeme<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> er bij de deelnemers van het tornooi van 1393 ge<strong>en</strong> invloedrijke<br />

person<strong>en</strong> aanwezig om dit feest te beschouw<strong>en</strong> als uitzonderlijk. De heer<br />

van Gistel organiseerde zelfs <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> voor het Brugse tornooi, e<strong>en</strong><br />

steekspel te G<strong>en</strong>t. In augustus 1391 had hij ook e<strong>en</strong> tornooi georganiseerd<br />

te Ieper <strong>en</strong> in 1410 nam hij deel, sam<strong>en</strong> met Roeland van Uytkercke <strong>en</strong><br />

andere ridders van het hof van de hertog, aan e<strong>en</strong> steekspel te Rijsel.<br />

Volg<strong>en</strong>s Vale was dit feest e<strong>en</strong> der laatste spel<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

omstrek<strong>en</strong>, waar e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte strijders teg<strong>en</strong> elkaar inviel<strong>en</strong> (in het Frans<br />

g<strong>en</strong>oemd, mêlée of tournoi à la foulé) 2 .<br />

Uitgaan van het feit dat het tornooi nooit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, maar<br />

bedacht werd door de ontwerper van het handschrift rond 1488-1489, kan<br />

om volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> weerlegd word<strong>en</strong>.<br />

- Waarom <strong>en</strong>kele famili<strong>en</strong>am<strong>en</strong> vervorm<strong>en</strong>? Godegont ipv Harduemont<br />

<strong>en</strong> Crombecke ipv Quarouble<br />

- Waarom ge<strong>en</strong> belangrijke hofdi<strong>en</strong>aars of toekomstige ridders van het<br />

Guld<strong>en</strong> Vlies of t<strong>en</strong>minste hun vader lat<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong>?<br />

M<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t ervan uit te gaan dat het hier gaat om e<strong>en</strong> feest, georganiseerd<br />

door twee belangrijke families uit het Brugse, familieled<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

stadsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zijn faam dankt aan het handschrift over Het tornooi<br />

van Brugge.<br />

Van het handschrift wordt er bij de gek<strong>en</strong>de Franse heraldische auteurs<br />

ge<strong>en</strong> melding gedaan of wordt de titel weergegev<strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ig detail. De<br />

Vulson de la Colombière geeft in zijn werk Le Vray Theatre d’Honneur<br />

e<strong>en</strong> volledige beschrijving van het tweede deel van dit handschrift,<br />

namelijk “De regels aangaande de vorm <strong>en</strong> de wijze hoe<br />

1 De eerste veerti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> van maart was de hertog te Parijs of in de buurt van de stad.<br />

Hij vertrekt naar Ami<strong>en</strong>s op 16 maart. Volg<strong>en</strong>s Gilliodts-van Sever<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de hertog<strong>en</strong><br />

aanwezig op de Brugse steekspel<strong>en</strong> in 1394, 1405, 1407 <strong>en</strong> op latere data (Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 477 - Petit, Itinéraires, pp. 232, 235, 348 <strong>en</strong> 358-360).<br />

2 Brown, Urban, p. 319 - Van D<strong>en</strong> Neste, Tournois, pp. 50-54, 260, 262 <strong>en</strong> 280<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 40


gezelschapstornooi<strong>en</strong> te organiser<strong>en</strong>, zoals deze werd<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> in<br />

Frankrijk, Duitsland, Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> elders, sam<strong>en</strong>gesteld door R<strong>en</strong>é<br />

d’Anjou, koning van Sicilië, naar het handschrift van zijn hand <strong>en</strong> dat zich<br />

in de Koninklijke Bibliotheek van Parijs bevindt” 1 . Hij geeft dus slechts<br />

terloops aan dat de reglem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> tornooi ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong><br />

opgesteld in Vlaander<strong>en</strong> zonder verder <strong>en</strong>ige gegev<strong>en</strong>s te vermeld<strong>en</strong> van<br />

het eerste deel van het handschrift, namelijk het tornooi van Brugge. De<br />

eerste goede beschrijving van het Brugse handschrift dateert slechts van<br />

1780 <strong>en</strong> is van de hand van J. Van Praet 2 .<br />

Voorstelling van e<strong>en</strong> tornooi.<br />

Gravure ontworp<strong>en</strong> voor het werk van M. de Vulson de la Colombière: Le Vray Theatre<br />

d’Honneur et de Chevalerie ou le Miroir Héroique de la Noblesse (D. I, p. 49), gemaakt<br />

naar de miniatuur uit Traité des Tournois van R<strong>en</strong>é d’Anjou.<br />

Van Praet <strong>en</strong> zelfs Brown bewer<strong>en</strong> dat het Gruuthuyse handschrift als<br />

model heeft gedi<strong>en</strong>d voor het handschrift Traité des Tournois van R<strong>en</strong>é<br />

d’Anjou. Doch dit laatste werd ontworp<strong>en</strong> rond 1460 <strong>en</strong> heeft als voorbeeld<br />

gedi<strong>en</strong>d voor het Gruuthuyse handschrift, ontworp<strong>en</strong> te Brugge rond 1488-<br />

1489. Het Gruuthuyse handschrift is getek<strong>en</strong>d op perkam<strong>en</strong>t <strong>en</strong> is van de<br />

1 “Traité de la forme et de la maniere des Tournois à plaisance, selon ce qui se pratiquoit,<br />

<strong>en</strong> France, <strong>en</strong> Allemagne, <strong>en</strong> Flandres & ailleurs, compilé par Réné d’Anjou, Roy de<br />

Sicile, au mesme langage qu’il le dressa: Extrait du manuscrit de la main de ce roy, qui<br />

est dans la Bibliotheque Royalle” (de Vulson de la Colombière, Vray, D. I, p. 49).<br />

2 Buchon publiceert in zijn uitgave van Collections des Chroniques Nationales<br />

Françaises, deel XII, de notitie van J. Van Praet voorhe<strong>en</strong> uitgegev<strong>en</strong> in L’esprit des<br />

journeaux, du mois d’octobre 1780.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 41


hand van Hans Hemmelinck, e<strong>en</strong> Brugse schilder. Het bevat zev<strong>en</strong><br />

geschilderde miniatuurafbeelding<strong>en</strong> voorafgegaan door de volg<strong>en</strong>de tekst 1 .<br />

“En lan de nostre seigneur mil trois c<strong>en</strong>s quatrevings et douze le onzieme<br />

jour du mois de mars fut fait ung tournoy <strong>en</strong>la ville de bruges par treshault<br />

et puissant seigneur monseigneur de la gruthuse appellant dunepart et<br />

treshault et puissant seigneur monseigneur de ghistelle deff<strong>en</strong>dant<br />

dautrepart. Lesquelz tournoyeurs ont <strong>en</strong> <strong>en</strong>suivant lordre et maniere des<br />

tournoys acoustumez cy dessoubz uns leurs armes timbres et leurs noms<br />

tàt seulem<strong>en</strong>t comme l<strong>en</strong> pourzaveoir pour ce que toutes les ordonnances<br />

appart<strong>en</strong>ans a ung tournoy sont cy ded<strong>en</strong>s pourtraictes et figuires.<br />

Pourquoy ie metais quant a pres<strong>en</strong>t d<strong>en</strong> plus parler”.<br />

Onder de tekst bevindt zich het wap<strong>en</strong> van de Franse koning getopt met<br />

e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> kroon.<br />

De eerste miniatuur toont de overhandiging van het manuscript door de<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong> aan Karel VIII, koning van Frankrijk 2 . Dit zou gebeurd<br />

zijn in 1489 te Montilz-lès-Tours, waar hij als hoofd van de Vlaamse<br />

delegatie de vredesonderhandeling<strong>en</strong> voerde met het Franse hof.<br />

De tweede miniatuur toont de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, van kop tot te<strong>en</strong><br />

gewap<strong>en</strong>d, op e<strong>en</strong> wit paard, naar rechts gew<strong>en</strong>d, e<strong>en</strong> gehev<strong>en</strong> zwaard in<br />

de hand. De wap<strong>en</strong>rok van de ruiter <strong>en</strong> de twee paard<strong>en</strong>dekkled<strong>en</strong> die de<br />

romp, het zadel <strong>en</strong> de borst van het paard bekled<strong>en</strong> zijn versierd met het<br />

wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel<br />

e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver. Het hoofd van de ruiter is bedekt met e<strong>en</strong><br />

geslot<strong>en</strong> helm waaraan e<strong>en</strong> helmkleed van azuur <strong>en</strong> zilver bevestigd is <strong>en</strong><br />

getopt is met e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong><br />

keel. De voorhoofdplaat van het paard is versierd met het wap<strong>en</strong> <strong>en</strong> getopt<br />

met het helmtek<strong>en</strong> van de ruiter. De teugels zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s versierd met het<br />

wap<strong>en</strong> van de heer, in herhaling afgebeeld.<br />

De derde miniatuur toont de heer van Gistel, van kop tot te<strong>en</strong> gewap<strong>en</strong>d,<br />

op e<strong>en</strong> bruin paard, naar links gew<strong>en</strong>d, e<strong>en</strong> gehev<strong>en</strong> zwaard in de hand. De<br />

wap<strong>en</strong>rok van de ruiter <strong>en</strong> de twee paard<strong>en</strong>dekkled<strong>en</strong> die de romp, het zadel<br />

<strong>en</strong> de borst van het paard bekled<strong>en</strong> zijn versierd met het wap<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong><br />

keper van hermelijn. Het hoofd van de ruiter is bedekt met e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong><br />

helm waaraan e<strong>en</strong> helmkleed van azuur <strong>en</strong> zilver is bevestigd <strong>en</strong> is getopt<br />

met e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud, tuss<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel. De<br />

voorhoofdplaat van het paard is getopt met het helmtek<strong>en</strong> van de ruiter. De<br />

teugels zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s versierd met het wap<strong>en</strong> van de heer.<br />

1 Avril, Tournois, pp. 10-11 - Bousmanne, Miniatures, pp. 55 - Brown, Urban, p. 321 -<br />

Dam<strong>en</strong>, Tournam<strong>en</strong>t, p. 249 - de Mérindol, R<strong>en</strong>é, p. 183 – Descamps, Peintres, D. I, pp.<br />

12-15<br />

2 “le sire de <strong>Gruuthuse</strong> duyt es armes volut au roy ce livre prés<strong>en</strong>ter” (Bousmanne,<br />

Miniatures, p. 55 <strong>en</strong> ill. 23, p. 56).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 42


De vierde miniatuur toont de wap<strong>en</strong>heraut van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> op<br />

e<strong>en</strong> bruin paard naar rechts gew<strong>en</strong>d, de hand in de lucht. De heraut draagt<br />

e<strong>en</strong> mantel met het wap<strong>en</strong> van de heer. Op de voorgrond van de plaat staat<br />

e<strong>en</strong> edelknaap, op e<strong>en</strong> wit paard, blaz<strong>en</strong>d op e<strong>en</strong> trompet met vlag waarop<br />

het wap<strong>en</strong> van de heer afgebeeld staat.<br />

De vijfde miniatuur toont de wap<strong>en</strong>heraut van de heer van Gistel op e<strong>en</strong><br />

wit paard naar links gew<strong>en</strong>d, de hand in de lucht. De heraut draagt e<strong>en</strong><br />

mantel met het wap<strong>en</strong> van de heer. Op de voorgrond van de plaat staat e<strong>en</strong><br />

edelknaap, op e<strong>en</strong> bruin paard, blaz<strong>en</strong>d op e<strong>en</strong> trompet met vlag waarop<br />

het wap<strong>en</strong> van de heer afgebeeld staat.<br />

De zesde plaat (ce sont ceulx q’ont tournoie soubz le seìgur de la gruthuse)<br />

<strong>en</strong> de zev<strong>en</strong>de plaat (ce sont ceulx q’ont tournoie soubz le seìgneur de<br />

ghistele) gev<strong>en</strong> de wap<strong>en</strong>s weer van 49 ruiters die onder leiding van Jan,<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong>, in het tornooi stred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> 48 ruiters onder leiding<br />

van de heer van Gistel.<br />

Het schouwspel vond plaats op de Grote Markt van Brugge. De prijz<strong>en</strong><br />

voor de overwinnaars war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwaard met goud<strong>en</strong> greep, aangebod<strong>en</strong><br />

door de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergulde helm, aangebod<strong>en</strong> door de<br />

heer van Gistel 1 .<br />

Hierna volgt de lijst van de deelnemers aan het tornooi in de volgorde zoals<br />

ze werd<strong>en</strong> afgebeeld in het handschrift. De deelnemers staan afgebeeld in<br />

twee kamp<strong>en</strong>. Het eerste kamp, met de volgeling<strong>en</strong> van de heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, staan afgebeeld naar rechts gekeerd (heraldisch links), klaar om<br />

te kamp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de volgeling<strong>en</strong> van de heer van Gistel, die dus afgebeeld<br />

staan naar links gekeerd (heraldisch rechts). Van Praet heeft in de lijst, die<br />

meestal werd overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in andere publicaties, de deelnemers van de<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong> beschrev<strong>en</strong> van links naar rechts (heraldisch van rechts<br />

naar links) <strong>en</strong> van bov<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>. Hij begint dus met de laatste van<br />

de eerste rij, namelijk de bastaard van Parys.<br />

In de hiernavolg<strong>en</strong>de lijst wordt aangegev<strong>en</strong> wie er vermeld staat als ridder<br />

(Rid), wie volg<strong>en</strong>s de geraadpleegde tekst<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> staat als edel<br />

(Edel), of het e<strong>en</strong> natuurlijk kind was (Bast) <strong>en</strong> uit welke stad of regio de<br />

persoon afkomstig was (Loc: Br = Brugge – Vr = Het Vrije – W.Vl =<br />

West Vlaander<strong>en</strong>, buit<strong>en</strong> Brugge <strong>en</strong> het Vrije – O.Vl = Oost Vlaander<strong>en</strong><br />

– B = Brabant <strong>en</strong> Rest = de overige regios). Aangev<strong>en</strong> van waar e<strong>en</strong><br />

persoon afkomstig was, is niet risico vrij. Hij kon afkomstig zijn of zijn<br />

belangrijkste heerlijkhed<strong>en</strong> gehad hebb<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaalde regio, maar<br />

functies uitgeoef<strong>en</strong>d hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus woonachtig in e<strong>en</strong> andere regio of stad.<br />

Zo is bv Philips van der Couderborch te situer<strong>en</strong> in Temse, maar was hij<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s poorter van de stad Brugge.<br />

1 Buylaert, Eeuw<strong>en</strong>, pp. 154-155 - de Prelle, Tournoi, pp. 194-195 – Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 473-474 - Piot, Strat<strong>en</strong>, plaat 4 <strong>en</strong> 5 - Van d<strong>en</strong> Abeele,<br />

Witte, pp. 124-126 - Van Praet, Notice, pp. 132-143 - Van Praet, Recherches, pp. 265-<br />

272<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 43


Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de plaats vanwaar de deelnemers kwam<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong><br />

we dat de heer van Gistel veel sterker verteg<strong>en</strong>woordigd was door lokal<strong>en</strong><br />

uit Brugge <strong>en</strong> het Vrije <strong>en</strong> door deelnemers uit Ieper <strong>en</strong> Kortrijk, terwijl<br />

weinig<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>.<br />

Bij de heer van <strong>Gruuthuse</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dat meer dan 50% van<br />

buit<strong>en</strong> Brugge <strong>en</strong> het Vrije kwam<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs 28% van buit<strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>.<br />

De volgorde van de beide lijst<strong>en</strong> was waarschijnlijk zo opgesteld: eerst de<br />

familieled<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun verwant<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s de vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>kring van de her<strong>en</strong><br />

van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Gistel, vooral afstammeling<strong>en</strong> van welgestelde<br />

families, meestal edel<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s de stadsg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte e<strong>en</strong><br />

groepje tornooi specialist<strong>en</strong> uit andere regios. Voor <strong>Gruuthuse</strong> kwam<strong>en</strong><br />

Jan, Jacob <strong>en</strong> Willem de Quarouble uit Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes, <strong>en</strong> voor Gistel<br />

kwam<strong>en</strong> Klaas <strong>en</strong> Jan Belle, Frans van Dixmude, Cornelis van d<strong>en</strong><br />

Eechoute <strong>en</strong> Frans de Slingere uit Ieper; Jan <strong>en</strong> Simon van d<strong>en</strong> Hole,<br />

Robrecht van Lov<strong>en</strong>deghem <strong>en</strong> Willem van Raveschoot uit G<strong>en</strong>t, sted<strong>en</strong><br />

waar de heer van Gistel aan tornooi<strong>en</strong> had deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Vele Brabanders vergezeld<strong>en</strong> waarschijnlijk H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong>,<br />

schoonzoon van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>.<br />

De aanwezigheid van Harduemont kan m<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> via de echtg<strong>en</strong>ote<br />

van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, Elisabeth de Looz d’Agimont, familie<br />

afkomstig uit dezelfde streek.<br />

De familie Quarouble, afkomstig uit Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes, kan mogelijks<br />

verklaard word<strong>en</strong> als specialist<strong>en</strong> van tornooi<strong>en</strong>. Led<strong>en</strong> van deze familie<br />

kwam<strong>en</strong> vaak voor in de steekspel<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> te Doornik <strong>en</strong> te Rijsel.<br />

Wat opvalt is de afwezigheid van deelnemers uit Rijsel, waar nochtans<br />

zoals in Brugge, bijna jaarlijks steekspel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> opgevoerd <strong>en</strong> waar<br />

volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s toch op regelmatige basis e<strong>en</strong> uitwisseling bestond<br />

tuss<strong>en</strong> beide sted<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s van de wap<strong>en</strong>plat<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er acht ridders bij de heer<br />

van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> twaalf bij de heer van Gistel, doch kan m<strong>en</strong> voor beide<br />

kamp<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat meer dan de helft der deelnemers edel<strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />

Bij de heer van <strong>Gruuthuse</strong> voer<strong>en</strong> er drie (H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong>, Robrecht<br />

van Leeuwerghem <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse) e<strong>en</strong> banier <strong>en</strong> acht<br />

(Robrecht Le Rouc, Jan van Dudzele, H<strong>en</strong>ri Cra<strong>en</strong>hals, Galois van<br />

Masmines, bastaard, Philips van Aertrycke, Jacob Breydel, Willem de<br />

Quarouble <strong>en</strong> Hacart) e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>.<br />

Bij de heer van Gistel voer<strong>en</strong> er vier (Willem van Halewyn, Joris<br />

Braderick, Jacob van Melan<strong>en</strong> <strong>en</strong> Frans de Slingere) e<strong>en</strong> banier <strong>en</strong> één<br />

(Roeland van Lov<strong>en</strong>deghem) e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>.<br />

Onder de deelnemers zijn er ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s neg<strong>en</strong> natuurlijke afstammeling<strong>en</strong>,<br />

die all<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong> zijn bij de heer van <strong>Gruuthuse</strong>. Tornooi<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />

voor h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> middel om zich op de sociale ladder van de maatschappij te<br />

verheff<strong>en</strong>. Staan aangegev<strong>en</strong> als “bastaard” in het handschrift: H. van<br />

Bergh<strong>en</strong>; Richard Bonin; Hector van der Gracht; Galois van Masmines;<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 44


van Parys; de twee Uterzwa<strong>en</strong>es <strong>en</strong> Jan van Themseke. Uit het wap<strong>en</strong> kan<br />

m<strong>en</strong> opmak<strong>en</strong> dat Wouter van Weld<strong>en</strong>e (vol wap<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vrijkwartier)<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van natuurlijke afstamming was.<br />

N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />

Vl<br />

Volgeling<strong>en</strong> van de heer van GRUUTHUSE<br />

a-00 <strong>Gruuthuse</strong> (Jan, heer van) 1 1 Brugge 1<br />

O.<br />

Vl<br />

B Rest<br />

a-01 Bergh<strong>en</strong> (H<strong>en</strong>drik van) 1 1 Brabant 1<br />

a-02 Herzele (Willem van) Brussel 1<br />

a-03 Harduemont (Raas de<br />

Warfusée, heer van)<br />

a-04 Ranst (Wouter = Adam?<br />

van)<br />

1 Luik 1<br />

1 Brabant 1<br />

a-05 Bergh<strong>en</strong>, bastaard (H. van) 1 Brabant 1<br />

a-06 Leeuwerghem (Robrecht<br />

van)<br />

1 1 G<strong>en</strong>t 1<br />

a-07 Rockeghem (Jan van) 1 Oud<strong>en</strong>aarde 1<br />

a-08 Branteghem (Jan van) Aalst 1<br />

a-09 Weld<strong>en</strong>e (Wouter van) 1 Oud<strong>en</strong>aarde 1<br />

a-10 Parys, bastaard (van) 1 G<strong>en</strong>t? 1<br />

a-11 Hagh<strong>en</strong> (Jan van der) 1 Sluis 1<br />

a-12 Gruuthuyse (Jan van) 1 Brugge 1<br />

a-13 Ste<strong>en</strong>huize (heer van) 1 1 Aalst 1<br />

a-14 Gruuthuyse (Geldolf van) 1 Brugge 1<br />

a-15 Zweveghem (Arnould van) 1 Kortrijk 1<br />

a-16 Gracht, bastaard (Hector<br />

van der)<br />

1 Kortrijk 1<br />

a-17 Gheerolf (Jan) 1 Sluis 1<br />

a-18 Rouc (Robrecht le) 1 Nam<strong>en</strong> 1<br />

a-19 R<strong>en</strong>ty (Raas de) 1 1 Artesië 1<br />

a-20 Caumont (Gewijde de) Artesië? 1<br />

a-21 Dudzele (Jan van) 1 1 Vrije 1<br />

a-22 Moerkercke (Lodewijk van) 1 1 Vrije 1<br />

a-23 Bochoute (Jan van) Brugge 1<br />

a-24 Strat<strong>en</strong> (Iwain van der) 1 Vrije 1<br />

a-25 Steelant (Lievin van) Vrije 1<br />

a-26 Berghe (Lodewijk van d<strong>en</strong>) 1 Brugge 1<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 45


N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />

Vl<br />

a-27 Cra<strong>en</strong>hals (H<strong>en</strong>drik) 1 1 Brussel 1<br />

a-28 Wingh<strong>en</strong>e (Wouter van) Vrije 1<br />

O.<br />

Vl<br />

B Rest<br />

a-29 Couderborch (Philips van<br />

der)<br />

1 Waas 1<br />

a-30 Herzele (R<strong>en</strong>ier van) Brussel 1<br />

a-31 Masmines, bastaard (Galois<br />

van)<br />

1 Aalst 1<br />

a-32 Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 1 1 D<strong>en</strong>dermonde 1<br />

a-33 Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 1 D<strong>en</strong>dermonde 1<br />

a-34 Aertrycke (Philips van) 1 Brugge 1<br />

a-35 Aertrycke (Lodewijk van) 1 Brugge 1<br />

a-36 Rynvisch (Everard) 1 Brugge 1<br />

a-37 Langheraerts (Balthazar) Brugge 1<br />

a-38 Breydel (Jacob) 1 Brugge 1<br />

a-39 Hoste (Joris) Brugge 1<br />

a-40 Mett<strong>en</strong>eye (Pieter) Brugge 1<br />

a-41 Broodloos (Jacob) Brugge 1<br />

a-42 Mett<strong>en</strong>eye (Lodewijk) 1 Brugge 1<br />

a-43 Bonin, bastaard (Richard) 1 Brugge 1<br />

a-44 Themseke, bastaard (Jan<br />

van)<br />

1 Brugge 1<br />

a-45 Quarouble (Willem de) Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes 1<br />

a-46 Quarouble (Jacob de) Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes 1<br />

a-47 Quarouble (Jan de) Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes 1<br />

a-48 Hacart Doornik 1<br />

a-49 Carlier (Jan) Brugge? 1<br />

Volgeling<strong>en</strong> van de heer van GISTEL<br />

b-00 Gistel (Jan, de heer van) 1 1 Vrije 1<br />

b-01 Halewyn (Willem van) 1 1 Vrije 1<br />

b-02 Halewyn (Percheval van) 1 1 Kortrijk 1<br />

b-03 Halewyn (Olivier van) 1 1 Kortrijk 1<br />

b-04 Nevele (Willem van) 1 1 Ieper 1<br />

b-05 Blanckaert (Jan) 1 1 Brugge 1<br />

b-06 Lembeke (Jan van) 1 1 Vrije 1<br />

b-07 Halewyn (Daniël van) 1 Kortrijk 1<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 46


N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />

Vl<br />

b-08 Ghistelles (Wulfard van) 1 Vrije 1<br />

O.<br />

Vl<br />

B Rest<br />

b-09 Chastel, g<strong>en</strong>oemd Bleu-<br />

Chastel (Otto du)<br />

1 Doornik 1<br />

b-10 Reyghersvliet (Jan van) 1 Vrije 1<br />

b-11 Halewyn, g<strong>en</strong>oemd<br />

Schoonjans (Jan van)<br />

Vrije 1<br />

b-12 Varss<strong>en</strong>aere (Jan van) 1 Vrije 1<br />

b-13 Mess<strong>en</strong> (Tristan van) 1 Brugge 1<br />

b-14 Rabecque (Victor de La<br />

Douve, g<strong>en</strong>oemd de)<br />

1 Waast<strong>en</strong> 1<br />

b-15 Beerst (Jan van der) Vrije 1<br />

b-16 Maerschalck (Boudewijn<br />

de)<br />

1 Brugge 1<br />

b-17 Floques (Oste) Doornik 1<br />

b-18 Bassecourt (Pauwel de) Artesië? 1<br />

b-19 Braderick (Joris) 1 1 Brugge 1<br />

b-20 Aertrycke (Jacob van) 1 Brugge 1<br />

b-21 Rysele (Joris van) 1 Brugge 1<br />

b-22 Beurse (Jan van der) Brugge 1<br />

b-23 Vlamincx (Jacob) Cassel? 1<br />

b-24 Stove (Pieter van der) Brugge 1<br />

b-25 Peckelmoes (Godschalck) Brugge 1<br />

b-26 Walle (Zeger van de) Brugge 1<br />

b-27 Braderick (Gillis) 1 1 Brugge 1<br />

b-28 Brugg<strong>en</strong> (Jan van der) 1 Leuv<strong>en</strong> 1<br />

b-29 Maets<strong>en</strong>are (Joris de) Brugge 1<br />

b-30 Rysele (Robrecht van) 1 Brugge 1<br />

b-31 Melan<strong>en</strong> (Jacob van) Brugge 1<br />

b-32 Scotelaere (Lubrecht de) Brugge 1<br />

b-33 Scotelaere (Lievin de) Brugge 1<br />

b-34 Goedericx (Everard) 1 Brugge 1<br />

b-35 Bul (Philips de) Brugge 1<br />

b-36 Rysele (Gillis van) 1 Brugge 1<br />

b-37 Deerlycke (Jacob van) Brugge 1<br />

b-38 Ass<strong>en</strong>ede (Michiel van) 1 Brugge 1<br />

b-39 Deerlycke (Michiel van) Brugge 1<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 47


N° Naam Rid Edel Bast Loc Br Vr W.<br />

Vl<br />

b-40 Slingere (Frans de) Ieper 1<br />

b-41 Belle (Jan) 1 1 Ieper 1<br />

b-42 Belle (Klaas) 1 1 Ieper 1<br />

O.<br />

Vl<br />

B Rest<br />

b-43 Eechoute (Cornelis van<br />

d<strong>en</strong>)<br />

1 1 Ieper 1<br />

b-44 Dixmude (Frans van) 1 Ieper 1<br />

b-45 Lov<strong>en</strong>deghem (Robrecht<br />

van)<br />

1 G<strong>en</strong>t 1<br />

b-46 Raveschoot (Willem van) G<strong>en</strong>t 1<br />

b-47 Hole (Simon van d<strong>en</strong>) G<strong>en</strong>t 1<br />

b-48 Hole (Jan van d<strong>en</strong>) G<strong>en</strong>t 1<br />

a <strong>Gruuthuse</strong> 8 25 9 17 7 1 10 6 8<br />

b Gistel 12 30 0 22 8 10 4 1 3<br />

a <strong>Gruuthuse</strong> 16% 51% 18% 35% 14% 2% 20% 12% 16%<br />

35% 49% 51% 71% 84% 100<br />

%<br />

b Gistel 25% 63% 0% 46% 17% 21% 8% 2% 6%<br />

46% 63% 84% 92% 94% 100<br />

%<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 48


Volgeling<strong>en</strong> van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> (Piot, Strat<strong>en</strong>, plaat 4)<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 49


Volgeling<strong>en</strong> van de heer van Gistel (Piot, Strat<strong>en</strong>, plaat 5)<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 50


De deelnemers, alfabetisch gerangschikt, met e<strong>en</strong> korte notitie om h<strong>en</strong> te<br />

situer<strong>en</strong> in tijd <strong>en</strong> plaats 1<br />

Aertrycke (Jacob van) 2<br />

jacob và artrike, in sabel zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van goud, geplaatst 3<br />

<strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> smalle zoom van keel (Gistel-20).<br />

WAPEN: “Jacop van Aertrijcke; obiit ... 1400. Hij brack met e<strong>en</strong> roode<br />

bordure”. “Aertrijcke, dat zijn ghuld<strong>en</strong> kann<strong>en</strong> op sable”.<br />

Hij was zoon van Bernard <strong>en</strong> huwde Maria van de Walle. Hij was dek<strong>en</strong><br />

van de Sint-Jorisgilde. Hij nam deel aan de veldslag teg<strong>en</strong> de G<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aars<br />

te Nevele, te Deinze <strong>en</strong> Geraardsberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 1382 aan de veldslag te<br />

Beverhoutsveld, waar de Bruggeling<strong>en</strong> verslag<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door de<br />

G<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aars. Hij was raadsheer te Brugge in 1385. In januari <strong>en</strong> februari<br />

1386 werd “her Jacob van Aertrike” door de stad Brugge naar G<strong>en</strong>t<br />

gezond<strong>en</strong>. Hij overleed in 1405 <strong>en</strong> ligt begrav<strong>en</strong> te Loppem.<br />

Aertrycke (Lodewijk van) 3<br />

lodewic van aertrike, in goud zes zoomsgewijs geplaatste<br />

sch<strong>en</strong>kkannetjes van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong><br />

kruis van keel, e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>zoom van twaalf meerltjes van hetzelfde<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-35).<br />

Hij was zoon van Simon, heer van Tillegem, <strong>en</strong> van Isabella van<br />

Maldeghem. “Lodewyke van Aertrike als vpperhooftman van vichtig<br />

scotters” werd in 1401-1402 naar Sluis gezond<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> “Louys d’Artricke”<br />

neemt met 23 andere Bruggeling<strong>en</strong> in 1438 deel aan de Spinet van Rijsel.<br />

Aertrycke (Philips van) 4<br />

phlips van aertrike, in goud zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van sabel, geplaatst<br />

3 <strong>en</strong> 3 (<strong>Gruuthuse</strong>-34).<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “Philips van Aertrike” zegelde in 1397, 6 sch<strong>en</strong>kkann<strong>en</strong>tjes.<br />

Hij was zoon van Simon, heer van Tillegem, <strong>en</strong> van Isabella van<br />

Maldeghem. Hij huwde Margareta Ut<strong>en</strong>hove. “Philips van Aertrike” was<br />

verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1396 <strong>en</strong> 1407 <strong>en</strong><br />

1 De wap<strong>en</strong>beschrijving<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s het handschrift van de Nationale Bibliotheek te<br />

Parijs, ms français, n° 2693. Alle wap<strong>en</strong>s zijn iets naar rechts gebog<strong>en</strong> <strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong><br />

helm, bedekt met e<strong>en</strong> kap waarop het wap<strong>en</strong> van de deelnemer afgebeeld staat. Sommige<br />

hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong> voer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> banier of e<strong>en</strong> p<strong>en</strong>no<strong>en</strong>. Het helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de banier / p<strong>en</strong>no<strong>en</strong> word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> bij de betreff<strong>en</strong>de deelnemer.<br />

2 Bethune, Epitaphes, pp. 304 <strong>en</strong> 316 – Gailliard, Bruges, D. I, pp. 187 <strong>en</strong> 193 – Prev<strong>en</strong>ier,<br />

Handeling<strong>en</strong>, n° 4 <strong>en</strong> 7 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 285<br />

3 Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 462 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />

4 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 487 – Gailliard, Bruges, D. I, pp. 187-189 - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 379 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 374, 378 <strong>en</strong> 717 - Van<br />

d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, pp. 285-286<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 51


urgemeester van Brugge <strong>en</strong> dek<strong>en</strong> van de Sint-Jorisgilde. Tuss<strong>en</strong> 1397 <strong>en</strong><br />

1404, stuurde de stad Brugge “her Philipse van Aertrike” meerdere mal<strong>en</strong><br />

op missie buit<strong>en</strong> de stad, zoals in 1397 naar de hertog van Bourgondië te<br />

S<strong>en</strong>lis. In 1410 wordt hij vermeld in de monsteringslijst van Jan, heer van<br />

Gistel, <strong>en</strong> in 1411 vergezelde hij Jan zonder Vrees bij het beleg van Ham<br />

in Vermandois.<br />

Ass<strong>en</strong>ede (Michiel van) 1<br />

michiel de ass<strong>en</strong>ede, in sabel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top<br />

met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van keel, vergezeld van drie<br />

everzwijnskopp<strong>en</strong> van goud (Gistel-38).<br />

ZEGEL: Zijn vader, Michiel van Ass<strong>en</strong>ede zegelde in 1370, e<strong>en</strong> keper<br />

vergezeld van drie everzwijnskopp<strong>en</strong>, met og<strong>en</strong> <strong>en</strong> tand<strong>en</strong>, 2 in het<br />

schildhoofd <strong>en</strong> 1 in de punt.<br />

Michiel van Ass<strong>en</strong>ede, zoon van Michiel, gesneuveld in 1382 in de<br />

veldslag bij Beverhoutsveld, <strong>en</strong> van Isabella van Aertrycke, werd in 1371<br />

als gezant van de stad Brugge naar de koning van Engeland gezond<strong>en</strong>. Hij<br />

staat in de Brugse rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het jaar 1378-1379 vermeld als “her<br />

Michiele van Ass<strong>en</strong>ede d<strong>en</strong> jongh<strong>en</strong>”.<br />

Bassecourt (Pauwel de) 2<br />

pauwels de le basseurt, in goud e<strong>en</strong> wiel van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />

van azuur over alles he<strong>en</strong> (Gistel-18).<br />

Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van Rietstap <strong>en</strong> van Jougla de Mor<strong>en</strong>as zou deze<br />

familie afkomstig zijn uit Artesië.<br />

Beerst (Jan van der) 3<br />

jan van der beerst, in azuur drie kepers van goud, e<strong>en</strong> smalle getande<br />

zoom van keel, e<strong>en</strong> vrijkanton van goud (Gistel-15).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> Jehan van der Beerst zegelde in 1368, twee kepers e<strong>en</strong><br />

vrijkwartier <strong>en</strong> e<strong>en</strong> getande zoom.<br />

E<strong>en</strong> Jan van der Beerst was in 1367 schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije <strong>en</strong> in<br />

1368 schep<strong>en</strong> van Brugge. In 1387 zond<strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse<br />

Vrije, sam<strong>en</strong> met andere led<strong>en</strong> van het Vrije, e<strong>en</strong> Jan van der Beerst naar<br />

Rijsel bij de hertogin van Bourgondië <strong>en</strong> in 1405 naar Diksmuide. E<strong>en</strong> of<br />

1 Gailliard, Inscriptions, D. III, pp. 34 <strong>en</strong> 43 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp.<br />

149 <strong>en</strong> 351 - Van Praet, Recherches, p. 286<br />

2 In 1400 staat Isabella van Ghistelles, echtg<strong>en</strong>ote van Robrecht de Béthune, aangegev<strong>en</strong><br />

als vrouw van de heerlijkheid Harnes met “le chastel de Bassecourt et tous les fosses de<br />

Harnes” (Buylaert, Repertorium, p. 263 - Jougla de Mor<strong>en</strong>as, Armorial, D. I, p. 391 –<br />

Rietstap, Armorial, D. I, p. 127).<br />

3 Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, D. I, pp. 90-91 <strong>en</strong> D. VII, pp. 67-109 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 150 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 33<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 52


meerdere Jan van der Beerst werd<strong>en</strong> veelvuldig als schep<strong>en</strong> van het Vrije<br />

vermeld tot 1429.<br />

Belle (Jan) 1<br />

mer jan belle, in goud zes klokk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel<br />

(Gistel-41).<br />

Hij was zoon van Frans, heer van Boezinge, <strong>en</strong> van Maria van Moorslede.<br />

Hij huwde Maria Medonc of van Medem, vrouw van Beaureward. Hij werd<br />

heer van Boezinge na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, in 1397. Hij was<br />

procureur van het Bellehospitaal te Ieper van 1415 tot 1429. Hij voerde<br />

vanaf 1398 gedur<strong>en</strong>de 30 jaar verschill<strong>en</strong>de functies uit als magistraat van<br />

de stad Ieper <strong>en</strong> was er baljuw in 1412 <strong>en</strong> 1419. Hij overleed in 1430 <strong>en</strong><br />

ligt begrav<strong>en</strong> in het Bellehospitaal.<br />

Belle (Klaas) 2<br />

mer claes belle, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, vergezeld van zes<br />

klokk<strong>en</strong> van azuur (Gistel-42).<br />

WAPEN: Bethune geeft voor “Nicolas Belle, d’or à 6 campanes d’azur, au<br />

baston de geule sur le tout”.<br />

Hij was zoon van Nicolaas, overled<strong>en</strong> in 1376, <strong>en</strong> van Catharina Bonin <strong>en</strong><br />

huwde Margareta van Aertrycke, weduwe van Gillis van Loo. Hij werd<br />

vermeld als ridder in 1384. In 1389 werd “here Niclay Belle” naar Lübeck<br />

op missie gezond<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> 1395 <strong>en</strong> 1403 zond de stad Ieper hem<br />

verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie buit<strong>en</strong> de stad.<br />

Berghe (Lodewijk van d<strong>en</strong>) 3<br />

lonis van d<strong>en</strong> berghe, in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met<br />

vijf ring<strong>en</strong> van goud, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong> vijfblad<br />

van azuur (<strong>Gruuthuse</strong>-26).<br />

“Lonis van d<strong>en</strong> Berghe” staat in 1400 vermeld als schep<strong>en</strong> van Brugge <strong>en</strong><br />

in 1404 werd “her Lonis van d<strong>en</strong> Berghe” naar Brussel gezond<strong>en</strong> met<br />

andere schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse Vrije. E<strong>en</strong> “Mer Louisse van d<strong>en</strong> Berghe<br />

rudder” staat vermeld in 1408-1409. “Louys de le Berghe”, schildknaap,<br />

staat vermeld in de monsteringslijst van 1410 van Jan, heer van Gistel.<br />

1 Bethune, Epitaphes, p. 212 – Bossuyt, Ryke, p. 106 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 161 -<br />

Van Duyse, Inv<strong>en</strong>taire, n° 494 - van R<strong>en</strong>ynghe de Voxvrie, Belle, pp. 43-47 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 287<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 209 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 96, 301 <strong>en</strong> 632 - van R<strong>en</strong>ynghe<br />

de Voxvrie, Belle, pp. 396-397 - Van Praet, Recherches, p. 287<br />

3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 453 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 468 <strong>en</strong> D.<br />

IV, p. 478 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 675 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 440 - Van<br />

d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 142<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 53


Bergh<strong>en</strong> (H<strong>en</strong>drik van) 1<br />

mer heinric và bergh<strong>en</strong>, in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong><br />

schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, rechts bov<strong>en</strong><br />

vergezeld van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde 2 (<strong>Gruuthuse</strong>-01).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> wilde ezelskop van sabel, de muil van zilver.<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “Messire H<strong>en</strong>ri de Berghes, sgr de Grimberghe”, zegelde in 1411,<br />

drie maliën <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schildhoofd belad<strong>en</strong> met 3 pal<strong>en</strong>.<br />

Zie hoger artikel I. A-I. 3, p. 10.<br />

Bergh<strong>en</strong>, bastaard (H. van) 3<br />

h. van bergh<strong>en</strong> b, in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd<br />

van goud, belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van<br />

azuur over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-05).<br />

Butk<strong>en</strong>s vermeldt e<strong>en</strong> Hercule van Bergh<strong>en</strong>, bastaardzoon van H<strong>en</strong>drik,<br />

heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom, <strong>en</strong> halfbroer van H<strong>en</strong>drik, de echtg<strong>en</strong>oot van<br />

Johanna van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. In 1426, bij e<strong>en</strong> twist tuss<strong>en</strong> de stad<br />

Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de heer van Berg<strong>en</strong>-op-Zoom, werd “d<strong>en</strong> bastaert van<br />

Bergh<strong>en</strong> Hectorre” gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de Antwerp<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.<br />

Beurse (Jan van der) 4<br />

jan van der beurze, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met<br />

drie beurz<strong>en</strong> van zilver (Gistel-22).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> adelaarskop van zilver, gebekt van goud, houd<strong>en</strong>de<br />

e<strong>en</strong> ring van hetzelfde, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van sinopel, kom<strong>en</strong>de uit<br />

e<strong>en</strong> kroon van keel.<br />

ZEGEL: “Jan van der Beurse” zegelde als schep<strong>en</strong> van Brugge in 1397, e<strong>en</strong><br />

schuinbalk belad<strong>en</strong> met drie beurz<strong>en</strong>.<br />

Hij was zoon van Nicolaas <strong>en</strong> van Margareta Reubs <strong>en</strong> huwde Gertrude<br />

Bave. Hij was verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1384 <strong>en</strong><br />

1420, burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1395, 1422, 1425 <strong>en</strong> 1431 <strong>en</strong><br />

burgemeester van de raadsled<strong>en</strong> in 1413. Tuss<strong>en</strong> 1385 <strong>en</strong> 1404, stuurde de<br />

stad “her Jan Buers<strong>en</strong>” 5 meerdere mal<strong>en</strong> op missie buit<strong>en</strong> de stad. In 1405<br />

staat “Jean vander Burs<strong>en</strong>” vermeld als “p<strong>en</strong>sionnaire” van de stad<br />

1 de Raadt, Sceaux, D. I, p. 234<br />

2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />

3 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 212 - Willems, Gestes, D. III, p. 618<br />

4 Gailliard, Bruges, D. I, pp. 201-202 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 383 -<br />

Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 2 <strong>en</strong> 680 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - – Van Duyse,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, n° 494 - Van Praet, Recherches, p. 289 – Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D.<br />

II, n° 158 – Wikipedia, Beurze – Wikipedia, Brugge<br />

5 Vanaf 1401 staat hij aangegev<strong>en</strong> als “her Janne van der Buerse” (Prev<strong>en</strong>ier,<br />

Handeling<strong>en</strong>, n° 525).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 54


Brugge. Hij overleed in 1434 of 1435 <strong>en</strong> ligt begrav<strong>en</strong> in de Sint-<br />

Jacobskerk te Brugge.<br />

Blanckaert (Jan) 1<br />

mer jan blancke, in azuur bezaaid met lelies van goud e<strong>en</strong> keper van<br />

hetzelfde (Gistel-05).<br />

ZEGEL: Jehan Blanckaert zegelde in 1386, e<strong>en</strong> veld bezaaid met lelies e<strong>en</strong><br />

keper erover.<br />

WAPEN: De lelies zijn in de meeste wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> van zilver.<br />

E<strong>en</strong> “Mer Jan Blankaerde” staat vermeld in 1382. In 1404 werd Jan<br />

Blanckaert, ridder, vermeld als “amirael van der zee”. Hij was kamerheer<br />

van hertog Jan zonder Vrees, vanaf 1405-1406 <strong>en</strong> kastelein van het kasteel<br />

van Rupelmonde <strong>en</strong> kapitein van Sluis vanaf 1407 <strong>en</strong> dit tot 1422. “Messire<br />

Jehan Blanckaert” werd vermeld in 1423-1425 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />

Raad van Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Bochoute (Jan van) 2<br />

jan van bochout, in azuur drie paalsgewijs geplaatste handbog<strong>en</strong><br />

van goud, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van<br />

vijf spitsruit<strong>en</strong> van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-23).<br />

“Janne van Bochoute” staat vermeld in 1384-1385 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />

de stad Brugge. Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in<br />

1396 tot in Bulgarije.<br />

Bonin, bastaard (Richard) 3<br />

ruuschart bonì basstaert, in azuur e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong><br />

uitgeschulpt schuinkruis van goud, vergezeld van vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong><br />

van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-43).<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van de vrede van Atrecht voerde “jeh<br />

bonnink”, in keel e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van goud, vergezeld van<br />

vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van hetzelfde. De familie Bonin, g<strong>en</strong>oemd van<br />

Meulebeke voert normaal, in goud e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van azuur<br />

vergezeld van vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />

1 Debrabandere, Studie, n° 193 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 168, 407 <strong>en</strong> 751 – Buylaert,<br />

Repertorium, p. 85 - de Borchgrave, Diplomat<strong>en</strong>, p. 144 - de L’Espinoy, Noblesse, p.<br />

236 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 74 <strong>en</strong> 462 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>,<br />

n° 598 - WMV, Blanckaert<br />

2 Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 79 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 42<br />

– Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398<br />

3 Clemm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Arras, n° 200 - Gailliard, Bruges, D. VI, pp. 305 <strong>en</strong> 313 – Gailliard,<br />

Inscriptions, D. III, p. 111 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 – Vermeersch,<br />

Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 188 - WMV, Bonin<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 55


E<strong>en</strong> Tristan Bonin, g<strong>en</strong>oemd van Meulebeke, natuurlijke zoon van Jan<br />

Bonin, heer van Meulebeke, echtg<strong>en</strong>oot van Clara Beughet, overleed in<br />

1448 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> in de Sint-Walburgakerk te Brugge.<br />

Braderick (Gillis) 1<br />

gillis braderic, in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud, e<strong>en</strong><br />

smalle getande zoom van hetzelfde (Gistel-27).<br />

Gillis Braderick, ridder, was schep<strong>en</strong> van 1390 tot 1406 <strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e<br />

mal<strong>en</strong> burgemeester van Brugge. “Gille Braderye” staat vermeld in 1396.<br />

Hij werd in 1407 door Jan zonder Vrees als magistraat van de stad Brugge<br />

verbann<strong>en</strong> uit Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Braderick (Joris) 2<br />

mer joris braderic, in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud<br />

(Gistel-19).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vis bijt<strong>en</strong>d in de helm van goud tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />

van keel.<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: Joris Braderic zegelde in 1384, drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong>.<br />

WAPEN: Normaal zijn de drie viss<strong>en</strong> van zilver.<br />

Joris Braderic, ridder, was schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1396 <strong>en</strong> 1404 <strong>en</strong><br />

burgemeester in 1404-1405. Tuss<strong>en</strong> 1385 <strong>en</strong> 1404 werd “mer Joris<br />

Bradericke” verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie gezond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad. Als<br />

laatst staat hij aangegev<strong>en</strong> als één der drie burgemeesters van Brugge. E<strong>en</strong><br />

Joris Braderick <strong>en</strong> Jacob zijn broer (waarschijnlijk de zon<strong>en</strong> van Joris)<br />

staan aangegev<strong>en</strong> in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de Raad van Vlaander<strong>en</strong> voor de<br />

jar<strong>en</strong> 1423-1425. Op 1 februari 1425 staat “damoyselle Jehanne, fille de<br />

feu messire Jorge Braderic” vermeld in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Zij huwde in 1425<br />

met Antoon van Adeghem. E<strong>en</strong> “Georges Brauderich” neemt in 1438 met<br />

23 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan de Spinet van Rijsel.<br />

Branteghem (Jan van) 3<br />

jan van brantegheem, in goud het veld bezaaid met tran<strong>en</strong> van sabel<br />

e<strong>en</strong> leeuw van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-08).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> Jehan van Branteghem, kapelaan te Deinze, zegelde in 1455,<br />

e<strong>en</strong> leeuw, de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ster, e<strong>en</strong> uitgeschulpte zoom.<br />

1 Gailliard, Bruges, D. IV, pp. 160-161 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp.<br />

183-184 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 85 <strong>en</strong> 694 - Buylaert, Repertorium, pp. 121-122 - de Rosny,<br />

Epervier, p. 62 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 75 - Prev<strong>en</strong>ier,<br />

Handeling<strong>en</strong>, n° 3 <strong>en</strong> 717 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 288<br />

- WMV, Braderick - Wikipedia, Brugge<br />

3 Bethune, Epitaphes, pp. 80, 93 <strong>en</strong> 97 – de Raadt, Sceaux, D. I, pp. 320-323 - Opsommer,<br />

Le<strong>en</strong>goed, pp. 624 <strong>en</strong> 629<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 56


WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in goudhermelijn e<strong>en</strong> leeuw<br />

van keel, gewap<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gekroond van azuur.<br />

Jan van Branteghem was grafelijk ontvanger van Aalst van 1390 tot 1407<br />

<strong>en</strong> baljuw van Ninove van 1390 tot 1405. Te Appelterre is er in de kerk e<strong>en</strong><br />

memorie van Jan van Branteghem <strong>en</strong> Lisbette Wasteels, zijn echtg<strong>en</strong>ote,<br />

<strong>en</strong> te Sch<strong>en</strong>delbeke voor e<strong>en</strong> Jan van Branteghem.<br />

Breydel (Jacob) 1<br />

jacob breidel, in keel 3 paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van zilver, getoomd van<br />

sabel (<strong>Gruuthuse</strong>-38).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> paard<strong>en</strong>kop van zilver, getoomd van sabel, kom<strong>en</strong>de<br />

uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> azuur.<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “Jacob Breydel” zegelde in 1386 als schep<strong>en</strong> van Brugge. Op e<strong>en</strong><br />

gebrok<strong>en</strong> zegel ziet m<strong>en</strong> aan de rechter zijde van het schild twee getoomde<br />

paard<strong>en</strong>hoofd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> Jacob Breydel zegelde in 1433, drie getoomde<br />

paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong>.<br />

Hij was zoon van Jan <strong>en</strong> van Clara de Pinckere. Hij huwde eerst Elisabeth<br />

van Aertrycke <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s Elisabeth van de Walle. Hij was verschill<strong>en</strong>de<br />

ker<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1385 <strong>en</strong> 1413 <strong>en</strong> raadsheer tuss<strong>en</strong> 1403<br />

<strong>en</strong> 1416. Tuss<strong>en</strong> 1386 <strong>en</strong> 1404 werd “her Jacob Breydele” meerdere mal<strong>en</strong><br />

op missie gezond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad. In 1398 was hij forestier van het<br />

steekspel van de Witte Beer. Hij overleed in 1416 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> in de<br />

Sint-Walburgakerk te Brugge.<br />

Broodloos (Jacob) 2<br />

jacob broolos, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie<br />

p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud (<strong>Gruuthuse</strong>-41).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, twee stier<strong>en</strong>hoorns van sabel, de rechtse versierd met<br />

e<strong>en</strong> ring van goud.<br />

Hij was mogelijks e<strong>en</strong> zoon van Pieter Broodloos, vermeld in 1358. Hij<br />

was verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van Brugge tuss<strong>en</strong> 1408 <strong>en</strong> 1412 <strong>en</strong><br />

burgemeester der schep<strong>en</strong><strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1413 <strong>en</strong> 1439. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24<br />

andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408.<br />

1 De Raadt, Sceaux, D. IV, p. 410 - Douxchamps, Breydel, p. 303, n° IV – Gailliard,<br />

Bruges, D. III, pp. 6-7 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 80-81 - Prev<strong>en</strong>ier,<br />

Handeling<strong>en</strong>, n° 11 <strong>en</strong> 716 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 142 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 289 – Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 95<br />

2 Gailliard, Bruges, D. IV, pp. 159-160 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp.<br />

481-482 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 142 - Van Praet, Recherches, p. 289 –<br />

Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 181 - Wikipedia, Brugge<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 57


Brugg<strong>en</strong> (Jan van der) 1<br />

jan van der breughe, in zilver drie lelies van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />

van keel over alles he<strong>en</strong> (Gistel-28).<br />

ZEGEL: “Johannes de Ponte”, schep<strong>en</strong> van Leuv<strong>en</strong> van 1389 tot 1412,<br />

zegelde in 1389 <strong>en</strong> 1398, drie lelies met afgeknotte voet, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />

erover.<br />

WAPEN: Bergshammar geeft voor “h jan vàd brugge” in zilver drie lelies<br />

met afgeknotte voet van sabel, e<strong>en</strong> hartschild met het wap<strong>en</strong> van Brabant.<br />

Jan van der Brugg<strong>en</strong> (de Ponte), ridder, huwde in 1377 Elisabeth t’Serarnts.<br />

Zij staat vermeld als weduwe in 1406. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon Jan, heer van<br />

Blaesveld. E<strong>en</strong> “Johannes de Ponte” was schep<strong>en</strong> van Leuv<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1389<br />

<strong>en</strong> 1412. E<strong>en</strong> “Jans van der Brueghe” staat in 1396 ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vermeld in<br />

de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de stad Brugge.<br />

Bul (Philips de) 2<br />

philips de bul, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met drie<br />

schelp<strong>en</strong> van zilver, vergezeld van twee maliën van sabel (Gistel-<br />

35).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uil<strong>en</strong>kop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van goud,<br />

uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> zilver.<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> Paul de Bul, schep<strong>en</strong> van het ambacht van Ieper, zegelde in<br />

1464, e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergezeld van twee<br />

maliën, gebrok<strong>en</strong> rechts van de malie in het schildhoofd met e<strong>en</strong> vijfpuntige<br />

ster.<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in goud (= zilver) e<strong>en</strong><br />

schuinbalk van sabel, belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong> van zilver, vergezeld van<br />

twee maliën van sabel.<br />

Hij haalde in 1402 de eerste prijs in het steekspel van de Spinet te Rijsel.<br />

“Philips d<strong>en</strong> Bul” werd vermeld in 1406-1407 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />

stad Brugge. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het<br />

steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408 <strong>en</strong> staat in 1410 vermeld in de<br />

monsteringslijst van Jan, heer van Gistel.<br />

1 Demay, Flandre, n° 4451 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 340 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 354 – Raneke, Bergshammar, n° 262 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p.<br />

64 - van Parys, Lignages, p. 704<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 303 - Bonaert, Sceaux, p. 288 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 423 -<br />

Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 478 <strong>en</strong> 481-482 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte,<br />

pp. 64 <strong>en</strong> 142<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 58


Carlier (Jan) 1<br />

jan de caerlier, in sabel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> azuur,<br />

vergezeld van drie disselbijl<strong>en</strong> van goud 2 (<strong>Gruuthuse</strong>-49).<br />

WAPEN: Dansaert, Rietstap <strong>en</strong> Van Dycke vermeld<strong>en</strong> te Brugge e<strong>en</strong> familie<br />

Carlier die wap<strong>en</strong>de, in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie<br />

klophamers van zilver. Smallegange, Zeeland Veredelt vermeldt e<strong>en</strong><br />

familie Carlier die voerde, in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie<br />

zespuntige sterr<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />

E<strong>en</strong> Jan “Caerline”, “Caerlin” of “Carlin” staat vermeld in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

van de stad Brugge in 1357-1358, 1372, 1398, 1400 <strong>en</strong> 1402. De<br />

stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> in 1399 e<strong>en</strong> “Jan Carliere”.<br />

Caumont (Gewijde de) 3<br />

guyot van caumont, in zilver 3 spoorrader<strong>en</strong> van azuur (<strong>Gruuthuse</strong>-<br />

20).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Guillelmi de Calvomonte” (Chaumont), klerk van de graaf<br />

van Artesië, zegelde in 1342, drie sterr<strong>en</strong>.<br />

WAPEN: De Artesische familie de Caumont wap<strong>en</strong>de normaal in keel<br />

bezaaid met herkruiste kruisjes van goud drie spoorrader<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />

Chastel, g<strong>en</strong>oemd Bleu-Chastel (Otto du) 4<br />

ostelet van d<strong>en</strong> casteele, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld<br />

in het hart van e<strong>en</strong> gekanteelde tor<strong>en</strong> van goud (Gistel-09).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> meester Jehan du Châtel, schep<strong>en</strong> van Rijsel, zegelde in 1445,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> kasteel; 2 <strong>en</strong> 3, drie leeuw<strong>en</strong>.<br />

Otto, ridder, was zoon van Mathieu <strong>en</strong> van Maria van Halewyn. Hij huwde<br />

Johanna de Pacy. E<strong>en</strong> “Oste du Castel”, schildknaap, werd in 1410<br />

vermeld in de monsteringslijst van Jan, heer van Gistel.<br />

Couderborch (Philips van der) 5<br />

phils vander couderbuerch, in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> met<br />

twee vijfpuntige sterr<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de top van e<strong>en</strong> sproorrad, alles van<br />

zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-29).<br />

ZEGEL: Philips van der Couderborch, amman van Brussel, zegelde in 1411,<br />

e<strong>en</strong> keper belad<strong>en</strong> met drie vijfpuntige sterr<strong>en</strong>.<br />

1 Dansaert, Armorial, p.172 - Debrabandere, Studie, n° 915 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 60, 102 <strong>en</strong> 359 – Rietstap, Armorial, D. I, p. 374 - Schouteet,<br />

Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 372, 426 <strong>en</strong> 463 - Van Dycke, Recueil, n° 86<br />

2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> maar met e<strong>en</strong> keper van vair.<br />

3 Demay, Artois, n° 1943 – Leuridan, Familles, D. I, p. 78<br />

4 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 560 – Demay, Flandre, n° 4418 - du Chastel de la Howarderie,<br />

Notices, D. I, p. 506<br />

5 Bethune, Epitaphes, p. 43 - Buylaert, Repertorium, pp. 184-185 - de Raadt, Sceaux, D.<br />

II, p. 268 <strong>en</strong> D. IV, p. 503 – Smet, Couderborch, pp. 50-53 - Van Praet, Recherches, p.<br />

290<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 59


WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde “mer Philips vander Cauwerburch, d’or<br />

au chevron de geule, chargé de 3 estoilles d’arg<strong>en</strong>t”.<br />

Hij was zoon van Philips I <strong>en</strong> van Kateline van der Lyst <strong>en</strong> echtg<strong>en</strong>oot van<br />

Clara Vilain, vrouw van Paddeschoot. In 1399 staat “Philip van der<br />

Couderborch ... kom<strong>en</strong>de uut het Land van Waes” ingeschrev<strong>en</strong> als poorter<br />

van Brugge. Philips van der Couderborch, ridder, was amman van Brussel<br />

in 1411. In 1414 werd hij b<strong>en</strong>oemd tot schout van Antwerp<strong>en</strong> met de titel<br />

“markgraaf van het land van Rij<strong>en</strong>” (schout van het markizaat van<br />

Antwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> het land van Ry<strong>en</strong>), functie die hij waarnam tot 1419.<br />

Cra<strong>en</strong>hals (H<strong>en</strong>ri) 1<br />

mer h<strong>en</strong>ric cra<strong>en</strong>hals, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in azuur drie lelies van<br />

goud; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud (<strong>Gruuthuse</strong>-27).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> kuif van goud.<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “H<strong>en</strong>rici Cra<strong>en</strong>hals, militi” zegelde in 1394, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong><br />

4, drie lelies met afgeknotte voet; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw.<br />

WAPEN: De familie voerde gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver drie lelies met<br />

afgeknotte voet van sabel (Schoevere); 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> leeuw van zilver<br />

(Sleeus).<br />

Hij was zoon van H<strong>en</strong>drik <strong>en</strong> van Maria de Leeuw, g<strong>en</strong>oemd van der<br />

Trapp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> huwde eerst Elisabeth van der Roos<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />

Margareta Schotelvoet. “H<strong>en</strong>rici Cra<strong>en</strong>hals, militi” was schep<strong>en</strong> van<br />

Brussel in 1394, 1399 <strong>en</strong> 1404. Hij bezat in 1394 het hof Ter Trapp<strong>en</strong>. Hij<br />

behoorde tot het geslacht van t’Serhuygs.<br />

Deerlycke (Jacob van)<br />

jacob van derleke, in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel<br />

(Gistel-37).<br />

Deerlycke (Michiel van) 2<br />

michiel và derleke, in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel,<br />

vergezeld in de rechter bov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud<br />

(Gistel-39).<br />

E<strong>en</strong> Michiel van Deerlycke staat vermeld in de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />

1406-1407. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het<br />

steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408 <strong>en</strong> aan verscheid<strong>en</strong>e steekspel<strong>en</strong> van<br />

de Witte Beer te Brugge, dit tuss<strong>en</strong> 1418 <strong>en</strong> 1422.<br />

1 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 433 - de Raadt, Sceaux, D. II, p. 274 – van Parys, Lignages,<br />

pp. 189-190<br />

2 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 478 <strong>en</strong> 481-482 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte,<br />

p. 142 - Van Praet, Recherches, p. 291<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 60


Dixmude (Frans van) 1<br />

frans van dixmude, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> azuur van acht<br />

stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uitgeschulpte schuinstreep van keel over alles he<strong>en</strong><br />

(Gistel-44).<br />

ZEGEL: Frans van Dixmude, schep<strong>en</strong> van Ieper, zegelde in 1412,<br />

gedwarsbalkt, e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gekanteelde schuinbalk erover.<br />

Hij was zoon van Michiel <strong>en</strong> van Katri<strong>en</strong> van Belle. Hij huwde in 1420<br />

Maria van Lichtervelde, vrouw van Beaureward. In 1401 z<strong>en</strong>dt de stad<br />

Ieper onder meer “Franse van Dixmude” naar Atrecht. In 1405 zijn “her<br />

France van Dixmude <strong>en</strong>de Meester Jan Belle” te Brugge. Frans van<br />

Dixmude was heer van D<strong>en</strong>tergem <strong>en</strong> staat vermeld als schep<strong>en</strong> van Ieper<br />

in 1413 <strong>en</strong> van 1421 tot 1423. Hij overleed in 1424.<br />

Dudzele (Jan van) 2<br />

mer jan van dudsele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van<br />

keel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn, vergezeld in de<br />

rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schildje met het wap<strong>en</strong> van Luxemburg 3<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-21).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hetzelfde.<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “Jan van Ghistele, ruddere”, zegelde in 1420, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong><br />

4, e<strong>en</strong> keper (van hermelijn), vergezeld in de rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong><br />

omgekeerd lindeblad zonder steel? (ruwe afbeelding); 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> keper<br />

(Dudzele).<br />

Hij was zoon van Rogier van Ghistelles <strong>en</strong> Margareta, erfdame van<br />

Dudzele. Hij huwde Jacqueline de Craon. “Jan van Ghistele, ruddere”,<br />

heer van Dudzele <strong>en</strong> van Strat<strong>en</strong> ontving in 1420 e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de<br />

heerlijkheid Guines. Hij overleed in 1430 in e<strong>en</strong> veldslag.<br />

Eechoute (Cornelis van d<strong>en</strong>) 4<br />

mer cornelis và dé eechoute, in azuur e<strong>en</strong> schuinbalk van goud,<br />

belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van sabel, vergezeld van zes blokjes van<br />

goud (Gistel-43).<br />

1 Bossuyt, Ryke, p. 98 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 616 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 384 –<br />

Feys, Saint-Martin, pp. 559, 597 <strong>en</strong> 606-610 – Gailliard, Bruges, D. I, pp. 48-49 -<br />

Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 527 <strong>en</strong> 734 - van R<strong>en</strong>ynghe de Voxvrie, Belle, pp. 48-49 <strong>en</strong><br />

397<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 381 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 495 – Schw<strong>en</strong>nicke,<br />

Stammtafeln, D. VII, t. 97 - Van Praet, Recherches, pp. 291-292<br />

3 Ms 2692 geeft voor het tweede <strong>en</strong> derde kwartier, in keel e<strong>en</strong> keper van zilver.<br />

4 Bethune, Epitaphes, p. 229 - Buylaert, Repertorium, pp. 214-215 - de Raadt, Sceaux, D.<br />

I, p. 408 - de Wree, G<strong>en</strong>ealogie, D. II, pp. 273-274 - Douët d'Arcq, Inv<strong>en</strong>taires, n° 10597<br />

- van Eeckhout, Recueil, n° 92-93, 107-108, 116, 130 <strong>en</strong> 136-138 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 296 – WMV, Eekhout<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 61


ZEGEL: Cornelis van d<strong>en</strong> Eechoute, zegelde in 1320 <strong>en</strong> Cornelis van d<strong>en</strong><br />

Eechoute, burggraaf van Roeselare, zegelde in 1460, e<strong>en</strong> veld bezaaid met<br />

blokjes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong> met 3 meerltjes.<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in azuur e<strong>en</strong> schuinbalk van<br />

goud, belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van keel, e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>zoom van zes blokjes<br />

van goud.<br />

Hij staat in 1387 vermeld als echtg<strong>en</strong>oot van Catharina, bastaarddochter<br />

van Lodewijk van Crecy, graaf van Vlaander<strong>en</strong>. Zij was weduwe van Pieter<br />

Boudins. Hij was onderbaljuw van G<strong>en</strong>t in 1397 <strong>en</strong> in 1402 werd hij<br />

aangegev<strong>en</strong> als “Cornelis vand<strong>en</strong> Eechoute bailliu van Gh<strong>en</strong>d”. In 1415<br />

was hij gescheid<strong>en</strong> van zijn echtg<strong>en</strong>ote <strong>en</strong> in 1420 <strong>en</strong> 1423 laat hij sam<strong>en</strong><br />

met Jacob Boudins zijn recht<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> op de erf<strong>en</strong>is van wijl<strong>en</strong> Catharina<br />

van Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Floques (Oste) 1<br />

hostin faucket van dorneke, in goud e<strong>en</strong> keper van azuur, vergezeld<br />

van ti<strong>en</strong> vijfblad<strong>en</strong> van keel, geplaatst 6 in het schildhoofd <strong>en</strong> 4 in de<br />

punt (Gistel-17).<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde “Floncques”, in zilver e<strong>en</strong> keper van<br />

keel, vergezeld van 10 vijfblad<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />

De kwartierstat<strong>en</strong> van Lodewijck van Huerne, gestorv<strong>en</strong> in 1513,<br />

vermeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> familie Floques, met e<strong>en</strong> gelijkaardig wap<strong>en</strong>, die verwant<br />

zou zijn met de familie van Bruelis uit Zeeland.<br />

Gheerolf (Jan) 2<br />

jan gherolf, in keel e<strong>en</strong> keper van sinopel geboord van goud, belad<strong>en</strong><br />

in de top met e<strong>en</strong> gesp van goud, vergezeld van drie vijfpuntige<br />

sterr<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-17).<br />

ZEGEL: Jehan “Gherlof”, schep<strong>en</strong> van Sluis, zegelde in 1406, e<strong>en</strong> keper<br />

omgev<strong>en</strong> van twee zeer versmalde kepers, vergezeld van drie sterr<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> Jan “Gherlof”, voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler zegelde in 1374. Jan<br />

“Gheerlofs cnape” wordt verder vermeld in 1386-1388 om e<strong>en</strong> vete die hij<br />

had met “Ywaine van Strat<strong>en</strong>”. In 1403 wordt “Jan Gheerolf f.” als<br />

schep<strong>en</strong> van het Ambacht Ass<strong>en</strong>ede door de baljuw van de Vier<br />

Ambacht<strong>en</strong> naar G<strong>en</strong>t gezond<strong>en</strong>. Hij was inwoner van Sluis, schep<strong>en</strong> van<br />

de stad in 1406 <strong>en</strong> baljuw in 1421. In 1432 was e<strong>en</strong> Jan Gheerolf beer van<br />

het steekspel van de Witte-Beer.<br />

1 Bethune, Epitaphes, p. 134<br />

2 Buntinx, Audi<strong>en</strong>tie, p. 327 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 754 - Buylaert, Repertorium, p.<br />

255 - de Raadt, Sceaux, D. I, pp. 486-487 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p.<br />

345 <strong>en</strong> D. IV, p. 373 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 611 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64<br />

<strong>en</strong> 143 - Van Praet, Recherches, p. 292<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 62


Ghistelles (Wulfard van) 1<br />

wulfaert van ghistele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, gedwarsstreept van<br />

zilver <strong>en</strong> azuur van twaalf stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw van keel erover; 2 <strong>en</strong><br />

3, in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn (Gistel-08).<br />

ZEGEL: Wulfard van Ghistelles, ridder, zegelde in 1333, gevier<strong>en</strong>deeld 1<br />

<strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> keper van hermelijn; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsstreept <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gekroonde<br />

leeuw erover. “Oulfars de Ghistielle”, ridder, zegelde in 1336,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> keper van hermelijn; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsstreept <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> leeuw (gekroond?) erover.<br />

WAPEN: E<strong>en</strong> grafzerk in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk maakt<br />

melding van “Wolfart de Ghistelle <strong>en</strong> son temps capitaine du chasteau de<br />

Courtray, fils de messire Wolfart, Sr de Wadinpraiel, qui mourut l’an 1424.<br />

Hij drouch Ghistelle ghecarteleert met Luxembourch burlé”.<br />

Wulfard was waarschijnlijk e<strong>en</strong> kleinzoon van Wulfard, heer van<br />

Waudempreau, zoon van Jan, heer van Gistel, <strong>en</strong> van Margareta van<br />

Luxemburg. In de lijst van Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> patriciërs van 1362-1363<br />

staan onder het Vrije van Brugge “Messire Jehan <strong>en</strong> Wulfaert de<br />

Ghistelle”. Het gaat hier ev<strong>en</strong>wel om Wulfard, heer van Waudempreau, <strong>en</strong><br />

zoon van Jan, heer van Gistel.<br />

Gistel (Jan, heer van) 2<br />

in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />

ZEGEL: “Johannis, domini de Ghistella, militis”, zegelde in<br />

1336, e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />

Jan VI, heer van Gistel, was zoon van Jan V, heer van Gistel <strong>en</strong> Harnes, <strong>en</strong><br />

van Isabella van Rode, vrouw van Ingelmunster. Hij huwde eerst met<br />

Margareta van Reyghersvliet <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s met Johanna de Châtillon. In<br />

de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië staat hij onder<br />

de jar<strong>en</strong> 1383/1384 aangegev<strong>en</strong> als ridder baanderheer, kamerheer van de<br />

hertog <strong>en</strong> kapitein van Brugge. Hij nam deel in 1408 aan de expeditie<br />

ondernom<strong>en</strong> door Jan zonder Vrees teg<strong>en</strong> de Luik<strong>en</strong>aars <strong>en</strong> aan de veldslag<br />

van Othée. Hij overleed tijd<strong>en</strong>s de veldslag van Azincourt in 1415. Zijn<br />

zoon Jan, raadsheer <strong>en</strong> kamerheer van Jan zonder Vrees, overleed in 1412<br />

te Bourges t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> epidemie.<br />

1 Bethune, Epitaphes, p. 278 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 889 - Buylaert, Repertorium, pp.<br />

261-262 – Demay, Flandre, n° 949 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 495 - van d<strong>en</strong> Eeckhout,<br />

Coninck, n° 98<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 87 <strong>en</strong> 379 – Buylaert, Repertorium, pp. 261-265 – Demay,<br />

Flandre, n° 944 - Marchal-Verdoodt, Table, p. 183 - Paravicini, Preuss<strong>en</strong>reis<strong>en</strong>, p. 168<br />

- Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 259, 413, 611 <strong>en</strong> 615 - Schnerb, Jean sans Peur, p. 545 -<br />

Schw<strong>en</strong>nicke, Stammtafeln, B. VII, t. 96<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 63


Goedericx (Everard) 1<br />

everaerd goederic, in azuur e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, getongd<br />

van keel, de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in azuur drie lelies<br />

van zilver (Gistel-34).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd van keel,<br />

halsband van azuur.<br />

WAPEN: “Joncvrau Elisabeth van Leeuwerghem”, vrouw van “Jan<br />

Godericx”, overled<strong>en</strong> op 5 april 1465, is begrav<strong>en</strong> in het begijnhof te<br />

D<strong>en</strong>dermonde. Zij voerde als wap<strong>en</strong>, in azuur het veld bezaaid met blokjes<br />

van goud e<strong>en</strong> leeuw van hetzelfde, e<strong>en</strong> schuinstaak van … over alles he<strong>en</strong>.<br />

Hij voerde als wap<strong>en</strong>, in azuur e<strong>en</strong> leeuw van goud, gewap<strong>en</strong>d <strong>en</strong> getongd<br />

van keel. Waarschijnlijk di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> hier de wap<strong>en</strong>s om te wissel<strong>en</strong>?<br />

E<strong>en</strong> “Everard Goederic” staat vermeld in 1357 <strong>en</strong> “Der Everaert<br />

Goederic” was schep<strong>en</strong> van Brugge in 1368-1369. Bij de jaargetijd<strong>en</strong> van<br />

de Onze-Lieve-Vrouwkerk te D<strong>en</strong>dermonde wordt in het jaar 1370<br />

“Daneel Goedericx, fs Everart” vermeld. In 1378-1379 vindt m<strong>en</strong> in de<br />

stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Brugge “sher Everaerds Goederix wedewe” <strong>en</strong> in<br />

1412 “Margareta de Belle, uxor Everardi Goderickx”.<br />

Gracht, bastaard (Hector van der) 2<br />

hector van der gracht basstaert, in sabel e<strong>en</strong> vrijkwartier in zilver<br />

e<strong>en</strong> keper van keel, vergezeld van drie meerltjes van sabel<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-16).<br />

ZEGEL: Hector van der Gracht, bastaardzoon van Olivier I, zegelde in 1417<br />

<strong>en</strong> 1420, e<strong>en</strong> keper vergezeld van drie meerltjes, e<strong>en</strong> schuinstaak over alles<br />

he<strong>en</strong>.<br />

“Hector du Fossé”, natuurlijke zoon van Olivier, heer van Gracht, <strong>en</strong> van<br />

Isabella de Le Piete, werd door Philips de Stoute gelegitimeerd. E<strong>en</strong> “Ettor<br />

du Fosse” staat in 1410 vermeld als schildknaap in de monsteringslijst van<br />

Jan, heer van Gistel.<br />

<strong>Gruuthuse</strong> (Jan, heer van)<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong><br />

schuinkruis van zilver.<br />

Zie hoger artikel I.A-I. 3<br />

1 Bethune, Epitaphes, pp. 56 <strong>en</strong> 60-61 - de Limburg-Stirum, Cartulaire, D. II, pp. 191-<br />

192 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 172 <strong>en</strong> 350<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 431 – Demay, Flandre, n° 2396 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. II,<br />

p. 131 – Vercaemst, Gracht, pp. 357-358<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 64


Gruuthuyse (Geldolf van d<strong>en</strong>)<br />

ghildolf van d<strong>en</strong> gruutuuse, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong><br />

schuinkruis van zilver; 2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste<br />

kwartier belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van<br />

goud 1 (<strong>Gruuthuse</strong>-14).<br />

Zie hoger artikel I.A-II. 4<br />

Gruuthuyse (Jan van d<strong>en</strong>)<br />

jan van d<strong>en</strong> gruutuuse, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis<br />

van zilver; 2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste kwartier<br />

belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud 2<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-12).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop van hermelijn, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />

hetzelfde uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

Zie hoger artikel I.A-II. 4<br />

Hacart 3<br />

achaerd van dorneke, in azuur drie klophamers van goud<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-48).<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

WAPEN: in azuur drie strijdbijl<strong>en</strong> van zilver, de twee in het schildhoofd<br />

afgew<strong>en</strong>d.<br />

Mogelijks gaat het hier om Jacob Hacart uit Doornik, die lid was van het<br />

Minnehof, g<strong>en</strong>oemd Karel VI.<br />

Hagh<strong>en</strong> (Jan van der) 4<br />

jan vander haghe, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> keel, de eerste<br />

dwarsbalk van goud belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van sabel 5<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-11).<br />

WAPEN: Rietstap vermeldt e<strong>en</strong> familie van der Haegh<strong>en</strong> die als wap<strong>en</strong><br />

voerde, in zilver drie dwarsbalk<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het schildhoofd<br />

van drie vogels van sabel, e<strong>en</strong> schuinstaak van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />

In de Sint-Janskerk te Sluis vindt m<strong>en</strong> het grafzerk van “Joncvr Marguerite<br />

vander haghe, Jans dochter, svoirs, Thomas wijf, <strong>en</strong> starf int jaer 1445”.<br />

E<strong>en</strong> Jan van der Haghe was in 1440 baljuw van Aard<strong>en</strong>burg.<br />

1 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder de ster.<br />

2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder de wass<strong>en</strong>aar.<br />

3 Bozzolo, Cour, n° 557 - WMV, Hacart<br />

4 Bethune, Epitaphes, p. 354 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Franc de Bruges, D. II, p. 269 –<br />

Rietstap, Armorial, D. I, p. 867<br />

5 Ms 2692 geeft gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> keel.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 65


Halewyn (Daniël van) 1<br />

daneel van halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel<br />

van keel (Gistel-07).<br />

ZEGEL: “Daneel van Alewine, ruddre”, zegelde in 1373 <strong>en</strong> 1378, drie<br />

leeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel erover.<br />

Daniël van Halewyn, ridder, heer van Drong<strong>en</strong> <strong>en</strong> van Hansbeke, werd<br />

gebor<strong>en</strong> rond 1361. Hij was zoon van Daniël, heer van Hansbeke, <strong>en</strong> van<br />

Catharina van Artevelde <strong>en</strong> overleed kinderloos na 1413. In de lijst van<br />

Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> patriciërs van 1362-1363 staan onder Kortrijk<br />

“Messire Daniel, Jehan, et Gauthier de Halewijn, chevaliers”. Het gaat<br />

hier ev<strong>en</strong>wel over zijn vader, gestorv<strong>en</strong> in 1383, <strong>en</strong> zijn twee ooms, die de<br />

stad Oud<strong>en</strong>aarde verdedigd<strong>en</strong> bij het beleg van 1382.<br />

Halewyn (Olivier van) 2<br />

mer olivir van halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld<br />

in het hart van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud (Gistel-03).<br />

Olivier, ridder, heer van Hemsrode, was de broer van Roeland, heer van<br />

Halluin, <strong>en</strong> de oom van Percheval. Hij huwde eerst Kateline van Rolleghem<br />

<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s Margareta van der Clyte. Hij was baljuw van 1382 tot 1387<br />

van D<strong>en</strong>dermonde <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s van 1387 tot 1391 van Aalst <strong>en</strong><br />

Geraardsberg<strong>en</strong>. De kasselrijrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Kortrijk vermeld<strong>en</strong> in 1391<br />

“mer Olivier van Haluwine”. Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan<br />

zonder Vrees, in 1396 tot in Bulgarije. Volg<strong>en</strong>s Sant<strong>en</strong>s was hij reeds<br />

overled<strong>en</strong> in 1394.<br />

Halewyn (Percheval van) 3<br />

mer perchevael van halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel,<br />

gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel (Gistel-02).<br />

Percheval, heer van Rollegem, zoon van Roeland, heer van Halluin, <strong>en</strong> van<br />

Margareta van d<strong>en</strong> Gruuthuyse stierf kinderloos. In 1392 staat “messire<br />

Perchevael de Halewine” vermeld in de Kortrijkse baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 856 – Buylaert, Repertorium, p. 311 - de Raadt, Sceaux, D. II,<br />

p. 18 - de Pauw, Artevelde, p. 787 <strong>en</strong> zegel n° 32 - Van Praet, Recherches, p. 295<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 60 - Buylaert, Repertorium, p. 311 - Debrabandere, Kasselrij,<br />

p. 144 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 81 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D.<br />

XV, p. 397 – Sant<strong>en</strong>s, Hemsrode, pp. 228-230 – Van Praet, Recherches, pp. 295-296<br />

3 Buylaert, Repertorium, p. 312 – Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 352 - Sant<strong>en</strong>s,<br />

Hemsrode, p. 231 - Van Praet, Recherches, p. 296<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 66


Halewyn (Willem van) 1<br />

mer willem v halewin, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> hartschild in zilver e<strong>en</strong> kruis van sabel, belad<strong>en</strong> met vijf schelp<strong>en</strong><br />

van goud (Gistel-01).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van zilver, getongd van keel,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver.<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: Willem “de Haelwin”, heer van Uitkerke, ridder, zegelde in 1405,<br />

drie gekroonde leeuw<strong>en</strong>, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild met e<strong>en</strong> kruis.<br />

Hij was zoon van Roeland, heer van Halluin, <strong>en</strong> van Margareta van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> huwde Margareta Bonin. Hij was schout van Brugge in<br />

1383. Hij nam deel, sam<strong>en</strong> met zijn broers Olivier <strong>en</strong> Percheval, aan de<br />

begraf<strong>en</strong>isplechtigheid van Gerard de Mortagne. In 1388 was hij baljuw<br />

van Brugge <strong>en</strong> van 1399 tot 1403 van Aalst. In 1405 verklaarde Willem<br />

“de Haelwin”, heer van Uitkerke <strong>en</strong> Bugg<strong>en</strong>hout, ridder, dat hij door de<br />

hertog van Bourgondië was vrijgesteld van het standgeld voor twee l<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

te Brugge. Vanaf 1411 was hij raadsheer van de raad van Vlaander<strong>en</strong>. Hij<br />

was aangesteld als testam<strong>en</strong>tuitvoerder van Jan VI, heer van Gistel. Hij<br />

overleed rond 1419.<br />

Halewyn, g<strong>en</strong>oemd Schoonjans (Jan van) 2<br />

jan scone jans, in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

hartschild in azuur drie kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van goud (Gistel-11).<br />

Volg<strong>en</strong>s Sant<strong>en</strong>s huwde Jan Schoonjans e<strong>en</strong> dochter van Roeland van<br />

Halewyn <strong>en</strong> van Margareta van d<strong>en</strong> Gruuthuyse. Volg<strong>en</strong>s Gailliard gaat het<br />

hier om Jan van Halewyn, burgemeester van Brugge in 1383 <strong>en</strong> amman<br />

van de stad G<strong>en</strong>t in 1411.<br />

Harduemont (Raas de Warfusée, heer van) 3<br />

rasse van godegont, in keel vijf lelies van goud, geplaatst 2, 2 <strong>en</strong> 1,<br />

vergezeld in de rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schelp van hetzelfde<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-03).<br />

ZEGEL: In 1383 gaf “Rasso de Warfesees, dominus de Warouz et de<br />

Haltep<strong>en</strong>ne, miles” e<strong>en</strong> kwijtschrift aan de hertog van Luxemburg. Hij<br />

zegelde, vier lelies, één in het linker schildhoofd, de drie andere geplaatst<br />

2 <strong>en</strong> 1; e<strong>en</strong> vrijkwartier belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leeuw.<br />

WAPEN: De familie de Warfusée-Waroux voerde als wap<strong>en</strong> in keel het veld<br />

bezaaid met lelies van zilver, e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud.<br />

1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 62 - Buylaert, Repertorium, p. 312 - de Raadt, Sceaux, D. II,<br />

p. 18 – van d<strong>en</strong> Eeckhout, Toison, n° 19 - Van Praet, Recherches, pp. 294-295 –<br />

Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 128<br />

2 de L'Espinoy, Noblesse, p. 193 – Gailliard, Bruges, D. I, p. 214 – Sant<strong>en</strong>s, Hemsrode, p.<br />

231 - Van Praet, Recherches, pp. 305-306<br />

3 de Borman, Hemricourt, D. II, pp. 241 <strong>en</strong> 397-398 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 200<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 67


Raas de Warfusée, ridder, heer van Waroux, Hautep<strong>en</strong>ne <strong>en</strong> Harduemont,<br />

is e<strong>en</strong> zoon van Raas de Warfusée, heer van Waroux, <strong>en</strong> van Gertrude<br />

d’Amay. Hij huwde in 1369 Margareta de Hautep<strong>en</strong>ne, vrouw van<br />

Hautep<strong>en</strong>ne <strong>en</strong> Harduemont, <strong>en</strong> overleed in 1403 zonder rechtstreekse<br />

erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong>.<br />

Herzele (R<strong>en</strong>ier van) 1<br />

reynnier van hersele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk<br />

van azuur, e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van de<br />

dwarsbalk, de schouder bedekt met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van zilver; 2 <strong>en</strong><br />

3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf ruit<strong>en</strong> van keel 2 (<strong>Gruuthuse</strong>-30).<br />

Zoon van Willem <strong>en</strong> echtg<strong>en</strong>oot van Goedele Halfhuys. Hij staat vermeld<br />

als weduw<strong>en</strong>aar van 1422 tot 1428 <strong>en</strong> had nageslacht.<br />

Herzele (Willem van) 3<br />

willem van hersele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van<br />

azuur, e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van de<br />

dwarsbalk; 2 <strong>en</strong> 3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf ruit<strong>en</strong> van keel<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-02).<br />

ZEGEL: Willem van Herzele, schep<strong>en</strong> van Brussel, zegelde in 1449,<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, e<strong>en</strong> uitgeschulpte schuinbalk; 2 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> dwarsbalk<br />

met e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw erover.<br />

WAPEN: De familie gebruikte normaal het eig<strong>en</strong> wap<strong>en</strong> in het eerste <strong>en</strong><br />

vierde kwartier.<br />

E<strong>en</strong> Willem van Herzele voerde als wap<strong>en</strong> in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van 5<br />

ruit<strong>en</strong> van keel. Hij huwde Elisabeth Oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet reeds gestorv<strong>en</strong> zijn<br />

voor 1374. De familie Oem<strong>en</strong> voerde als wap<strong>en</strong> in zilver (of in goud), e<strong>en</strong><br />

dwarsbalk van azuur, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van keel. Waarschijnlijk is<br />

deze Willem (hij voerde het gevier<strong>en</strong>deelde wap<strong>en</strong> van beid<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> zoon<br />

van bov<strong>en</strong>vermelde Willem <strong>en</strong> Elisabeth. Hij wordt vermeld tuss<strong>en</strong> 1377<br />

<strong>en</strong> 1412.<br />

Hole (Jan van d<strong>en</strong>) 4<br />

jan van d<strong>en</strong> hole, in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot<br />

van keel (Gistel-48).<br />

Hij staat vermeld in 1395 als schep<strong>en</strong> van de heerlijkheid Sint-Maria-<br />

Oud<strong>en</strong>hove. Mogelijks gaat het hier om Jan, aangegev<strong>en</strong> als minderjarige<br />

1 van Parys, Lignages, pp. 667-668<br />

2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />

3 Demay, Flandre, n° 4248 - van Parys, Lignages, pp. 37, 524 <strong>en</strong> 667-668 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 296<br />

4 Bethune, Epitaphes, p. 22 - de Pauw, Artevelde, p. 799 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n°<br />

248<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 68


in 1368, zoon van Eustache <strong>en</strong> van Margareta Sloefs. E<strong>en</strong> ridder Jan van<br />

d<strong>en</strong> Hole ligt begrav<strong>en</strong> in het klooster te Melle.<br />

Hole (Simon van d<strong>en</strong>) 1<br />

simo<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> hole, in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong><br />

gepoot van keel (Gistel-47).<br />

ZEGEL: zijn vader, Frans van d<strong>en</strong> Hole, voordi<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler,<br />

onder Lodewijk van Nam<strong>en</strong>, zegelde in 1374, drie adelaars <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bar<strong>en</strong>steel met 5 hangers erover.<br />

WAPEN: “Lodewijck van d<strong>en</strong> Hole, f s François” voerde als wap<strong>en</strong>, in zilver<br />

drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot van keel.<br />

Hij was zoon van Frans van d<strong>en</strong> Hole, verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van<br />

G<strong>en</strong>t tuss<strong>en</strong> 1375 <strong>en</strong> 1390, <strong>en</strong> van Gertrude van Raveschoot. Simon<br />

verving zijn vader als schep<strong>en</strong> van G<strong>en</strong>t in 1390. Hetzelfde jaar werd hij<br />

door de stad op missie gezond<strong>en</strong> naar Kortrijk <strong>en</strong> naar Hesdin. Hij overleed<br />

kinderloos.<br />

Hoste (Joris) 2<br />

joris hoste, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie<br />

eekhoorntjes van zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-39).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gaande eekhoorn van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van goud<br />

uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> goud.<br />

ZEGEL: Jehan Hoste zegelde in 1402, e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong> met drie<br />

eekhoorntjes.<br />

“Joris Ost<strong>en</strong>” staat sam<strong>en</strong> met “her Zegher<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Walle” vermeld in<br />

de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1400-1401. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere<br />

Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408. Hij staat<br />

in hetzelfde jaar vermeld als lid van de Sint-Jorisgilde.<br />

Langheraerts (Balthazar) 3<br />

baltazar langhered sone, gedeeld I, in zilver e<strong>en</strong> halve adelaar van<br />

sabel, uitgaande van de deellijn; II, in keel drie tor<strong>en</strong>s van goud; e<strong>en</strong><br />

smalle getande zoom van sinopel over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-37).<br />

E<strong>en</strong> “Willem Langheraerds zu<strong>en</strong>e” staat vermeld in e<strong>en</strong> belangrijke lijst<br />

van Brugse notabel<strong>en</strong> die op 4 maart 1392 naar Ieper werd<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong> om<br />

met de hertog te onderhandel<strong>en</strong>.<br />

1 Bethune, Epitaphes, p. 22 - de Pauw, Artevelde, p. 799 - de Raadt, Sceaux, D. II, p. 97 -<br />

Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 146 <strong>en</strong> 147 – WMV, Hole<br />

2 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 444 <strong>en</strong> D. IV, pp. 433 <strong>en</strong> 481-482 - Van d<strong>en</strong><br />

Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 143<br />

3 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 239 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 69


Leeuwerghem (Robrecht van) 1<br />

mer robrecht van lewerghem, in azuur het veld bezaaid met blokjes<br />

van goud e<strong>en</strong> leeuw van hetzelfde, gekroond van keel, de schouder<br />

bedekt met e<strong>en</strong> lelie van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-06).<br />

Banier met het wap<strong>en</strong><br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Robreecht van Masseminne”, heer van Massem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Leeuwergem, zegelde in 1428, e<strong>en</strong> leeuw, de schouder belad<strong>en</strong>.<br />

Hij was zoon van Giselbrecht <strong>en</strong> de broeder van Giselbrecht, heer van<br />

Leeuwergem, <strong>en</strong> huwde eerst Margareta van Ingelmunster <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />

Maria van Halewyn. Hij was baljuw van Aalst van 1405 tot 1407 <strong>en</strong> daarna<br />

van Kortrijk tot 1412 <strong>en</strong> overleed rond 1419.<br />

Lembeke (Jan van) 2<br />

mer jan và lembeke, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel<br />

van azuur (Gistel-06).<br />

WAPEN: Normaal e<strong>en</strong> veld van zilver.<br />

Ridder Jan van Lembeke was zoon van Rogier <strong>en</strong> van Isabella van der<br />

Moere. In 1390 staat “messire Jehan de Lembeke” vermeld in de Kortrijkse<br />

baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Hij was schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije in 1391 <strong>en</strong> 1395<br />

<strong>en</strong> burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1393. E<strong>en</strong> “Jan van Lembeeke” staat<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in 1390 <strong>en</strong> 1391 aangegev<strong>en</strong> als burgemeester van de commune.<br />

Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in 1396 tot in<br />

Bulgarije. Hij had e<strong>en</strong> zuster Isabella, die in 1384 vermeld staat als weduwe<br />

van Lubrecht Scotelaere.<br />

Lov<strong>en</strong>deghem (Roeland van) 3<br />

roelant van lov<strong>en</strong>deghem, in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

drie schelp<strong>en</strong> van keel (Gistel-45).<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

WAPEN: in sabel e<strong>en</strong> keper van zilver, belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong> van keel.<br />

Hij was e<strong>en</strong> zoon van Roeland <strong>en</strong> van Margareta van Praet. Hij bracht in<br />

1394, na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, le<strong>en</strong>hulde voor vier l<strong>en</strong><strong>en</strong> op de<br />

heerlijkheid Lov<strong>en</strong>degem. In 1400, staat “mer Roeland van Lov<strong>en</strong>deghem”<br />

aangegev<strong>en</strong>. Hij overleed zonder nageslacht.<br />

1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 400 – Buylaert, Repertorium, p. 419 - Castelain, Halewijn, p.<br />

169 – De Keyser, Lembeke, p. 226 – Demay, Flandre, n° 1295 - De Temmerman,<br />

Leeuwergem, pp. 136-137 - Van Praet, Recherches, p. 299<br />

2 Buylaert, Repertorium, p. 423 - Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 616 - Delepierre,<br />

Docum<strong>en</strong>ts, D. VII, pp. 76-79 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 82 - Kervyn de<br />

Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 397 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 154 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 298 - WMV, Lembeke<br />

3 Buylaert, Repertorium, p. 442 - Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 121-122 - Van Praet, Recherches, pp.<br />

298-299 - WMV, Lov<strong>en</strong>degem<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 70


Maerschalck (Boudewijn de) 1<br />

boudin de marscalt, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met<br />

drie hoefijzers van zilver, in de linkerbov<strong>en</strong>hoek e<strong>en</strong> schildje in<br />

azuur drie kor<strong>en</strong>schav<strong>en</strong> van goud, gebond<strong>en</strong> van keel, e<strong>en</strong> smalle<br />

zoom van hetzelfde (Gistel-16).<br />

“Katheline, weduwe van Boudin Maerscalx” staat vermeld in 1399. E<strong>en</strong><br />

“H. Boudin de Maerscalc” nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel<br />

aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408. In hetzelfde jaar was hij<br />

voogd van het Sint-Juliaangasthuis. Hij staat in 1411 aangegev<strong>en</strong> als<br />

“maerscalke van d<strong>en</strong> here van Brucghe”. Hij was schep<strong>en</strong> van Brugge in<br />

1416 <strong>en</strong> 1427 <strong>en</strong> burgemeester in 1421. E<strong>en</strong> “Elisabeth Maerschals, f a<br />

s’heer Bouduin”, echtg<strong>en</strong>ote van Arnout Brantius, overleed in 1400 <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

“Cathelijne f a s’heer Bouduin Maerschaelck”, echtg<strong>en</strong>ote van Lodewijk<br />

van Moerkercke, overleed in 1425.<br />

Maets<strong>en</strong>are (Joris de) 2<br />

jooris de maets<strong>en</strong>are, in sinopel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> keel,<br />

vergezeld van drie gesp<strong>en</strong> van goud <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het punt van de keper<br />

van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde 3 (Gistel-29).<br />

“Joris de Maets<strong>en</strong>are” was schep<strong>en</strong> van de stad Brugge in 1366. In 1435,<br />

bezat<strong>en</strong> zijn erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> land te Aard<strong>en</strong>burg. In de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />

algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië wordt er voor de jar<strong>en</strong> 1386/1387 e<strong>en</strong><br />

“Jean de Mat<strong>en</strong>aye, bruguemastre” van Brugge vermeld die van de hertog<br />

vaatwerk ontvangt. In 1435 bezat<strong>en</strong> zijn erfg<strong>en</strong>am<strong>en</strong> nog steeds grond<strong>en</strong> in<br />

Aard<strong>en</strong>burg.<br />

Masmines, bastaard (Galois van) 4<br />

gelois van massemeyn basstaert, in azuur e<strong>en</strong> leeuw van goud, de<br />

schouder bedekt met e<strong>en</strong> lelie van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van sabel<br />

over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-31).<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “Galaut và Massem<strong>en</strong>e”, broeder van Jan, zoon van “Rubbrecht”,<br />

zegelde in 1430 e<strong>en</strong> akte betreff<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te Sint-Gillis, gehoud<strong>en</strong> door<br />

zijn broer Jan van het kasteel van D<strong>en</strong>dermonde, e<strong>en</strong> schuinbalk belad<strong>en</strong><br />

met 3 roz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vrijkwartier met e<strong>en</strong> leeuw belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lelie,<br />

schuinbalksgewijs geplaatst.<br />

1 Bethune, Epitaphes, pp. 316 <strong>en</strong> 365-366 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 475 - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 107 <strong>en</strong> 481-482 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 598 <strong>en</strong> 675<br />

- Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 403 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 143 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 299 - Wikipedia, Brugge<br />

2 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 363 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Petites-Villes,<br />

D. II, p. 469 – Marchal-Verdoodt, Table, p. 262 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 46<br />

3 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />

4 de Raadt, Sceaux, D. II, pp. 433-434 – Bethune, Epitaphes, p. 87 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire,<br />

D. II, p. 131<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 71


In de jaargetijd<strong>en</strong> van de abdij van Ninove staan “Dnus Joannes de Gallois,<br />

miles” <strong>en</strong> “Dnus Joannes de Gallois, fs naturalis” vermeld. E<strong>en</strong> “Griffon<br />

de Masmines”, zoon van Jan <strong>en</strong> van Catharina Sneckers, werd door Philips<br />

de Stoute gelegitimeerd.<br />

Melan<strong>en</strong> (Jacob van) 1<br />

jacob van melane, in zilver e<strong>en</strong> keper van azuur, belad<strong>en</strong> met drie<br />

vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van goud (Gistel-31).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van zilver, getongd van keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht van zilver.<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

Jacob van Melan<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn vrouw Trude droeg<strong>en</strong> in 1398 e<strong>en</strong> hofstede aan<br />

de westzijde van de Sint-Gillis-Nieuwstraat te Brugge over aan de stad. Hij<br />

nam sam<strong>en</strong> met 24 andere Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong><br />

te Rijsel in 1408. In 1409 deed de weduwe van Jacob van Melan<strong>en</strong> gifte<br />

van r<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge. E<strong>en</strong> Jacob van<br />

Melan<strong>en</strong>, de jonge, nam deel aan verschill<strong>en</strong>de Brugse steekspel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

1418 <strong>en</strong> 1423. Hij staat in 1410 vermeld in de monsteringslijst van Jan,<br />

heer van Gistel, <strong>en</strong> werd in 1411 aangegev<strong>en</strong> als “maerscalke van d<strong>en</strong> here<br />

van Brucghe”. Hij haalde in 1419 de eerste prijs in het steekspel van de<br />

Spinet te Rijsel.<br />

Messem (Tristan van) 2<br />

tristram van messeem, in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> in de top<br />

met e<strong>en</strong> ring van goud, vergezeld van drie wass<strong>en</strong>aars van keel<br />

(Gistel-13).<br />

ZEGEL: “Margriete, fille de messire Guy, filz de messire Guy de Flandres,<br />

jadis bastaerd, chevaliers, femme de Tristram de Messem” ontving in 1398<br />

e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de briev<strong>en</strong> van Ass<strong>en</strong>ede. Zij gebruikte als zegel, gedeeld I,<br />

e<strong>en</strong> keper vergezeld van drie wass<strong>en</strong>aars; II, e<strong>en</strong> vol wap<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

vrijkwartier belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> leeuw.<br />

Tristan was zoon van Willem <strong>en</strong> van Maria van der Beurse. Hij huwde<br />

Margareta van Vlaander<strong>en</strong>, overled<strong>en</strong> in 1411. “Messire Tristan de<br />

Messem” vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in 1396 tot in<br />

Bulgarije. Hij was één van de weinige Vlaming<strong>en</strong> die teruggekom<strong>en</strong> zijn<br />

na de veldslag van Nicopolis. Hij werd gevang<strong>en</strong> door de Turk<strong>en</strong>, maar<br />

1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 630 – Gailliard, Inscriptions, D. II, p. XXIX - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, pp. 107 <strong>en</strong> 481-482 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 380 -<br />

Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 143 - Van Praet, Recherches, p. 300<br />

2 de Raadt, Sceaux, D. II, p. 474 – Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 82 - Gailliard,<br />

Bruges, D. V, p. 234 – Gailliard, Inscriptions, D. I, p. 79 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove,<br />

Froissart, D. XV, p. 397 <strong>en</strong> D. XVI, pp. 258-260 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 –<br />

Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 116<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 72


kwam tamelijk snel vrij. Zijn schoonbroer daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>, Nikolaas<br />

Ut<strong>en</strong>hove, zou er zev<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> over do<strong>en</strong>.<br />

Mett<strong>en</strong>eye (Lodewijk) 1<br />

lodewic mett<strong>en</strong> eye, in keel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top<br />

met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van azuur, vergezeld van drie tor<strong>en</strong>s van<br />

goud (<strong>Gruuthuse</strong>-42).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Jan Mett<strong>en</strong>ye”, ridder, zegelde in 1390, e<strong>en</strong> keper belad<strong>en</strong> in<br />

de top met e<strong>en</strong> ring <strong>en</strong> vergezeld van drie kastel<strong>en</strong>.<br />

“Loys Mett<strong>en</strong>-Eye, bourgeois de Bruges” vergezelde de graaf van Nevers,<br />

Jan zonder Vrees, in 1396 tot in Bulgarije.<br />

Mett<strong>en</strong>eye (Peter) 2<br />

pieter mettè eye, in keel e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie<br />

tor<strong>en</strong>s van hetzelfde, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van azuur (<strong>Gruuthuse</strong>-40).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van keel <strong>en</strong> zilver, gebekt van zilver,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

WAPEN: Normaal is de keper van zilver.<br />

Peter Mett<strong>en</strong>eye nam deel in 1398-1399 aan het steekspel te Rijsel, waar<br />

hij “d<strong>en</strong> danc brochte van der spinette”. Hij was raadsheer van de hertog.<br />

Hij was gehuwd met Barbara van der Zyckele <strong>en</strong> overleed in 1427. Ze<br />

werd<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de Augustijnerkerk te Brugge. E<strong>en</strong> Peter<br />

Mett<strong>en</strong>eye was schout van de stad Brugge <strong>en</strong> burgemeester in 1416, 1420<br />

<strong>en</strong> 1426.<br />

Moerkercke (Lodewijk van) 3<br />

mer lovis van moerkerke, in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong><br />

met vijf schelp<strong>en</strong> van goud, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong><br />

schildje in goud vier kepers van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-22).<br />

ZEGEL: Catharina, dochter van Boudewijn Maerschalck <strong>en</strong> weduwe van<br />

heer Lodewijk van “Mourquerque”, ridder, baljuw van Kortrijk, zegelde<br />

in 1425, gedeeld I, e<strong>en</strong> schuinkruis belad<strong>en</strong> met 5 schelp<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergezeld in<br />

het schildhoofd van e<strong>en</strong> schildje met drie kepers; II, e<strong>en</strong> schuinbalk<br />

belad<strong>en</strong> met drie hoefijzers.<br />

WAPEN: Normaal zijn de vijf schelp<strong>en</strong> van zilver.<br />

1 Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 82 - Demay, Flandre, n° 1320 - de Raadt, Sceaux,<br />

D. IV, p. 533 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte,<br />

p. 64<br />

2 Gailliard, Bruges, D. VI, p. 333 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 400 - Van<br />

d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 144 - Van Praet, Recherches, p. 301 – Vermeersch,<br />

Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 144 - WMV, Mett<strong>en</strong>eye - Wikipedia, Brugge<br />

3 Bethune, Epitaphes, pp. 365-366 – Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 392 – Buylaert,<br />

Repertorium, pp. 489-490 - Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, D. VII, pp. 81-88 - de Raadt,<br />

Sceaux, D. II, p. 487 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 402 <strong>en</strong> 636 - WMV, Moerkerke<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 73


Hij was raadsheer <strong>en</strong> kamerling van de hertog van Bourgondië, graaf van<br />

Vlaander<strong>en</strong>. “Lowis van Moerkercke, rudder” staat verschill<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong><br />

vermeld als schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije van 1399 tot 1406 <strong>en</strong><br />

burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> in 1400 <strong>en</strong> 1407. Tuss<strong>en</strong> 1398 <strong>en</strong> 1403,<br />

werd “mer Lonis van Moerkeerke” verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie<br />

gezond<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad. Hij overleed in 1423 <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote Catharina<br />

in 1425 <strong>en</strong> beid<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te<br />

Damme.<br />

Nevele (Willem van) 1<br />

mer willem van nevele, in goud e<strong>en</strong> kruis van keel (Gistel-04).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Willelmi de Nivella”, ridder, heer van Uitberg<strong>en</strong>,<br />

zegelde in 1336: e<strong>en</strong> kruis.<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in zilver e<strong>en</strong> kruis van keel.<br />

Hij was zoon van Willem, g<strong>en</strong>oemd Ghauwain, heer van Oosthove, <strong>en</strong> van<br />

Willelmina van Halewyn, g<strong>en</strong>oemd de Deurwaerder, vrouw van<br />

Lichtervelde <strong>en</strong> huwde Maria van Ghistelles. Hij was aanwezig in 1391 bij<br />

de begraf<strong>en</strong>isplechtigheid van Gerard de Mortagne. Hij overleed in of voor<br />

1393, datum waar “thoir van mer Willemme van Nevele” vermeld staat.<br />

Zijn zuster Maria, echtg<strong>en</strong>ote van Rogier Boetelin, g<strong>en</strong>oemd van Heule,<br />

erfde de heerlijkheid Lichtervelde. In de lijst van Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

patriciërs van 1362-1363 staan onder Veurneambacht “Messire Guillaume<br />

de Nevele”.<br />

Parys, bastaard (van) 2<br />

de basstaert parijs, gedwarsbalkt van zilver <strong>en</strong> keel van acht stukk<strong>en</strong>,<br />

de dwarsbalk<strong>en</strong> van keel getralied van goud, e<strong>en</strong> schuinstaak van<br />

sinopel over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-10).<br />

E<strong>en</strong> Jan van Parys werd ridder geslag<strong>en</strong> in 1359 voor de veldslag van<br />

Nog<strong>en</strong>t-sur-Seine. “Her Jan Paris” staat vermeld in 1377 in gezelschap<br />

van de “her Gherart van Ghistele”. Hij overleed in 1391 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s zijn<br />

testam<strong>en</strong>t erfd<strong>en</strong> Gerard van Ghistelles, zijn vrouw <strong>en</strong> hun zoon Jan,<br />

goeder<strong>en</strong> van hem <strong>en</strong> dit “vertus qu'<strong>en</strong> son <strong>en</strong>droit auoit demonstré<br />

Messire Gerard de Guistelles Chevalier”.<br />

1 Bethune, Epitaphes, p. 266 - Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 940 - Buylaert, Repertorium, p.<br />

522 – Debrabandere, Hulster, N° 505 - Demay, Flandre, n° 1399 - van d<strong>en</strong> Eeckhout,<br />

Coninck, n° 83 - Van Praet, Recherches, p. 301 – WMV, Nevele<br />

2 Buylaert, Repertorium, pp. 548-549 - de L'Espinoy, Noblesse, pp. 344-345 - de Pauw,<br />

Audi<strong>en</strong>cie, p. 940 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. VI, p. 166<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 74


Peckelmoes (Godschalck) 1<br />

godscalc perkelmoes, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van<br />

sabel, vergezeld van drie meerltjes van keel; 2 <strong>en</strong> 3, in (azuur) e<strong>en</strong><br />

lelie van goud 2 (Gistel-25).<br />

“Godscalke Peckelmoes” staat vermeld in 1369 in de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de<br />

stad Brugge.<br />

Quarouble (Jacob de) 3<br />

jacob de crombeke, in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

vier vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, één in het schildhoofd links, één in<br />

het hart <strong>en</strong> twee in de voet, vergezeld van vier maliën van zilver 4<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-46).<br />

Geeft in 1400 e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te Saultain als erf<strong>en</strong>is.<br />

Quarouble (Jan de)<br />

jan de crombeke, in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

vijf vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën van zilver<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-47).<br />

Quarouble (Willem de) 5<br />

willem de crombeke, in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

vijf vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën van zilver<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-45).<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Willaume de Courouble” zegelde in 1428, e<strong>en</strong> schuinkruis<br />

belad<strong>en</strong> met vijf spoorrader<strong>en</strong>, gebrok<strong>en</strong> in de rechterbov<strong>en</strong>hoek met e<strong>en</strong><br />

punt <strong>en</strong> gekantonneeerd van vier maliën.<br />

E<strong>en</strong> “Guillaume Quaroble” was algeme<strong>en</strong> procureur van de graaf in 1350.<br />

E<strong>en</strong> “Willame de Quarouble sr de Lespaix” overleed in 1438 <strong>en</strong> werd<br />

sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, Jehanne Le Wette, overled<strong>en</strong> in 1406, begrav<strong>en</strong><br />

in de Sint-Gerykerk te Val<strong>en</strong>ci<strong>en</strong>nes. Volg<strong>en</strong>s zijn grafzerk was het<br />

schuinkruis belad<strong>en</strong> met 5 sterr<strong>en</strong> van keel.<br />

1 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 172<br />

2 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> maar het eerste <strong>en</strong> vierde kwartier zonder de drie<br />

meerltjes.<br />

3 Bozzolo, Cour, n° 740<br />

4 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> maar het schuinkruis belad<strong>en</strong> met vijf vijfpuntige sterr<strong>en</strong>.<br />

5 Demay, Flandre, n° 1472 - Limburg-Stirum, Cartulaire, D. I, p. 152 – Leuridan,<br />

Epigraphie, p. 59 – Rodière, Table, p. 77<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 75


Rabecque (Victor de La Douve, g<strong>en</strong>oemd de) 1<br />

victor van rabeke, in goud vier kepers van azuur (Gistel-14).<br />

ZEGEL: “Victors de le Douve, dit de Rabieque”, ridder ontving<br />

in 1409 <strong>en</strong> 1410 e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te van de hertog van Bourgondië. Hij<br />

gebruikte als zegel, vier kepers, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild<br />

(ruw).<br />

WAPEN: Bethune geeft voor de familie “vander Douve”, in goud vier<br />

kepers van sabel.<br />

“Mher Victor dela Douve, gheseyt van de Rabeke” staat vermeld in 1420.<br />

Hij was raadsheer van de hertog <strong>en</strong> baljuw van Veurne. Hij overleed in<br />

1421 <strong>en</strong> werd begrav<strong>en</strong> in de Sint-D<strong>en</strong>iskerk te Veurne. “Riflaerde f. Mer<br />

Victoors van Rabeke, bastaerd”, afkomstig uit Quesnoit op de Leie werd<br />

poorter van Brugge in 1444.<br />

Ranst (Wouter = Adam ? van) 2<br />

woutre van ranst, in goud drie pal<strong>en</strong> van keel, de middelste paal in<br />

het schildhoofd belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud 3 (<strong>Gruuthuse</strong>-<br />

04).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Adaem van Berchghem”, ridder, zegelde in 1374 met e<strong>en</strong><br />

gelijkaardig wap<strong>en</strong>.<br />

WAPEN: Led<strong>en</strong> van de familie van Berchem - Ranst voerd<strong>en</strong> als wap<strong>en</strong> in<br />

zilver drie pal<strong>en</strong> van keel, meestal met e<strong>en</strong> breukelem<strong>en</strong>t.<br />

Hij was zoon van Jan <strong>en</strong> van Elisabeth van Stad<strong>en</strong>. Hij huwde Catharina<br />

van Ypelaer <strong>en</strong> overleed in 1414.<br />

Raveschoot (Willem van) 4<br />

willè và ravèscote, in goud 3 rav<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van<br />

keel (Gistel-46).<br />

Hij was zoon van Boudewijn <strong>en</strong> van Catharina van Steelant <strong>en</strong> huwde<br />

Mathilde Borluut. “Willem van Ravescoete”, schep<strong>en</strong> van G<strong>en</strong>t, werd in<br />

1402 op missie gezond<strong>en</strong> naar Brugge <strong>en</strong> in 1403 naar Calais. In 1406<br />

verkocht hij, sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, hun huis te G<strong>en</strong>t aan Walrave,<br />

heer van Massem<strong>en</strong>. Hij overleed in 1410 <strong>en</strong> ligt, sam<strong>en</strong> met zijn<br />

echtg<strong>en</strong>ote, begrav<strong>en</strong> in de Sint-Janskerk te G<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> Willem van<br />

Ravschoot was in 1438 le<strong>en</strong>houder van grond<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> in het goed<br />

g<strong>en</strong>oemd “Nieuwgoed” <strong>en</strong> “Fierk<strong>en</strong>sbrouc” te Petegem. In de lijst van<br />

1 Bethune, Epitaphes, pp. 110, 217 <strong>en</strong> 252 - Buylaert, Repertorium, p. 579 - De Flou,<br />

Toponymie, D. 13, p. 216 - de Raadt, Sceaux, D. I, p. 394 – Jamees, Brugse, D. II, p. 198<br />

– WMV, Douve <strong>en</strong> Rabecque<br />

2 Jéquier, Ranst, pp. 2-3, 28-33 <strong>en</strong> n° VII-7<br />

3 Ms 2692 geeft hetzelfde wap<strong>en</strong> zonder wass<strong>en</strong>aar.<br />

4 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 1003 - de Potter, Petegem, p. 20 – Despodt, G<strong>en</strong>tse, n° 1.3./010<br />

– Goethals, Dictionnaire, D. I, p. 452 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 578, 584, 600, 602,<br />

613 <strong>en</strong> 621 - Van Praet, Recherches, pp. 302-303<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 76


Vlaamse edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> patriciërs van 1437 staan onder G<strong>en</strong>t “Jacques et<br />

Guillaume de Raveschot, freres”.<br />

R<strong>en</strong>ty (Raas de) 1<br />

mer rasse và r<strong>en</strong>ty, in goud drie disselbijl<strong>en</strong> van keel, vergezeld in<br />

het hart van e<strong>en</strong> zespuntige ster van sinopel, e<strong>en</strong> smalle getande<br />

zoom van hetzelfde (<strong>Gruuthuse</strong>-19).<br />

WAPEN: Bergshammar geeft voor R<strong>en</strong>ty, in zilver drie disselbijl<strong>en</strong> van<br />

keel, de twee bov<strong>en</strong>ste afgew<strong>en</strong>d.<br />

In 1396 vergezelde hij de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, tot in<br />

Bulgarije.<br />

Reyghersvliet (Jan van) 2<br />

jan van regaersvliete, in azuur e<strong>en</strong> uitgeschulpt kruis van goud, e<strong>en</strong><br />

bar<strong>en</strong>steel van keel (Gistel-10).<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie in azuur e<strong>en</strong> uitgeschulpt<br />

kruis van zilver.<br />

In 1396 vergezelde “Messire Jehan de Reingaerdsvliete” de graaf van<br />

Nevers, Jan zonder Vrees, tot in Bulgarije.<br />

Rockeghem (Jan van) 3<br />

jan van rokeghem, in goud e<strong>en</strong> kruis van keel, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

vijfpuntige ster van zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-07).<br />

WAPEN: in goud e<strong>en</strong> dubbelgebloemde binn<strong>en</strong>zoom van sinopel, e<strong>en</strong> kruis<br />

van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />

Hij was zoon van Pieter, heer van Kerkem, overled<strong>en</strong> rond 1380. Hij huwde<br />

e<strong>en</strong> dochter van Goesin Cabeliau. In 1411 vertrok hij, sam<strong>en</strong> met Jan van<br />

Cless<strong>en</strong>aere <strong>en</strong> Jan van de Kerchove, naar Douai als kapitein van de<br />

stedelijke militie. In 1416 staat “edele weerd<strong>en</strong> heere mijn here Jan van<br />

Rokeghem, rudder, heere van Kerckhem <strong>en</strong> sin hove <strong>en</strong>de heerscepe van<br />

T<strong>en</strong> Doerne” aangegev<strong>en</strong>.<br />

1 Bij Delaville Le Roulx staat hij aangegev<strong>en</strong> als “le Galois de R<strong>en</strong>ty”. In de rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

van de algem<strong>en</strong>e ontvanger van Bourgondië staat voor de jar<strong>en</strong> 1388/1389, e<strong>en</strong> Vitasse<br />

dit Galois de R<strong>en</strong>ty, ridder aangegev<strong>en</strong> als kamerheer van de hertog (Delaville Le Roulx,<br />

Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 84 - de Woelmont de Brumagne, R<strong>en</strong>ty, p. 11 – Marchal-Verdoodt,<br />

Table, p. 329 – Raneke, Bergshammar, n° 1845).<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 372 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 83 - Kervyn de<br />

Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 397 – WMV, Reigersvliet<br />

3 Buylaert, Repertorium, pp. 602-603 - Castelain, Rokeghem, pp. 90-91 - WMV, Rokegem<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 77


Rouc (Robrecht Le) 1<br />

robrecht de rouc, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud drie rav<strong>en</strong> van sabel;<br />

2 <strong>en</strong> 3, in vair van sinopel <strong>en</strong> goud, twee kepers van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-<br />

18).<br />

P<strong>en</strong>no<strong>en</strong> met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: “Robbijn le Rouc” verzekert dat de ontvanger van Bornem zekere<br />

betaling<strong>en</strong> heeft verricht. Hij zegelde in 1391, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, drie<br />

meerltjes; 2 <strong>en</strong> 3, omgekeerd gekeperd van vair, twee kepers erover.<br />

WAPEN: De kwartier<strong>en</strong> twee <strong>en</strong> drie zijn in feite het wap<strong>en</strong> van “le sire de<br />

moriamnes, varié contre varié <strong>en</strong> chevrons d’arg<strong>en</strong>t et d’asur à ij chevrons<br />

de gueles”.<br />

Hij was zoon van Dominic Le Rouc, schildknaap, <strong>en</strong> van Catharina de<br />

Bailleul 2 . In 1395-1396 werd Robrecht Le Rouc vervang<strong>en</strong> als opperjachtmeester<br />

van Vlaander<strong>en</strong> door Lodewijk de Maerschalk. In 1397, nam<br />

“Robertus Rouc”, volg<strong>en</strong>s Froissart, deel aan de verovering van Stavor<strong>en</strong><br />

door de graaf van Ostrevant. In 1402 verbond Robrecht Le Rouc, heer van<br />

Morialmé, schildknaap, er zich toe t<strong>en</strong> overstaan van de graaf van Nam<strong>en</strong>,<br />

zijn meester, e<strong>en</strong> pelgrimstocht te ondernem<strong>en</strong> naar Jeruzalem. Deze akte<br />

werd bekrachtigd door Lodewijk van Reyghersvliet, heer van Boelare,<br />

Gerard d’Havré <strong>en</strong> Michiel de Ligne, ridders. In 1414 onterfde hij zich van<br />

e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> dat hij in 1412 gekocht had van Michiel de Ligne. In 1396 deed<br />

zijn moeder le<strong>en</strong>hulde voor de heerlijkheid van Morialmé. Zij schonk de<br />

heerlijkheid aan haar zoon Robrecht. Op 27 April 1418 doet “Johan de<br />

Fossoit, écuyer, relève le donjon ou tour de Morialmeiz, les terres de<br />

Heppignie et de Lambusart, par décès de Robert le Roulz, écuyer”.<br />

1 Bormans, Fiefs de Namur, D. I, p. 70 <strong>en</strong> D. II, p. 233 - de Raadt, Sceaux, D. III, pp. 279-<br />

280 – de Saint G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s, D. I, p. 347 – Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D.<br />

XV, p. 404 – Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 25 – Popoff, Urfé, n° 2205 - Roland,<br />

Morialmé, pp. 66-67 <strong>en</strong> 80<br />

2 Zij was e<strong>en</strong> dochter van Nikolaas, heer van Ronsoit in Vermandois, broeder van Jan,<br />

heer van Beloeil (B-7970), <strong>en</strong> van Mahaut van Liedekercke, vrouw van Boelare. Na het<br />

overlijd<strong>en</strong> van Mahaut werd in 1362 Lodewijk van Male ingeroep<strong>en</strong> om de<br />

erf<strong>en</strong>isverdeling te regel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Catharina <strong>en</strong> haar 2 zusters. Johanna, echtg<strong>en</strong>ote van<br />

Willem, vidame van Chartres, erfde Overboelare, Beatrix, echtg<strong>en</strong>ote van Jan, heer van<br />

Fosseux, erfde Nederboelare <strong>en</strong> Catharina ontving het zesde deel van de land<strong>en</strong> die haar<br />

beide zusters ontvang<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>. Catharina <strong>en</strong> Johanna ontving<strong>en</strong> dit wel “<strong>en</strong> fief et<br />

hommage de la dame de Fosseux ou du Comte de Flandres”. In 1364 verkocht Johanna<br />

aan haar zuster Beatrix “toute sa part dans les bi<strong>en</strong>s et les droits de la seigneurie de<br />

Boulaere”. Het “goed van bourlaere algheheel te gader es com<strong>en</strong> <strong>en</strong>de also sal bliv<strong>en</strong><br />

ghehoud<strong>en</strong> van min<strong>en</strong> Here, van der vrauw<strong>en</strong> van Fosseux als ervachtich”. Dit verklaart<br />

de familiale band<strong>en</strong> met het huis Reyghersvliet <strong>en</strong> de relatie met Vlaander<strong>en</strong> (Camp<strong>en</strong>,<br />

Boulaere, pp. 52-54 - de Liedekerke, Rasse, pp. 334-336 – de Raadt, Sceaux, D. III, p.<br />

279 - Godefroy, Inv<strong>en</strong>taire, n° 8871 <strong>en</strong> 9344 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 47 <strong>en</strong> 123<br />

- Van Trimpont, Boelare, pp. 134-140).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 78


Rynvisch (Everard) 1<br />

everaert rinvisch, in goud zes dolfijn<strong>en</strong> van azuur, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-36).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> dolfijn van azuur, bijt<strong>en</strong>d in de helm.<br />

ZEGEL: “Everaerdi Rynvisch” ontving in 1418 e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de spijker van<br />

Brugge. Hij gebruikte als zegel, zes viss<strong>en</strong>.<br />

In 1387 hield “Everaerdt Rijnvisch, Philips zone” e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

de stad G<strong>en</strong>t van de heer van Nevele. In 1390 <strong>en</strong> in 1392, werd “her<br />

Everaerd Rijnvische”, schep<strong>en</strong> van Brugge, op missie gezond<strong>en</strong> naar G<strong>en</strong>t.<br />

“Eueraerd Rynvisch” was in 1391 e<strong>en</strong> van de zes “hooftmans” te Brugge<br />

<strong>en</strong> in 1393 <strong>en</strong> 1407 schep<strong>en</strong> van de stad. Hij nam sam<strong>en</strong> met 24 andere<br />

Bruggeling<strong>en</strong> deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel in 1408. Hij<br />

overleed in 1423 <strong>en</strong> ligt begrav<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, Jacqueline Bondt,<br />

in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge.<br />

Rysele (Gillis van) 2<br />

gillis van rijssele, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van<br />

drie ruit<strong>en</strong> van azuur; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> azuur<br />

(Gistel-36).<br />

In 1402 werd “her Gillis van Rijsele”, schep<strong>en</strong> van Brugge, sam<strong>en</strong> met<br />

“Victoor van Leffinghe” naar Leuling<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong> om aanwezig te zijn bij<br />

het verdrag tuss<strong>en</strong> de Frans<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Engels<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de schade die<br />

deze laatst<strong>en</strong> ter zee hadd<strong>en</strong> aangericht aan de Vlaamse schippers.<br />

Rysele (Joris van) 3<br />

joris van rijssele, in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

vijf schelp<strong>en</strong> van keel (Gistel-21).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van sabel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />

zilver.<br />

WAPEN: Bethune geeft voor e<strong>en</strong> “Margriete van Russele”, gestorv<strong>en</strong> in<br />

1433, in zilver e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met 5 schelp<strong>en</strong> van goud.<br />

Hij was in 1380 <strong>en</strong> 1382 dek<strong>en</strong> van de Sint Jorisgilde. Hij was raadsheer<br />

van de stad Brugge in 1386 <strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1394 <strong>en</strong><br />

1399. “Her Joris van Ryssele” wordt in de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

vermeld in de jar<strong>en</strong> 1389-1390. Tuss<strong>en</strong> 1390 <strong>en</strong> 1404 stuurde de stad<br />

1 de Potter, Nevele, p. 33 - de Raadt, Sceaux, D. III, p. 230 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>,<br />

Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 195 <strong>en</strong> D. IV, pp. 481-482 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 125 <strong>en</strong> 223<br />

- Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 196 <strong>en</strong> 543 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 144 –<br />

Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, D. II, n° 136<br />

2 Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 566<br />

3 Bethune, Epitaphes, p. 317 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, pp. 219-220 <strong>en</strong><br />

239 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 137 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 221 <strong>en</strong> 403 - Van<br />

d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 305<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 79


Brugge “her Jorisse van Rijssele” verschill<strong>en</strong>de ker<strong>en</strong> op missie buit<strong>en</strong> de<br />

stad.<br />

Rysele (Robrecht van) 1<br />

kanin van rijssele, in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

vijf schelp<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong><br />

wass<strong>en</strong>aar van goud (Gistel-30).<br />

E<strong>en</strong> “Robbrechte van Ryssele” ontving in 1404-1405 geschrift<strong>en</strong> over de<br />

schade die lied<strong>en</strong> uit Castilië op zee hadd<strong>en</strong> toegebracht aan Duitse Hanze<br />

kooplied<strong>en</strong>. Hij di<strong>en</strong>de deze klacht te schrijv<strong>en</strong> in het Nederlands, te<br />

vertal<strong>en</strong> in het Frans, <strong>en</strong> te overhandig<strong>en</strong> aan de burgemeester <strong>en</strong> de<br />

verteg<strong>en</strong>woordigers van de stad Brugge.<br />

Scotelaere (Lievin de) 2<br />

lievin scuetelare, in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie<br />

ruit<strong>en</strong> van azuur, de eerste ruit belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> meerltje van (zilver)<br />

(Gistel-33).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

ZEGEL: “Lieuin de Sceutelare” zegelde in 1389 als schep<strong>en</strong> van Brugge,<br />

e<strong>en</strong> schildhoofd belad<strong>en</strong> met drie ruit<strong>en</strong>.<br />

Hij was in 1404 nogmaals schep<strong>en</strong> van de stad. In 1403-1404 <strong>en</strong> in 1411-<br />

1413 vermeldt m<strong>en</strong> hem als “heer Lievin Scuetelare, buerchmeester”.<br />

Scotelaere (Lubrecht de) 3<br />

lubrecht scuetelare, in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met<br />

drie ruit<strong>en</strong> van azuur (Gistel-32).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> vlamm<strong>en</strong>kroon van keel.<br />

Mogelijks was hij in 1381 forestier van het steekspel van de Witte Beer. In<br />

1389 werd “her Lubrechte d<strong>en</strong> Scotelare” verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> op missie<br />

gezond<strong>en</strong> door de stad Brugge. “Lubrecht d<strong>en</strong> Scuetelar<strong>en</strong>” staat verder<br />

vermeld in de Brugse stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van 1391 <strong>en</strong> 1404.<br />

1 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 43 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />

2 Debrabandere, Hulster, N° 636 - Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 145 <strong>en</strong> D.<br />

IV, pp. 102 <strong>en</strong> 252 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Duyse, Inv<strong>en</strong>taire, n° 494 - Van<br />

Praet, Recherches, p. 306 - Wikipedia, Brugge<br />

3 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. IV, p. 42 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 73, 74, 87,<br />

98 <strong>en</strong> 100 - Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4, n° 139 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, pp. 64 <strong>en</strong> 144<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 80


Slingere (Frans de) 1<br />

franse slingher, in azuur e<strong>en</strong> dubbelkoppige adelaar van zilver,<br />

gepoot van goud, de hals <strong>en</strong> het hoofd van hetzelfde (Gistel-40).<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

ZEGEL: Frans de Slingere, voogd van de Heilige Geest hospitaal, zegelde<br />

in 1396, e<strong>en</strong> adelaar met gespreide vleugels.<br />

Frans de Slingere werd, sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote Anna, vermeld als<br />

burger van de stad Ieper. Hij deed in 1387-1388 le<strong>en</strong>hulde voor e<strong>en</strong> le<strong>en</strong><br />

geleg<strong>en</strong> te Boezinge, hem toegekom<strong>en</strong> bij het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader<br />

Lamsin. In 1394 werd “Franse Slingher” door de stad Ieper naar Calais<br />

gezond<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 1401 naar Doornik. In 1396 werd hij aangegev<strong>en</strong> als<br />

ontvanger voor de stad <strong>en</strong> in 1396 <strong>en</strong> 1414-15 als voogd van het Heilige<br />

Geesthospitaal.<br />

Steelant (Lievin van) 2<br />

lievin van steelant, in keel e<strong>en</strong> dwarsbalk van goud getralied van<br />

azuur, vergezeld in het schildhoofd van drie vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van<br />

goud (<strong>Gruuthuse</strong>-25).<br />

ZEGEL: Liev<strong>en</strong> van Steelant, schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije, zegelde in<br />

1397, e<strong>en</strong> dwarsbalk getralied, getopt met ... <strong>en</strong> van twee naast elkaar<br />

gerangschikte sterr<strong>en</strong>.<br />

WAPEN: Bethune geeft voor “Phlus de Steelant, duus de Lophem”, (in keel<br />

e<strong>en</strong> dwarsbalk van zilver getralied van azuur) “met dri guld<strong>en</strong> sterr<strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong> de face”.<br />

Liev<strong>en</strong> van Steelant was meerdere mal<strong>en</strong> schep<strong>en</strong> van het Brugse Vrije<br />

tuss<strong>en</strong> 1390 <strong>en</strong> 1402. De magistrat<strong>en</strong> van het Brugse Vrije zond<strong>en</strong> hem in<br />

1399, sam<strong>en</strong> met Jan van Gh<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Berghe, naar Diksmuide.<br />

In mei 1402 was hij te Brugge om er, met andere led<strong>en</strong> van het Brugse<br />

Vrije, het antwoord te besprek<strong>en</strong> dat aan de hertog zou word<strong>en</strong> verzond<strong>en</strong>.<br />

Ste<strong>en</strong>huize (heer van) 3<br />

de heere van ste<strong>en</strong>huuse, geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> schaduwleeuw, e<strong>en</strong> zoom geblokt van keel <strong>en</strong> zilver<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-13).<br />

ZEGEL: Felix van Ste<strong>en</strong>huyse zegelde in 1419, geschuinbalkt belad<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> leeuw, e<strong>en</strong> geblokte uitgeschulpte? zoom. (de helft van het zegel is<br />

gebrok<strong>en</strong>).<br />

1 Bonaert, Sceaux, p. 424 – Feys, Saint-Martin, pp. 459, 493 <strong>en</strong> 572-574 - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. III, p. 373 – Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 282 <strong>en</strong> 516 - van<br />

Hollebeke, Role, p. 337<br />

2 Bethune, Epitaphes, pp. 21 <strong>en</strong> 315 - Delepierre, Docum<strong>en</strong>ts, D. I, p. 43 <strong>en</strong> D. VII, pp.<br />

76-84 - de Raadt, Sceaux, D. III, p. 466 - Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong>, n° 558 <strong>en</strong> 653 – WMV,<br />

Steeland<br />

3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 383 <strong>en</strong> 748 - Buylaert, Repertorium, pp. 651-653 – Colpaert,<br />

Avelgem, p. 201 - Van D<strong>en</strong> Berghe, Ste<strong>en</strong>huize, pp. 202-210 - Van Praet, Recherches,<br />

pp. 307-308<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 81


Felix was zoon van Oste, heer van Ste<strong>en</strong>huize, <strong>en</strong> van Elisabeth van Welle<br />

<strong>en</strong> huwde Margareta van Stavele. Hij volgde in 1385 zijn vader op als heer<br />

van Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> Avelgem, Hij was vanaf 1405 tot 1424 groot-baljuw van<br />

Vlaander<strong>en</strong>. Hij steunde in 1411 <strong>en</strong> 1417 hertog Jan zonder Vrees, als<br />

kapitein van e<strong>en</strong> Brugse heir, in di<strong>en</strong>s burgeroorlog teg<strong>en</strong> de Armagnacs.<br />

Hij kocht in 1423, sam<strong>en</strong> met zijn zoon Jan, het poorterschap te Brugge.<br />

Hij overleed in 1424.<br />

Stove (Peter van der) 1<br />

pieter và der stove, in goud drie klophamers van azuur (Gistel-24).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> draak van zilver met gespreide vleugels, staande op<br />

e<strong>en</strong> kap van keel belad<strong>en</strong> met hermelijnstaartjes van goud, e<strong>en</strong><br />

wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

E<strong>en</strong> “Pieter van d<strong>en</strong> Stove t<strong>en</strong> Hoye” staat vermeld in 1361 in de<br />

preliminaire lijst opgemaakt voor het vredesakkoord tuss<strong>en</strong> de graaf <strong>en</strong> de<br />

stad Brugge.<br />

Strat<strong>en</strong> (Iwain van der) 2<br />

ywein van strat<strong>en</strong>, in keel drie schuinlinksgeplaatste omgekeerde<br />

zwaard<strong>en</strong> van zilver (<strong>Gruuthuse</strong>-24).<br />

ZEGEL: Iwain van der Strat<strong>en</strong>, le<strong>en</strong>man van de burg van Brugge, zegelde<br />

in 1409, drie schuingeplaatste zwaard<strong>en</strong>, schuinlinks bov<strong>en</strong> elkaar<br />

gerangschikt.<br />

WAPEN: in keel drie schuingeplaatste omgekeerde zwaard<strong>en</strong> van zilver.<br />

Hij was zoon van Jan, heer van Jabbeke, <strong>en</strong> van Margareta van Dudzele,<br />

<strong>en</strong> echtg<strong>en</strong>oot van Catharina van Zedelghem. Hij werd in 1383 hoofd van<br />

het huis van der Strat<strong>en</strong>, na het overlijd<strong>en</strong> van Jan van der Strat<strong>en</strong>, heer van<br />

Ste<strong>en</strong>kerke, <strong>en</strong> overleed in 1419 zonder nageslacht. Hij werd in 1380<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als lid van de schep<strong>en</strong>bank van het Brugse Vrije <strong>en</strong> zetelde er<br />

tot 1418. Hij werd meerdere mal<strong>en</strong> burgemeester van het Noordkwartier<br />

van het Vrije. Het was in zijn kasteel te Jabbeke dat de graaf van Nam<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de Vlaamse ridders zich in 1407 verzameld<strong>en</strong> om Jan zonder Vrees te<br />

ontvang<strong>en</strong> bij zijn aankomst te Brugge.<br />

Themseke, bastaard (Jan van) 3<br />

jan van temscke b, in goud drie paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong><br />

schuinstreep van sabel over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-44).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> getoomde paard<strong>en</strong>kop van sabel.<br />

1 Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, pp. 113-116<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 482 - Buylaert, Repertorium, p. 665 - de Raadt, Sceaux, D. III,<br />

p. 488 – Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 69-84 - Van Praet, Recherches, p. 308 - WMV, Strat<strong>en</strong><br />

3 In 1395 wordt er melding gemaakt te Saaftinge van e<strong>en</strong> “Janne van Theimseke sher Jans<br />

zone d<strong>en</strong> welk<strong>en</strong> hi hadde bi joncvrouwe Agniet<strong>en</strong> zin<strong>en</strong> eerst<strong>en</strong> wive” (Buylaert,<br />

Adelslijst<strong>en</strong>, n° 489 - Debrabandere, Hulster, N° 675 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 144).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 82


ZEGEL: E<strong>en</strong> “Jan van Rheemseke”, burger van Brugge, ontving in 1414<br />

e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te op de ontvangst<strong>en</strong> van de briev<strong>en</strong> van Ass<strong>en</strong>ede. Hij gebruikte<br />

als zegel, drie getoomde paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schuinstaak erover.<br />

Jan, bastaard van Themseke, nam deel aan de steekspel<strong>en</strong> van de Witte<br />

Beer tuss<strong>en</strong> 1399 <strong>en</strong> 1408 <strong>en</strong> staat vermeld in de monsteringslijst van 1410<br />

van Jan, heer van Gistel. E<strong>en</strong> Jan van Themseke nam in 1408, sam<strong>en</strong> met<br />

24 andere Bruggeling<strong>en</strong>, deel aan het steekspel gehoud<strong>en</strong> te Rijsel.<br />

Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 1<br />

de basstaert ut<strong>en</strong> zwane, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, de schouder<br />

bedekt met e<strong>en</strong> … van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak van hetzelfde over alles<br />

he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-32).<br />

ZEGEL: “Swane van Mirabeel” zegelde in 1377, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw.<br />

Mogelijks Hector, natuurlijke zoon van Jan, echtg<strong>en</strong>oot van Margareta van<br />

Harelbeke. Hector was ridder <strong>en</strong> huwde tweemaal, de eerste maal met<br />

Lisbeth Puntinck. Hij overleed in 1444 <strong>en</strong> werd sam<strong>en</strong> met haar, overled<strong>en</strong><br />

in 1415, begrav<strong>en</strong> in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te D<strong>en</strong>dermonde.<br />

Uterzwa<strong>en</strong>e, bastaard 2<br />

de basstaert ut<strong>en</strong> zwane, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, e<strong>en</strong> schuinstaak<br />

van azuur over alles he<strong>en</strong> (<strong>Gruuthuse</strong>-33).<br />

Waarschijnlijk e<strong>en</strong> halfbroer van bov<strong>en</strong>staande. E<strong>en</strong> “Messire Galois<br />

Ut<strong>en</strong>zwane, bastard” vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees,<br />

in 1396 tot in Bulgarije.<br />

Varss<strong>en</strong>aere (Jan van) 3<br />

jan van vars<strong>en</strong>aer, in sabel drie schuingeplaatste omgekeerde<br />

zwaard<strong>en</strong> van zilver (Gistel-12).<br />

ZEGEL: Jehan van Varss<strong>en</strong>aere verklaarde in 1421 dat hij van de burg van<br />

Brugge twee l<strong>en</strong><strong>en</strong> hield te Meetkerke. Hij gebruikte als zegel, drie<br />

schuingeplaatste zwaard<strong>en</strong>, schuinlinks bov<strong>en</strong> elkaar gerangschikt.<br />

Hij was zoon van Iwain, heer van Vars<strong>en</strong>are, <strong>en</strong> van Margareta Bonin. Hij<br />

huwde Catharina Barbesa<strong>en</strong>. Hij was raadsheer van de hertog van<br />

Bourgondië <strong>en</strong> werd sam<strong>en</strong> met Jan zonder Vrees, graaf van Nevers, in<br />

Bulgarije door de Turk<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de veldslag bij<br />

Nicopolis in 1396. Zij werd<strong>en</strong> hetzelfde jaar vrijgelat<strong>en</strong>. “Jehan de<br />

Vers<strong>en</strong>are” staat vermeld in de monsteringslijst van 1410 van Jan, heer<br />

van Gistel, <strong>en</strong> in de adelslijst van het graafschap Vlaander<strong>en</strong> van 1425. Hij<br />

1 de Meul<strong>en</strong>aere, Uut<strong>en</strong>swa<strong>en</strong>e, pp. 265 <strong>en</strong> 267-268 - de Raadt, Sceaux, D. II, p. 482 -<br />

Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64<br />

2 de Meul<strong>en</strong>aere, Uut<strong>en</strong>swa<strong>en</strong>e, pp. 265 <strong>en</strong> 267-268 - Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p.<br />

85 - Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Froissart, D. XV, p. 398<br />

3 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 598 <strong>en</strong> 744 - Buylaert, Repertorium, p. 707 - de Raadt, Sceaux,<br />

D. IV, p. 87 – Delaville Le Roulx, Ori<strong>en</strong>t, D. II, p. 85 - Piot, Strat<strong>en</strong>, pp. 101-106 - Van<br />

Praet, Recherches, p. 309<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 83


werd meerdere mal<strong>en</strong> burgemeester van de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> van het Brugse Vrije<br />

van 1415 tot 1435 <strong>en</strong> overleed in 1443.<br />

Vlamincx (Jacob) 1<br />

jacob vlamiing, in azuur bezaaid met herkruiste kruisjes van goud<br />

e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van hetzelfde (Gistel-23).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, het bov<strong>en</strong>lijf van e<strong>en</strong> wildeman van sabel, omwond<strong>en</strong><br />

van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van goud <strong>en</strong> keel.<br />

ZEGEL: Jacob Vlaminc, le<strong>en</strong>man van de graaf van Vlaander<strong>en</strong>, zegelde in<br />

1384, e<strong>en</strong> veld bezaaid met kruisjes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgeschulp schuinkruis.<br />

Walle (Zeger van de) 2<br />

zegher van d<strong>en</strong> walle, in keel e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, de<br />

schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in sabel e<strong>en</strong> keper van goud,<br />

vergezeld van drie klaverblad<strong>en</strong> van hetzelfde (Gistel-26).<br />

Helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd <strong>en</strong> gekroond van<br />

keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hetzelfde, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> kroon<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van keel.<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> Gillis van de Walle, schep<strong>en</strong> van Brugge, zegelde in 1330, e<strong>en</strong><br />

gekroonde leeuw.<br />

WAPEN: Volg<strong>en</strong>s Bethune voerde de familie, in keel e<strong>en</strong> leeuw van zilver,<br />

de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in zilver e<strong>en</strong> keper van sabel,<br />

vergezeld van drie meerltjes van hetzelfde.<br />

Hij was verscheid<strong>en</strong>e mal<strong>en</strong> raadsheer van Brugge tuss<strong>en</strong> 1393 <strong>en</strong> 1405,<br />

schep<strong>en</strong> in 1395-1396 <strong>en</strong> schatbewaarder van 1396 tot 1400. Hij werd in<br />

1407 door Jan zonder Vrees als magistraat van de stad Brugge verbann<strong>en</strong><br />

uit Vlaander<strong>en</strong>. In 1414 werd “Katheline”, weduwe van Zeger van de<br />

Walle, onterfd van e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> te Dudzele <strong>en</strong> verkocht ze e<strong>en</strong> le<strong>en</strong> te<br />

Zui<strong>en</strong>kerke-Ambacht.<br />

Weld<strong>en</strong>e (Wouter van) 3<br />

wouter van weld<strong>en</strong>e, in goud e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> schuinkruis<br />

van goud (<strong>Gruuthuse</strong>-09).<br />

WAPEN: De her<strong>en</strong> van Weld<strong>en</strong> voerd<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver.<br />

“Wouters van Weld<strong>en</strong>e” werd in 1382 door het rek<strong>en</strong>hof vergoed voor<br />

gedane kost<strong>en</strong>.<br />

1 Laur<strong>en</strong>t, Namur, n° 1164<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 268 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 192 - Gailliard, Inscriptions,<br />

D. I, p. 99 <strong>en</strong> D. III, p. 136 - Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p. 430 – Schouteet, Regest<strong>en</strong>, D. 4,<br />

n° 460 <strong>en</strong> 663 - Van d<strong>en</strong> Abeele, Witte, p. 64 - Van Praet, Recherches, p. 311 – WMV,<br />

Walle<br />

3 Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire, D. VII, p. 21 - WMV, Weld<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 84


Wingh<strong>en</strong>e (Wouter van) 1<br />

woutre và wingh<strong>en</strong>e, in azuur drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd<br />

van goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel (<strong>Gruuthuse</strong>-28).<br />

ZEGEL: E<strong>en</strong> “Walterus de Winghe”, voorhe<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te Baesweiler,<br />

onder de heer van Diest, zegelde in 1374, drie maliën, e<strong>en</strong> schildhoofd<br />

belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong>, vergezeld in de top, tuss<strong>en</strong> de 2e <strong>en</strong> 3e paal, van<br />

e<strong>en</strong> vijfpuntige ster.<br />

WAPEN: het veld in sinopel in plaats van azuur.<br />

Hij is e<strong>en</strong> nazaat van Wouter g<strong>en</strong>oemd van Wingh<strong>en</strong>e, tweede zoon van<br />

H<strong>en</strong>drik, heer van Boutersem, vermeld in de eerste helft van de 13 de eeuw.<br />

E<strong>en</strong> “messire Wautier de Wingh<strong>en</strong>e” staat vermeld in 1423-1425 in de<br />

rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de Raad van Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Zweveghem (Arnould van) 2<br />

arnoud van zwevegh, geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> schaduwleeuw, e<strong>en</strong> smalle zoom geblokt van keel <strong>en</strong> hermelijn<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>-15).<br />

ZEGEL: Gerard van Ste<strong>en</strong>huyse, heer van Zwevegem, ridder, zegelde in<br />

1336, geschuinbalkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geblokte zoom.<br />

“Mer Ar<strong>en</strong>d van Ste<strong>en</strong>huuse” is de zoon van “mer Gheraerd van<br />

Ste<strong>en</strong>huse, heere van Zweveghem” <strong>en</strong> van Philippa van Nevele. In 1391<br />

was hij aanwezig bij de begraf<strong>en</strong>is-plechtigheid van Gerard de Mortagne.<br />

In 1398 huwde hij “vrouwe Kateline Diederic van Rotchefoert, here van<br />

Ayshove nu sin wettelike wive” … “qui, à pres<strong>en</strong>t, est <strong>en</strong> l’eage de XIIII<br />

ans”. In 1405 vermeldt m<strong>en</strong> in de cartularia de “staet van goed van mer<br />

Ar<strong>en</strong>d van Zweveghem, here van Ayshove, houder blev<strong>en</strong> achter mer<br />

vrauwe van Ayshove”. Hij huwde in e<strong>en</strong> tweede huwelijk Margareta van<br />

Poucke. “Messire Arnoul de Zuev<strong>en</strong>gi<strong>en</strong>” staat vermeld in de<br />

monsteringslijst van 1410 van Jan, heer van Gistel. Hij wordt nogmaals<br />

aangegev<strong>en</strong> in 1415 <strong>en</strong> in hetzelfde jaar staat zijn dochter <strong>en</strong> schoonzoon<br />

“Guerard d’Escournay, escuier, et damoiselle Mergriete de Ste<strong>en</strong>huse,<br />

dame de Aeyshove, sa femme, bourgeois et bourgeoise de Gand”<br />

aangegev<strong>en</strong>. Arnould moet overled<strong>en</strong> zijn voor 23 juni 1419, datum<br />

waarop zijn tweede echtg<strong>en</strong>ote reeds hertrouwd was met Daniel van<br />

Herzele. Arnould werd begrav<strong>en</strong>, sam<strong>en</strong> met zijn ouders, in de kerk van<br />

Zwevegem.<br />

1 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 691 – Buylaert, Repertorium, p. 799 - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D.<br />

II, p. 211 - de Raadt, Sceaux, D. IV, p. 258 – Lams, Wing<strong>en</strong>e, p. 72, n. 1 - Van Praet,<br />

Recherches, p. 312 - WMV, Wing<strong>en</strong>e<br />

2 Buylaert, Adelslijst<strong>en</strong>, n° 417 - Buylaert, Repertorium, pp. 566 <strong>en</strong> 652-653 – de Borman,<br />

Hemricourt, D. I, p. 134 <strong>en</strong> D. II, p. 354 - Debrabandere, Baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 1232 -<br />

Demay, Flandre, n°1629 – Thierry d’Orjo, mededeling - Van Praet, Recherches, p. 312<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 85


Heraldische tafel van de deelnemers 1<br />

in azuur e<strong>en</strong> dubbelkoppige adelaar van zilver, gepoot<br />

van goud, de hals <strong>en</strong> het hoofd van hetzelfde.<br />

Slingere (Frans de) Gis-40<br />

B<br />

gedeeld I, in zilver e<strong>en</strong> halve adelaar van sabel, Langheraerts<br />

uitgaande van de deellijn; II, in keel drie tor<strong>en</strong>s van (Balthazar)<br />

goud; e<strong>en</strong> smalle getande zoom van sinopel over alles<br />

he<strong>en</strong>.<br />

in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot van<br />

keel.<br />

Gru-37<br />

Hole (Jan van d<strong>en</strong>) Gis-48<br />

in goud drie adelaars van azuur, gebekt <strong>en</strong> gepoot van<br />

keel.<br />

Hole (Simon van<br />

d<strong>en</strong>)<br />

in azuur het veld bezaaid met blokjes van goud e<strong>en</strong> Leeuwerghem<br />

leeuw van hetzelfde, gekroond van keel, de schouder (Robrecht van)<br />

bedekt met e<strong>en</strong> lelie van hetzelfde.<br />

in goud drie disselbijl<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het hart R<strong>en</strong>ty (Raas de)<br />

van e<strong>en</strong> zespuntige ster van sinopel, e<strong>en</strong> smalle getande<br />

zoom van hetzelfde.<br />

in goud zes dolfijn<strong>en</strong> van azuur, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3.<br />

HELM, e<strong>en</strong> dolfijn van azuur, bijt<strong>en</strong>d in de helm.<br />

Rynvisch<br />

(Everard)<br />

Gis-47<br />

Gru-06 B<br />

Gru-19<br />

Gru-36 H<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van azuur, Herzele (Willem<br />

e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van van)<br />

de dwarsbalk; 2 <strong>en</strong> 3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf<br />

ruit<strong>en</strong> van keel.<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van azuur, Herzele (R<strong>en</strong>ier<br />

e<strong>en</strong> leeuw van keel uitkom<strong>en</strong>de aan de onderzijde van van)<br />

de dwarsbalk, de schouder bedekt met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar<br />

van zilver; 2 <strong>en</strong> 3, in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van vijf<br />

ruit<strong>en</strong> van keel.<br />

in keel e<strong>en</strong> dwarsbalk van goud getralied van azuur, Steelant (Lievin<br />

vergezeld in het schildhoofd van drie vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van)<br />

van goud.<br />

Gru-02<br />

Gru-30<br />

Gru-25<br />

in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie Broodloos (Jacob) Gru-41 H<br />

p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud.<br />

HELM, twee stier<strong>en</strong>hoorns van sabel, de rechtse versierd<br />

met e<strong>en</strong> ring van goud.<br />

in goud e<strong>en</strong> dwarsbalk van keel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van<br />

azuur.<br />

Lembeke (Jan van) Gis-06<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, gedwarsstreept van zilver <strong>en</strong> azuur Ghistelles<br />

van twaalf stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> leeuw van keel erover; 2 <strong>en</strong> 3, (Wulfard van)<br />

in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />

gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> keel, de eerste dwarsbalk van<br />

goud belad<strong>en</strong> met drie meerltjes van sabel.<br />

gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong> azuur van acht stukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

uitgeschulpte schuinstreep van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />

Hagh<strong>en</strong> (Jan van<br />

der)<br />

Dixmude (Frans<br />

van)<br />

Gis-08<br />

Gru-11<br />

Gis-44<br />

1 B = banier; Gis = Gistel; Gru = <strong>Gruuthuse</strong>; H = helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong> P = p<strong>en</strong>no<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 86


gedwarsbalkt van zilver <strong>en</strong> keel van acht stukk<strong>en</strong>, de Parys, bastaard<br />

dwarsbalk<strong>en</strong> van keel getralied van goud, e<strong>en</strong> (van)<br />

schuinstaak van sinopel over alles he<strong>en</strong>.<br />

in azuur drie paalsgewijs geplaatste handbog<strong>en</strong> van Bochoute (Jan<br />

goud, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> van)<br />

dwarsbalk van vijf spitsruit<strong>en</strong> van keel.<br />

in goud e<strong>en</strong> keper van azuur, vergezeld van ti<strong>en</strong> Floques (Oste)<br />

vijfblad<strong>en</strong> van keel, geplaatst 6 in het schildhoofd <strong>en</strong> 4<br />

in de punt.<br />

in zilver e<strong>en</strong> keper van azuur, belad<strong>en</strong> met drie Melan<strong>en</strong> (Jacob<br />

vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van goud.<br />

van)<br />

HELM, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van zilver, getongd van keel,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver.<br />

in azuur e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> met drie schelp<strong>en</strong><br />

van keel.<br />

Lov<strong>en</strong>deghem<br />

(Roeland van)<br />

Gru-10<br />

Gru-23<br />

Gis-17<br />

Gis-31 H B<br />

Gis-45 P<br />

in keel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top met e<strong>en</strong> Mett<strong>en</strong>eye<br />

vijfpuntige ster van azuur, vergezeld van drie tor<strong>en</strong>s (Lodewijk)<br />

van goud.<br />

Gru-42<br />

in keel e<strong>en</strong> keper van goud, vergezeld van drie tor<strong>en</strong>s Mett<strong>en</strong>eye (Peter) Gru-40 H<br />

van hetzelfde, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van azuur.<br />

HELM, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van keel <strong>en</strong> zilver, gebekt van<br />

zilver, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

in sabel e<strong>en</strong> keper van goud, belad<strong>en</strong> in de top met e<strong>en</strong> Ass<strong>en</strong>ede (Michiel<br />

vijfpuntige ster van keel, vergezeld van drie van)<br />

everzwijnskopp<strong>en</strong> van goud.<br />

in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn.<br />

Gistel (Jan, heer<br />

HELM, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud, van)<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong><br />

wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> in de top met e<strong>en</strong> Messem (Tristan<br />

ring van goud, vergezeld van drie wass<strong>en</strong>aars van keel. van)<br />

Gis-38<br />

Gis-00 H B<br />

Gis-13<br />

in goud e<strong>en</strong> keper van keel, belad<strong>en</strong> met twee vijfpuntige Couderborch<br />

sterr<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de top van e<strong>en</strong> sproorrad, alles van zilver. (Philips van der)<br />

Gru-29<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van keel; 2 <strong>en</strong> Dudzele (Jan van) Gru-21 H P<br />

3, in keel e<strong>en</strong> keper van hermelijn, vergezeld in de<br />

rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schildje met het wap<strong>en</strong> van<br />

Luxemburg.<br />

HELM, e<strong>en</strong> ramskop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />

hetzelfde.<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver e<strong>en</strong> keper van sabel, Peckelmoes<br />

vergezeld van drie meerltjes van keel; 2 <strong>en</strong> 3, in (azuur) (Godschalck)<br />

e<strong>en</strong> lelie van goud.<br />

in keel e<strong>en</strong> keper van sinopel geboord van goud, belad<strong>en</strong> Gheerolf (Jan)<br />

in de top met e<strong>en</strong> gesp van goud, vergezeld van drie<br />

vijfpuntige sterr<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van hetzelfde.<br />

in sabel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> azuur, vergezeld<br />

van drie disselbijl<strong>en</strong> van goud.<br />

Carlier (Jan)<br />

Gis-25<br />

Gru-17<br />

Gru-49<br />

in sinopel e<strong>en</strong> keper van vair van goud <strong>en</strong> keel, Maets<strong>en</strong>are (Joris<br />

vergezeld van drie gesp<strong>en</strong> van goud <strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het de)<br />

punt van de keper van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde<br />

Gis-29<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 87


in azuur drie kepers van goud, e<strong>en</strong> smalle getande zoom<br />

van keel, e<strong>en</strong> vrijkanton van goud.<br />

in goud vier kepers van azuur.<br />

Beerst (Jan van<br />

der)<br />

Rabecque (Victor<br />

de La Douve,<br />

g<strong>en</strong>oemd de)<br />

in goud zes klokk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel. Belle (Jan)<br />

Gis-15<br />

Gis-14<br />

Gis-41<br />

in goud drie klophamers van azuur.<br />

Stove (Peter van<br />

HELM, e<strong>en</strong> draak van zilver met gespreide vleugels, der)<br />

staande op e<strong>en</strong> kap van keel belad<strong>en</strong> met<br />

hermelijnstaartjes van goud, e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong><br />

keel.<br />

Gis-24 H<br />

in azuur drie klophamers van goud. Hacart Gru-48 P<br />

in goud e<strong>en</strong> kruis van keel.<br />

Nevele (Willem<br />

van)<br />

Gis-04<br />

in goud e<strong>en</strong> kruis van keel, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vijfpuntige<br />

ster van zilver.<br />

Rockeghem (Jan<br />

van)<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> (Jan,<br />

3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver.<br />

heer van)<br />

HELM, e<strong>en</strong> bokk<strong>en</strong>kop van sabel, gehoornd van goud,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hermelijn, uitkom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong><br />

wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

in azuur e<strong>en</strong> uitgeschulpt kruis van goud, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel<br />

van keel.<br />

Reyghersvliet (Jan<br />

van)<br />

in azuur bezaaid met herkruiste kruisjes van goud e<strong>en</strong> Vlamincx (Jacob)<br />

uitgeschulpt schuinkruis van hetzelfde.<br />

HELM, het bov<strong>en</strong>lijf van e<strong>en</strong> wildeman van sabel,<br />

omwond<strong>en</strong> van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van<br />

goud <strong>en</strong> keel.<br />

in azuur e<strong>en</strong> leeuw van goud, de schouder bedekt met Masmines,<br />

e<strong>en</strong> lelie van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van sabel over alles bastaard (Galois<br />

he<strong>en</strong>.<br />

van)<br />

in azuur e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, getongd van Goedericx<br />

keel, de schouder belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in azuur drie (Everard)<br />

lelies van zilver.<br />

HELM, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd<br />

van keel, halsband van azuur.<br />

in keel e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van goud, de schouder Walle (Zeger van<br />

belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje in sabel e<strong>en</strong> keper van goud, de)<br />

vergezeld van drie klaverblad<strong>en</strong> van hetzelfde.<br />

HELM, e<strong>en</strong> leeuw<strong>en</strong>kop van goud, getongd <strong>en</strong> gekroond<br />

van keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van hetzelfde, uitkom<strong>en</strong>d uit<br />

e<strong>en</strong> kroon ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van keel.<br />

in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, de schouder bedekt met e<strong>en</strong> Uterzwa<strong>en</strong>e,<br />

… van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak van hetzelfde over alles bastaard<br />

he<strong>en</strong>.<br />

in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud, e<strong>en</strong> schuinstaak van azuur<br />

over alles he<strong>en</strong>.<br />

Uterzwa<strong>en</strong>e,<br />

bastaard<br />

Gru-07<br />

Gru-00 H B<br />

Gis-10<br />

Gis-23 H<br />

Gru-31 P<br />

Gis-34 H<br />

Gis-26 H<br />

Gru-32<br />

Gru-33<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 88


in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel. Halewyn (Daniël<br />

van)<br />

in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

hartschild in azuur drie kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> van goud.<br />

in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

hartschild in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel.<br />

Halewyn,<br />

g<strong>en</strong>oemd<br />

Schoonjans (Jan<br />

van)<br />

Halewyn<br />

(Percheval van)<br />

in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Halewyn (Willem<br />

hartschild in zilver e<strong>en</strong> kruis van sabel, belad<strong>en</strong> met vijf van)<br />

schelp<strong>en</strong> van goud.<br />

HELM, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van zilver, getongd van<br />

keel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver.<br />

in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld in het hart<br />

van e<strong>en</strong> gekanteelde tor<strong>en</strong> van goud.<br />

in zilver drie leeuw<strong>en</strong> van sabel, vergezeld in het hart<br />

van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />

in zilver drie lelies van azuur, e<strong>en</strong> schuinstaak van keel<br />

over alles he<strong>en</strong>.<br />

Chastel, g<strong>en</strong>oemd<br />

Bleu-Chastel<br />

(Otto du)<br />

Halewyn (Olivier<br />

van)<br />

Brugg<strong>en</strong> (Jan van<br />

der)<br />

Gis-07<br />

Gis-11<br />

Gis-02<br />

Gis-01 H B<br />

Gis-09<br />

Gis-03<br />

Gis-28<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in azuur drie lelies van goud; 2 <strong>en</strong><br />

3, in keel e<strong>en</strong> leeuw van goud.<br />

HELM, e<strong>en</strong> kuif van goud.<br />

in keel vijf lelies van goud, geplaatst 2, 2 <strong>en</strong> 1, vergezeld<br />

in de rechterbov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> schelp van hetzelfde.<br />

in azuur bezaaid met lelies van goud e<strong>en</strong> keper van<br />

hetzelfde.<br />

Cra<strong>en</strong>hals (H<strong>en</strong>ri) Gru-27 H P<br />

Harduemont (Raas Gru-03<br />

de Warfusée, heer<br />

van)<br />

Blanckaert (Jan)<br />

Gis-05<br />

in azuur drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd van<br />

goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel.<br />

Wingh<strong>en</strong>e<br />

(Wouter van)<br />

Gru-28<br />

in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd van Bergh<strong>en</strong>, bastaard<br />

goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak (H. van)<br />

van azuur over alles he<strong>en</strong>.<br />

in sinopel drie maliën van zilver, e<strong>en</strong> schildhoofd van Bergh<strong>en</strong> (H<strong>en</strong>drik<br />

goud belad<strong>en</strong> met drie pal<strong>en</strong> van keel, rechts bov<strong>en</strong> van)<br />

vergezeld van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van hetzelfde.<br />

Helm, e<strong>en</strong> wilde ezelskop van sabel, de muil van zilver.<br />

Banier met het wap<strong>en</strong>.<br />

in goud drie paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> schuinstreep<br />

van sabel over alles he<strong>en</strong>.<br />

HELM, e<strong>en</strong> getoomde paard<strong>en</strong>kop van sabel.<br />

Gru-05<br />

Gru-01 H B<br />

Themseke, Gru-44 H<br />

bastaard (Jan van)<br />

in keel 3 paard<strong>en</strong>kopp<strong>en</strong> van zilver, getoomd van sabel. Breydel (Jacob)<br />

HELM, e<strong>en</strong> paard<strong>en</strong>kop van zilver, getoomd van sabel,<br />

kom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> azuur.<br />

in goud drie pal<strong>en</strong> van keel, de middelste paal in het<br />

schildhoofd belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />

Ranst (Wouter =<br />

Adam ? van)<br />

Gru-38 H P<br />

Gru-04<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 89


in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel.<br />

Deerlycke (Jacob<br />

van)<br />

Gis-37<br />

in azuur drie pal<strong>en</strong> van vair van goud <strong>en</strong> keel, vergezeld<br />

in de rechter bov<strong>en</strong>hoek van e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />

Deerlycke<br />

(Michiel van)<br />

Gis-39<br />

in goud 3 rav<strong>en</strong> van sabel, e<strong>en</strong> bar<strong>en</strong>steel van keel.<br />

Raveschoot<br />

(Willem van)<br />

Gis-46<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud drie rav<strong>en</strong> van sabel; 2 <strong>en</strong><br />

3, in vair van sinopel <strong>en</strong> goud, twee kepers van keel.<br />

Rouc (Robrecht<br />

Le)<br />

Gru-18<br />

P<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van drie Rysele (Gillis van) Gis-36<br />

ruit<strong>en</strong> van azuur; 2 <strong>en</strong> 3, gedwarsbalkt van goud <strong>en</strong><br />

azuur.<br />

in sabel zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van goud, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3,<br />

e<strong>en</strong> smalle zoom van keel.<br />

Aertrycke (Jacob<br />

van)<br />

Gis-20<br />

in goud zes sch<strong>en</strong>kkannetjes van sabel, geplaatst 3 <strong>en</strong> 3. Aertrycke (Philips<br />

van)<br />

Gru-34<br />

P<br />

in goud zes zoomsgewijs geplaatste sch<strong>en</strong>kkannetjes van Aertrycke<br />

sabel, gebrok<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hartschild in goud e<strong>en</strong> kruis (Lodewijk van)<br />

van keel, e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>zoom van twaalf meerltjes van<br />

hetzelfde.<br />

in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie Scotelaere<br />

ruit<strong>en</strong> van azuur.<br />

(Lubrecht de)<br />

HELM, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong><br />

vlamm<strong>en</strong>kroon van keel.<br />

in keel e<strong>en</strong> schildhoofd van goud, belad<strong>en</strong> met drie Scotelaere (Lievin<br />

ruit<strong>en</strong> van azuur, de eerste ruit belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> de)<br />

meerltje van (zilver).<br />

HELM, e<strong>en</strong> zwan<strong>en</strong>kop van sinopel, gebekt van goud,<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van zilver, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong<br />

van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met drie Maerschalck<br />

hoefijzers van zilver, in de linkerbov<strong>en</strong>hoek e<strong>en</strong> schildje (Boudewijn de)<br />

in azuur drie kor<strong>en</strong>schav<strong>en</strong> van goud, gebond<strong>en</strong> van<br />

keel, e<strong>en</strong> smalle zoom van hetzelfde.<br />

in zilver e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur, belad<strong>en</strong> met drie Bul (Philips de)<br />

schelp<strong>en</strong> van zilver, vergezeld van twee maliën van<br />

sabel.<br />

HELM, e<strong>en</strong> uil<strong>en</strong>kop van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />

goud, uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> zilver.<br />

in azuur e<strong>en</strong> schuinbalk van goud, belad<strong>en</strong> met drie Eechoute<br />

meerltjes van sabel, vergezeld van zes blokjes van (Cornelis van<br />

goud.<br />

d<strong>en</strong>)<br />

in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie Beurse (Jan van<br />

beurz<strong>en</strong> van zilver.<br />

der)<br />

HELM, e<strong>en</strong> adelaarskop van zilver, gebekt van goud,<br />

houd<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> ring van hetzelfde, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />

sinopel, kom<strong>en</strong>de uit e<strong>en</strong> kroon van keel.<br />

Gru-35<br />

Gis-32 H<br />

Gis-33 H<br />

Gis-16<br />

Gis-35 H<br />

Gis-43<br />

Gis-22 H<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 90


in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, belad<strong>en</strong> met drie Hoste (Joris)<br />

eekhoorntjes van zilver.<br />

HELM, e<strong>en</strong> gaande eekhoorn van zilver tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht<br />

van goud uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van sabel <strong>en</strong> goud.<br />

in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van keel, vergezeld van zes<br />

klokk<strong>en</strong> van azuur.<br />

Belle (Klaas)<br />

geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> Zweveghem<br />

schaduwleeuw, e<strong>en</strong> smalle zoom geblokt van keel <strong>en</strong> (Arnould van)<br />

hermelijn.<br />

geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

schaduwleeuw, e<strong>en</strong> zoom geblokt van keel <strong>en</strong> zilver.<br />

Ste<strong>en</strong>huize (heer<br />

van)<br />

Gru-39 H<br />

Gis-42<br />

Gru-15<br />

Gru-13<br />

in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vier Quarouble (Jacob<br />

vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, één in het schildhoofd de)<br />

links, één in het hart <strong>en</strong> twee in de voet, vergezeld van<br />

vier maliën van zilver.<br />

Gru-46<br />

in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Quarouble (Jan de) Gru-47<br />

vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën<br />

van zilver.<br />

in azuur e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Quarouble<br />

vijfpuntige sterr<strong>en</strong> van keel, vergezeld van vier maliën (Willem de)<br />

van zilver.<br />

Gru-45<br />

in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Rysele (Joris van) Gis-21 H<br />

schelp<strong>en</strong> van keel.<br />

HELM, e<strong>en</strong> uitkom<strong>en</strong>de leeuw van sabel, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht van zilver.<br />

in sinopel e<strong>en</strong> schuinkruis van goud, belad<strong>en</strong> met vijf Rysele (Robrecht<br />

schelp<strong>en</strong> van keel, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong> van)<br />

wass<strong>en</strong>aar van goud.<br />

in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met vijf ring<strong>en</strong> Berghe (Lodewijk<br />

van goud, vergezeld in het schildhoofd van e<strong>en</strong> vijfblad van d<strong>en</strong>)<br />

van azuur.<br />

in goud e<strong>en</strong> schuinkruis van keel, belad<strong>en</strong> met vijf Moerkercke<br />

schelp<strong>en</strong> van goud, vergezeld in het schildhoofd van (Lodewijk van)<br />

e<strong>en</strong> schildje in goud vier kepers van keel.<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver; Gruuthuyse<br />

2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste kwartier (Geldolf van d<strong>en</strong>)<br />

belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van<br />

goud.<br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver; Gruuthuyse (Jan<br />

2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel, het eerste kwartier van d<strong>en</strong>)<br />

belad<strong>en</strong> in het schildhoofd met e<strong>en</strong> wass<strong>en</strong>aar van<br />

goud.<br />

HELM, e<strong>en</strong> ramskop van hermelijn, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht van<br />

hetzelfde uitkom<strong>en</strong>d uit e<strong>en</strong> wrong van zilver <strong>en</strong> keel.<br />

in zilver drie spoorrader<strong>en</strong> van azuur.<br />

Caumont (Gewijde<br />

de)<br />

Gis-30<br />

Gru-26<br />

Gru-22<br />

Gru-14<br />

P<br />

Gru-12 H B<br />

Gru-20<br />

in goud het veld bezaaid met tran<strong>en</strong> van sabel e<strong>en</strong> leeuw<br />

van keel.<br />

Branteghem (Jan<br />

van)<br />

in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud. Braderick (Joris)<br />

HELM, e<strong>en</strong> vis bijt<strong>en</strong>de in de helm van goud tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

vlucht van keel.<br />

Gru-08<br />

Gis-19 H B<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 91


in keel drie schuingeplaatste viss<strong>en</strong> van goud, e<strong>en</strong><br />

smalle getande zoom van hetzelfde.<br />

Braderick (Gillis)<br />

in azuur e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> uitgeschulpt Bonin, bastaard<br />

schuinkruis van goud, vergezeld van vier kor<strong>en</strong>schov<strong>en</strong> (Richard)<br />

van hetzelfde.<br />

in goud e<strong>en</strong> vrijkwartier in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van<br />

goud.<br />

in sabel e<strong>en</strong> vrijkwartier in zilver e<strong>en</strong> keper van keel,<br />

vergezeld van drie meerltjes van sabel.<br />

in goud e<strong>en</strong> wiel van keel, e<strong>en</strong> schuinstaak van azuur<br />

over alles he<strong>en</strong>.<br />

in keel drie schuinlinksgeplaatste omgekeerde zwaard<strong>en</strong><br />

van zilver.<br />

in sabel drie schuingeplaatste omgekeerde zwaard<strong>en</strong><br />

van zilver.<br />

Weld<strong>en</strong>e (Wouter<br />

van)<br />

Gracht, bastaard<br />

(Hector van der)<br />

Bassecourt<br />

(Pauwel de)<br />

Strat<strong>en</strong> (Iwain van<br />

der)<br />

Varss<strong>en</strong>aere (Jan<br />

van)<br />

Gis-27<br />

Gru-43<br />

Gru-09<br />

Gru-16<br />

Gis-18<br />

Gru-24<br />

Gis-12<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 92


III. KNOEIEN MET KWARTIERSTATEN<br />

Heraldische analyse van het Glasraam van Jan IV van Brugge, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria de Melun 1<br />

Litho van Edouard Daveluy naar e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing Jean-Jacques Gailliard<br />

Revue pittoresque des monum<strong>en</strong>ts qui décorai<strong>en</strong>t autrefois la ville de Bruges<br />

1 Deze tekst versche<strong>en</strong> als artikel, Knoei<strong>en</strong> met kwartierstat<strong>en</strong> - Heraldische analyse van<br />

het Glasraam van Jan IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria de Melun, in<br />

Heraldicum Disputationes, D. 20, 2015, pp. 25-32<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 93


Schets in het bezit geweest van F.-J. de Castro y Toledo<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 94


Kopie van Ignace-Michel De Hooghe<br />

Stadsbibliotheek Brugge, ms 449, O-L-V-kerk, folio 171<br />

Tek<strong>en</strong>ing van<br />

Jan Verbrugge - A° 1788<br />

Stadsbibliotheek Brugge (ref: 03102.II)<br />

Tek<strong>en</strong>ing van<br />

Jean-Jacques Gailliard – periode 1825 - 1867<br />

Stadsbibliotheek Brugge (ref: 0.3117.39.II)<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 95


Bestaande kopieën van het glasraam<br />

Rond 1700 maakte Ignace-Michel De Hooghe in zijn handschrift<br />

Versaemelinghe van alle de sepultur<strong>en</strong>, epitaphi<strong>en</strong>, besett<strong>en</strong>, wap<strong>en</strong>s <strong>en</strong>de<br />

blaso<strong>en</strong><strong>en</strong>, die gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in alle de kerck<strong>en</strong>, kloosters, abdy<strong>en</strong>,<br />

capell<strong>en</strong> <strong>en</strong>de godshuys<strong>en</strong>, binn<strong>en</strong> de stad van Brugge (in het volume<br />

gewijd aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge folio 171) e<strong>en</strong> afbeelding<br />

van e<strong>en</strong> glasraam dat Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, voorstelt. Er<br />

bestaat, dater<strong>en</strong>d uit dezelfde periode, e<strong>en</strong> ruwe schets van hetzelfde<br />

glasraam 1 . In 1788, maakte Jan Verbrugge e<strong>en</strong> gekleurde kopie van het<br />

“glase veinster in de Capelle van d’Heer van Gruuthuyse met syne figuere,<br />

Standaert van syn huys”. Het glasraam was to<strong>en</strong>, naar hij beweerde, in<br />

slechte staat <strong>en</strong> bevond zich naast de bidkapel van de Her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong><br />

in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge. Van de tekst onderaan geeft hij<br />

slechts fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weer. Onder de tekst van Jan Verbrugge staat door e<strong>en</strong><br />

andere hand geschrev<strong>en</strong>: “deze glas v<strong>en</strong>ster <strong>en</strong> existeert niet meer … is t<strong>en</strong><br />

tijde dat de fransch<strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong> deder sluijt<strong>en</strong> int’eerste der laetste<br />

ongeluckige revolutie al weggeda<strong>en</strong>”. Van Praet geeft in zijn werk<br />

Recherches sur Louis de Bruges, seigneur de la Gruthuyse e<strong>en</strong> litho van<br />

dit glasraam naar de gouache van De Hooghe <strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>ing van M. van<br />

Heurne de Puy<strong>en</strong>beke. Ook volg<strong>en</strong>s hem war<strong>en</strong> er slechts details van de<br />

tekst onderaan leesbaar. De twee bidd<strong>en</strong>de figur<strong>en</strong> onderaan staan niet<br />

afgebeeld. E<strong>en</strong> litho werd rond 1850 gemaakt door Edouard Daveluy naar<br />

de tek<strong>en</strong>ing van Jean-Jacques Gailliard. Deze laatste publiceerde eerst de<br />

litho zonder arcering van de wap<strong>en</strong>s in zijn werk Revue pittoresque des<br />

monum<strong>en</strong>ts qui décorai<strong>en</strong>t autrefois la ville de Bruges, daarna met arcering<br />

<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanpassing<strong>en</strong> van de wap<strong>en</strong>s in zijn werk Inscriptions funéraires<br />

et monum<strong>en</strong>tales de la Flandre Occid<strong>en</strong>tale 2 .<br />

De onderzijde van het glasraam bevat de volg<strong>en</strong>de tekst:<br />

“Messire Jean de Bruges seigneur de la Gruuthuyse, prince de Ste<strong>en</strong>huyse,<br />

baron d’Espierres, seigneur d’Oostcamp, Thielt, Avelghem et gouverneur<br />

lieut<strong>en</strong>ant au service du roi de France dans son pays de Picardie et grand<br />

chevalier de son ordre, capitaine gonfalonier d’une compagnie d’infanterie,<br />

gouverneur général d’Abbeville, grand v<strong>en</strong>eur de Flandre et capitaine du<br />

château de Lille”.<br />

Heer Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize, baron<br />

van Spiere, heer van Oostkamp, Tielt, Avelgem, gouverneur luit<strong>en</strong>ant in<br />

di<strong>en</strong>st van de Franse koning in zijn land van Picardië <strong>en</strong> grootridder van<br />

zijn orde, kapitein vaandeldrager van e<strong>en</strong> compagnie infanterie,<br />

1 Onderaan deze kopie werd e<strong>en</strong> strook papier bijgeplakt waarop het handtek<strong>en</strong> staat van<br />

F.-J. de Castro y Toledo. De her<strong>en</strong> van Puivelde voerd<strong>en</strong> tot 1771, drie g<strong>en</strong>eraties lang,<br />

dezelfde voornaam François-Joseph (de Stein d’Alt<strong>en</strong>stein, Castro, pp. 94-96).<br />

2 Bibliotheek Brugge, Jan IV van <strong>Gruuthuse</strong>: e<strong>en</strong> glasraam - Gailliard, Inscriptions, D. I,<br />

2e deel, p. 71, plaat 19 – Gailliard, Revue, pp. 46-47 - Van Praet, Louis de Bruges, pp.<br />

72-75<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 96


algeme<strong>en</strong> gouverneur van Abbeville, opperjachtmeester van Vlaander<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kapitein van het kasteel van Rijsel.<br />

Vrij vertaald beschrijft J. Gailliard het glasraam als volgt: “De harmonie<br />

van de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> de kleureffect<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> om het<br />

oog te strel<strong>en</strong>. Het midd<strong>en</strong> is bezet door e<strong>en</strong> groot rechtopstaande figuur<br />

die Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, prins van Ste<strong>en</strong>huize, voorstelt. De borst is<br />

bedekt met e<strong>en</strong> mantel van scharlak<strong>en</strong>, gedubbeld met witte satijn bedekt<br />

met hermelijnstaartjes. De figuur heeft het hoofd bedekt met e<strong>en</strong> kroon <strong>en</strong><br />

draagt in de rechter hand het grote vaandel met de wap<strong>en</strong>s van het huis<br />

Gruuthuyse. Onder de gespreide b<strong>en</strong><strong>en</strong> ziet m<strong>en</strong> metal<strong>en</strong> handscho<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> helm met vizier <strong>en</strong> halsstuk. We moet<strong>en</strong> eraan toevoeg<strong>en</strong> dat deze<br />

houding niet sierlijk is <strong>en</strong> het personage iets vervormt. Bov<strong>en</strong>aan in het<br />

midd<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we de wap<strong>en</strong>s van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>, omgev<strong>en</strong> met de<br />

halsband van het Guld<strong>en</strong> Vlies <strong>en</strong> aan elke zijde e<strong>en</strong> kanon dat projectiel<strong>en</strong><br />

afschiet. De wap<strong>en</strong>s die de omkadering van het glasraam vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> die<br />

door hun variëteit in kleur e<strong>en</strong> zeker cachet gev<strong>en</strong> aan het geheel, zijn deze<br />

van alle familieled<strong>en</strong>. Aan de onderzijde bevind<strong>en</strong> zich twee geknielde<br />

person<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bidstoel. De <strong>en</strong>e is e<strong>en</strong> strijder in wap<strong>en</strong>uitrusting, de<br />

tweede e<strong>en</strong> dame met kleed, mantel <strong>en</strong> hoofdbedekking” 1 .<br />

Dit glasraam werd na 1550 mogelijks zelfs na 1560 in opdracht van R<strong>en</strong>é<br />

van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van Ste<strong>en</strong>huize, in de Onze-Lieve-<br />

Vrouwkerk te Brugge geplaatst 2 .<br />

Voor we het glasraam heraldisch analyser<strong>en</strong> is het nuttig de 16<br />

kwartierstat<strong>en</strong> van Jan IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van<br />

Ste<strong>en</strong>huyze, vader van R<strong>en</strong>é 3 <strong>en</strong> de 16 kwartierstat<strong>en</strong> van Maria de Melun,<br />

tweede echtg<strong>en</strong>ote van Jan IV van Brugge, de moeder van R<strong>en</strong>é 4 meer in<br />

detail weer te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> na te gaan welke heraldische gegev<strong>en</strong>s van<br />

familieled<strong>en</strong> op grafzerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> glasram<strong>en</strong> aanwezig war<strong>en</strong> in andere<br />

locaties.<br />

1 Gailliard, Revue, pp. 46-47<br />

2 Corneille Gailliard vermeldt dit glasraam niet in zijn werk. J. Gailliard <strong>en</strong> Van Praet<br />

gev<strong>en</strong> als jaar 1552 (Bethune, Epitaphes, pp. 297-298 - Gailliard, Revue, pp. 46-47 -<br />

Van Praet, Louis de Bruges, p. 72).<br />

3 Bethune, Epitaphes, pp. 383, 388 <strong>en</strong> 393 - Brassart, Wavrin, p. 85 – Castelain, Maria<br />

van Halewijn, pp. 178-181 - Colpaert, Avelgem, pp. 200-212 <strong>en</strong> 232 – de Ghellinck<br />

d’Elseghem, Mullem, pp. 60-61 - Dek, Borsel<strong>en</strong>, pp. 20-22 – de Raadt, Sceaux, D. I, p.<br />

296 - du Chastel de la Howarderie, Notices, D. I, p. 26 – Pattou, Halluin, p. 2 – Sant<strong>en</strong>s,<br />

Hemsrode, pp. 227-230 - van Acker, Stavele, pp. 45-54 <strong>en</strong> 66-67 – zie hoger artikel I.<br />

A-I. 2. tot A-I. 5. pp. 3-13<br />

4 De kwartier<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 3 van het wap<strong>en</strong> van Margareta d’Enghi<strong>en</strong> zijn deze van de Bri<strong>en</strong>ne,<br />

in azuur het veld bezaaid met blokjes, e<strong>en</strong> leeuw van hetzelfde. (Anselme, Histoire, D.<br />

3, p. 726 <strong>en</strong> D. 6, pp. 128 <strong>en</strong> 403 – Bethune, Epitaphes, p. 32 - Brassart, Wavrin, pp.<br />

114-115 – Goffin, Enghi<strong>en</strong>noises, pp. 51-52 – Noblemaire, Baux, p. 65 - Pattou,<br />

Boubers-Abbeville-Tuncq, p. 4 - Pattou, Halluin, p. 2 - Pattou, Roucy, p. 7 - Pattou,<br />

Ghistelles, p. 6 - Pattou, Luxembourg-Saint-Pol, p. 6 - Schw<strong>en</strong>nicke, Europäische, D.<br />

VII, tafel 55-56 <strong>en</strong> D. XVIII, tafel 144).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 97


I. De 16 kwartierstat<strong>en</strong> van Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins<br />

van Ste<strong>en</strong>huize, vader van R<strong>en</strong>é<br />

Jan I van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x<br />

Margareta<br />

van<br />

Ghistelles<br />

Alard II de<br />

Mortagne,<br />

baron van<br />

Spiere<br />

x<br />

Anna van de<br />

Woestyne<br />

Oste III van<br />

Ste<strong>en</strong>huyse<br />

x<br />

Elisabeth<br />

van Welle<br />

Willem van<br />

Stavele<br />

x<br />

Margareta<br />

van Iseghem<br />

H<strong>en</strong>drik I<br />

van Borsele<br />

x<br />

Maria van<br />

Vian<strong>en</strong><br />

Claas II van<br />

Borsele-<br />

Brigdamme<br />

x<br />

Maria van<br />

Arnemuyd<strong>en</strong><br />

Wouter, heer<br />

van<br />

Halewijn<br />

x<br />

Margareta<br />

van<br />

Uytkercke<br />

Colard van<br />

der Clyte<br />

x<br />

Johanna de<br />

Waziers,<br />

vrouw van<br />

Kom<strong>en</strong><br />

Jan II van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

+8-1396<br />

Agnes de<br />

Mortagne-<br />

Espierres<br />

+1438<br />

Felix van<br />

Ste<strong>en</strong>huyse,<br />

heer van<br />

Ste<strong>en</strong>huize<br />

ridder<br />

°1360/1370<br />

+1424/1426<br />

Maria van<br />

Stavele 1<br />

Wolfard V<br />

van Borsele<br />

°na 1384<br />

+1409<br />

Hadewich<br />

van Borsele-<br />

Brigdamme<br />

°na 1388<br />

+1464<br />

Olivier van<br />

Halewyn,<br />

heer van<br />

Hemsrode<br />

+1394<br />

x 28-4-1389 x 1400 x 1403 x 1393<br />

Margareta<br />

van der<br />

Clyte<br />

+1414<br />

Jan III van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse,<br />

heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

Avelgem, Spiere<br />

° 1390<br />

+ tuss<strong>en</strong> 1447 <strong>en</strong> 1450<br />

Maria van Ste<strong>en</strong>huyse<br />

° ~ 1395<br />

+ na 1450<br />

H<strong>en</strong>drik II van Borsele,<br />

graaf van Grandpré<br />

° ~ 1404<br />

Johanna van Halewyn<br />

+ 18-3-1467<br />

x 1416 x 1429<br />

Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf<br />

van Winchester, prins van Ste<strong>en</strong>huize<br />

° ~ 1422<br />

+ 1492<br />

Margareta van Borsele<br />

+ 1510<br />

x 1450<br />

1 Colpaert geeft de echtg<strong>en</strong>ote van Felix van Ste<strong>en</strong>huyse, Maria van Stavele onder<br />

voorbehoud. Ook van Acker heeft ge<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>de bewijz<strong>en</strong> dat zij effectief de echtg<strong>en</strong>ote<br />

was van Felix van Ste<strong>en</strong>huyse. Wel ton<strong>en</strong> de docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> nauwe familiale<br />

band<strong>en</strong> bestond tuss<strong>en</strong> het huis van Stavele <strong>en</strong> het huis van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (Colpaert,<br />

Avelgem, p. 209 – van Acker, Stavele, pp. 66-67).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 98


II. De 16 kwartierstat<strong>en</strong> van Maria de Melun, tweede echtg<strong>en</strong>ote van Jan<br />

van Brugge <strong>en</strong> moeder van R<strong>en</strong>é<br />

Hugo de<br />

Melun<br />

x<br />

Beatrix de<br />

Beausart<br />

Emond<br />

d’Abbeville<br />

x<br />

Johanna de<br />

Rély<br />

Amé von<br />

Saarbrück<strong>en</strong><br />

x<br />

Maria de la<br />

Bove, vrouw<br />

van Villesur-Tourbe<br />

Jan VI de<br />

Roucy<br />

x<br />

Isabella de<br />

Montaigu<br />

Jan II de<br />

Luxembourg<br />

-Saint-Pol,<br />

graaf van<br />

Bri<strong>en</strong>ne<br />

x<br />

Margareta<br />

d’Enghi<strong>en</strong>-<br />

Bri<strong>en</strong>ne<br />

Francesco<br />

del Balzo,<br />

hertog van<br />

Andria<br />

x<br />

Sueve des<br />

Ursins<br />

Jan V de<br />

Roubaix<br />

x<br />

Agnes de<br />

Lannoy<br />

Jan van<br />

Ghistelles,<br />

heer van<br />

Broeucq<br />

x<br />

Margareta<br />

Vilain<br />

Jan IV de<br />

Melun<br />

°1396/139<br />

+1484<br />

Johanna<br />

d’Abbeville,<br />

dame van<br />

Boubers <strong>en</strong><br />

Domvast<br />

+ 11-1-1480<br />

Robert von<br />

Saarbrück<strong>en</strong><br />

+1464/1465<br />

Johanna de<br />

Roucy-<br />

Pierrepont,<br />

vrouw van<br />

Roucy <strong>en</strong><br />

Braine<br />

+5-9-1459<br />

Pieter de<br />

Luxembourg<br />

-Saint-Pol<br />

°1385/1390<br />

+ 1433<br />

Margareta<br />

des Baux<br />

°1394<br />

+1469<br />

Pieter, heer Margareta<br />

van Roubaix van<br />

°1-8-1415 Ghistelles,<br />

+7-6-1498 vrouw van<br />

Broeucq <strong>en</strong><br />

Wasquehal<br />

+17-10-1495<br />

x 5-4-1421 x 1414 x 1405 x 19-5-1435<br />

Jan V, burggraaf van<br />

Melun<br />

°abt 1434<br />

+ 1513<br />

Maria von Saarbrück<strong>en</strong>-<br />

Roucy, vrouw van<br />

Bailleul<br />

+ 1508<br />

Jacob de Luxembourg-<br />

Saint-Pol<br />

+1487<br />

x 1451 x 1433/1434<br />

Isabella de Roubaix<br />

+1502<br />

Jan VI, burggraaf van Melun<br />

+1502<br />

x 1495<br />

Isabella de Luxembourg-Saint-Pol<br />

+na 1502<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 99


Heraldische gegev<strong>en</strong>s van Lodewijk van Brugge.<br />

In de kapel van het slot Zand<strong>en</strong>burg 1 .<br />

Hier bevond zich e<strong>en</strong> glasraam van “mer Loijs van Brugghe, heere van<br />

Gruuthuuse, die ghetraut hadde Margriete van Borsele f a H<strong>en</strong>dricx,<br />

zuster van heer Wulfaert. Hij stelt: Gruuthuuse (ghecarteleert met<br />

Grimsberghe); Espier; Woestijne; Ste<strong>en</strong>huuse; Stavele; Avelghem;<br />

Pallant. Zijn wijf stelde: Borsele; Viane; Halewijn (ghebrok<strong>en</strong> met<br />

Hemstrode); Uutkercke; Borsele (met dri sterr<strong>en</strong>); Ermue; Com<strong>en</strong>e;<br />

Mamps; <strong>en</strong>de Ponthieu (d’or à trois lions de sable)”.<br />

In de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge 2 .<br />

J. Gailliard geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> afbeelding van het grafzerk van Lodewijk<br />

van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, graaf van Winchester, prins van<br />

Ste<strong>en</strong>huize, gestorv<strong>en</strong> in 1492.<br />

Dit vertoont c<strong>en</strong>traal het wap<strong>en</strong> van Lodewijk, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in<br />

goud e<strong>en</strong> kruis van sabel (Gruuthuyse); 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis<br />

van zilver (Aa), het wap<strong>en</strong> is versierd met dekkled<strong>en</strong>, helm <strong>en</strong> helmkroon<br />

van e<strong>en</strong> prins <strong>en</strong> met als uitkom<strong>en</strong>d helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ramskop van sabel,<br />

de borst van hermelijn, tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vlucht ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van hermelijn. Het<br />

schild is omgev<strong>en</strong> met de ketting van het Guld<strong>en</strong> Vlies.<br />

Onderaan staat het wap<strong>en</strong> van zijn echtg<strong>en</strong>ote Margareta van Borsele,<br />

gedeeld I, het gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong> van Lodewijk; II, in sabel e<strong>en</strong><br />

dwarsbalk van zilver (Borsele).<br />

Links <strong>en</strong> rechts staan acht wap<strong>en</strong>s afgebeeld zonder helmtek<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder<br />

naamverwijzing.<br />

Aan de linker zijde (heraldisch rechts)<br />

Brugge (van), gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van<br />

sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van zilver.<br />

Ste<strong>en</strong>huize (prins van), geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur<br />

belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schaduwleeuw, e<strong>en</strong> zoom van keel.<br />

1 Dit glasraam vermeldt de echtg<strong>en</strong>ote van Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse niet <strong>en</strong> voor<br />

Ste<strong>en</strong>huyse wordt de alliantie Avelghem aangegev<strong>en</strong> in plaats van Welle <strong>en</strong> voor Stavele,<br />

Pallant in plaats van Iseghem. Heila, vrouw van Avelgem, huwde Oste I van Ste<strong>en</strong>huyse,<br />

de overgrootvader van Oste III. De wap<strong>en</strong>s van Ponthieu zijn wel, in goud drie<br />

schuinbalk<strong>en</strong> van azuur, (al of niet met) e<strong>en</strong> zoom van keel (Bethune, Epitaphes, p. 397<br />

– Colpaert, Avelgem, p. 179).<br />

2 Colpaert, Avelgem, p. 232<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 100


Lodewijk had de heerlijkheid, het g<strong>en</strong>oemde prinsdom van<br />

Ste<strong>en</strong>huize 1 , bekom<strong>en</strong> door erf<strong>en</strong>is via zijn moeder.<br />

Spiere (baron van), in keel e<strong>en</strong> kruis van zilver. Was in het<br />

bezit gekom<strong>en</strong> van de familie door het huwelijk van zijn<br />

grootvader met Agnes de Mortagne-Espierres, vrouw van<br />

Spiere.<br />

Oostkamp (heer van), in keel e<strong>en</strong> schuinbalk van zilver<br />

vergezeld van 6 meertjes van hetzelfde. Door aankoop in<br />

1457 van Jan Witto<strong>en</strong> 2 .<br />

Aan de rechter zijde (heraldisch links):<br />

Winchester (graaf van), in keel acht (van neg<strong>en</strong>) maliën van<br />

zilver geplaatst 2, 3 <strong>en</strong> 3, e<strong>en</strong> linker schildhoek van zilver<br />

twee afgew<strong>en</strong>de leeuw<strong>en</strong> van keel. Het graafschap<br />

Winchester had hij op 13 october 1472 bekom<strong>en</strong> van<br />

Edward IV, koning van Engeland, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> maand later, op<br />

23 november, word<strong>en</strong> hem het wap<strong>en</strong> “azur a dix mascles<br />

d’or <strong>en</strong> orme d’un canton de nostre propre armes<br />

d’Engleterre, cest savour, de goul un leopard passant d’or,<br />

armee d’azur” toegek<strong>en</strong>d. Zijn zoon Jan IV zal in mei/juni<br />

1500 afstand do<strong>en</strong> van het graafschap aan de Engelse vorst,<br />

H<strong>en</strong>drik VII 3 .<br />

<strong>Gruuthuse</strong> (heer van), in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel.<br />

Avelgem (heer van), in keel e<strong>en</strong> ankerkruis van zilver. Was<br />

in het bezit gekom<strong>en</strong> in de familie door het huwelijk van<br />

zijn vader met Maria van Ste<strong>en</strong>huyse.<br />

Heemstede (heer van), in goud e<strong>en</strong> leeuw van keel. Volg<strong>en</strong>s<br />

Smallegange, “e<strong>en</strong> klimm<strong>en</strong>d<strong>en</strong> Leeuw van Keel op goud,<br />

met tong <strong>en</strong> klaeuw<strong>en</strong> van Azur, hebb<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> silver Rad,<br />

weg<strong>en</strong>s het bloed van Heusd<strong>en</strong>, op de borst van de Leeuw”.<br />

1 Zie nota 2, p. 11<br />

2 Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p. 490, nota 318<br />

3 Na e<strong>en</strong> hachelijke vlucht met kleine schep<strong>en</strong>, ontving begin oktober 1470 de heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> de Engelse koning Edward te Alkmaar. Deze verbleef e<strong>en</strong> korte tijd in het<br />

<strong>Gruuthuse</strong> paleis te Brugge. Als dank schonk de koning hem het graafschap. Gedur<strong>en</strong>de<br />

de hele 15e eeuw kreg<strong>en</strong> slechts drie vreemdeling<strong>en</strong> van de Engelse koning e<strong>en</strong><br />

pairschap toebedeeld (Murray K<strong>en</strong>dall, Richard, pp. 100-101 - Powell Siddons,<br />

Foreigners, p. 49 – Ross, Wars, p. 86 – Watson, Winchester, pp. 77-79).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 101


In 1455 kocht Lodewijk deze heerlijkheid van Philips de<br />

Goede 1 .<br />

Zoals we kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> gaat het hier niet om aanverwante families maar<br />

heerlijkhed<strong>en</strong> waarover Lodewijk heer was.<br />

Welke heraldische gegev<strong>en</strong>s zijn er nog aanwezig ?<br />

Daar Jan IV naar Abbeville is gaan won<strong>en</strong>, zijn deze gegev<strong>en</strong>s vooral terug<br />

te vind<strong>en</strong> in Picardië.<br />

In de kerk van de Minderbroeders te Mechel<strong>en</strong> 2 .<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> oud manuscript was het grafzerk van “Dame Jehanne de<br />

Bruges, Fille de Messire Loys de Buges, Sg r de la Gruthuse, Comte de<br />

Winchestre, &c. Et de Dame Marguerite de Borssele, & Femme de Noble<br />

& Puissant Seigneur, Messire Jacques, Comte de Hornes, laquelle Dame<br />

trespassa l’an 1502 le 5 Janvier” in het koor aanwezig. Zij voerde<br />

volg<strong>en</strong>s dit grafzerk de kwartier<strong>en</strong> links, “Gruthuse” <strong>en</strong> “Borssele” <strong>en</strong><br />

rechts “Trazegnies” (lees Ste<strong>en</strong>huyse) <strong>en</strong> “Ghistele”.<br />

In de kerk van de abdij Saint-Riquier 3 .<br />

In deze kerk vindt m<strong>en</strong> het grafzerk van “Messire Jehan de Bruges,<br />

Prince de Ste<strong>en</strong>huuse, Seigneù de la Grutuse r. et Chevalier de l’Ordre<br />

Gouverneur et lieut<strong>en</strong>àt. général du roy ez pays de Picardie et Capitaine<br />

de cèt. hòmes darmes tres-passa à Abbeville <strong>en</strong> l’an V ct et XII et fust grand<br />

et redouté Seigne r ”. E<strong>en</strong> gedeelte van het grafzerk werd vernietigd in<br />

1682. De wap<strong>en</strong>s op het overblijv<strong>en</strong>de gedeelte werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de Franse<br />

revolutie afgeschraapt.<br />

In de kerk van Famechon is er e<strong>en</strong> glasraam van 1704 waarop de wap<strong>en</strong>s<br />

van de her<strong>en</strong> van deze heerlijkheid afgebeeld staan 4 .<br />

In 1496, “Jean de La Gru(thu)se”, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa.<br />

In 1498, “Jean de Bruges de La Gru(thu)se”, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld<br />

Gruuthuyse-Aa; II, teg<strong>en</strong>gedeeld 1, geschaakt van goud <strong>en</strong> keel<br />

(Auxy); 2, in azuur zev<strong>en</strong> p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud, geplaatst 3, 3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong><br />

schildhoofd van hetzelfde (Melun).<br />

In 1512, “Louis de Bruges”, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa.<br />

In 1428 (lees 1528), “R<strong>en</strong>ée de Bruges”, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld<br />

Gruuthuyse-Aa; II, in azuur het veld bezaaid met lelies van goud, e<strong>en</strong><br />

schuinbalk van keel over alles (Chambre).<br />

1 Smallegange, Cronyk, pp. 684-687 - Van Praet, Louis de Bruges, p. 37<br />

2 van d<strong>en</strong> Eynde, Mechel<strong>en</strong>, D. 2, p. 15<br />

3 Gilbert, Saint-Riquier, pp. 115-116<br />

4 Rodière, Picardie, pp. 427-428<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 102


In 1571 (lees 1593), “d. Catherine de Bruges”, gedeeld I, in keel e<strong>en</strong><br />

uitgeschulpt schuinkruis van zilver (Mont-Jouvan); II, gevier<strong>en</strong>deeld<br />

Gruuthuyse-Aa.<br />

In de kerk van Val-Sainte-Croix-lez-Offémont 1 .<br />

In deze kerk bevond<strong>en</strong> zich de grafzerk<strong>en</strong> van “Antoine de La Gruthuse”<br />

<strong>en</strong> van “Messire Loys de La Gruthuse, <strong>en</strong> son vivant chevalier seigneur<br />

d'Offémont d'Avelinghi<strong>en</strong> et sénéchal d'Anjou, qui trespassa le 4 e jour<br />

d'Aoust 1524” <strong>en</strong> van zijn echtg<strong>en</strong>ote, Marie de Moy. Jan van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse, de jongere broer van Jan IV van Brugge, had bij zijn<br />

echtg<strong>en</strong>ote, Louise de Nesle, vrouw van Offémont, drie zon<strong>en</strong>. De oudste,<br />

Frans overleed in de wieg; de tweede, Antoine overleed in 1494, op e<strong>en</strong><br />

leeftijd van acht à neg<strong>en</strong> jaar; de derde, Lodewijk, pas in 1524.<br />

Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> glasraam in de kerk voerde Louise de Nesle, gevier<strong>en</strong>deeld<br />

1 <strong>en</strong> 4, in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel; 2 <strong>en</strong> 3, in keel e<strong>en</strong> schuinkruis van<br />

zilver (Brugge); over alles e<strong>en</strong> hartschild, in zilver e<strong>en</strong> dwarsbalk van<br />

sabel (Veere) (lees: in sabel e<strong>en</strong> dwarsbalk van zilver); haar zoon,<br />

Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, gedeeld I, Brugge met e<strong>en</strong> hartschild<br />

Borsele; II, in keel het veld bezaaid met klaverblad<strong>en</strong> van goud, twee<br />

afgew<strong>en</strong>de zeebaars<strong>en</strong> van hetzelfde (Nesle-Offémont) <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote,<br />

Marie de Moy, gedeeld I, Brugge; II, doorsned<strong>en</strong> A, Nesle-Offémont; B,<br />

in keel e<strong>en</strong> dwarsbalk van goud (Moy).<br />

Het Brugse glasraam van Jan IV, prins van Ste<strong>en</strong>huize, beschrijv<strong>en</strong> we als<br />

volgt:<br />

1. De c<strong>en</strong>trale figuur <strong>en</strong> de twee geknielde person<strong>en</strong> onderaan<br />

2. De gebruikte kron<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de schild<strong>en</strong><br />

3. De wap<strong>en</strong>schild<strong>en</strong> afgebeeld op het glasraam.<br />

1. De c<strong>en</strong>trale figuur <strong>en</strong> de twee geknielde person<strong>en</strong> onderaan<br />

Aan zijn voet<strong>en</strong>, staat links het cijfer 14 <strong>en</strong> rechts 42.<br />

Wat is nu de betek<strong>en</strong>is van het getal 1442 ?<br />

De datum 1442 stemt overe<strong>en</strong> met het jaar waarop de familie voor het<br />

eerst de titel van prins van Ste<strong>en</strong>huize voerde. De broer van Maria, Jan<br />

van Ste<strong>en</strong>huyse staat het laatst vermeld in 1440. Hij moet kort daarop<br />

overled<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> zijn bezitting<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> toe aan zijn zuster. “Mer Jan<br />

van Brugghe, heere van d<strong>en</strong> Gruuthuuse, van Thielt t<strong>en</strong> hove, prinche van<br />

Ste<strong>en</strong>huse, heere van Spiere <strong>en</strong>de van Avelghem” verklaart in 1442 dat<br />

hij e<strong>en</strong> le<strong>en</strong>goed “te wet<strong>en</strong>e thof van Gruuthuuse bi onser Vrauw<strong>en</strong> Kerke<br />

1 Guynemer, Offémont, pp. 52, 93, 96-97 <strong>en</strong> plaat 33 - Rodière, Picardie, pp. 577-579 <strong>en</strong><br />

582<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 103


te Brueghe; Ende hier toehor<strong>en</strong>de de gruute van Brucghe” bezat.<br />

De afgebeelde c<strong>en</strong>trale figuur stemt waarschijnlijk overe<strong>en</strong> met Jan IV<br />

van Brugge, de echtg<strong>en</strong>oot van Maria de Melun.<br />

Wie zijn de geknielde figur<strong>en</strong> onderaan ?<br />

Gezi<strong>en</strong> fysiek deze geknielde figur<strong>en</strong> wel <strong>en</strong>ige gelijk<strong>en</strong>is verton<strong>en</strong> met<br />

de beeld<strong>en</strong> welke Lodewijk van zijn ouders had lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> in de<br />

Onze-Lieve-Vrouwkerk van Brugge 1 , is het mogelijk dat deze Jan III<br />

van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, de eerste die de titel van prins van Ste<strong>en</strong>huize<br />

voerde, sam<strong>en</strong> met zijn echtg<strong>en</strong>ote, Maria van Ste<strong>en</strong>huyse zijn 2 .<br />

Wel voert hij hier het gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong> Aa-Gruuthuyse.<br />

2. De gebruikte kron<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de wap<strong>en</strong>schild<strong>en</strong> 3 :<br />

Type A: Het c<strong>en</strong>trale wap<strong>en</strong>schild met het gevier<strong>en</strong>deeld wap<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse-Aa, omgev<strong>en</strong> met de ketting van het Guld<strong>en</strong> Vlies, het<br />

ruitvormige wap<strong>en</strong> van de echtg<strong>en</strong>ote, Maria de Melun, <strong>en</strong> het eerste<br />

wap<strong>en</strong> van de kwartier<strong>en</strong> Brugge (aangegev<strong>en</strong> met B, terwijl deze van<br />

de familie Melun aangegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met M) voer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kroon die<br />

door Scohier beschrev<strong>en</strong> wordt als “chapeau de duc ou prince<br />

souverain” 4 .<br />

Type B: De wap<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> B-3 - B-4 - B-7 - B-8 - M-2 - M-4 - M-6<br />

<strong>en</strong> M-7 word<strong>en</strong> door Palliot beschev<strong>en</strong> als “les ducs et princes<br />

souverains port<strong>en</strong>t leurs couronnes relevées de hauts fleurons avec<br />

une perle <strong>en</strong>tre chacun d’iceux, au lieu de fleurs de lis” 5 .<br />

Type C: De wap<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> B-2 - B-5 - B-6 - M-1 - M-3 <strong>en</strong> M-<br />

8 word<strong>en</strong> door Palliot beschev<strong>en</strong> als “les nouveaux comtes, qui n’ont<br />

ny la naissance appart<strong>en</strong>ant au testes couronnées, ny le domaine<br />

requis pour formés un comté” 6 .<br />

Type D: De wap<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> M-5 wordt door Palliot beschrev<strong>en</strong> als<br />

“les barons n’ont qu’un cercle d’or <strong>en</strong>tortillée de perles <strong>en</strong>filées” 7 .<br />

1 Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, n° 142<br />

2 Gailliard, Inscriptions, D. I, 2e deel, p. 72, plaat 20<br />

3 Rottier, Heraldiek, pp. 230-232<br />

4 Boudreau, Héritage, Timbre, pp. 1084-1085<br />

5 Palliot, Vraye, pp. 206-208, fig XIV - von Volborth, Heraldry, p. 169<br />

6 Boudreau, Héritage, Timbre, p. 1086 - Palliot, Vraye, pp. 206-209, fig XVIII - von<br />

Volborth, Heraldry, pp. 162 <strong>en</strong> 176<br />

7 Palliot, Vraye, pp. 207-209, fig XXI - von Volborth, Heraldry, p. 148<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 104


3. De wap<strong>en</strong>schild<strong>en</strong> afgebeeld op het glasraam:<br />

GRUUTHUSE<br />

1 Gruuthuyse (van d<strong>en</strong>): in goud e<strong>en</strong> kruis van sabel getopt met<br />

e<strong>en</strong> prins<strong>en</strong>kroon (type A).<br />

2 Borsele (van): in sabel e<strong>en</strong> dwarsbalk van zilver getopt met<br />

e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon (type C).<br />

3 Ste<strong>en</strong>huyse (van): geschuinbalkt van goud <strong>en</strong> azuur, e<strong>en</strong><br />

zoom van keel getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon (type B). De<br />

schets van de Castro y Toledo <strong>en</strong> De Hooghe tek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

hierbij de schaduwleeuw. Van Praet geeft, in zilver drie<br />

schuinbalk<strong>en</strong> van azuur. Verbrugge geeft geschuinbalkt<br />

van goud <strong>en</strong> azuur. Wel is het schild getopt met e<strong>en</strong> kroon<br />

alsof het hier gaat om e<strong>en</strong> afstammeling van e<strong>en</strong> gekroond<br />

huis. Zonder de schaduwleeuw met deze kroon staat hier in<br />

feite het wap<strong>en</strong> van de hertog<strong>en</strong> van Bourgondië, eerste ras.<br />

Of wou hij het wap<strong>en</strong> van Ponthieu weergev<strong>en</strong> dat vermeld<br />

staat op het glasraam van Lodewijk van Brugge in de kapel<br />

van het kasteel Zand<strong>en</strong>burg ?<br />

4 in azuur drie lelies van goud, e<strong>en</strong> schuinbalk van keel over<br />

alles he<strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon (type B). Volg<strong>en</strong>s<br />

van Praet wou hij hier het wap<strong>en</strong> van Beatrix de La<br />

Chambre (echtg<strong>en</strong>ote van R<strong>en</strong>é van Brugge) weergev<strong>en</strong>, in<br />

azuur het veld bezaaid met lelies van goud, e<strong>en</strong> schuinbalk<br />

van keel over alles he<strong>en</strong> 1 . Verbrugge geeft in azuur drie<br />

lelies van goud, e<strong>en</strong> verkorte schuinstaak van keel over<br />

alles he<strong>en</strong>. In feite staat hier het wap<strong>en</strong> van het huis<br />

Bourbon.<br />

5 gekeperd van goud <strong>en</strong> keel van ti<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong><br />

grav<strong>en</strong>kroon (type C). De Hooghe geeft hier, in goud vijf<br />

kepers van keel; Volg<strong>en</strong>s Verbrugge <strong>en</strong> Van Praet, in goud<br />

vier kepers van keel. De schets van de Castro y Toledo geeft<br />

hier, in zilver getralied van keel. Mogelijks gaat het hier om<br />

het wap<strong>en</strong> van de familie van Egmont. De zuster van Jan<br />

IV, Johanna, huwde Jacob II, graaf van Hoorn, heer van<br />

Alt<strong>en</strong>a. Hun zoon Jan, graaf van Hoorn, huwde Anna van<br />

1 Van Praet, Louis de Bruges, p. 73<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 105


Egmont, weduwe van Jozef de Montmor<strong>en</strong>cy, heer van<br />

Nevele 1 .<br />

6 gedwarsstreept van vair <strong>en</strong> keel van ti<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> getopt met<br />

e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon (type C). De Hooghe geeft hier,<br />

gedwarsbalkt van vair <strong>en</strong> keel; Verbrugge geeft in vair vier<br />

dwarsbalk<strong>en</strong> van keel. Van Praet, gedwarsbalkt van keel <strong>en</strong><br />

vair. Mogelijks gaat het hier om het wap<strong>en</strong> van de familie<br />

de Coucy, gedwarsbalkt van vair <strong>en</strong> keel. Margareta de<br />

Coucy was de echtg<strong>en</strong>ote van Guy de Nesle, heer van<br />

Offémont 2 .<br />

7 gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in zilver vijf schildjes van azuur<br />

kruisgewijs geplaatst, elk belad<strong>en</strong> met vijf p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van<br />

zilver, schuinkruisgewijs geplaatst, e<strong>en</strong> zoom van keel<br />

belad<strong>en</strong> met acht kastel<strong>en</strong> van goud, geop<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verlucht<br />

van sabel, geplaatst 3, 2 <strong>en</strong> 3 (in het vierde kwartier is het<br />

belad<strong>en</strong> met zev<strong>en</strong> tor<strong>en</strong>s geplaatst 3, 2 <strong>en</strong> 2); 2 <strong>en</strong> 3 in keel<br />

e<strong>en</strong> maanroos van zilver getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon<br />

(type B). In feite staat hier het wap<strong>en</strong> van de familie de<br />

Sousa de Arronches 3 .<br />

8 in azuur drie lelies van goud, e<strong>en</strong> zoom van keel getopt met<br />

e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon (type B). In feite staat hier het wap<strong>en</strong><br />

van het huis Anjou.<br />

1 du Chesne, Montmor<strong>en</strong>cy, D. 2, p. 276<br />

2 Rodière, Picardie, p. 577<br />

3 de Simas Alves de Azevedo, Portugais, p. 29 - Machado de Faria, Armeiro-Mor, pp. 96-<br />

97 <strong>en</strong> 215<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 106


MELUN<br />

1 Melun (de): in azuur zev<strong>en</strong> p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud, geplaatst 3,<br />

3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> schildhoofd van hetzelfde getopt met e<strong>en</strong><br />

grav<strong>en</strong>kroon (type C). De Hooghe tek<strong>en</strong>t op de gekleurde<br />

pr<strong>en</strong>t, zes p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>. De tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van Verbrugge <strong>en</strong><br />

Gailliard <strong>en</strong> de eerste litho van Gailliard gev<strong>en</strong> de<br />

p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> wel geplaatst 4, 2 <strong>en</strong> 1.<br />

2 Luxembourg-Saint-Pol (de): in zilver e<strong>en</strong> leeuw met<br />

gesplet<strong>en</strong> staart van keel getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon<br />

(type B). De Hooghe <strong>en</strong> de litho’s van Gailliard <strong>en</strong> Van<br />

Praet gev<strong>en</strong> de gesplet<strong>en</strong> staart van de leeuw niet.<br />

3 Saarbrück<strong>en</strong> (von): in azuur e<strong>en</strong> leeuw van zilver getopt met<br />

e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon (type C). In werkelijkheid di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te<br />

lez<strong>en</strong>, in azuur het veld bezaaid met kruisjes van zilver, e<strong>en</strong><br />

leeuw van hetzelfde. De tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van De Hooghe <strong>en</strong><br />

Verbrugge <strong>en</strong> de schets van de Castro y Toledo gev<strong>en</strong> deze<br />

kruisjes wel.<br />

4 Baux (de): in keel e<strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>puntige ster, belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong>d gezicht, alles van zilver getopt met e<strong>en</strong><br />

hertog<strong>en</strong>kroon (type B). In werkelijkheid di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te<br />

lez<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong> zesti<strong>en</strong>puntige ster van zilver. De schets<br />

van de Castro y Toledo tek<strong>en</strong>t het schild met e<strong>en</strong> stral<strong>en</strong>de<br />

zon. De Hooghe daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>t, in keel e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>puntige<br />

ster van zilver belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schildje, in azuur drie<br />

schuinkruisjes van zilver. Volg<strong>en</strong>s het grafzerk te Tar<strong>en</strong>te<br />

van Jean Antoine des Baux des Ursins, gestorv<strong>en</strong> in 1482,<br />

was het wap<strong>en</strong>, gevier<strong>en</strong>deeld 1 <strong>en</strong> 4, in keel e<strong>en</strong><br />

zesti<strong>en</strong>puntige ster van zilver (Baux); 2 <strong>en</strong> 3, in goud e<strong>en</strong><br />

jachthoorn van azuur, gebond<strong>en</strong> van keel (Orange); over<br />

alles he<strong>en</strong> geschuinbalkt van zilver <strong>en</strong> keel e<strong>en</strong> schildhoofd<br />

van goud belad<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> roos van keel (Orsini) 1 .<br />

5 Abbeville-Boubers (d’): in zilver drie schildjes van keel<br />

getopt met e<strong>en</strong> baronkroon (type D).<br />

1 Noblemaire, Baux, pp. 63-65<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 107


6 in zilver vijf dwarsbalk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw<br />

van keel over alles he<strong>en</strong> getopt met e<strong>en</strong> hertog<strong>en</strong>kroon<br />

(type B). Het wap<strong>en</strong> komt overe<strong>en</strong> met dit van het huis<br />

Luxembourg, gedwarsstreept van ti<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> van zilver <strong>en</strong><br />

azuur, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van keel over alles he<strong>en</strong>. De<br />

schets van de Castro y Toledo geeft gedwarsbalkt van acht<br />

stukk<strong>en</strong> van zilver <strong>en</strong> azuur, e<strong>en</strong> gekroonde leeuw van keel<br />

over alles he<strong>en</strong>. De Hooghe geeft, in zilver drie<br />

dwarsbalk<strong>en</strong> van azuur, e<strong>en</strong> leeuw van keel over alles he<strong>en</strong>.<br />

De halfzuster van R<strong>en</strong>é, Margareta, vrouw van Auxy,<br />

huwde Jacob de Luxembourg, graaf van Gavere 1 .<br />

7 Roucy (de): in goud e<strong>en</strong> leeuw van azuur getopt met e<strong>en</strong><br />

hertog<strong>en</strong>kroon (type B). Verbrugge geeft hetzelfde wap<strong>en</strong>.<br />

De Hooghe, Gailliard <strong>en</strong> Van Praet gev<strong>en</strong>, in azuur e<strong>en</strong><br />

leeuw van goud.<br />

8 in azuur drie leeuw<strong>en</strong> van goud getopt met e<strong>en</strong> grav<strong>en</strong>kroon<br />

(type C). Is er e<strong>en</strong> verband met het wap<strong>en</strong>, in goud drie<br />

leeuw<strong>en</strong> van sabel aanwezig bij de kwartierstat<strong>en</strong> van<br />

Lodewijk van Brugge ?<br />

1 Van Praet, Louis de Bruges, p. 76<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 108


BESLUIT<br />

Wat stell<strong>en</strong> we vast als we de kwartierstat<strong>en</strong> van beide families<br />

vergelijk<strong>en</strong> ?<br />

Bij de familie van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zijn er slechts drie wap<strong>en</strong>s die mogelijks<br />

overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met de werkelijke kwartier<strong>en</strong>.<br />

Bij de familie de Melun stemm<strong>en</strong> er zes overe<strong>en</strong>. Er ontbrek<strong>en</strong> op dit<br />

glasraam Roubaix <strong>en</strong> Ghistelles die vervang<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door Luxembourg<br />

<strong>en</strong> het laatste schildje.<br />

De ontbrek<strong>en</strong>de families zijn in feite afkomstig uit Vlaander<strong>en</strong>, alsof de<br />

allianties van de Gruuthuyse vooral met families uit de hoge adel <strong>en</strong> zelfs<br />

met afstammeling<strong>en</strong> van Franse koning<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>.<br />

Enkele kritische vrag<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het glasraam:<br />

Was dit onwet<strong>en</strong>dheid aangaande de voorgeschied<strong>en</strong>is van de familie (het<br />

glasraam van Lodewijk van Brugge spreekt dit wel teg<strong>en</strong>) of wild<strong>en</strong> zij uit<br />

ijdelheid aanton<strong>en</strong> dat ze wel hun vorst di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> maar in afkomst niet<br />

di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> onder te do<strong>en</strong> voor hem ? De positie van de c<strong>en</strong>trale figuur is zo<br />

weergegev<strong>en</strong> om te imponer<strong>en</strong>, om macht uit te stral<strong>en</strong>. Hij doet d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

aan de “Commandatore” uit Mozart’s opera Don Juan. De drang om hun<br />

oorsprong in de verf te zett<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> we wijd verspreid in de vijfti<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

de zesti<strong>en</strong>de eeuw bij belangrijke families. Zo gaat bijvoorbeeld het huis<br />

van Croy via keizerlijke diploma’s bewijz<strong>en</strong> dat zij afstamd<strong>en</strong> van de<br />

Arpadi<strong>en</strong>s, koning<strong>en</strong> van Hongarije 1 . In e<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwse<br />

g<strong>en</strong>ealogie van het huis Egmont staat dat zij afstamd<strong>en</strong> van “Radbout<br />

Coninck van Vrislant, dese werde van Carolus Martellus, sone van Pepin,<br />

van het koninckrijck van Vrislant berooft, <strong>en</strong>de is alsoo geword<strong>en</strong> d<strong>en</strong><br />

erst<strong>en</strong> here van Egmondt. Hij troude Aimarja des konincks dochter van<br />

Hongari<strong>en</strong>. Hij sterft door het vall<strong>en</strong> van sijn perde A° 792”. In de oude<br />

kroniek van Brabant staat de “bome oftlinie der edeld’ hertogè và Brabant<br />

<strong>en</strong> Lothrijcke”. Volg<strong>en</strong>s deze g<strong>en</strong>ealogie stamm<strong>en</strong> de koning<strong>en</strong> der<br />

Frank<strong>en</strong> zelfs af van Hector van Troye 2 .<br />

Mogelijks wilde R<strong>en</strong>é, via de kwartierstat<strong>en</strong> van het glasraam, aanton<strong>en</strong><br />

dat zijn familie ge<strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong> had t<strong>en</strong> overstaan van Maximiliaan van<br />

Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong> dat de keuze om vassaal te word<strong>en</strong> van de koning van<br />

Frankrijk verwees naar e<strong>en</strong> familieband (althans volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s van<br />

het glasraam) die sterker was dan de middeleeuwse feodale band met de<br />

wettige vorst. Na de veldslag van Guinegate in 1479 werd zijn oom, Jan<br />

van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door de Frans<strong>en</strong>. Gezi<strong>en</strong><br />

Lodewijk XI er naar streefde dat de Gruuthuyse familie partij zou kiez<strong>en</strong><br />

1 Martin, Croy, p. 15<br />

2 Die alderexcell<strong>en</strong>ste cronyke van Brabant, Cahier C<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 109


voor hem teg<strong>en</strong> Maximiliaan, b<strong>en</strong>oemde hij Jan tot zijn raadsman <strong>en</strong><br />

kamerheer. Hij liet Jan op 18 maart 1480 zelfs trouw<strong>en</strong> met R<strong>en</strong>ée de Bueil,<br />

dochter van Antoine, graaf van Sancerre, <strong>en</strong> van Johanna de Valois,<br />

natuurlijke dochter van Karel VII <strong>en</strong> Agnes Sorel. In de akt<strong>en</strong> van de<br />

sch<strong>en</strong>king<strong>en</strong> ter geleg<strong>en</strong>heid van dit huwelijk noemde Lodewijk XI R<strong>en</strong>ée<br />

de Bueil “sa nièce”. Later koos ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zijn vader, Jan van Brugge,<br />

resoluut partij voor Karel VIII, de zoon van Lodewijk XI. Hij werd ridder<br />

van de orde van Sint-Michiel <strong>en</strong> in 1504 gouverneur <strong>en</strong> luit<strong>en</strong>ant-g<strong>en</strong>eraal<br />

van Picardië. Hij had zich gevestigd te Abbeville waar hij in 1512 overleed 1 .<br />

Het glasraam komt over alsof de opdrachtgever, R<strong>en</strong>é van Brugge,<br />

gefrustreerd was <strong>en</strong> sterke uiterlijke symbol<strong>en</strong> nodig had om te imponer<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> daarom met veel verbeelding de kwartierstat<strong>en</strong> heeft gefantaseerd. Was<br />

dit omdat hij niet meer de belangrijke politieke rol vervulde van zijn<br />

voorouders of wilde hij zoveel mogelijk zijn familiale band<strong>en</strong> met de Lage<br />

Land<strong>en</strong> verberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich voordo<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijke Franse familie om<br />

de band van zijn vader, oom <strong>en</strong> broer met de Franse vorst te verklar<strong>en</strong> ?<br />

Waar is het werk van de wap<strong>en</strong>heraut<strong>en</strong> die in theorie alles di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> na te<br />

gaan om misbruik<strong>en</strong> te verhinder<strong>en</strong> ?<br />

1 Anselme, Histoire, D. 7, pp. 850-851 - Guynemer, Offémont, p. 50 - Van Praet, Louis de<br />

Bruges, pp. 64-72 – Watson, Winchester, pp. 76-77<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 110


IV. JAN VAN BRUGGE, HEER VAN SPIERE, EN JAN VAN DEN GRUUTHUYSE,<br />

DE TWEE ZONEN VAN LODEWIJK VAN BRUGGE, HEER VAN GRUUTHUSE 1<br />

Uit het huwelijk van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, prins van<br />

Ste<strong>en</strong>huize, graaf van Winchester (1472), ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies<br />

(1460) <strong>en</strong> van Margareta van Borsele zijn meerdere kinder<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong><br />

waaronder drie zon<strong>en</strong>. De oudste, Lodewijk, heer van Spiere, sterft jong op<br />

7 januari 1461 <strong>en</strong> wordt begrav<strong>en</strong> te Oostkamp 2 . Daarnaast hebb<strong>en</strong> ze twee<br />

zon<strong>en</strong> die beide de naam Jan drag<strong>en</strong>. De oudste komt in de geschrift<strong>en</strong> vaak<br />

voor als Jan van Brugge of als heer van Spiere terwijl de jongere broer<br />

aangegev<strong>en</strong> staat als Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, Jehan de La Gruthuse of<br />

s<strong>en</strong>eschal van Anjou 3 . Deze twee person<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, door het drag<strong>en</strong> van<br />

dezelfde voornaam, vaak met elkaar verward <strong>en</strong> zelfs als één persoon<br />

beschouwd. Op basis van cartularia, oude geschrift<strong>en</strong>, grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

andere bronn<strong>en</strong> volgt hier e<strong>en</strong> korte biografie van beide broers.<br />

Jan van Brugge, heer van Spiere, later heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />

Medaille A° 1479 van JOHANNES<br />

DE GRUTHUSA CASTELLANUS<br />

INSULARUM door Jean de<br />

Candida<br />

De tweede zoon, Jan van Brugge, heer van<br />

Spiere, behoorde, dank aan zijn vader, tot<br />

de hofhouding van Maria van Bourgondië.<br />

In 1478 neemt hij deel aan het steekspel<br />

van de Witte Beer te Brugge waar hij “d<strong>en</strong><br />

hoorne” wint. Het jaar daarop strijdt<br />

“Monseigneur des Pierres” mee in de<br />

veldslag bij Guinegate. Sam<strong>en</strong> met <strong>en</strong>kele<br />

ander<strong>en</strong> wordt hij door de Franse troep<strong>en</strong><br />

achtervolgd tot aan de wall<strong>en</strong> van de stad<br />

Aire 4 . Hij wordt vanaf dat jaar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

aangegev<strong>en</strong> als raadsheer <strong>en</strong> kamerheer<br />

van Maximiliaan van Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong><br />

kastelein van het kasteel van Rijsel <strong>en</strong><br />

“upperjaghere” van Vlaander<strong>en</strong>. In 1485 wordt hij uit zijn ambt van<br />

kastelein van Rijsel onthev<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit Vlaander<strong>en</strong> verbann<strong>en</strong>. Toch trekt in<br />

1488 “joncheer Jan van Brugge, die heere van Spiere, zu<strong>en</strong>e van d<strong>en</strong> heere<br />

van Gruuthuuse” onder leiding van Philips van Kleef, de<br />

1 Deze tekst is gebaseerd op het artikel, Jan van Brugge, heer van Spiere, <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse, zon<strong>en</strong> van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in<br />

Heraldicum Disputationes, D. 25, 2020, pp. 18-27.<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 302<br />

3 In februari 1481 vindt m<strong>en</strong> in de lijst der edel<strong>en</strong> “te Brugghe <strong>en</strong>de int Brugssche … mer<br />

Jan van Brugghe, heer van Spiere, svoorseits mer Lodcwijcx zone” <strong>en</strong> “Jan van der<br />

Gruuthuuse, s<strong>en</strong>eschal van Anjou” (Buylaert, Adel ingelijst, n° 1831-1832 - Buylaert,<br />

Repertorium, p. 142).<br />

4 Aan de zijde van de aartshertog van Oost<strong>en</strong>rijk werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s deze veldslag 12.000<br />

mann<strong>en</strong> gedood <strong>en</strong> 900 gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (Buchon, Molinet, D. 2, p. 210).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 111


Opperbevelhebber van G<strong>en</strong>t, naar D<strong>en</strong>dermonde waar ze zich meester<br />

mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> belangrijk aantal goeder<strong>en</strong>. Hij vervangt zijn vader als<br />

kapitein van Brugge <strong>en</strong> leidt de Brugse <strong>en</strong> Bourgondische troep<strong>en</strong> op het<br />

slagveld 1 .<br />

Hij zal, na het overlijd<strong>en</strong> van zijn vader, de voornaamste bezitting<strong>en</strong> erv<strong>en</strong>.<br />

Het graafschap Winchester ev<strong>en</strong>wel gaat hij in mei of juni 1500 te Calais<br />

moet<strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> aan de Engelse koning, H<strong>en</strong>drik VII 2 . In 1502 gebruikt<br />

hij ev<strong>en</strong>wel nog steeds de titel van graaf van Winchester 3 . E<strong>en</strong> jaar later<br />

gebruikt hij de volg<strong>en</strong>de omschrijving “Jan van Brugghe, heere van<strong>en</strong><br />

Gruuthuuse, prince van Ste<strong>en</strong>huuse, raed <strong>en</strong>de camerlinc ordinaires<br />

vand<strong>en</strong> coninc ruddre van zijnder ordre, capitain vander stede <strong>en</strong>de<br />

casteele van Abbeville <strong>en</strong>de van Louvre te Paris” 4 .<br />

Vanaf 1491 is hij kapitein van het Louvre 5 . Op 4 augustus 1492 vergezelde<br />

hij Margareta van Oost<strong>en</strong>rijk tijd<strong>en</strong>s haar bezoek aan de stad Ami<strong>en</strong>s. In<br />

1500 is hij reeds verbond<strong>en</strong> aan het Franse hof, zo wordt hij vermeld in e<strong>en</strong><br />

“roolle de la monstre et reveue faicte à Abeville, le dix neufviesme jour de<br />

novembre, l'an mil cinq c<strong>en</strong>s … estans soubz la charge et conduicte de<br />

monseigneur de la Gruthuze, conseiller et chambellan du roy nostredit<br />

seigneur”. In 1504 koopt “monsieur Despierres” het hotel in de “ruë de S.<br />

Gilles” van Philippe de Crevecoeur, gouverneur van het kasteel van<br />

Abbeville, verbouwt het tot e<strong>en</strong> mooi paleis <strong>en</strong> geeft het de naam Gruthuse.<br />

Sinds 1498 is hij grootmeester van de kruisboogschutters van Frankrijk.<br />

Op 27 mei 1498 wordt hij ridder in de Orde van Sint-Michiel. Vanaf 13<br />

juni 1504 is hij gouverneur <strong>en</strong> luit<strong>en</strong>ant van de koning van de provincie<br />

Picardië <strong>en</strong> kapitein van de stad <strong>en</strong> het kasteel van Abbeville 6 . Hij zal de<br />

verscheid<strong>en</strong>e functies blijv<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> tot zijn dood in 1512. Na zijn<br />

dood komt het hotel te Abbeville toe aan zijn zoon “Louys de Bruges son<br />

fils, aussi sieur de Grutuse, qui <strong>en</strong> paya les droits Seigneuriaux l’an 1515” 7 .<br />

1 de Jonghe, Despars - Cronijcke, D. 4, pp. 166, 409, 417, 420 <strong>en</strong> 436 – de La Tour, Jean<br />

de Candida, pp. 93-98 <strong>en</strong> pl. VII-5 - Haemers, Adellijke onvrede, p. 189 – Haemers,<br />

Strijd, pp. 118, 137 <strong>en</strong> 173 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire sommaire, D. 4, n° 2125, p. 261<br />

2 Watson, Winchester, p. 77<br />

3 “wij mer Jan, rudder, heere vander Gruthuusse, grave van Wincestre, prince van<br />

Ste<strong>en</strong>huuse, heere van Spiere, van Berchem, van Oerscarnp, van Thielt t<strong>en</strong> Hove <strong>en</strong>de<br />

van Bever<strong>en</strong> bij Harlebeke, etc” (Buylaert, Repertorium, p. 142).<br />

4 Buylaert, Repertorium, pp. 142-143<br />

5 “Mre Jehan de la Grutuse, Chevalier, Seigneur des Pierres, à pres<strong>en</strong>t Capitaine du<br />

Chastel du Louvre, au lieu dudit de Vaurin, par Lettres Pat<strong>en</strong>tes du Roi, données au<br />

Montils lès Tours le dix-neuf Mai 1491… Mre Adri<strong>en</strong> de Hangest, Chevalier, à pres<strong>en</strong>t<br />

Capitaine du Chastel du Louvre à Paris, au lieu de feu Mr de la Gruthuse, decedé le<br />

huit Aoust 1512” (Sauval, Histoire de Paris, pp. 497 <strong>en</strong> 559).<br />

6 Anselme, Histoire, D. 8, p. 108 – de Beauvillé, Recueil, D. 2, pp. 195-197 - de La<br />

Gorgue-Rosny, Ponthieu, D. 2, p. 541 – Pélicier, Lettres Charles VIII, D. 3, pp. 294-295<br />

- Sanson, Abbeville, pp. 596 <strong>en</strong> 618 - Watson, Winchester, p. 77<br />

7 “Jean de la Gruthuse, seigneur de Famechon, lieut<strong>en</strong>ant général <strong>en</strong> Picardie et<br />

capitaine de la ville et du château d'Abbeville” (de La Gorgue-Rosny, Ponthieu, D. 1, p.<br />

73 - de Vaissière, Trésor des Chartes, p. 214, n° 159, octobre 1499).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 112


Grafmonum<strong>en</strong>t van Jan van Brugge in de<br />

kerk van St-Riquier, volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong>ing van 1861<br />

(Armoiries Samari<strong>en</strong>nes)<br />

Jan huwt eerst, rond 1480, Marie<br />

d’Auxy. Zij moet t<strong>en</strong> vroegste in 1501<br />

overled<strong>en</strong> zijn. Zij wordt in dat jaar<br />

vermeld als de erfg<strong>en</strong>ame van haar<br />

zuster, Isabeau d’Auxy 1 .<br />

Hij hertrouwt nadi<strong>en</strong>, op 30 november<br />

1505, met Maria de Melun. Deze<br />

laatste hertrouwt op 20 februari 1513<br />

met Jacques de Chabannes, heer van<br />

La Palisse, maarschalk van Frankrijk,<br />

<strong>en</strong> sterft op 10 oktober 1553 <strong>en</strong> werd<br />

begrav<strong>en</strong> in het kasteel La Palisse 2 .<br />

Hijzelf is overled<strong>en</strong> op 8 augustus<br />

1512 <strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> in de kerk van de<br />

abdij Saint-Riquier 3 .<br />

Hij heeft uit zijn eerste huwelijk e<strong>en</strong><br />

dochter Margareta van Brugge, vrouw<br />

van Auxy <strong>en</strong> Flavy, die huwde met<br />

Jacob II de Luxembourg, heer van<br />

Fi<strong>en</strong>nes, ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies,<br />

overled<strong>en</strong> in 1519. Zij erfde de voornaamste bezitting<strong>en</strong> van haar moeder.<br />

Hij heeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zoon Lodewijk II van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>.<br />

Het is onduidelijk of hij gebor<strong>en</strong> is uit het eerste of het tweede huwelijk.<br />

Uit het tweede huwelijk zou hij zeer jong zijn voor de feit<strong>en</strong> die hem<br />

word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>: bijvoorbeeld, in 1522, had de keizer goeder<strong>en</strong><br />

verbeurd verklaart in Vlaander<strong>en</strong>, Rijsel, Douai <strong>en</strong> Orchies welke<br />

toebehoord<strong>en</strong> aan Lodewijk II, de oudste zoon van de heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

1 de La Gorgue-Rosny schrijft “messire de La Gruthuse veuf <strong>en</strong> 1505 de Made Marie<br />

d’Auxy et père de Marguerite” (Anselme, Histoire, D. 3, p. 736 <strong>en</strong> D. 8, p. 106 - de La<br />

Gorgue-Rosny, Ponthieu, D. 1, p. 72 <strong>en</strong> D. 2, pp. 701 <strong>en</strong> 926).<br />

2 In feite voert hij volg<strong>en</strong>s dit glasraam, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-Aa; II,<br />

teg<strong>en</strong>-gedeeld 1, Auxy (geschaakt van goud <strong>en</strong> keel); 2, Melun (in azuur zev<strong>en</strong> p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong><br />

van goud, geplaatst 3, 3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> schildhoofd van hetzelfde) (Anselme, Histoire, D. 5,<br />

p. 230 <strong>en</strong> D. 7, pp. 850-851 – Buylaert, Repertorium, pp. 142-143 – de Courcelles,<br />

Histoire, D. 5, pp. 23-33 - Donche, Edel<strong>en</strong>, n° 1831 - Guynemer, Offémont, p. 50 –<br />

Pattou, Melun, p. 8 – Rodière, Epitaphier, p. 428 - Van Praet, Recherches, pp. 64-72 –<br />

Watson, Winchester, pp. 76-77).<br />

3 “Messire Jehan de Bruges, Prince de Ste<strong>en</strong>huuse, Seigneù de la Grutuse r. et Chevalier<br />

de l’Ordre Gouverneur et lieut<strong>en</strong>àt. général du roy ez pays de Picardie et Capitaine de<br />

cèt. hòmes darmes tres-passa à Abbeville <strong>en</strong> l’an Vct et XII et fust grand et redouté<br />

Seigner’”. In de lijst van de Franse maarschalk<strong>en</strong> staat voor 1515 (di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> hier te lez<strong>en</strong><br />

1505 ?) e<strong>en</strong> “Jean ou Louis de Bruges, sieur de la Grutuse”. Het gaat hier zeker om Jan<br />

van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, die in het werk van Adrian de La Morlière beschrev<strong>en</strong><br />

wordt als “messire Louys de Bruges Mareschal de France, nouvellem<strong>en</strong>t Gouverneur &<br />

Lieut<strong>en</strong>ant g<strong>en</strong>eral <strong>en</strong> la Province de Picardie” (de La Morlière, Ami<strong>en</strong>s, pp. 218 <strong>en</strong> 297<br />

- Gilbert, Saint-Riquier, pp. 115-116).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 113


“qui se ti<strong>en</strong>t <strong>en</strong> france” 1 . Hij wordt gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de veldslag<br />

bij Pavie in 1525, waar hij onder het bevel van Jacques de La Palisse strijdt,<br />

<strong>en</strong> zal tijd<strong>en</strong>s de belegering van Napels, eind juli 1528, ongehuwd<br />

overlijd<strong>en</strong> 2 .<br />

Jan van Brugge heeft uit zijn tweede huwelijk zeker e<strong>en</strong> zoon <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

dochter Anna, geestelijke te Bethune. Zijn zoon R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong>, die huwt met Beatrix de Seyssel, g<strong>en</strong>oemd de La Chambre,<br />

sterft, quasi failliet, in 1572 3 .<br />

Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />

De jongste zoon van Lodewijk I, ook e<strong>en</strong> Jan, wordt door Maximiliaan van<br />

Oost<strong>en</strong>rijk op 7 augustus 1479 ridder geslag<strong>en</strong> voor de veldslag bij<br />

Guinegate 4 . Hij wordt tijd<strong>en</strong>s deze veldslag door de Frans<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Philippe de Commines beschrijft in het lang <strong>en</strong> het breed de<br />

zware boei<strong>en</strong> waarmede de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vastgebond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegt dat<br />

“toutesfois j’ay veu beaucoup de g<strong>en</strong>s de bi<strong>en</strong> prisonniers les avoir aux<br />

pieds, qui depuis <strong>en</strong> sont saillis à grand honneur, & qui depuis ont eu de<br />

grand bi<strong>en</strong> de luy: & <strong>en</strong>tre les autres, un filx de monseigneur de la Gruture<br />

de Flandres, prins <strong>en</strong> bataille: lequel ledict Seigneur maria, & feit son<br />

Chambelan, & S<strong>en</strong>eschal d’Anjou: & luy bailla c<strong>en</strong>t lances” 5 . Lodewijk<br />

XI heeft hem onder zijn hoede g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Jelle Haemers heeft de<br />

Franse carrière van zijn zoon de positie van Lodewijk, heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

vanaf 1479 ernstig verzwakt aan het hof van Maximiliaan van Oost<strong>en</strong>rijk.<br />

1 Op 20 maart 1550 doet “R<strong>en</strong>é de Bruges, seigneur de la Gruthuze: donation à Guillaume<br />

de La Gruthuze, abbé comm<strong>en</strong>dataire de Saint-Crépin les Soissons et prieur de Quierzy,<br />

diocèse du Soissons son frère naturel de toutes les sommes qui lui sont dues comme<br />

héritier de Louis de Bruges, seigneur de la Gruthuze, g<strong>en</strong>tilhomme ordinaire de La<br />

Chambre du Roi François I par les receveurs ou fermiers des terres, d'Auxy le Château,<br />

Fontaine près Auxy (de La Roque, Généraux Français, D. 1, p. 46 - Le Glay, Inv<strong>en</strong>taire<br />

sommaire, D. 4, n° 2311, p. 372 – Sanson, Abbeville, p. 596).<br />

2 Het glasraam in de kerk van Famechon geeft e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>afbeelding als heer van<br />

Famechon in het jaar 1512 van “Louis de Bruges”. Nadi<strong>en</strong> staat voor 1528, “R<strong>en</strong>ée de<br />

Bruges” vermeld als heer van dezelfde heerlijkheid. De memoires van Robert III de La<br />

Marck, heer van Florange, vermeld<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> “aultres gros personnaiges prins qui<br />

n’avoy<strong>en</strong>t poinct de charge” tijd<strong>en</strong>s de veldslag van Pavie in 1525, “mons’ de la<br />

Gruytheuse” (Louis de Bruges, sieur de la Gruthuse) (Buchon, Martin et Guillaume du<br />

Bellay, pp. 432-433 - Campardon, Châtelet, n° 3467 - d’Hozier, L’impot, n° 6833 -<br />

Goubaux, Florange, p. 238 - Rodière, Epitaphier, p. 427 - Van Praet, Recherches, pp.<br />

76-77).<br />

3 E<strong>en</strong> antifonarium van Famechon vermeldt slechts twee kinder<strong>en</strong>, namelijk “grand<br />

seigneur prince de r<strong>en</strong>om R<strong>en</strong>é de Bruges très puissant” <strong>en</strong> “damoiselle Anne de Bruges<br />

Soeur Religieuse à Bethune” (Rodière, Epitaphier, p. 426 - Van Praet, Recherches, p.<br />

77).<br />

4 Buchon, Molinet, D. 2, p. 209 - de Dadizeele, Memoires, pp. 18-19 – Haemers, Adellijke<br />

onvrede, p. 189 <strong>en</strong> 197 - Sanson, Abbeville, pp. 579-580<br />

5 de Commines, Mémoires, p. 229 - Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n°<br />

MCCCCXLVI, Plessis-du-Parc, 12 avril 1480, pp. 173-175<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 114


Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse huwt dan op 18 maart 1480 met R<strong>en</strong>ée de Bueil,<br />

dochter van Antoine de Bueil, graaf van Sancerre, <strong>en</strong> van Johanna de<br />

Valois, natuurlijke dochter van Karel VII <strong>en</strong> Agnes Sorel. Hij ontvangt bij<br />

deze geleg<strong>en</strong>heid de heerlijkheid Ussé. Op 12 april 1480 schrijft Lodewijk<br />

XI aan de rek<strong>en</strong>kamer van Anjou e<strong>en</strong> brief om de le<strong>en</strong>hulde per procuratie<br />

te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> door “maistre Hervé Regnault” gezi<strong>en</strong> “le s r de Ussé est<br />

à pres<strong>en</strong>t continuellem<strong>en</strong>t occuppé à l’<strong>en</strong>tour de nostre personne pour<br />

nostre service, et que ne voulons qu’il nous esloigne aucunem<strong>en</strong>t pour<br />

quelque chose qu’il ait à faire, nous vous prions que le veillez recevoir par<br />

procureur à faire l’ommage qu’il est t<strong>en</strong>u de faire à nostre très chier et très<br />

amé oncle et cousin le roy de Sicile, duc d’Anjou, à cause des terres qu’il<br />

ti<strong>en</strong>t de luy” 1 .<br />

Hij wordt kamerheer <strong>en</strong> raadsheer van de koning, ridder in de Orde van<br />

Sint-Michiel <strong>en</strong> s<strong>en</strong>eschal van Anjou. Hij ontvangt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s inkomst<strong>en</strong> op<br />

de zoutschur<strong>en</strong> van Ca<strong>en</strong>, Caudebec, Lisieux <strong>en</strong> Honfleur ter waarde van<br />

4.000 l 2 .<br />

Lodewijk XI schrijft op 30 november 1480, “Monsr du Plessys, je vous<br />

<strong>en</strong>voye ma niepce la s<strong>en</strong>eschalle d’Anjou, laquelle est grosse, ainsi que<br />

m’ont dit les medecins; et pour ce, qu’elle soit bi<strong>en</strong> traictié et logée près<br />

de la royne, et qu’il n’y ait faulte” 3 .<br />

Zijn echtg<strong>en</strong>ote moet mogelijks tijd<strong>en</strong>s de zwangerschap overled<strong>en</strong> zijn.<br />

De heerlijkheid Ussé komt terug in hand<strong>en</strong> van de familie de Bueil <strong>en</strong><br />

wordt in 1485 door Antoine de Bueil verkocht aan Jacques d’Espinay 4 .<br />

Op 8 oktober 1481 schrijft de koning aan de kanselier “j’ay commandé une<br />

declaration pour mon nepveu le s<strong>en</strong>eschal d’Anjou” <strong>en</strong> noemt Jan van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse niet meer als heer van Ussé 5 .<br />

Deze trouwt vervolg<strong>en</strong>s, rond 1484, met Louisa de Nesle, vrouw van<br />

Offémont, dochter van Jan de Nesle, heer van Offémont, Mello, Ancre,<br />

raadsheer <strong>en</strong> kamerling van de koning, <strong>en</strong> van Jacqueline de Croy-Chimay.<br />

Zij hebb<strong>en</strong> drie kinder<strong>en</strong>, de oudste Frans sterft juist na de geboorte, de<br />

tweede Antoine sterft jong in januari 1494. De derde zoon Lodewijk wordt<br />

heer van Offémont. Hij huwt met Marie de Moy 6 <strong>en</strong> sterft kinderloos op 4<br />

augustus 1524. Het grafzerk beschrijft hem als “Messire Loys de La<br />

Gruthuse, <strong>en</strong> son vivant chevalier seigneur d'Offémont d'Avelinghi<strong>en</strong> et<br />

1 Anselme, Histoire, D. 7, pp. 850-851 - Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n°<br />

MCCCCXLVI, Plessis-du-Parc, 12 avril 1480, pp. 173-175<br />

2 Champion, Agnès Sorel, pp. 89-90 - Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, p. 174<br />

3 Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n° MDXLIX, BonaV<strong>en</strong>tura, 30 novembre 1480,<br />

pp. 319-320<br />

4 Het werk van Eugène Hucher, Monum<strong>en</strong>ts funéraires, épigraphiques, sigillographiques,<br />

etc de la famille de Bueil, geeft ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele informatie betreff<strong>en</strong>de R<strong>en</strong>ée de Bueil<br />

(Zadora-Rio, Rigny-Ussé, p. 21).<br />

5 Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. IX, n° MDCXXX, Plessis-du-Parc, 8 octobre1481, pp.<br />

80-81<br />

6 “Mme Marie de Moy Dame de la Gruthuse” staat in 1585 (sic) aangegev<strong>en</strong> als dame aan<br />

het hof van Marie de Medicis (de La Morlière, Ami<strong>en</strong>s, pp. 284 - zum Kolk, Officiers,<br />

p. 5).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 115


sénéchal d'Anjou, qui trespassa le 4e jour d'Aoust 1524”. Volg<strong>en</strong>s zijn<br />

grafzerk was hij nog steeds s<strong>en</strong>eschal van Anjou 1 .<br />

Wap<strong>en</strong> van Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />

s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />

Wap<strong>en</strong> van Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />

zoon van Jan <strong>en</strong> Louisa de Nesle<br />

Onderzijde van twee ogiev<strong>en</strong> van de abdijkerk van Offémont<br />

(Guynemer, Offémont, p. 108 <strong>en</strong> pl. XXXIII)<br />

Verder vernem<strong>en</strong> we dat Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse op 9 september 1496 de<br />

heerlijkheid van Famechon kocht <strong>en</strong> deze twee jaar later overdraagt aan<br />

zijn broer Jan van Brugge 2 .<br />

1 Zijn zoon Lodewijk staat in 1499 aangegev<strong>en</strong> als s<strong>en</strong>eschal van Anjou. Hij moet wel<br />

nog zeer jong geweest zijn. Deze lijst geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan dat Brandelis de Champagne,<br />

heer van Bazouges, in 1500 s<strong>en</strong>eschal van Anjou <strong>en</strong> Le Maine was. Nochtans staat deze<br />

laatste in 1501 <strong>en</strong>kel aangegev<strong>en</strong> als “sénéchal du Maine”. Volg<strong>en</strong>s Cauvin werd vanaf<br />

1481 het ambt van s<strong>en</strong>eschal van Anjou <strong>en</strong> Le Maine gesplitst. Wel war<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s<br />

dezelfde auteur, Jan van d<strong>en</strong> <strong>Gruuthuse</strong> in 1484, zijn zoon Lodewijk in 1499 <strong>en</strong><br />

Brandelis de Champagne in 1500 s<strong>en</strong>eschal van beide provincies (Beautemps-Beaupré,<br />

Anjou, D. 2, pp. 77, 295 <strong>en</strong> 535 - Bodin, Recherches, D. 2, p. 570 - Cauvin, Le Maine,<br />

pp. 103, 106 <strong>en</strong> 114 - Guynemer, Offémont, pp. 51-52 - Pattou, Clermont-Nesle, pp. 12-<br />

13 - Perrier, Croissant, pp. 37-38 - Rodière, Epitaphier, pp. 578-579 <strong>en</strong> 582).<br />

2 “la famille de la Grutuze posséda la seigneurie de Famechon depuis le 9 septembre 1496<br />

où elle lui fut adjugée par décret de v<strong>en</strong>te, après la mort d'Isabeau, dame d'Auxi, femme<br />

de Philippe de Crèvecoeur”. Op 20 oktober 15.. (lees 1498) is er overdracht “pour la<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 116


E<strong>en</strong> register betreff<strong>en</strong>de de heerlijkheid Avelgem geeft aan dat hij voor het<br />

jaar 1501 e<strong>en</strong> derde bekomt van deze heerlijkheid <strong>en</strong> dat dit na zijn<br />

overlijd<strong>en</strong> toekomt aan zijn zoon Lodewijk 1 .<br />

De tweede echtg<strong>en</strong>ote, Louisa de Nesle, vrouw van Offémont, Mello,<br />

Ancre <strong>en</strong> Bray-sur-Somme, staat op 15 maart 1510 aangegev<strong>en</strong> als<br />

weduwe van “Jean de La Gruthuse, chevalier, sénéchal d’Anjou, conseiller<br />

et chambellan du roi” 2 .<br />

Op 13 april 1525 sch<strong>en</strong>kt zij al haar bezitting<strong>en</strong>, met behoud van het<br />

vruchtgebruik, aan Frans de Montmor<strong>en</strong>cy, heer van La Rochepot, de<br />

toekomstige echtg<strong>en</strong>oot van haar nicht, Charlotte d’Humières, op<br />

voorwaarde dat zo zij kinderloos zoud<strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, Offémont <strong>en</strong> Mello in het<br />

huis Montmor<strong>en</strong>cy zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ancre <strong>en</strong> Bray-sur-Somme zoud<strong>en</strong><br />

toekom<strong>en</strong> aan het huis van Humières 3 . Het gedeelte van de heerlijkheid<br />

Avelgem dat toebehoorde aan Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse zal na e<strong>en</strong><br />

korte tijdspanne t<strong>en</strong>slotte terugker<strong>en</strong> aan huis Gruuthuyse, namelijk aan<br />

zijn neef, R<strong>en</strong>é van Brugge 4 .<br />

seigneurie de Famechon <strong>en</strong>tre Jehan de Bruges et Jehan de la Grutuze son frère puîné”<br />

(Pouillet, Ephémérides Pohières, pp. 23 <strong>en</strong> 266).<br />

1 Visart de Bocarmé, Gruuthuuse, p. 430<br />

2 Babelon, Chambre de France, P//15 2181 n° 310<br />

3 de La Roque, Généraux Français, D. 1, p. 25 – du Chesne, Montmor<strong>en</strong>cy, D. 2, p. 267<br />

- Guynemer, Offémont, pp. 51-53 <strong>en</strong> 136-137<br />

4 Register betreff<strong>en</strong>de de heerlijkheid Avelgem, A° 1501: “Mer Jan van Brugghe, here<br />

van Gruuthuuse. Van des<strong>en</strong> le<strong>en</strong>e heeft Mer Jan S<strong>en</strong>echael, broeder van d<strong>en</strong><br />

voornoemd<strong>en</strong> heer het derde in partaig<strong>en</strong> da thy ook houd van ons<strong>en</strong> gheducht<strong>en</strong> heere<br />

van des<strong>en</strong> zyn<strong>en</strong> hove … Nu Lodewyck van Brugghe, filius Mer Jans, per mortem, 1512,<br />

heere van Offermont. Mer Jacop, graeve van Horne, van d<strong>en</strong> voorseid<strong>en</strong> derde per dood.<br />

Mer Jan, zyn broeder, per mortem. Nu R<strong>en</strong>é van Brugghe, here van Gruuthuuse, zyn<br />

rechtsweer per dood, anno 1540. Nu vrouwe Catherine van Brugghe, per mortem patris<br />

1572. Nu Zyne Konincklyke Majesteyt, by cope, t<strong>en</strong> decrete anno 1596, in d<strong>en</strong> groot<strong>en</strong><br />

raad <strong>en</strong>de by acte van demeure in d<strong>en</strong>zelv<strong>en</strong> raad, <strong>en</strong> date 2e april 1596 …” (Visart de<br />

Bocarmé, Gruuthuuse, pp. 430-431).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 117


REQUIEM VOOR GRUUTHUYSE<br />

OF HET BEWOGEN LEVEN VAN CATHARINA VAN BRUGGE 1<br />

Kasteel Montmirail waar Catharina van Brugge verblev<strong>en</strong> heeft<br />

O. de Wismes, Le Maine et l’Anjou<br />

In aanvulling van de vorige artikels over de her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong> wil ik<br />

deze lijst afsluit<strong>en</strong> met Catharina van Brugge de laatste telg van het huis,<br />

gebor<strong>en</strong> rond 1555. Catherine was de dochter van R<strong>en</strong>é van Brugge, heer<br />

van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Béatrix de La Chambre, oudste dochter van Jehan,<br />

graaf van La Chambre, <strong>en</strong> van Barbe d'Amboise. De psychische toestand<br />

van R<strong>en</strong>é van Brugge werd door de Raad “fragile et plus que douteuse”<br />

bestempeld. Hij is in 1572 overled<strong>en</strong> <strong>en</strong> liet aan zijn dochter belangrijke<br />

domein<strong>en</strong> na maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> berg met schuld<strong>en</strong>. Zijn echtg<strong>en</strong>ote staat<br />

vermeld als weduwe op 1 november 1573 <strong>en</strong> leefde na zijn overlijd<strong>en</strong> bij<br />

haar moeder, Barbe d’Amboise, in Savoie. Er volgd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal process<strong>en</strong><br />

voor de Grote Raad van Mechel<strong>en</strong>, die uiteindelijk leid<strong>en</strong> tot de verkoop<br />

van de goeder<strong>en</strong> in de Nederland<strong>en</strong> 2.<br />

In het eerste deel van deze tekst gaat het om e<strong>en</strong> dame uit de hoge adel, die<br />

jong trouwt met e<strong>en</strong> oudere man met e<strong>en</strong> prachtige loopbaan. Ze heeft<br />

verschill<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, waarvan <strong>en</strong>kel<strong>en</strong> jong sterv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> verliest haar<br />

echtg<strong>en</strong>oot tuss<strong>en</strong> 1586 <strong>en</strong> 1588.<br />

1 Deze tekst versche<strong>en</strong> als artikel, Requiem voor Gruuthuyse. Het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van<br />

Catharina van Brugge, versch<strong>en</strong><strong>en</strong> in Miscellania Heraldica I, 2020, pp. 207-217.<br />

2 Bagu<strong>en</strong>ault de Puchesse, Lettres de Catherine de Médicis, D. 8, p. 146 - de Cotarel,<br />

Barbe d’Amboise, p. 73 - de Seyssel-Cressieu, La maison de Seyssel, D. 1, pp. 234-235<br />

- Desmarais, de La Palice - Gailliard, Inv<strong>en</strong>taire, D. l, p. 166, n° 678<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 118


In het tweede deel, heeft ze te mak<strong>en</strong> met de teloorgang van haar<br />

bezitting<strong>en</strong>. Er zijn meerdere mogelijke oorzak<strong>en</strong>: de psychische toestand<br />

van haar vader, het onbezonn<strong>en</strong> beheer van haar goeder<strong>en</strong> door haarzelf <strong>en</strong><br />

haar echtg<strong>en</strong>oot, de oorlog<strong>en</strong> die de streek teister<strong>en</strong> in de tweede helft van<br />

16 e eeuw. Zo brand<strong>en</strong> in 1581 te Avelgem het kasteel, de kerk, vier mol<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong> meer dan de helft van de woning<strong>en</strong> af. Waarschijnlijk is de teloorgang<br />

e<strong>en</strong> gevolg van de drie 1 .<br />

Catharina wil ge<strong>en</strong> weduwe blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal opnieuw huw<strong>en</strong>, door<br />

omstandighed<strong>en</strong>, zelfs tot viermaal. Over Catharina zelf zijn, buit<strong>en</strong> de<br />

process<strong>en</strong>, weinig gegev<strong>en</strong>s terug te vind<strong>en</strong> maar via de echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong> we wel e<strong>en</strong> beeld van haar do<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> in de wereld waarin ze<br />

leefde.<br />

In 1575 publiceerde Guillaume de la Tayssonnière, heer van La Tour de<br />

Moles in de Maçonnais, e<strong>en</strong> lyrisch lofzang ter geleg<strong>en</strong>heid van het eerste<br />

huwelijk van Catharina van Brugge met Lodewijk de Corg<strong>en</strong>on g<strong>en</strong>oemd<br />

de la Baume, baron van Saint-Amour. Deze epithalamia versche<strong>en</strong> in zijn<br />

werk L’attiffet des Damoizelles, Première & plus importantes pièce de leur<br />

embellissem<strong>en</strong>t, uitgegev<strong>en</strong> door Frédéric Morel te Parijs 2 .<br />

In het eerste deel schreef hij de lofzang voor e<strong>en</strong> verwante, Françoise de la<br />

Baume, “madamoyzelle de Perès”, de oudste dochter van Claudine de la<br />

Tayssonnière <strong>en</strong> van Lodewijk de la Baume. Het tweede deel, van folios<br />

10v tot 16r, omvat:<br />

“EPITHALAME SUR L’HEUREUX MARIAGE DE HAULT ET PUISSANT SEIGNEUR<br />

Messire Loys de Corg<strong>en</strong>on dict de la Baume, Seigneur de la Grutheuze<br />

(<strong>Gruuthuse</strong>), Prince d’Estinhuze (Ste<strong>en</strong>huize), Conte de Vincestre<br />

(Winchester 3 ), Baron de Sainct Amour (Saint-Amour), Monfalconet<br />

(Montfalconnet), Sandreins (Sandrans 4 ), Corg<strong>en</strong>on, d’Espierre (Spiere-<br />

Espierres), Hamste (Heemstede), West<strong>en</strong>scave (?), Montmirail, Authon, La<br />

Bazoche Gouët 5 , & de Chaveroche 6 : Seigneur de Peres (Perrex 7 ), de<br />

1 Inv<strong>en</strong>taris onroer<strong>en</strong>d Erfgoed, Avelgem<br />

2 Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 2, p. 378 - Guigue, Les Amoureuses, pp. V-VIII<br />

3 Zijn grootvader Jan di<strong>en</strong>de in mei/juni 1500 het graafschap terug over te drag<strong>en</strong> aan de<br />

Engelse koning, H<strong>en</strong>drik VII (Watson, Winchester, pp. 77-79).<br />

4 Lodewijk de La Baume erfde Sandrans van Philibert de la Baume, baron van<br />

Montfalconnet. Op 17 juli 1574 verkocht Lodewijk de la Baume dit land aan Amand de<br />

Pigna, heer van La Botte (Guigue, Topographie, pp. 370-371).<br />

5 Montmirail, Authon <strong>en</strong> La Bazoche zijn drie heerlijkhed<strong>en</strong> die kwam<strong>en</strong> van Jan de<br />

Luxembourg, heer van Richebourg. Zijn dochter, Isabella huwde Jan de Melun, heer van<br />

Antoing <strong>en</strong> hun dochter, Maria was de grootmoeder van Catharina van Brugge<br />

(Wikipedia, Perche-Gouët).<br />

6 Anna de France, hertogin van Le Bourbonnais vervreemde de kastelnie van Chaveroche<br />

aan Jacob de Chabannes, maarschalk van Frankrijk (Nicolas de Nicolay, Description<br />

générale de Bourbonnais <strong>en</strong> 1569, p. 46).<br />

7 Perceval de la Baume, heer van Montfalconnet, bekwam in 1454 het hooggerecht over<br />

de inwoners van het le<strong>en</strong> (Guigue, Topographie, p. 285)<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 119


Mart<strong>en</strong>ey (Mart<strong>en</strong>ay 1 ), Espey (Epey 2 ), Saint Nizier (Saint-Nizier-le-<br />

Désert 3 ), Chasteauneuf (Château-Neuf), Chavein (Chaneins 4 ), Sainct<br />

Sulpy (Saint-Sulpice), le Roz (Le Roux 5 ) Portebeuf (Porteboeuf 6 ), la<br />

Falconiere (La Falconnière 7 ), Taney (Tanay 8 ) d’Aul<strong>en</strong>gui<strong>en</strong> (Avelgem),<br />

Oscàp (Oostkamp 9 ), Trelt<strong>en</strong>hebe (Lett<strong>en</strong>hove), Bernes (Berchem),<br />

Flamichon (Famechon 10 ), Brache (Braches) , Chezelles (Chazelles),<br />

Dompierre: Avec Illustre Dame, Madame Catherine de Bruges aussi<br />

Princesse, Côtesse & Dame desdits lieux. Par G. de la Tayssonnière<br />

g<strong>en</strong>tilhomme Domboys, & seigneur de la Tour de Moles <strong>en</strong> Masconnois”.<br />

Zicht op de stad Saint-Amour, Jean-Baptiste Lallemand, 1785<br />

(memoirevive.besancon.fr)<br />

1 Philibert de la Baume, heer van Périeu-<strong>en</strong>-Bresse was in 1540 heer van de burcht van<br />

Mart<strong>en</strong>ay te Sermérieu.<br />

2 Aan Lodewijk de la Baume door erf<strong>en</strong>is van Philibert de la Baume, baron van<br />

Montfalconnet (Guigue, Topographie, p. 141).<br />

3 Aan Lodewijk de la Baume door erf<strong>en</strong>is van Philibert de la Baume, baron van<br />

Montfalconnet (Guigue, Topographie, pp. 357-358).<br />

4 Claude de la Baume, weduwe van Philibert de La Teyssonnière was dame van Chaneins<br />

(France Archives, Cour des comptes de Bourgogne, B. 10615, p. 267 - Guigue,<br />

Topographie, pp. 76-77).<br />

5 Lodewijk de la Baume ver<strong>en</strong>igde dit land met de baronie van Montfalcon (Guigue,<br />

Topographie, pp. 328-329).<br />

6 De heerlijkhed<strong>en</strong> van Chaneins, Villon <strong>en</strong> Porteboeuf kwam<strong>en</strong> hem toe via zijn eerste<br />

echtg<strong>en</strong>ote Claudine de la Tayssonnière, dochter van Philibert de la Tayssonnière <strong>en</strong> van<br />

Claudine de la Baume, zuster van Philibert de la Baume, baron van Montfalconnet<br />

(Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 3, pp. 28-30 - Guigue, Topographie, p. 303).<br />

7 Aan Lodewijk de la Baume door erf<strong>en</strong>is van Philibert de la Baume, baron van<br />

Montfalconnet (Guigue, Topographie, p. 144).<br />

8 Guigue, Topographie, p. 389<br />

9 Lodewijk van Brugge kocht dit in 1457 van Jan Witto<strong>en</strong> (Opsommer, Le<strong>en</strong>goed, p. 490,<br />

nota 318).<br />

10 Op 20 oktober 15.. (lees 1498) is er e<strong>en</strong> transfer “pour la seigneurie de Famechon <strong>en</strong>tre<br />

Jehan de Bruges et Jehan de la Grutuze son frère puîné” (Pouillet, Ephémérides<br />

Pohières, p. 266).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 120


Haar eerste huwelijk<br />

Zij huwde e<strong>en</strong> eerste maal, op 9 juni 1574, met Lodewijk de la Baume<br />

g<strong>en</strong>oemd de Corg<strong>en</strong>on, baron <strong>en</strong> sinds 1581 1 graaf van Saint-Amour.<br />

Lodewijk de la Baume was e<strong>en</strong> zoon<br />

Philibert II de la Baume <strong>en</strong> van<br />

Françoise de Damas, dame van Saint-<br />

Amour. Hij huwde eerst op 22<br />

september 1560 met Claudine de la<br />

Teyssonnière, dame van Chaneins,<br />

<strong>en</strong>ige dochter van Philibert <strong>en</strong> van<br />

Claudine de la Baume. Hij streed te<br />

Montcontour onder het bevel van de<br />

graaf van Mansfeld. Door voorspraak<br />

van zijn oom, Philibert de la Baume,<br />

werd hij in 1572 kamerheer van de<br />

hertog van Savoie. Hij werd<br />

meerdere mal<strong>en</strong> op ambassade<br />

gezond<strong>en</strong> naar Frankrijk, Spanje,<br />

Portugal <strong>en</strong> Rome <strong>en</strong> werd in 1576<br />

ridder in de Orde van de Annonciade.<br />

Hij werd door de hertog van Savoie<br />

als ambassadeur naar het Spaanse<br />

Fr. Capré, L’Ordre de l’Annonciade,<br />

p. 133<br />

Hof gezond<strong>en</strong> om het huwelijk met Catharina, dochter van Filips II van<br />

Spanje, te onderhandel<strong>en</strong>.<br />

Op 29 juni 1586 kocht hij van de hertog Karel-Emmanuel, de land<strong>en</strong> van<br />

Saint-G<strong>en</strong>is, Oste <strong>en</strong> Y<strong>en</strong>ne voor 15.000 Italiaanse goud<strong>en</strong> ecus, som die<br />

hij contant betaalde. De koop werd voor de s<strong>en</strong>aat op 29 juni 1586<br />

bevestigd <strong>en</strong> op 10 juli 1586 verhief de hertog te Turijn de land<strong>en</strong> van<br />

Saint-G<strong>en</strong>is <strong>en</strong> Y<strong>en</strong>ne tot markgraafschapp<strong>en</strong>. Op 13 oktober 1588 kocht<br />

de minderjarige zoon van Lodewijk de la Baume, Emmanuel-Philibert de<br />

Saint-Amour, voor 4.500 Italiaanse goud<strong>en</strong> ecus de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong><br />

van de stad Saint-G<strong>en</strong>is van de eerste lakei (premier valet de chambre) van<br />

de hertog, die beweerde de recht<strong>en</strong> erover bekom<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> van de prins<br />

op 21 juli 1584. Op 26 augustus 1609 bekwam hij de briev<strong>en</strong> van<br />

overdracht van deze laatste aankoop. De grav<strong>en</strong> van Saint-Amour zull<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>wel, ondanks de betaling van deze somm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vele klacht<strong>en</strong>, nooit<br />

het bezit of vruchtgebruik van deze grond<strong>en</strong> bekom<strong>en</strong>.<br />

De onderhandeling<strong>en</strong> over de grond<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> aan dat Lodewijk de la Baume<br />

moet gestorv<strong>en</strong> zijn tuss<strong>en</strong> juli 1586 <strong>en</strong> oktober 1588.<br />

Het wap<strong>en</strong>boek van de Orde van “l’Annonciade” geeft voor Lodewijk de<br />

la Baume, in goud e<strong>en</strong> schuinbalk van azuur <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zwaan 2 .<br />

1 Filips II, koning van Spanje, verhief op 21 oktober 1581, de heerlijkheid van Saint-<br />

Amour tot graafschap (Janss<strong>en</strong>s, Wap<strong>en</strong>boek, D. 1, p. 469).<br />

2 Capré, Ordre de l’Annonciade, p. 133 - Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 1, pp. 26 <strong>en</strong> 107 <strong>en</strong> D. 2,<br />

p. 378 – Horric de Beaucaire, Archives diplomatiques, D. 2, pp. 47-48 – Merlotti,<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 121


Catharina had uit dit huwelijk zes kinder<strong>en</strong>, vijf zon<strong>en</strong> <strong>en</strong> één dochter,<br />

Françoise-Catherine, waar verder ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s over zijn. Twee zon<strong>en</strong><br />

stierv<strong>en</strong> jong, Willem in 1579 <strong>en</strong> Karel-Emmanuel, heer van La Chaux, in<br />

1584. De jongste zoon, Filip, baron van Sandrans, werd in 1622 abt <strong>en</strong> heer<br />

van Luxeuil na het overlijd<strong>en</strong> van zijn oom Antoine. Hij overleed op 22<br />

februari 1631 op het kasteel Baudoncourt, eig<strong>en</strong>dom van de abdij 1 . De<br />

oudste zoon, Emmanuel-Philibert de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges, graaf<br />

van Saint-Amour, markgraaf van Saint-G<strong>en</strong>is <strong>en</strong> Y<strong>en</strong>ne, werd gebor<strong>en</strong> op<br />

16 januari 1577 op het kasteel van Saint-Amour. Hij huwde op 6 juli 1599<br />

met Hel<strong>en</strong>a Perr<strong>en</strong>ot de Granvelle, nicht van de kardinaal, aartsbischop van<br />

Mechel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> stierf op 28 juni 1622 na zijn terugkeer van de slag bij<br />

Hagu<strong>en</strong>au op het kasteel Baudoncourt in de Franche-Comté, dus ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

voor zijn moeder.<br />

Antoine de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges, baron van Montfalconnet, La<br />

Chaux, huwde in 1602 met Johanna Richardot, dochter van Jan, voorzitter<br />

van de privéraad van aartshertog Albert. Zij hadd<strong>en</strong> uit dit huwelijk slechts<br />

één dochter die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaak de naam “Catharine de Bruges” droeg.<br />

Johanna Richardot stond reeds aangegev<strong>en</strong> als weduwe in 1605 <strong>en</strong> zal<br />

overlijd<strong>en</strong> op 5 mei 1657. Hun dochter, Catharina, huwde<br />

(huwelijkscontract van 29 januari 1622) met Albert-Eugène de G<strong>en</strong>ève,<br />

markgraaf van Lullin, maar had ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Hij stierf te Chambéry in<br />

1662 <strong>en</strong> zijn echtg<strong>en</strong>ote kreeg het vruchtgebruik van zijn bezitting<strong>en</strong> 2 .<br />

De teloorgang<br />

Het is onder R<strong>en</strong>é van Brugge, die in de onmogelijkheid was zijn schuld<strong>en</strong><br />

te verheff<strong>en</strong>, dat de problem<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong>. Zelfs Filips II van Spanje schreef<br />

e<strong>en</strong> brief aangaande de voogdij van Beatrix de La Chambre, weduwe van<br />

R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, over de goeder<strong>en</strong> van haar dochter<br />

Catharina. In 1571 vroeg de heer Stryckaert, voorlopig aangesteld om de<br />

bezitting<strong>en</strong> van de heer van <strong>Gruuthuse</strong> te beher<strong>en</strong>, om curator<strong>en</strong> aan te<br />

stell<strong>en</strong>. De process<strong>en</strong> startt<strong>en</strong> in 1593 waar Catharina, na e<strong>en</strong> klacht van<br />

Karel, graaf van Egmont, werd verplicht 31.200 florijn<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong> 3 .<br />

Heemstede werd reeds in 1592 verkocht aan Joos Teeling,<br />

raadsheer van de stat<strong>en</strong> van Zeeland, <strong>en</strong> aan Jan de Jonge,<br />

burgemeester van Zierikzee. Maar Maximiliaan van<br />

Cruijning<strong>en</strong>, burggraaf van Zeeland, deed zijn erfrecht geld<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> werd als heer erk<strong>en</strong>d op 21 februari 1603. Daar zijn<br />

Politique dynastique, p. 244 - Thiébaud, Les comtes, pp. 45-46 - Wikipedia, Famille de<br />

La Balme<br />

1 Pernot, Franche-Comté, pp. 346-347<br />

2 d’Ursel, Richardot-Ste<strong>en</strong>huyse, 1672, p. 7 – Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 3, pp. 30-31<br />

3 “En 1571, le Grand Conseil à la requête de M. Strvckaert, commis provisoirem<strong>en</strong>t à<br />

l'administration des bi<strong>en</strong>s du sgr de Gruuthuyse, demande au Conseil Privé, la<br />

nomination de curateurs défïnitifs” (Vand<strong>en</strong> Bussche, Inv<strong>en</strong>taire-Bruges, D. 2, n° 636-<br />

639, ref 24).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 122


ezitting<strong>en</strong> zwaar met schuld<strong>en</strong> belast war<strong>en</strong>, verkocht hij in 1608 de<br />

heerlijkheid aan Jacob van d<strong>en</strong> Eynde 1 .<br />

Daar Catharina niet in staat was de schuld<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong>,<br />

verplichtte de Grote Raad van Mechel<strong>en</strong> haar op 25 februari<br />

1593 de heerlijkhed<strong>en</strong> Spiere, Avelgem <strong>en</strong> Bevere te<br />

verkop<strong>en</strong>. De verkoop van het hoger <strong>en</strong> lager hof van Spiere<br />

had plaats op 19 december 1594. Het lager hof werd<br />

aangekocht door Maximiliaan d’Oignies, heer later graaf van<br />

Beaurepaire; het hoger hof of het Vlaamse gedeelte van de<br />

heerlijkheid Spiere, door Nicolas du Chastel de la Howarderie,<br />

die zijn erfrecht deed geld<strong>en</strong>. In 1639-1642 staat Johanna<br />

Richardot, prinses van Ste<strong>en</strong>huize, barones van La Chaux,<br />

aangegev<strong>en</strong> als vrouw van Avelgem 2 .<br />

Op 22 oktober 1594 legde de prins van Gavere beslag op de heerlijkheid<br />

Berchem met de eis deze te verkop<strong>en</strong>. De heerlijkheid werd gekocht door<br />

Kasper van der Heyd<strong>en</strong> maar de graaf van Boussu deed zijn erfrecht geld<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de zaak werd in zijn voordeel beslecht op 2 maart 1596. Na e<strong>en</strong> nieuw<br />

vonnis kwam het in bezit van Antoine de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges.<br />

Gezi<strong>en</strong> dit niet volstond, kwam Catharina in 1595 of iets daarvoor overe<strong>en</strong><br />

met de graaf van Egmont om, in ruil van de overblijv<strong>en</strong>de schuld<strong>en</strong>, het<br />

prinsdom Ste<strong>en</strong>huize <strong>en</strong> de heerlijkheid Lett<strong>en</strong>hove, te gebruik<strong>en</strong> als<br />

schuldvereff<strong>en</strong>ing. Filip van Egmont had reeds de titel van prins van<br />

Ste<strong>en</strong>huize opgeëist “<strong>en</strong> vertu d’<strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t” van zijn grootmoeder<br />

Françoise de Luxembourg 3 .<br />

1 Dek, Cruijning<strong>en</strong>, pp. 103-104 - Smallegange, Cronyk, pp. 688-689<br />

2 du Chastel de la Howarderie, Notices, D. 1, pp. 24-25 <strong>en</strong> 446-450 – Oosterbosch, Grote<br />

Raad, n° 339<br />

3 “Nous à grande et meurie deliberation de conseil pour le prouffict dudict desfault avons<br />

deboute et deboutons tous aultres non comparus et ne s'estant oppose p<strong>en</strong>dant ces<br />

proces, de tout tel droict et action. qu ses émiss<strong>en</strong>t peut pret<strong>en</strong>dre sur les diets bi<strong>en</strong>s<br />

subcastés ou d<strong>en</strong>iers <strong>en</strong> procedans <strong>en</strong>semble la dite contesse de St. Amours condemnez<br />

de toutes desp<strong>en</strong>ces et exceptions que lun emiss<strong>en</strong>t peut competez pour empescher le<br />

progres de ses procedures. Et faisans droict sur la dicte matière de decret. Avons<br />

interposé et par ceste notre s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce diffinitive et arrest interposons nos auctoritez aux<br />

criers v<strong>en</strong>te et subeastations de la dicte principaulté de Ste<strong>en</strong>huyse, <strong>en</strong>semble de la dicte<br />

terre et seigneurie de Lett<strong>en</strong>hove et des dictes deux fiefs et app<strong>en</strong>dances aux conditions<br />

reprises sur lesquels d<strong>en</strong>iers seront prisse <strong>en</strong> preallable les desp<strong>en</strong>ces des dictes criées<br />

et subcastations et de ceste <strong>en</strong>sembles les droicts sgrs tel que seront deus a cause de la<br />

v<strong>en</strong>te diceulx bi<strong>en</strong> et auparav<strong>en</strong>t faire droict sur la demande deja droicte faicte par le<br />

dict Baron de Trasignies pour la v<strong>en</strong>te de la dicte principaulte el sur l'opposition par<br />

luy faicte pour les friucts dicelle principaulte pour les années escheus depuis le trespas<br />

du dict feu Messire Philippe Prince de Gavre conte d'Egmont jusque au vœux qui at esté<br />

faict par le di ct Messire Charles conte d'Egmont, son frère … pour par après estre<br />

surtout ordonne ce que faisan et declarons icelluy conte d'Egmont <strong>en</strong> sa prefer<strong>en</strong>ce<br />

pret<strong>en</strong>due sur les d<strong>en</strong>iers a proceder de la dicte principaulte non fondè,...”. Effectief<br />

wordt reeds in 1577 Filip, graaf van Egmont, prins van Gavere, “t<strong>en</strong> titel van bijleving”,<br />

vermeld als prins van Ste<strong>en</strong>huize (A.E. Tournai. Fonds del Fosse et d'Espierres, n° 1111<br />

- de Potter, Ste<strong>en</strong>huize-Wijnhuize, pp. 15-16 - R.A. Ronse, Fonds Ste<strong>en</strong>huize-Wynhuize,<br />

n° 17 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Ste<strong>en</strong>huyse, pp. 87-89).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 123


Deze overe<strong>en</strong>komst sche<strong>en</strong> niet te voldo<strong>en</strong> aan de overige schuldeisers,<br />

waaronder de vier zusters van de graaf van Egmont. Op 10 mei 1597<br />

beklaagd<strong>en</strong> de prinses van Mansfeld (Maria-Christina van Egmont) <strong>en</strong> haar<br />

drie zusters, Anna, Johanna <strong>en</strong> Magdal<strong>en</strong>a, zich bij de Grote Raad dat<br />

Catharina h<strong>en</strong> nog 17.521 pond<strong>en</strong> achterstallige r<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verschuldigd was,<br />

vervall<strong>en</strong> sinds 1584, met <strong>en</strong>kele andere schuld<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

hypotheek ter waarde van 33.326 guld<strong>en</strong>. De Grote Raad<br />

besliste in november 1596 dat het prinsdom van Ste<strong>en</strong>huize<br />

op<strong>en</strong>baar di<strong>en</strong>de verkocht te word<strong>en</strong>, wat uiteindelijk zou<br />

geschied<strong>en</strong> op 17 maart 1605 1 .<br />

1 “Le 28 ème jour de novembre 1605 présidé par messeigneurs du Grand Conseil des<br />

Archiducqs nos souverains seigneurs et princes pour proceder a la signature des lettres<br />

de decret de la v<strong>en</strong>te de la terre et principaulte de Ste<strong>en</strong>huyse appart<strong>en</strong>ances et<br />

dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ces ayant appart<strong>en</strong>u a Dame Catherine de Bruges contesse douarière de St.-<br />

Amour. Apres les publications et aultres debvoirs a ce requis et accoustumes est<br />

finalem<strong>en</strong>t la terre et principaulté de Ste<strong>en</strong>huyse appart<strong>en</strong>ances et dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ces apres<br />

plusieurs <strong>en</strong>chieres et echaulches demeurée a mre Michiel Ellewouts conchierge du<br />

palais ou se ti<strong>en</strong>t le dict Grand Conseil pour lun ou son comànd comme achapteur et<br />

dernier <strong>en</strong>cherisseur a la levée du scel des lettres de decret pour la somme de 24200<br />

livres de quaraille gros monnaie de Flandre la livre soubs ces charges et conditions<br />

reprises et écris de decrc.. Lequel mre Michiel Ellewouts comparant le 17 ème de<br />

decembre audict an 1605 au greffe du dict conseil a déclaré son command estre Dame<br />

Jehanne de Richardot vesve de Messire Anthonie Poupet et de Bruges dict de la Baulme<br />

chv. Baron de la Chaux et de Crevecœur <strong>en</strong> son propre et privé nom Duquel achapt atres<br />

chere Dame est despesche ce prés<strong>en</strong>t acte pour l'un valoir a l'effect d'adheritance que<br />

de raison et moei<strong>en</strong>nant ce mamptissem<strong>en</strong>t par elle faict des d<strong>en</strong>iers de son achapt. Luy<br />

ont et délivrées ces pres<strong>en</strong>tes lettres de decret faict a Malines le jour et an que dessu".<br />

“Nous Anne d'Egmont declairons par cestes que sestant v<strong>en</strong>due passé quelque temps<br />

par decret au Grand Conseil à Malines la terre et principaulté de Ste<strong>en</strong>huys et que sur<br />

les d<strong>en</strong>iers <strong>en</strong> prov<strong>en</strong> ans nous compete nostre part et portion au marcq la livre avecq<br />

Madame la Princesse de Mansfelt Madame la Comtesse d'Herlies et Mad lle J<strong>en</strong>ne<br />

d'Egmont nos sœurs a l'<strong>en</strong>contre de Monsieur le Comte Charles d'Egmont nre frère les<br />

filles et heritiers de fut Thiry Hoeds, et les heritiers du fut Guillaume Ynans. Et voyans<br />

que la liquidation ne s'acheve, et ne scait on quand elle s'achevera, et qu'estans sur nre<br />

partern<strong>en</strong>t pour retourner à Bethune, nous avons besoing du nre pour subv<strong>en</strong>ir à noz<br />

necessitez aussy pour eviter toutes ulterieures difficultez. Nous sommes accordé avec<br />

Monsieur le Presid<strong>en</strong>t Richardot, et moy<strong>en</strong>nant la somme de cinq c<strong>en</strong>s florins, que ce<br />

iourdhuy avons receu de luy <strong>en</strong> pièces doubles Albertz et dont nous nous t<strong>en</strong>ons cont<strong>en</strong>te<br />

et satisfaicte. Luy avons cedé et transporte comme par ceste nous luy cedons et<br />

transportons luy pm et acceptant nre <strong>en</strong>tiere part et portion et g<strong>en</strong>eraleiii tout le droict<br />

que pouvons pret<strong>en</strong>dre es d<strong>en</strong>iers procedez de lade terre et Principaulte sans ri<strong>en</strong><br />

excepter pour par luy ses hoir et ayans cause joyr et proufficter de nre de <strong>en</strong>tiere part<br />

et portion tout ainsy, et <strong>en</strong> la mesme forme et maniere qu'eussions peu faire auparavant<br />

ceste pote cession et transport, que promectons t<strong>en</strong>ir, <strong>en</strong>tret<strong>en</strong>ir faire, souffrir, et laisser<br />

joyr, sans jamais aller au contraire. Sans toutefois parce que dessus nous praesidicier<br />

au surplus de nre deu que pourrons recouvrer sur la personne et aultres bi<strong>en</strong>s de<br />

Madame la comtesse de St.-Amour Mère du fut Monsieur le Baron de la Chaul nre<br />

cousin, et dont nous nous reservons nre droict et action, bi<strong>en</strong> <strong>en</strong>t<strong>en</strong>du que ne deverons<br />

estre recherge de tout ce que jusque orez avons receu sur nre pret<strong>en</strong>due, soit des d<strong>en</strong>iers<br />

de Lett<strong>en</strong>hove et dont led t Sr Presid<strong>en</strong>t nous devera garantir et indemner. En tesmoing<br />

dequoy avons signé ceste <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ce des tesmoings soubsignez. A Bruxelles le<br />

noeufièsme jour de juillet seize c<strong>en</strong>s et sept” (R.A. Ronse, Fonds Ste<strong>en</strong>huize-Wynhuize,<br />

n° 17).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 124


Het is haar schoondochter Johanna Richardot, weduwe van haar zoon<br />

Antoine de la Baume g<strong>en</strong>oemd de Bruges, baron van La Chaux <strong>en</strong> van<br />

Crevecoeur, die Ste<strong>en</strong>huize kocht voor de som van 24.200 pond<strong>en</strong>. Zij<br />

talmde wel om de betaling af te rond<strong>en</strong>. Zo drong Anna van Egmont, in<br />

haar naam <strong>en</strong> deze van haar drie zusters, bij de heer presid<strong>en</strong>t Richardot<br />

erop aan om het overige deel van het te goed te bekom<strong>en</strong>, wat uiteindelijk<br />

zou geschied<strong>en</strong> op 9 juli 1607. Johanna Richardot liet op 30 april 1658<br />

Ste<strong>en</strong>huize na aan haar neef, Claude Richardot, graaf van Gamerages 1 ,<br />

vermits haar dochter ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> had.<br />

Het kasteel van Gruuthuyse te Oostkamp werd verkocht aan<br />

Cornelius Bertholf die het in 1616 verder verkocht aan Conrad<br />

Schetz g<strong>en</strong>oemd van Ursel, echtg<strong>en</strong>oot van Françoise<br />

Richardot. Deze verkoop werd door Catharina van Brugge<br />

bevestigd in 1625.<br />

Het hof van Gruuthuyse was reeds in verval geraakt <strong>en</strong> kwam<br />

in 1596 in het bezit van de Spaanse koning. Op aanvraag van<br />

de aartshertog schonk Filips IV het in 1623 aan W<strong>en</strong>ceslas<br />

Coberger, die het in 1628 inrichtte als Berg van<br />

Barmhartigheid 2 .<br />

Berg van Barmhartigheid Brugge<br />

Sanderus, Flandria Illustrata, 1641, D.1, p. 270<br />

1 In 1577 werd Filip, graaf van Egmont, prins van Gavere, “t<strong>en</strong> titel van bijleving”, reeds<br />

effectief vermeld als prins van Ste<strong>en</strong>huize (de Potter, Berchem, pp. 12-13 <strong>en</strong> Ste<strong>en</strong>huize-<br />

Wijnhuize, pp. 15-17 - Dek, Egmond, pp. 53, 58 <strong>en</strong> 60 – Ferrant, Rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, n° 88 -<br />

Gailliard, Inv<strong>en</strong>taire, D. l, p. 166, n° 678 - Matthieu, La pairie de Silly, pp. 13-14 <strong>en</strong> 20<br />

- Scholliers, Prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> boer<strong>en</strong>, pp. 12-13 - van d<strong>en</strong> Eeckhout, Ste<strong>en</strong>huyse, pp. 87-91).<br />

2 Everaerdt, Tom’s kijk op Brugge - Inv<strong>en</strong>taris onroer<strong>en</strong>d Erfgoed, Huis van de Her<strong>en</strong> van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Kasteeldomein <strong>Gruuthuse</strong><br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 125


Op het graafschap Winchester na, dat Jan van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

in 1500 reeds aan de Engelse koning had teruggev<strong>en</strong>, zijn nu alle<br />

heerlijkhed<strong>en</strong>, waarvan de wap<strong>en</strong>s pronkt<strong>en</strong> op het siergraf van Lodewijk<br />

I van Brugge, verkocht. Catherina van Brugge verloor dus de domein<strong>en</strong> die<br />

de rijkdom <strong>en</strong> de glorie van haar voorvader uitmaakt<strong>en</strong>.<br />

Het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van Catharina van Brugge<br />

Zij ging e<strong>en</strong> tweede huwelijk aan met Karel de Montjouv<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd de<br />

Messey 1 . Bij huwelijkscontract van 19 maart 1593 bracht Catharina van<br />

Brugge in haar bruidsschat de heerlijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> kastel<strong>en</strong> van Braches <strong>en</strong><br />

van Famechon in Picardië alsook “de bons et beaux joyaulx, des chaynes<br />

d’or de dyam ants, pierres précieuses et aultres bagues et joyaulx jusques<br />

à la somme de deux mille escuz d’or sol”. Zij hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zoon, Marie-<br />

François de Montjouv<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd de Messey, heer van Montjouv<strong>en</strong>t,<br />

Messey, Nan, Saint-Nizier, Talant, Braches <strong>en</strong> Famechon. Hij<br />

onderhandelde met zijn halfbroer Emmanuel-Philibert de la Baume over<br />

de erfrecht<strong>en</strong> van hun moeder. Hij bekwam 50.000 pond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de l<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

heerlijkhed<strong>en</strong> van Braches <strong>en</strong> Famechon in Picardië. Deze tweede<br />

echtg<strong>en</strong>oot, Karel de Montjouv<strong>en</strong>t werd in 1596 met e<strong>en</strong> vuurwap<strong>en</strong><br />

vermoord door e<strong>en</strong> soldaat g<strong>en</strong>oemd “La Desbauche” 2 . In 1617 klaagde<br />

zijn zoon dat hij telk<strong>en</strong>s onder de voogdij kwam van andere person<strong>en</strong> die<br />

de goeder<strong>en</strong> van zijn moeder beheerd<strong>en</strong> maar dat hij van de goeder<strong>en</strong> die<br />

hem toekwam<strong>en</strong> niets zag 3 . Het glasraam in de kerk van Famechon<br />

1 Om te voldo<strong>en</strong> aan de testam<strong>en</strong>taire w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van zijn oom van 3 januari 1589, nam hij<br />

de naam <strong>en</strong> het wap<strong>en</strong> van Montjouv<strong>en</strong>t over (Cornet, Var<strong>en</strong>nes-St-Sauveur, pp. 246-<br />

250).<br />

2 ”S<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce déclarant ung nommé de Marchizeuil de Courtivron, conducteur des avantcoureurs<br />

de la trouppe et compagnie conduicte par le seigneur de Soirans, soubz la<br />

charge du seigneur baron de S<strong>en</strong>neccy, suffisamm<strong>en</strong>t attainct et convaincu d'avoir, <strong>en</strong><br />

la praierie de Messey <strong>en</strong> ce bailliage, v olu assassiner et mettre à mort messire Charles<br />

de Montjouv<strong>en</strong>t, seigneur et baron dudict lieu et de Messey, ayant le pistollet <strong>en</strong> main et<br />

le chi<strong>en</strong> abattu, de quoy faire il auroit esté empesché par aulcung de la compagnie du<br />

seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t, et d'avoir commandé <strong>en</strong> ladicte trouppe des six qui<br />

l'accompagnoi<strong>en</strong>t de tuer et mettre à mort ledict seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t, ayant<br />

réitérées foys faict ledict commandem<strong>en</strong>t avec blasphesmes; auroit ledict seigneur de<br />

Montjouv<strong>en</strong>t esté blessé d'ung coup de pistollet aux reins, dont il seroit incontin<strong>en</strong>t<br />

tombé par terre mort, par ung nommé La Desbauche, l'un desdicts six soldatz; pour<br />

réparation de quoy avons condempné et condempnons ledict de Marchizeuil de<br />

Courtivron et ledict La Desbauche, d'estre rompus et brisez par l'exécuteur de la haute<br />

justice sur une croix, <strong>en</strong> la place de ceste ville de Mascon appellée la Court-du-Prévost,<br />

si appréh<strong>en</strong>dez peulv<strong>en</strong>t estre et après liés sur une roue, les visaiges tornés <strong>en</strong> hault, y<br />

demeurer jusques ad ce que mort s'<strong>en</strong>suyve, les condempnant davantaige, chascung<br />

d'eulx seul et pour le tout, <strong>en</strong> l'am<strong>en</strong>de de cinq c<strong>en</strong>s escuz <strong>en</strong>vers le roy et somme de<br />

quatre mil escuz <strong>en</strong>vers dame Catherine de Bruges, veuve dudict seigneur de<br />

Montjouv<strong>en</strong>t, et Marie-François, leur filz” (Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 2, p. 272 - Michon,<br />

Bailliage de Maçon, série B. 918, A° 1596).<br />

3 “Requête prés<strong>en</strong>tée par Marie-François, seigneur de Messey, baron de Montjouveat,<br />

disant qu'il seroit tumbé soubz la férule et garde noble de haulte et puissante dame<br />

Catherine de Bruges, sa mère, et despuis de hault et puissant seigneur Emmanuel-<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 126


vermeldt Marie-François wel als heer in 1618 <strong>en</strong> zijn zoon<br />

François in 1630. Volg<strong>en</strong>s dit glasraam voerde de familie als<br />

wap<strong>en</strong>, in keel e<strong>en</strong> uitgeschulpt schuinkruis van zilver 1 .<br />

Catharina huwde nadi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde maal met Scipion de<br />

Champier, heer <strong>en</strong> markgraaf van Vaulx-<strong>en</strong>-Velin 2 , heer van<br />

Bouchon <strong>en</strong> van Saint-Hilaire, kapitein van honderd edel<strong>en</strong> van het<br />

koninklijk Hof <strong>en</strong> Italiaans infanteriekolonel. Op 27 september 1597 gaf<br />

hij in naam van zijn echtg<strong>en</strong>ote het hotel <strong>Gruuthuse</strong> te Abbeville in bail aan<br />

Nicolas Carrel, burger van de stad. Deze di<strong>en</strong>de het huis te onderhoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zorg te drag<strong>en</strong> voor de meubels. In 1614 zal het paleis eig<strong>en</strong>dom word<strong>en</strong><br />

van het koninklijk domein. Pierre d’Avity geeft in 1601 in zijn werk<br />

“Travaux sans Travail” e<strong>en</strong> anagram ter ere van Scipion. Of Catharina in<br />

de loop der tijd in deze lov<strong>en</strong>de tekst was blijv<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, valt te<br />

betwijfel<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> ze in 1611 de scheiding van goeder<strong>en</strong> aanvroeg van<br />

haar echtg<strong>en</strong>oot die op 5 februari 1611 werd b<strong>en</strong>oemd tot kapitein van de<br />

tweede compagnie. E<strong>en</strong> jaar later, op 28 augustus 1612, werd, weg<strong>en</strong>s het<br />

overlijd<strong>en</strong> van de heer Champier, de functie toegek<strong>en</strong>d aan Lodewijk II de<br />

Crevant, markgraaf van Humières. Scipion de Champier werd immers voor<br />

16 augustus 1612 in e<strong>en</strong> publiek duel te Parijs gedood door Emmanuel-<br />

Philibert de la Baume, de oudste zoon van Catharina. Waarschijnlijk had<br />

zij in deze zaak e<strong>en</strong> rol gespeeld 3 .<br />

Catharina had uit dit huwelijk ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Op 4<br />

december 1603 had Scipion reeds zijn testam<strong>en</strong>t<br />

opgemaakt t<strong>en</strong> voordele van zijn zuster Jeanne,<br />

Philibert de Bruges, comte de Sainct-Amour, et <strong>en</strong>cores despuis soubz noble Scipion de<br />

Champier, seigneur de Vaulx, et pour la quatriesme fois soubz la charge de noble<br />

Claude de La Roche, seigneur de Cornon, sans que jusques à ores, des ungs ny des<br />

autres, il ayt peu avoir compte de l'administration de ses bi<strong>en</strong>s” (Michon, Bailliage de<br />

Maçon, série B. 1006, A° 1617).<br />

1 Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 2, p. 272 – Michon, Bailliage de Maçon, série B. 918, A° 1596 -<br />

Rodière, Epitaphier, pp. 427-428<br />

2 In 1611 “séparation de bi<strong>en</strong>s demandée par Catherine de Bruges, comtesse de<br />

Grat<strong>en</strong>euse, baronne de Montmiral, la Bazoche et Faulton, femme <strong>en</strong> troisièmes noces<br />

de Scipion de Champier, marquis de Vaux, seigneur du Bouchot, capitaine de c<strong>en</strong>t<br />

g<strong>en</strong>tilshommes de la maison du Roi, colonel de l'infanterie itali<strong>en</strong>ne”.<br />

Scipion de Champier moet in 1596 of iets later de heerlijkheid van het markgraafschap<br />

van Vaulx-<strong>en</strong>-Velin gekocht hebb<strong>en</strong> van R<strong>en</strong>é de Mucio. In 1611 do<strong>en</strong> de<br />

domeincommissariss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek naar de verkoop. Scipion di<strong>en</strong>t docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor<br />

te legg<strong>en</strong> maar vraagt hiervoor meerdere mal<strong>en</strong> uitstel. Op 2 mei 1612 word<strong>en</strong> zijn<br />

eig<strong>en</strong>domsrecht<strong>en</strong> bevestigd. Op 16 augustus 1612 staat zijn moeder, Antoinette de<br />

Longecombe, aangegev<strong>en</strong> als erfg<strong>en</strong>aam. Op 19 juli 1614 wordt Gaspar Allemand, heer<br />

van Champier, definitief erk<strong>en</strong>d als wettelijk erfg<strong>en</strong>aam.<br />

de Rivoire de La Batie, Dauphiné, pp. 133-134 - Michon, Bailliage de Maçon, série B.<br />

980, A° 1611 - Prudhomme, Inv<strong>en</strong>taire-Isère, D. 3, pp. 72-74<br />

3 Waarschijnlijk was zij niet vreemd aan dit duel. In 1618 werd zij vrijgesprok<strong>en</strong> voor<br />

deze feit<strong>en</strong>. “Pièces concernant l’acquiescem<strong>en</strong>t de Catherine de Bruges aux lettres de<br />

grâce obt<strong>en</strong>ues par le comte de Saint-Amour, son g<strong>en</strong>dre, qui avait tué <strong>en</strong> duel Scipion<br />

de Champier, l’un de ses maris. Septembre 1618” (Bibliothèque de Besançon,<br />

Collection Granvelle, f° 293).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 127


echtg<strong>en</strong>ote van Gaspard Allemand. De familie Champier voerde als wap<strong>en</strong>,<br />

in azuur e<strong>en</strong> vijfpuntige ster van zilver of in azuur e<strong>en</strong> omgew<strong>en</strong>de<br />

vijfpuntige ster van zilver <strong>en</strong> als helmtek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> éénhoorn van zilver 1 .<br />

In 1615 zal Catharina opnieuw huw<strong>en</strong> ditmaal met Achille de l’Hôpital,<br />

baron van Cordoux 2 . Hij was de tweede zoon van Jacob de l’Hôpital, graaf,<br />

sinds 1599 markgraaf, van Choisy-aux-Loges, <strong>en</strong> van Magdal<strong>en</strong>a de Cossé.<br />

In 1607 ondernam Achille onder het bevel van zijn broer Karel de<br />

l’Hôpital, markgraaf van Choisy-aux-Loges, e<strong>en</strong> expeditie bestaande uit<br />

vijf schep<strong>en</strong> om ontdekking<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo mogelijk land<strong>en</strong> te verover<strong>en</strong><br />

voor de Franse kroon in Afrika, Azië <strong>en</strong> Amerika. Achille staat hier<br />

aangegev<strong>en</strong> als lieut<strong>en</strong>ant van zijn broer 3 . De caravel “Le Choisy”, met als<br />

kapitein Karel de Fleury, vertrok in 1610 opnieuw op expeditie naar Sierra<br />

Leone <strong>en</strong> Brazilië. Achille de l’Hôpital, edelman van de Kamer van de<br />

koning <strong>en</strong> van de hertogin van Orleans, stond sam<strong>en</strong> met Karel de Fleury<br />

aangegev<strong>en</strong> als geldschieters voor de expeditie die eerder op e<strong>en</strong><br />

pirat<strong>en</strong>tocht leek. Ze hebb<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> Spaanse caravel van 200 ton<br />

buitg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In 1624 stond zijn broer Karel aangegev<strong>en</strong> als<br />

heer van Cordoux. Hun vader, Jacob voerde als wap<strong>en</strong><br />

gevier<strong>en</strong>deeld 1 Napels; 2 Schotland; 3 gedeeld Hongarijë <strong>en</strong><br />

Arragon; 4, gevier<strong>en</strong>deeld La Tour <strong>en</strong> Auvergne met in het<br />

hart Boulogne; over alles he<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hartschild L’Hôpital (in<br />

1 Daniel, Milice française, D. II, pp. 78-79 - de Rivoire de La Batie, Dauphiné, pp. 8 <strong>en</strong><br />

133-134 - de Terrebasse, Poésies Dauphinoises, pp. 103 <strong>en</strong> 150 - Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D.<br />

3, p. 78 - Michon, Bailliage de Maçon, série B. 980, A° 1611 – Tillette de Clermont-<br />

Tonnerre, Actes de Me Vulfran Pappin, pp. 165-166<br />

2 Baronie geleg<strong>en</strong> te Courtomer (77.390) bestaande uit e<strong>en</strong> kasteel met donjon <strong>en</strong> wall<strong>en</strong>,<br />

geleg<strong>en</strong> aan de rivier Yerres (Wikipedia, Courtomer (Seine-et-Marne)).<br />

3 De vijf schep<strong>en</strong> droeg<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de nam<strong>en</strong>, L’Affection, L’Archange, Le Choisy,<br />

L’Esprit <strong>en</strong> L’Ange, <strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> onder het bevel van de markgraaf van Choisy-aux-<br />

Loges, die als”S<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce déclarant ung nommé de Marchizeuil de Courtivron,<br />

conducteur des avant-coureurs de la trouppe et compagnie conduicte par le seigneur de<br />

Soirans, soubz la charge du seigneur baron de S<strong>en</strong>neccy, suffisamm<strong>en</strong>t attainct et<br />

convaincu d'avoir, <strong>en</strong> la praierie de Messey <strong>en</strong> ce bailliage, v olu assassiner et mettre à<br />

mort messire Charles de Montjouv<strong>en</strong>t, seigneur et baron dudict lieu et de Messey, ayant<br />

le pistollet <strong>en</strong> main et le chi<strong>en</strong> abattu, de quoy faire il auroit esté empesché par aulcung<br />

de la compagnie du seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t, et d'avoir commandé <strong>en</strong> ladicte trouppe<br />

des six qui l'accompagnoi<strong>en</strong>t de tuer et mettre à mort ledict seigneur de Montjouv<strong>en</strong>t,<br />

ayant réitérées foys faict ledict commandem<strong>en</strong>t avec blasphesmes; auroit ledict seigneur<br />

de Montjouv<strong>en</strong>t esté blessé d'ung coup de pistollet aux reins, dont il seroit incontin<strong>en</strong>t<br />

tombé par terre mort, par ung nommé La Desbauche, l'un desdicts six soldatz; pour<br />

réparation de quoy avons condempné et condempnons ledict de Marchizeuil de<br />

Courtivron et ledict La Desbauche, d'estre rompus et brisez par l'exécuteur de la haute<br />

justice sur une croix, <strong>en</strong> la place de ceste ville de Mascon appellée la Court-du-Prévost,<br />

si appréh<strong>en</strong>dez peulv<strong>en</strong>t estre et après liés sur une roue, les visaiges tornés <strong>en</strong> hault, y<br />

demeurer jusques ad ce que mort s'<strong>en</strong>suyve, les condempnant davantaige, chascung<br />

d'eulx seul et pour le tout, <strong>en</strong> l'am<strong>en</strong>de de cinq c<strong>en</strong>s escuz <strong>en</strong>vers le roy et somme de<br />

quatre mil escuz <strong>en</strong>vers dame Catherine de Bruges, veuve dudict seigneur de<br />

Montjouv<strong>en</strong>t, et Marie-François, leur filz” (Michon, Bailliage de Maçon, série B. 918,<br />

A° 1596).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 128


keel e<strong>en</strong> haan van zilver, gesnaveld, gepoot <strong>en</strong> gekamd van goud, de hals<br />

bedekt met e<strong>en</strong> schildje van azuur e<strong>en</strong> lelie van goud) 1 .<br />

T<strong>en</strong> slotte huwde Catharina op 30 april 1621 op het kasteel Montmirail in<br />

e<strong>en</strong> laatste <strong>en</strong> vijfde huwelijk met R<strong>en</strong>é de La Haye, heer van<br />

Raiseux. Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van Joseph Audouys voerde<br />

de familie de La Haye de Brissarthe, in zilver drie<br />

schuinbalk<strong>en</strong> van sabel <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gevier<strong>en</strong>deeld La Haye<br />

<strong>en</strong> Charnacé (in azuur drie breedarmige kruisjes van goud) 2 .<br />

Catharina zal uiteindelijk overlijd<strong>en</strong> in 1630 of iets later, eindpunt van<br />

het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van de laatste afstammelinge van het huis<br />

Gruuthuyse.<br />

1 Anselme, Histoire, D. 7, pp. 434-435 – Barrey, Le Havre-Maritime, pp. 131 <strong>en</strong> 209 -<br />

Bibliothèque de Besançon, Collection Granvelle, f° 240 – du Chesne, L’Ordre du Saint-<br />

Esprit, D. 1, pp. 186-188 - L’anonyme de Carp<strong>en</strong>tras, Flibustier français dans la mer<br />

des Antilles - Mézin, Papiers d’origine privée, D. 8, T//1723/13, p. 64 – Pattou,<br />

Lhospital, pp. 1 <strong>en</strong> 6<br />

2 Volg<strong>en</strong>s het wap<strong>en</strong>boek van La Sarthe was deze familie afkomstig uit Anjou, e<strong>en</strong> plaats<br />

g<strong>en</strong>oemd La Haye te Brissarthe. Jean de La Haye zou rond 1450 naar Le Maine verhuisd<br />

zijn. Hij huwde daar met Jeanne Sevaud, <strong>en</strong> vormde de tak van Raiseux. E<strong>en</strong> Pierre de<br />

La Haye, ridder, heer van Raiseux, woonde te Juvigné <strong>en</strong> bezat het land <strong>en</strong> de<br />

heerlijkheid van Raiseux met e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>te ter waarde van 500 pond<strong>en</strong>. In 1647 staat e<strong>en</strong><br />

Antoine de La Haye aangegev<strong>en</strong> als baron van Raiseux. Het kasteel wordt ook<br />

aangegev<strong>en</strong> als “le manoir de Réseul” <strong>en</strong> is geleg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Juvigné-des-Landes <strong>en</strong> Saint-<br />

Hilaire-du-Maine. Volg<strong>en</strong>s Guich<strong>en</strong>on was R<strong>en</strong>é de La Haye de oudste zoon van Pieter,<br />

heer van La Haye-de-Brissarthe in Anjou, <strong>en</strong> van R<strong>en</strong>ée d’Ant<strong>en</strong>aise. Het wap<strong>en</strong>boek<br />

van 1696 geeft ev<strong>en</strong>wel voor de familie de La Haye, in zilver drie linkerschuinbalk<strong>en</strong><br />

van sabel (Audouys, Projet d’armorial d’Anjou, élém<strong>en</strong>t n° 96 - Bonneserre de Saint-<br />

D<strong>en</strong>is, Ant<strong>en</strong>aise, pp. 155 <strong>en</strong> 157 – Cauvin, Supplém<strong>en</strong>t, p. 85 - Chassin du Guerny<br />

Armorial de La Sarthe, D. 42, pp. 104-105 - Duchemin, Inv<strong>en</strong>taire-May<strong>en</strong>ne, D. 2, B.<br />

2276, p. 2 - Guich<strong>en</strong>on, Bresse, D. 3, p. 30 – Lainé, Archives, D. 8, p. 34).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 129


V. FAMILIE VAN DEN GRUUTHUYSE GENOEMD VAN BRUGGE<br />

Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x (Catharina ?) van der Aa, dame van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de Pollare<br />

Jan I, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> Grimberg<strong>en</strong><br />

x Margareta van Ghistelles<br />

Geldolf van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

Catharina van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Jan van Axele<br />

Jan II, heer van <strong>Gruuthuse</strong> + 1396<br />

x 1 (1355) Agnes Pip<strong>en</strong>poy<br />

x 2 Gertrude Hoste (vermeld op 26 mei 1368)<br />

x 3 (september 1368) Isabella de Looz d'Agimont<br />

x 4 (1389) Agnes de Mortagne, vrouw van Spiere<br />

+ 1438<br />

Jeanne van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Gilles<br />

Hooft<br />

N. van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Gilles<br />

Hoste<br />

Roland van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Catharina<br />

Trions<br />

Geldolf van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Catharina<br />

Cremps<br />

1) (?) Jan van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

+ Nicopolis<br />

1396<br />

x Maria<br />

t'Serclaes<br />

1) (?) Geldolf<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

3 ?) Isabella<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

+ voor1409<br />

x H<strong>en</strong>drik van<br />

Bergh<strong>en</strong><br />

+ 1419<br />

4) Jan III, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

° rond 1390 + na 1450<br />

x (1416) Maria van<br />

Ste<strong>en</strong>huyse<br />

4) Catharina<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

+ 1460<br />

x H<strong>en</strong>drik van<br />

Wass<strong>en</strong>are<br />

+ 1447<br />

4) Jeanne van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Jan Vilain,<br />

heer van<br />

Huize<br />

Catharina van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x (~ 1415)<br />

Jan M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s<br />

+ 1437<br />

Agnes van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Jan Swaef<br />

Louis de<br />

Lodewijk van<br />

Brugge, heer<br />

van<br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

x (1450)<br />

Marguerite<br />

van Borsele<br />

Louise van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

+ 1488<br />

x Lodewijk<br />

van<br />

Vlaander<strong>en</strong><br />

Jeanne van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x (1443) Jan<br />

van<br />

Ghistelles,<br />

heer van<br />

Esquelbecq<br />

Elisabeth<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

+ 1491<br />

Margareta<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 130


Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies (1460), graaf van Winchester (1472)<br />

x (1450) Margareta van Borsele<br />

Lodewijk van<br />

Brugge, heer<br />

van Spiere<br />

+ 7-1-1461<br />

(begrav<strong>en</strong> te<br />

Oostkamp)<br />

Jan IV van Brugge, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

+ 8-8-1512<br />

x 1 Maria d’Auxy<br />

x 2 (1505) Maria de Melun<br />

Jeanne van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x (1476)<br />

Jacob II, graaf<br />

van Hoorn,<br />

heer van<br />

Alt<strong>en</strong>a<br />

+ 8-12-1502<br />

Maria van<br />

d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Adriaan II,<br />

heer van<br />

Cruijning<strong>en</strong><br />

+ ± 1490<br />

Margareta<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

Begrav<strong>en</strong> te<br />

Coud<strong>en</strong>berg<br />

Brussel<br />

Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse,<br />

s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />

+ voor 15-3-1510<br />

x 1 (1480) R<strong>en</strong>ée de Bueil<br />

x 2 (± 1484) Louisa de<br />

Nesle, vrouw van Offémont<br />

+ 1530<br />

1) Marguerite<br />

van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse<br />

x Jacob II de<br />

Luxembourg,<br />

heer van<br />

Fi<strong>en</strong>nes<br />

+ 1519<br />

1 of 2)<br />

Lodewijk II<br />

van Brugge,<br />

heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

+ tijd<strong>en</strong>s<br />

belegering<br />

van Napels<br />

eind juli 1528<br />

2) R<strong>en</strong>é van<br />

Brugge, heer<br />

van<br />

<strong>Gruuthuse</strong><br />

+ 1572<br />

x (1552 ?)<br />

Beatrix de La<br />

Chambre<br />

° 1540<br />

+ na 1581<br />

2) Anne,<br />

geestelijke te<br />

Béthune<br />

Frans de La<br />

Gruthuse,<br />

overled<strong>en</strong><br />

juist na<br />

geboorte<br />

Antoine de La Lodewijk de<br />

Gruthuse La Gruthuse,<br />

+ 1494 heer van<br />

Offémont,<br />

Avelgem,<br />

s<strong>en</strong>eschal van<br />

Anjou<br />

+ 24-8-1524<br />

x Maria de<br />

Moy<br />

Catharina van Brugge, vrouw van <strong>Gruuthuse</strong> ° ~1555 + ~1630/1631<br />

x 1 (1574) Lodewijk de la Baume,<br />

baron <strong>en</strong> sinds 1581 graaf van Saint-Amour<br />

x 2 (1593) Karel de Montjouv<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd de Messey<br />

x 3 (1597) Scipion de Champier, heer van Saint-Hilaire<br />

x 4 (1615) Achille de l’Hopital, baron van Cordoux<br />

x 5 (1621) R<strong>en</strong>é de la Haye, heer van Raiseux<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 131


A°1329<br />

A°1336-1339<br />

I. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse x (Catharina ?) van der Aa,<br />

dame van Grimberg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Pollare 1<br />

II. A. Jan I, heer van <strong>Gruuthuse</strong> <strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong> 2<br />

X Margareta van Ghistelles (vermeld met haar echtg<strong>en</strong>oot<br />

in 1339 <strong>en</strong> met haar zoon in 1357)<br />

A°1372-1392<br />

A°1393<br />

A°1393<br />

A°1442<br />

III. A-a. Jan II, heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />

<strong>en</strong> van Grimberg<strong>en</strong>, drossaard van<br />

Brabant van 1372 tot 1378<br />

(overled<strong>en</strong> eind augustus 1396) 3<br />

x 1) 1355 Agnes Pip<strong>en</strong>poy<br />

x 2) Gertrude Hoste, weduwe van<br />

H<strong>en</strong>drik Braderick (vermeld<br />

op 26 mei 1368)<br />

x 3) (september 1368) Isabella de Looz d'Agimont<br />

x 4) (huwelijkscontract 28 april 1389) Agnes de<br />

Mortagne, vrouw van Spiere (overled<strong>en</strong> 3<br />

augustus 1438)<br />

IV. A-1-a. (?) Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (aanwezig in 1393<br />

bij het steekspel te Brugge - overled<strong>en</strong> te Nicopolis<br />

1396) 4<br />

x Maria t'Serclaes<br />

V. A. Agnes van d<strong>en</strong> Gruuthuyse x Jan Swaef<br />

IV. A-1-b. (?) Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (aanwezig in<br />

1393 bij het steekspel te Brugge) 5<br />

IV. A-1 of 3-c. Isabella van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (gestorv<strong>en</strong><br />

voor 1409)<br />

x H<strong>en</strong>drik van Bergh<strong>en</strong> (gestorv<strong>en</strong> 1419)<br />

IV. A-4-d. Jan III, heer van <strong>Gruuthuse</strong> (gebor<strong>en</strong> rond<br />

1390 - overled<strong>en</strong> na 1447 <strong>en</strong> voor september 1450) 6<br />

x 1416 Maria van Ste<strong>en</strong>huyse<br />

1 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het zegel van 1329.<br />

2 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s zegels van 1336 <strong>en</strong> 1339.<br />

3 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s zegels van 1372 tot 1392.<br />

4 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het tornooi van Brugge van 1393 (cfr. p. 63).<br />

5 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het tornooi van Brugge van 1393 (cfr. p. 63).<br />

6 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel van 1442.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 132


A°1455-1483<br />

A°1494<br />

A°1498<br />

A°1512<br />

V. A-a. Lodewijk I van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies<br />

(1460), graaf van Winchester<br />

(1472) (gebor<strong>en</strong> rond 1423 -<br />

overled<strong>en</strong> te G<strong>en</strong>t in 1492) 1<br />

x 1450 Margareta van Borsele<br />

(gestorv<strong>en</strong> 29 augustus 1510)<br />

VI. A-a. Lodewijk van Brugge, heer van Spiere + 7<br />

januari 1461 (begrav<strong>en</strong> te Oostkamp) 2<br />

VI. A-b. Jan IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

raadsheer <strong>en</strong> kamerheer van de koning, ridder<br />

in de Orde van Sint-Michiel,<br />

luit<strong>en</strong>ant g<strong>en</strong>eraal van Picardië<br />

(gestorv<strong>en</strong> 8 augustus 1512)<br />

x 1) Maria d’Auxy<br />

x 2) (30 november 1505) Maria<br />

de Melun (gestorv<strong>en</strong> 10 oktober 1553) 3<br />

VII. A-1-a. Marguerite van Brugge, vrouw van<br />

Auxy, Flavy<br />

x Jacob II de Luxembourg, heer van Fi<strong>en</strong>nes,<br />

ridder van het Guld<strong>en</strong> Vlies (gestorv<strong>en</strong> 1519) 4<br />

VII. A-1 of 2-b. Lodewijk II van Brugge, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> (gevang<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de<br />

veldslag bij Pavie in 1525 <strong>en</strong> overled<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

de belegering van Napels eind juli 1528) 5<br />

1 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s zegels tuss<strong>en</strong> 1455 <strong>en</strong> 1483.<br />

2 Bethune, Epitaphes, p. 302 – Van Praet, Recherches, p. 61 - Visart de Bocarmé,<br />

Gruuthuuse, pp. 429-430<br />

3 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel van 1494 <strong>en</strong> het glasraam in de kerk van Famechon op datum<br />

van 1498. In feite voert hij volg<strong>en</strong>s dit glasraam, gedeeld I, gevier<strong>en</strong>deeld Gruuthuyse-<br />

Aa; II, teg<strong>en</strong>-gedeeld 1, Auxy (geschaakt van goud <strong>en</strong> keel); 2, Melun (in azuur zev<strong>en</strong><br />

p<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van goud, geplaatst 3, 3 <strong>en</strong> 1, e<strong>en</strong> schildhoofd van hetzelfde) (Demay,<br />

Clairambault, n° 4288 - Guynemer, Offémont, p. 50 – Rodière, Epitaphier, p. 428).<br />

4 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de kwartierstat<strong>en</strong> van haar zoon (Maurice, Toison d’Or, p. 186 - Pattou,<br />

Luxembourg, p. 13).<br />

5 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het glasraam in de kerk van Famechon (Rodière, Epitaphier, p. 427).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 133


A°1531<br />

A°1593<br />

A° 1502<br />

VII. A-2-c. R<strong>en</strong>é van Brugge, heer van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> (sterft quasi failliet in 1572)<br />

x 1552 (?) Beatrix de Seyssel, g<strong>en</strong>oemd de La<br />

Chambre, dame van het huis van Catherine de<br />

Médicis van 1554 tot 1560 (gebor<strong>en</strong> 1540 (?)<br />

– gestorv<strong>en</strong> na 1581) 1<br />

VIII. A. Catharina van Brugge, vrouw van<br />

<strong>Gruuthuse</strong> (gebor<strong>en</strong> ~1555 - gestorv<strong>en</strong><br />

~1630/1631)<br />

x 1) (15 juni 1574) Lodewijk de la Baume,<br />

baron <strong>en</strong> sinds 1581 graaf van Saint-<br />

Amour<br />

x 2) (19 maart 1593) Karel de Montjouv<strong>en</strong>t<br />

g<strong>en</strong>oemd de Messey (vermoord in 1596)<br />

x 3) (1597) Scipion de Champier, heer van<br />

Saint-Hilaire (gestorv<strong>en</strong> voor 16 augustus<br />

1612 in e<strong>en</strong> duel met Emmanuel-Philibert<br />

de la Baume, graaf van Saint-Amour)<br />

x 4) (1615) Achille de l’Hopital, baron van<br />

Cordoux<br />

x 5) (30 april 1621) R<strong>en</strong>é de la Haye, heer van<br />

Raiseux<br />

VII. A-2-d. Anne, geestelijke te Bethune 2<br />

VI. A-c. Jeanne van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x 1 december 1476 Jacob II, graaf van Hoorn, heer<br />

van Alt<strong>en</strong>a (gestorv<strong>en</strong> 8 december 1502) 3<br />

VI. A-d. Maria van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Adriaan II, heer van Cruijning<strong>en</strong>, burggraaf van<br />

Zeeland van 1451 tot 1473 (overled<strong>en</strong> rond<br />

1490) 4<br />

VI. A-e. Margareta van d<strong>en</strong> Gruuthuyse begrav<strong>en</strong> te<br />

Coud<strong>en</strong>berg te Brussel 5<br />

1 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het tornooi van G<strong>en</strong>t van 11 juni 1531 (de Cotarel, Barbe d’Amboise,<br />

pp. 9, 71 <strong>en</strong> 73 – de La Ferrière, Catherine de Médicis, p. xli - Desmarais, de La Palice,<br />

p. 3 – van d<strong>en</strong> Eeckhout, Gand, n° 20, pp. 369-370 - zum Kolk, Officiers, p. 3).<br />

2 Rodière, Epitaphier, p. 426 - Van Praet, Recherches, p. 77<br />

3 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s haar grafzerk in de minderbroederskerk te Mechel<strong>en</strong> (Butk<strong>en</strong>s,<br />

Trophées, D. I, p. 621 <strong>en</strong> D. II, p. 112 - van d<strong>en</strong> Eynde, Mechel<strong>en</strong>, D. 2, p. 15 - Van<br />

Praet, Recherches, p. 62).<br />

4 Dek, Cruijning<strong>en</strong>, pp. 92 <strong>en</strong> 97 - Van Praet, Recherches, p. 62<br />

5 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 112 - Van Praet, Recherches, p. 61<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 134


VI. A-f. Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, ridder, raadsheer <strong>en</strong><br />

kamerheer van de koning, s<strong>en</strong>eschal van Anjou<br />

(gestorv<strong>en</strong> voor 15 maart 1510) 1<br />

x 1) 18 maart 1480 R<strong>en</strong>ée de Bueil was in<br />

verwachting op 30 november 1480 2<br />

x 2) rond 1484 Louisa de Nesle, vrouw van<br />

Offémont (gestorv<strong>en</strong> 1530) 3<br />

VII. A-a. Frans de La Gruthuse, overled<strong>en</strong> juist na<br />

geboorte 4<br />

VII. A-b. Antoine de La Gruthuse (gestorv<strong>en</strong><br />

januari 1494) 5<br />

VII. A-c. Lodewijk de La Gruthuse, heer van<br />

Offémont, Avelgem (gestorv<strong>en</strong> 4 augustus 1524)<br />

x Maria de Moy 6<br />

V. A-b. Louisa van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (overled<strong>en</strong> 1488)<br />

x Lodewijk van Vlaander<strong>en</strong>, heer van Praat 7<br />

V. A-c. Johanna van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x 1443 Jan van Ghistelles, heer van Esquelbecq 8<br />

V. A-d. (volg<strong>en</strong>s Butk<strong>en</strong>s) Elisabeth van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse, zuster in het klooster Galilea te G<strong>en</strong>t<br />

(overled<strong>en</strong> 1491) 9<br />

V. A-e. (volg<strong>en</strong>s Butk<strong>en</strong>s) Margareta van d<strong>en</strong><br />

Gruuthuyse 10<br />

1 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het glasraam in de kerk van Val-Sainte-Croix-lez-Offémont (Rodière,<br />

Epitaphier, pp. 578-579 <strong>en</strong> 582 - Visart de Bocarmé, Gruuthuuse, p. 430).<br />

2 Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI, D. VIII, n° MDXLIX, BonaV<strong>en</strong>tura, 30 novembre 1480,<br />

pp. 319-320<br />

3 Guynemer, Offémont, pp. 49-53 - Rodière, Epitaphier, p. 578 - Van Praet, Recherches,<br />

pp. 62-63<br />

4 Guynemer, Offémont, p. 52<br />

5 Guynemer, Offémont, p. 52<br />

6 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het glasraam in de kerk van Val-Sainte-Croix-lez-Offémont (Guynemer,<br />

Offémont, pp. 51-52 - Rodière, Epitaphier, pp. 578-579 <strong>en</strong> 582).<br />

7 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de kwartierstat<strong>en</strong> van haar zoon (Donche, Edel<strong>en</strong>, n° 1829 - Maurice,<br />

Toison d’Or, p. 206 - Van Praet, Recherches, p. 59).<br />

8 Bethune, Epitaphes, pp. 270 <strong>en</strong> 279 - Pattou, Ghistelles, p. 11 – Schw<strong>en</strong>nicke,<br />

Europäische, D. 27, tafel 69 - Van Praet, Recherches, p. 59<br />

9 Butk<strong>en</strong>s geeft ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> Philipotte, dochter van Isabella’s broer, Lodewijk van<br />

Brugge, als zuster in hetzelfde klooster <strong>en</strong> overled<strong>en</strong> in 1502 (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II,<br />

p. 112 - Van Praet, Recherches, p. 60).<br />

10 Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 112 - Van Praet, Recherches, p. 60<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 135


A°1365-1374<br />

IV. A-4-e. Catharina van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (overled<strong>en</strong> 1460<br />

<strong>en</strong> begrav<strong>en</strong> te Wass<strong>en</strong>aar)<br />

x H<strong>en</strong>drik van Wass<strong>en</strong>are (overled<strong>en</strong> 1447) 1<br />

IV. A-4-f. Johanna van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Jan Vilain, heer van Huize 2<br />

III. A-b. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Catharina Cremps 3<br />

IV. A. Catharina van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x (rond 1415) Jan M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s (overled<strong>en</strong> 1437)<br />

III. A-c. Roeland van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Catharina Trions<br />

III. A-d. Jeanne van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Gilles Hooft<br />

III. A-e. N. van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Gillis Hoste<br />

II. B. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse (gedood ≈ 1372)<br />

II. C. Catharina van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

x Jan van Axele<br />

1 Bock<strong>en</strong>berg, Prisca Bataviae, p. 153 - Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. II, p. 111 - Gilliodts-van<br />

Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire, D. II, p. 356 – Janse, Ridderschap, p. 216 - Merghelynck, Brugge,<br />

p. 37, 1421 / 1422 - Merghelynck, Kortrijk, p. 69, 13 jan. 1437 / 16 sept. 1437 – Obre<strong>en</strong>,<br />

Wass<strong>en</strong>aer, p. 31<br />

2 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> glasraam in de kerk van Pamel (Bethune, Epitaphes, p. 91).<br />

3 Wap<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zegel van 1365 <strong>en</strong> 1374 (Butk<strong>en</strong>s, Trophées, D. I, pp. 667-672 - de<br />

L’Espinoy, Prelats).<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 136


Bibliografie<br />

ARA Kortrijk, fonds Col<strong>en</strong>s, n° 457/001.<br />

ARA, Zegelafgietsels van het Algeme<strong>en</strong> Rijksarchief te Brussel, (www.arch.be).<br />

B. N. Parijs, ms. français, n° 2692 <strong>en</strong> n° 2693, “Traittié de la forme et devis comme on<br />

fait les tournoyz”, par R<strong>en</strong>é d’Anjou.<br />

Gelders Archief, Charterverzameling 0243 (www.geldersarchief.nl).<br />

K. B. Brussel, fonds Houwaert-de Grez, Miroir armorial IX, ms., n° II. 6560, f° 123.<br />

K. B. Brussel, fonds Houwaert-de Grez, Notitia sepulchrorum, ms., n° II. 6618, f° 14-<br />

17.<br />

Wap<strong>en</strong>boek Beyer<strong>en</strong>, (www.kb.nl/bladerboek/wap<strong>en</strong>boek/browse).<br />

WMV, J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Wap<strong>en</strong>boek van het Middeleeuwse Vlaander<strong>en</strong>, 2<br />

del<strong>en</strong>, Sint-Niklaas, 2009.<br />

A. Van d<strong>en</strong> Abeele, De Witte Beer, Brugge, 2000.<br />

A. Van d<strong>en</strong> Abeele, Het <strong>en</strong>igma van de g<strong>en</strong>ealogie <strong>Gruuthuse</strong> - veel vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

antwoord<strong>en</strong>, in Vlaamse Stam, D. 43, 2007, pp. 621-629.<br />

J. van Acker, De familie van Stavele (1298 – 1603) in de kasselrij<strong>en</strong> van Veurne <strong>en</strong><br />

Kortrijk, in Koninklijke Geschied- <strong>en</strong> Oudheidkundige Kring van Kortrijk, D. 54,<br />

1988, pp. 5-242.<br />

P. Anselme, Histoire généalogique et chronologique de la maison royale de France, 9<br />

del<strong>en</strong>, Paris 1726-1733.<br />

E. Antoche, Les expéditions de Nicopolis (1396) et de Varna (1444): une comparaison,<br />

in Analele Universitatii Dunarea de Jos din Galati. Istorie, D. 4, 2005, pp. 91-113.<br />

Armoiries Samari<strong>en</strong>nes, Héraldique <strong>en</strong> Somme, Saint-Riquier (remus80. eklablog.com).<br />

J. Audouys, Projet d’armorial d’Anjou, Mss, (ccfr.bnf.fr).<br />

L’Autographe, G<strong>en</strong>ève, Catalogue du 10 mai 2002, n° 305, Voyage de<br />

circumnavigation <strong>en</strong> 1607.<br />

P. d’Avity, Les Travaux sans Travail, Rou<strong>en</strong>, 1609.<br />

F. Avril <strong>en</strong> E. Pognon, Le Livre des Tournois du Roi R<strong>en</strong>é, Paris, 1986.<br />

J.-P. Babelon, Hommages r<strong>en</strong>dus à la Chambre de France. Chambre des comptes de<br />

Paris. Série P, XIVe-XVIe siècle. Tome III: Bailliages de Touraine et de Berry,<br />

Sénéchaussée de Bourbonnais, Bailliages de S<strong>en</strong>s, de Picardie, Vermandois et<br />

Ponthieu. Hommages divers de Normandie, Champagne, Poitou, Guy<strong>en</strong>ne et<br />

Languedoc. Inv<strong>en</strong>taire analytique (P//12-P//17), Pierrefitte-sur-Seine, 1985.<br />

G. Bagu<strong>en</strong>ault de Puchesse, Lettres de Catherine de Médicis, 1579 - 1588, 3 del<strong>en</strong>,<br />

Paris, 1899-1905.<br />

M. de Barante, Histoire des ducs de Bourgogne, zev<strong>en</strong>de uitgave, 12 del<strong>en</strong>, Paris, 1854.<br />

Ph. Barrey, Le Havre-Maritime du XVIe au XVIIIe siècle, Paris, 1917.<br />

F. Bayley, The Bailleuls of Flanders, Ieper, 1996.<br />

C.-J. Beautemps-Beaupré, Coutumes et institutions de l’Anjou & du Maine antérieures<br />

au XVI e siècle, Seconde partie Recherches sur les juridictions de l’Anjou & du Maine<br />

p<strong>en</strong>dant la période féodale, Deel 3, fasc. I, Paris, 1893.<br />

V. de Beauvillé, Recueil de docum<strong>en</strong>ts inédites concernant La Picardie, 5 del<strong>en</strong>, Paris,<br />

1817-1885.<br />

A. de Behault, La noblesse H<strong>en</strong>nuyère au tournoi de Compiègne <strong>en</strong> 1238, in Annales<br />

du Cercle Archéologique de Mons, D. 22, 1890, pp. 61-114.<br />

F. B<strong>en</strong>oit, De Burggravie van Vijve. De heerlijkheid, haar bezitters, de burcht <strong>en</strong> de<br />

brug over de Leie, in De Gaverstreke, D. 41, 2013, pp. 367-442.<br />

J. Bethune, Epitaphes et monum<strong>en</strong>ts des églises de la Flandre au XVIme siècle, Bruges,<br />

1900.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 137


Bibliotheek Brugge, Jan IV van <strong>Gruuthuse</strong>: e<strong>en</strong> glasraam door Jan Verbrugge (1788),<br />

e<strong>en</strong> litho door Edouard Daveluy naar Jean-Jacques Gailliard (1850),<br />

(http/bibliotheek brugge.wordpress.com).<br />

Bibliothèque de Besançon, Collection Granvelle, (memoirevive.besancon.fr).<br />

Fr. Blockmans, Les Lombards à Anvers de 1292 à 1405, in Tablettes du Brabant, D. I,<br />

1956, pp. 229-285.<br />

W.-P. Blockmans, Handeling<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> (10<br />

september 1419 – 15 juni 1467), 3 del<strong>en</strong>, Brussel, 1990-2006.<br />

P.-C. Bock<strong>en</strong>berg, Prisci Bataviae et Frisiae reges, item Lugduni Batavorum et<br />

Wass<strong>en</strong>arae Heroum, Lugduni Batavorum, 1589.<br />

J.-F. Bodin, Recherches historiques sur l’Anjou et ses monum<strong>en</strong>ts, 2 del<strong>en</strong>, Saumur,<br />

1821-1823.<br />

A. Bonaert <strong>en</strong> G. de Hemptinne, Sceaux de la région yproise, in Le Parchemin, n° 292,<br />

1994, pp. 283-295, n° 293, 1994, pp. 323-332 <strong>en</strong> n° 294, 1994, pp. 421-433.<br />

E. Bonneserre de Saint-D<strong>en</strong>is, Notice historique et généalogique sur la maison<br />

d’Ant<strong>en</strong>aise, Angers, 1878.<br />

C. De Borchgrave, Diplomat<strong>en</strong> <strong>en</strong> diplomatie onder Hertog Jan zonder Vrees, in<br />

Add<strong>en</strong>dum Stand<strong>en</strong> <strong>en</strong> Land<strong>en</strong>, D. XCV, 1992, Heule.<br />

C. de Borman, A. Bayot <strong>en</strong> E. Poncelet, Oeuvres de Jacques de Hemricourt, 3 del<strong>en</strong>,<br />

Bruxelles, 1910-1931.<br />

S. Bormans, Les fiefs du comté de Namur, 5 del<strong>en</strong>, Namur, 1875-1879.<br />

S. Bossuyt, “Rijke Stinkerds” Editie <strong>en</strong> analyse van middeleeuwse grafinscripties te<br />

Ieper (1118-1566), KUL, 1999-2000.<br />

Cl. Boudreau, L’Héritage Symbolique des Hérauts d’armes, 3 del<strong>en</strong>, Le léopard d’or,<br />

Paris, 2006.<br />

B. Bousmanne <strong>en</strong> T. Delcourt, Miniatures flamandes 1404-1482, B. N. de France / B.<br />

R. de Belgique, 2011.<br />

V. Bouton, Wap<strong>en</strong>boeck ou armorial de 1334 à 1372, 8 del<strong>en</strong>, Paris, 1881-1905.<br />

C. Bozzolo <strong>en</strong> H. Loyau, La Cour Amoureuse dite de Charles VI, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1982-<br />

92.<br />

F. Brassart, Une vieille généalogie de la maison de Wavrin, Douai, 1877.<br />

A. Brown, Urban Jousts in the Later Middle Ages: The White Bear of Bruges, in Revue<br />

belge de philologie et d'histoire, D. 78, fasc. 2, 2000, pp. 315-330.<br />

M. Bruchet, Archives départem<strong>en</strong>tales du Nord, Répertoire numérique, 2 del<strong>en</strong>, Lille,<br />

1921.<br />

J. Buchon, Choix de chroniques et mémoires sur l’histoire de France, Martin et<br />

Guillaume du Bellay, Mémoires, Paris, 1836.<br />

J. Buchon, Chroniques de Molinet, 5 del<strong>en</strong>, Paris, 1829-1831.<br />

J. Buntinx, De audi<strong>en</strong>tie van de grav<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, Brussel, 1949.<br />

E. Vand<strong>en</strong> Bussche, Inv<strong>en</strong>taire des archives de l’état à Bruges, section première Franc<br />

de Bruges, 2 del<strong>en</strong>, Bruges, 1881-1884.<br />

Ch. Butk<strong>en</strong>s, Trophées tant sacrés que prophanes du duché de Brabant, 4 del<strong>en</strong>, La<br />

Haye, 1724.<br />

F. Buylaert, Eeuw<strong>en</strong> van Ambitie. Edel<strong>en</strong>, sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale mobiliteit in<br />

laatmiddeleeuws Vlaander<strong>en</strong>, Universiteit G<strong>en</strong>t, 2008.<br />

F. Buylaert, Repertorium van de Vlaamse adel (ca. 1350 – ca. 1500), G<strong>en</strong>t, 2011.<br />

F. Buylaert, J. Dumolyn, P. Donche, E. Balthau <strong>en</strong> H. Douxchamps, De adel ingelijst.<br />

“Adelslijst<strong>en</strong>” voor het graafschap Vlaander<strong>en</strong> in de veerti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong>de eeuw,<br />

in Handeling<strong>en</strong> van de Koninklijke Commissie voor Geschied<strong>en</strong>is, n° 173, overdruk,<br />

2007.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 138


E. Campardon, Ch. Samaran, M.-A. Fleury <strong>en</strong> G. Vilar, Châtelet de Paris. Y//94-Y//103.<br />

Insinuations (4 août 1548 – 3 mars 1563), Pierrefitte-sur-Seine.<br />

V. Camp<strong>en</strong>, La baronnie de Boulaere, Grammont, 1930.<br />

R. Castelain, De heerlijkheid Avelgem <strong>en</strong> zijn her<strong>en</strong> (14de – 16de eeuw), in<br />

Handeling<strong>en</strong> van de Geschied- <strong>en</strong> Oudheidkundige Kring van Oud<strong>en</strong>aarde, D.<br />

XLVII, 2010, pp. 221-237.<br />

R. Castelain, De her<strong>en</strong> van Spiere <strong>en</strong> het Hoge Hof van Spiere (13de-16de eeuw), in De<br />

Leiegouw, D. 46, 2004, pp. 293-305.<br />

R. Castelain, De Oud<strong>en</strong>aardse familie Van Rokeghem <strong>en</strong> haar bezitting<strong>en</strong> te St.-Maria-<br />

Horebeke, Kerkem, Cordes, Elsegem, Kluisberg<strong>en</strong>, Mullem <strong>en</strong> Vladslo (14 de tot 16 de<br />

eeuw), in Handeling<strong>en</strong> van de Geschied- <strong>en</strong> Oudheidkundige Kring van Oud<strong>en</strong>aarde,<br />

D. XXIII, 1986, pp. 87-106.<br />

R. Castelain, Maria van Halewijn <strong>en</strong> haar <strong>en</strong>tourage (15 de <strong>en</strong> 16 de eeuw), in De<br />

Gaverstreke, D. 36, 2008, pp. 167-194.<br />

Fr. Capré, Catalogue des chevaliers de l’Ordre du collier de Savoye, dict de<br />

l’Annonciade, Turin, 1654.<br />

Ch. Cauvin, Supplém<strong>en</strong>t à la topographie du diocese du Mans, Le Mans, 1843.<br />

Th. Cauvin, Etats du Maine, députés et sénéchaux de cette province, Le Mans, 1839.<br />

P. Champion, La dame de Beauté Agnès Sorel, Paris, 1931.<br />

R. Chassin du Guerny <strong>en</strong> R. de Linière, Armorial de La Sarthe extrait de l’armorial<br />

général de France de de 1696, in, Revue historique et archéologique du Maine, D.<br />

38, 1932, pp. 25-38, 90-113, 153-182 <strong>en</strong> 235-250, D. 39, 1933, pp. 91-117, 170-185<br />

<strong>en</strong> 234-259, D. 40, 1934, pp. 99-112 <strong>en</strong> 234-242, D. 41, 1935, pp. 28-49 <strong>en</strong> 123-161,<br />

D. 42, 1936, pp. 89-115 <strong>en</strong> 197-232 <strong>en</strong> D. 43, 1937, pp. 10°6-128.<br />

P. du Chastel de la Howarderie, Notices généalogiques tournaisi<strong>en</strong>nes, 4 del<strong>en</strong>,<br />

Tournai, 1881-1910.<br />

A. du Chesne, Histoire généalogique de la maison de Montmor<strong>en</strong>cy et de Laval, 2 del<strong>en</strong>,<br />

Paris, 1624.<br />

A. du Chesne, Recherches historiques de l’Ordre du Saint-Esprit, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1710.<br />

A. Claeys, Vlaamse adel op de Azor<strong>en</strong> sinds de 15de eeuw. Brugge, 2012.<br />

S. Clemm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Armorial de la Paix d'Arras, Heraldiske Studier 4, in Societas<br />

Heraldica Scandinavica, Cop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>, 2006.<br />

S. Clemm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, Tournam<strong>en</strong>t in Bruges held 11th March 1393, (www.armorial.dk/<br />

tournam<strong>en</strong>ts).<br />

J. Colpaert, Avelgem voor 1500, in De Leiegouw – Verhandeling, D. II, 1965, Kortrijk.<br />

Ph. de Commines, Les mémoires de messire Philippe de Commines, chevalier, seigneur<br />

d’Arg<strong>en</strong>ton, Paris, 1561.<br />

H. Cools, Mann<strong>en</strong> met macht. Edellied<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Moderne Staat in de Bourgondisch-<br />

Habsburgse land<strong>en</strong> (1475–1530), Zutph<strong>en</strong> 2001.<br />

A. Cornet, Var<strong>en</strong>nes-St-Sauveur à travers les siècles, in Annales de la société<br />

d’émulation, agriculture, lettres et arts de l’Ain, D. 42, 1909, pp. 143-297.<br />

M. de Courcelles, Histoire généalogique et héraldique des pairs de France, 12 del<strong>en</strong>,<br />

Paris, 1822-1833.<br />

M. de Cotarel, Lettres à Barbe d’Amboise Comtesse de Seyssel-La Chambre résidant<br />

provisoirem<strong>en</strong>t à Paris de M. de Cotarel, son homme de confiance <strong>en</strong> Savoie, mars<br />

1557-juin 1559, (Lettres à Barbe d’Amboise de Seyssel-La Chambre.pdf).<br />

J. de Dadizeele, Mémoires, Bruges, 1850.<br />

M. Dam<strong>en</strong>, Tournam<strong>en</strong>t Culture in the Low Countries and England, in Contact and<br />

Exchange in Later Medieval Europe. Essays in Honour of Malcolm Vale,<br />

Woodbridge, 2012, pp. 247-266.<br />

G. Daniel, Histoire de la Milice française, 2 del<strong>en</strong>, Amsterdam, 1724.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 139


F. Debrabandere, Kortrijkse persoonsnam<strong>en</strong> omstreeks 1400, Tonger<strong>en</strong>, 1958.<br />

F. Debrabandere, Persoonsnam<strong>en</strong> in de kasselrij Kortrijk tweede helft veerti<strong>en</strong>de eeuw,<br />

in Handeling<strong>en</strong> van de Koninklijke Commissie voor Toponymie <strong>en</strong> Dialectologie, D.<br />

74, 2002, pp. 69-330.<br />

F. Debrabandere, Persoonsnam<strong>en</strong> in de Kortrijkse baljuwsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1385-1400, in<br />

Handeling<strong>en</strong> van de Koninklijke Commissie voor Toponymie <strong>en</strong> Dialectologie, D. 72,<br />

2000, pp. 203-412.<br />

F. Debrabandere, Persoonsnam<strong>en</strong> in Hulster Ambacht 1300-1400, in Handeling<strong>en</strong> van<br />

de Koninklijke Commissie voor Toponymie <strong>en</strong> Dialectologie, D. 71, 1999, pp. 295-<br />

490.<br />

F. Debrabandere, Studie van de persoonsnam<strong>en</strong> in de kasselrij Kortrijk 1350-1400,<br />

Handzame, 1970.<br />

F. Debrabandere, Woord<strong>en</strong>boek van de famili<strong>en</strong>am<strong>en</strong> in België & Noord-Frankrijk, 2<br />

del<strong>en</strong>, Brussel, 1993.<br />

J. Deconinck <strong>en</strong> Colonel de Lannoy, Les Reighersvliet à R<strong>en</strong>aix aux XIV e et XV e siècles,<br />

in Geschied- <strong>en</strong> Oudheidkundige kring van Ronse <strong>en</strong> het T<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t van Inde, D.<br />

XXIII, 1974, pp. 123-133.<br />

A. Dek, G<strong>en</strong>ealogie der her<strong>en</strong> <strong>en</strong> grav<strong>en</strong> van Egmond, Zaltbommel, 1970.<br />

A. Dek, G<strong>en</strong>ealogie der her<strong>en</strong> van Borsel<strong>en</strong>, Zaltbommel, 1979.<br />

A. Dek, G<strong>en</strong>ealogie der her<strong>en</strong> van Cruijning<strong>en</strong>, in Jaarboek van het c<strong>en</strong>traal bureau<br />

voor g<strong>en</strong>ealogie, D. XI, 1957, pp. 79-120.<br />

P. Delaroche, H. Dupont <strong>en</strong> Ch. L<strong>en</strong>ormant, Trésor de numismatique et de glyptique –<br />

sceaux des communes, communautés, évêques, barons et abbés, Paris, 1858.<br />

J. Delaville Le Roulx, La France <strong>en</strong> Ori<strong>en</strong>t au XIV e siècle – Expéditions du maréchal<br />

Boucicaut, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1886.<br />

O. Delepierre <strong>en</strong> F. Priem, Précis analytique des docum<strong>en</strong>ts que r<strong>en</strong>ferme le dépot des<br />

archives de la Flandre-Occid<strong>en</strong>tale à Bruges. 2é série Comptes du Franc, 9 del<strong>en</strong>,<br />

Bruges, 1843-1858.<br />

J.-Fr. Demange, Glossaire historique et héraldique - L’archéologie des mots, Biarritz,<br />

2005.<br />

G. Demay, Inv<strong>en</strong>taire des sceaux de l'Artois et de Picardie, Paris, 1877.<br />

G. Demay, Inv<strong>en</strong>taire des sceaux de la collection Clairambault à la Bibliothèque<br />

Nationale, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1885-1886.<br />

G. Demay, Inv<strong>en</strong>taire des sceaux de la Flandre, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1873.<br />

J.-B. Descamps, La vie des peintres Flamands, Allemands et Hollandois, 4 del<strong>en</strong>, Paris,<br />

1753-1764.<br />

P. Desmarais, De La Palice à la Chaux des Crot<strong>en</strong>ay, (http://foncinelabas.fr).<br />

N. Despars, Cronijcke van d<strong>en</strong> lande <strong>en</strong>de graefscepe van Vla<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, 4 del<strong>en</strong>, Brugge,<br />

1837-1840.<br />

V. Despodt, G<strong>en</strong>tse grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> grafschrift<strong>en</strong> tot het einde van de<br />

Calvinistische republiek (1584), D. III, Repertorium. UG, 2000-2001.<br />

Die alderexcell<strong>en</strong>ste cronyke van Brabant Hollant Seelant Vla<strong>en</strong>der<strong>en</strong> int g<strong>en</strong>erael met<br />

vele nyeuwe addici<strong>en</strong> die indye andere niet gheweest <strong>en</strong> zijn, Thantwerp<strong>en</strong>, 1512.<br />

P. Donche, Edel<strong>en</strong>, le<strong>en</strong>mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorstelijke ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong>, 1437, 1464,<br />

1481 <strong>en</strong> 1494, 2 del<strong>en</strong>, Berchem, 2010-2012.<br />

L. Douët d'Arcq, Inv<strong>en</strong>taires et docum<strong>en</strong>ts publiés par ordre de l'empereur. Collection<br />

de sceaux des Archives de l'Empire, 3 del<strong>en</strong>, Paris, 1863-1868.<br />

L. Douët d'Arcq, La chronique d'Enguerran de Monstrelet, 6 del<strong>en</strong>, Paris, 1857-1862.<br />

H. Douxchamps, Les quarante familles belges les plus anci<strong>en</strong>nes subsistantes. Breydel,<br />

in Le Parchemin, n° 310, 1997, pp. 298-307.<br />

J. van Driest<strong>en</strong>, Le grand armorial de la Toison d'Or de 1556, Lille, 1932.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 140


V. Duchemin, Inv<strong>en</strong>taire sommaire des Archives départem<strong>en</strong>tales antérieures à 1790,<br />

May<strong>en</strong>ne, 2 del<strong>en</strong>, Laval, 1882-1904.<br />

J. DuLong, The Dudzeele and Strat<strong>en</strong> Ancestry of Catherine de Baillon, Part 2, in<br />

Michigan’s Heritage Habitant, Journal of the Fr<strong>en</strong>ch-Canadian Heritage Society of<br />

Michigan, D. 34, 2011, pp. 156-166.<br />

P. Van Duyse <strong>en</strong> E. De Busscher, Inv<strong>en</strong>taire analytique des chartes et docum<strong>en</strong>ts<br />

appart<strong>en</strong>ants aux archives de la ville de Gand, Gand, 1867.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Aangepaste hypothese voor de eerste g<strong>en</strong>eraties van de familie<br />

van der Aa, g<strong>en</strong>oemd van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, in Heraldicum Disputationes, D. 23,<br />

2018, pp. 25-32.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Heraldiek <strong>en</strong> macht in de Middeleeuw<strong>en</strong> - Het wap<strong>en</strong> van de<br />

familie Gruuthuyse in de XIVde <strong>en</strong> de eerste helft van de XVde eeuw, in Heraldicum<br />

Disputationes, D. 17, 2012, pp. 17-32 <strong>en</strong> 47-68.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart 1393, in<br />

Vlaamse Stam, n° 46, 2010, pp. 377-406.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Joûtes t<strong>en</strong>ues à Gand le 11 juin 1531, copie du manuscrit plein<br />

d’embûches de Guillaume Rugher, in Le Parchemin, n° 442, 2019, pp. 312-406.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Knoei<strong>en</strong> met kwartierstat<strong>en</strong> - Heraldische analyse van het<br />

Glasraam van Jan IV van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong>, <strong>en</strong> van Maria de Melun, in<br />

Heraldicum Disputationes, D. 20, 2015, pp. 37-55.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, La principauté de Ste<strong>en</strong>huyse, in Le Parchemin, n° 230, 1984,<br />

pp. 81-94.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Le grand armorial équestre de la Toison d'Or. L'armorial de<br />

Flandre, Sint-Niklaas, 1996.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Wap<strong>en</strong>boek de Coninck. Her<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ridders in het 14 de eeuwse<br />

Vlaander<strong>en</strong>, Sint-Niklaas, 2004.<br />

J.-M. van d<strong>en</strong> Eeckhout, Wap<strong>en</strong>boek van het Middeleeuwse Vlaander<strong>en</strong>, 2 del<strong>en</strong>, Sint-<br />

Niklaas, 2009.<br />

L. van Eeckhout, Recueil d’actes et de docum<strong>en</strong>ts concernant la famille dite d’Eeckhout<br />

du XII e au comm<strong>en</strong>cem<strong>en</strong>t du XVII e siècle, Saint-Omer, 1900.<br />

R. van Elslande, De edele familie van Axele, de eerste her<strong>en</strong> van Axel (1085-1350), in<br />

Nieuwsbrief Heemkundige Ver<strong>en</strong>iging Terneuz<strong>en</strong>, n° 87, 2013, pp. 13-22.<br />

R. van Elslande, De familie van Massem<strong>en</strong>, her<strong>en</strong> van Axel in de 14 de <strong>en</strong> de 15 de eeuw,<br />

in Nieuwsbrief Heemkundige Ver<strong>en</strong>iging Terneuz<strong>en</strong>, n° 78, 2011, pp. 2-24.<br />

R. van Elslande <strong>en</strong> D. Van de Perre, De her<strong>en</strong> van Pollare in de 14de <strong>en</strong> 15de eeuw. De<br />

families van (der) AA (<strong>Gruuthuse</strong>), van Axel, van Massem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Vos, in Het Land<br />

van Aalst, D. 66, 2014, pp. 35-54.<br />

Ph. de L’Espinoy, Prelats, barons, chevaliers, escuiers, viles, franchises et officiers<br />

principaulx de ceste illustre Duché de Brabant, distincte par offices, recuillie hors<br />

des vieulx Registres, Lettres & Cartulaines des Monasteres & Viles des l’An 1300<br />

(lees1407) & la <strong>en</strong>viron, Gand, 1628.<br />

Ph. de L’Espinoy, Recherches des antiquitez et noblesse de Flandres, Douai, 1632.<br />

T. Everaerdt, Tom’s kijk op Brugge doorhe<strong>en</strong> de tijd in groot <strong>en</strong> klein (tomskijk.com).<br />

R. van d<strong>en</strong> Eynde, Provincie, stad, <strong>en</strong>de district van Mechel<strong>en</strong>, 2 del<strong>en</strong>, Brussel, 1770.<br />

E. Ferrant, De rek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> der Kastelnie van Kortrijk, van 1387 tot 1790, in Geschied<strong>en</strong><br />

Oudheidkundige Kring te Kortrijk, D. 3, 1912-1913, pp. 227-278.<br />

H. de La Ferrière, Lettres de Catherine de Médicis 1533-1563, Deel I, Paris, 1880.<br />

K. De Flou, Woord<strong>en</strong>boek der toponymie van Westelijk Vlaander<strong>en</strong>, Vlaamsch Artesië,<br />

etc, 19 del<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t-Ste<strong>en</strong>brugge, 1914-53.<br />

Ch. de Fossa, La noblesse du Pays de Liège aux XIIIe et XIVe siècles. Le cas des Looz-<br />

Agimont, in Le Parchemin, D. 20, 1973, pp. 267-297.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 141


J. Gailliard, Bruges et le Franc, 6 del<strong>en</strong>, Bruges, 1857-1864.<br />

J. Gailliard, Inscriptions funéraires et monum<strong>en</strong>tales de la Flandre Occid<strong>en</strong>tale, 3 del<strong>en</strong>,<br />

Bruges, 1861-87.<br />

A. Gailliard, Inv<strong>en</strong>taire des mémoriaux du Grand Conseil de Malines, 2 del<strong>en</strong>,<br />

Bruxelles, 1900-1903.<br />

J. Gailliard, Revue pittoresque des monum<strong>en</strong>ts qui décorai<strong>en</strong>t autrefois la ville de<br />

Bruges, Bruges, 1850.<br />

L. Galesloot, Inv<strong>en</strong>taire des archives de la Cour Féodale de Brabant, 2 del<strong>en</strong>, Bruxelles,<br />

1870-1884.<br />

A. de Ghellinck d’Elseghem-Vaernewyck, Mullem, in Handeling<strong>en</strong> van de Geschied<strong>en</strong><br />

Oudheidkundige Kring van Oud<strong>en</strong>aarde, D. 4, 1913, pp. 264-275 <strong>en</strong> D. 5, 1914-<br />

1922, pp. 51-105.<br />

A. Gilbert, Description historique de l’église de l’anci<strong>en</strong>ne abbaye royale de Saint-<br />

Riquier <strong>en</strong> Ponthieu; suivie d’une notice historique et descriptive de l’église de Saint-<br />

Vulfran d’Abbeville, Ami<strong>en</strong>s, 1836.<br />

L. Gilliodts-Van Sever<strong>en</strong>, Coutumes des petites villes et seigneuries <strong>en</strong>clavées, 6 del<strong>en</strong>,<br />

Bruxelles, 1890-1893.<br />

L. Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Coutumes du Bourg de Bruges, 3 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1883-1885.<br />

L. Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Coutumes du Franc de Bruges, 3 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1879-<br />

1880.<br />

L. Gilliodts-van Sever<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire des archives de la ville de Bruges. Treizième au<br />

seizième siècle, 9 del<strong>en</strong>, Bruges, 1871-1885.<br />

A. <strong>en</strong> J. Le Glay, M. Desplanque, M. Dehaisnes M. <strong>en</strong> J. Finot, Inv<strong>en</strong>taire-sommaire<br />

des Archives Départem<strong>en</strong>tales antérieures à 1790 - Nord. Archives Civiles. – Serie<br />

B, 8 del<strong>en</strong>, Lille. 1865-1895.<br />

D. Godefroy, Inv<strong>en</strong>taire chronologique et detaillé de toutes les chartes qui sont<br />

déposées dans l’anci<strong>en</strong>ne chambre des comptes du Roi à Lille, Ms des Archives<br />

Départem<strong>en</strong>tales du Nord à Lille, Tome IX.<br />

F.-V. Goethals, Dictionnaire généalogique et héraldique des familles nobles du<br />

royaume de Belgique, 5 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1849-1883.<br />

R. Goffin, Généalogie de la Famille M<strong>en</strong>n<strong>en</strong>s, in La Noblesse Belge, Annuaire 1942-<br />

1945, eerste deel, pp. 156-197.<br />

R. Goffin, Généalogies <strong>en</strong>ghi<strong>en</strong>noises - Livre I - La maison d'Enghi<strong>en</strong>, Grandmetz.<br />

L. de La Gorgue-Rosny, Recherches généalogiques sur les comtés de Ponthieu, de<br />

Boulogne, de Guines et Pays circonvoisins, 4 del<strong>en</strong>, Paris, 1974.<br />

P. Goriss<strong>en</strong>, Het parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de raad van Kort<strong>en</strong>berg, Leuv<strong>en</strong>, 1956.<br />

R. Goubaux <strong>en</strong> P.-A. Lemoisne, Mémoires du Maréchal de Florange dit le jeune<br />

adv<strong>en</strong>tureux, Paris, 1924.<br />

S. Guich<strong>en</strong>on, Histoire de la Bresse et de Bugey, 3 del<strong>en</strong>, Lyon, 1650.<br />

M.-C. Guigue, Les Amoureuses Occupations de G. de la Tayssonnière, G<strong>en</strong>ève, 1969.<br />

M.-C. Guigue, Topographie historique du départem<strong>en</strong>t de l’Ain, Bourg-<strong>en</strong>-Bresse,<br />

1873.<br />

P. Guynemer, La seigneurie d’Offémont, Compiègne, 1912.<br />

M. Gysseling <strong>en</strong> F. Debrabandere, Persoonsnam<strong>en</strong> in de Vier Ambacht<strong>en</strong> 14 e <strong>en</strong> 15 e<br />

eeuw, in Handeling<strong>en</strong> van de Koninklijke Commissie voor Toponymie <strong>en</strong><br />

Dialectologie, D. 71, 1999, pp. 491-488.<br />

J. Haemers, Adellijke onvrede Adolf van Kleef <strong>en</strong> Lodewijk van <strong>Gruuthuse</strong> als<br />

beschermher<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitdagers van het Bourgondisch hof (1477-1482), in Jaarboek<br />

voor Middeleeuwse Geschied<strong>en</strong>is, D. 10, Hilversum, 2007, pp. 178-215.<br />

J. Haemers, De strijd om het reg<strong>en</strong>tschap over Filips de Schone, Opstand, facties <strong>en</strong><br />

geweld in Brugge, G<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Ieper (1482-1488), G<strong>en</strong>t, 2014.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 142


J. Haemers, Lodewijk van GRUUTHUSE, in Nationaal Biografisch Woord<strong>en</strong>boek, D.<br />

18, 2007, pp. 388-396.<br />

E. Hautcoeur, Cartulaire de l'église collégiale Saint-Pierre de Lille, 2 del<strong>en</strong>, Lille,<br />

1894.<br />

P. H<strong>en</strong>derikx, Cartularium van de her<strong>en</strong> van Veere uit het geslacht van Borsele 1282-<br />

1491, 1555, Hilversum, 2007.<br />

L. Van Hollebeke, Un rôle des feudataires du comté de Flandre dans la châtell<strong>en</strong>ie<br />

d’Ypres rédigé vers la fin du XIVe siècle, Bruges, 1868.<br />

F. Hollevoet, Tielt feodaal, in De Roede van Tielt, D. 33, 2002, pp. 87-134.<br />

I.-M. de Hooghe, Versaemelinghe van alle de sepultur<strong>en</strong>, epitaphi<strong>en</strong>, besett<strong>en</strong>, wap<strong>en</strong>s<br />

<strong>en</strong>de blaso<strong>en</strong><strong>en</strong>, die gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in alle de kerck<strong>en</strong>, abdy<strong>en</strong>, capell<strong>en</strong> <strong>en</strong>de<br />

godshuys<strong>en</strong>, binn<strong>en</strong> de stad van Brugge, Brugge, Op<strong>en</strong>bare Bibliotheek, ms. N° 449<br />

(www. historischebronn<strong>en</strong>brugge.be).<br />

Ch. Hoogstoel-Fabri, Essai de classification des brisures utilisées par les lignages<br />

Bruxellois, in Brisures, augm<strong>en</strong>tations et changem<strong>en</strong>ts d’armoiries. Actes du 5 e<br />

colloque internationales d’héraldique Spolète 12-16 octobre 1987, Bruxelles, 1988,<br />

pp. 93-96.<br />

Ch. Horric de Beaucaire, Recueil des Instructions données aux Ambassades et ministers<br />

de France, T. XIV-XV: Savoie, Sardaigne et Mantou, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1898-1899.<br />

J.-Fr. d’Hozier <strong>en</strong> L. Paris, L’impôt du sang ou la noblesse de France sur les champs<br />

de Bataille, 3 del<strong>en</strong>, Paris, 1874-1881.<br />

Inv<strong>en</strong>taris onroer<strong>en</strong>d Erfgoed, Avelgem, Huis van de Her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong>,<br />

Kasteeldomein <strong>Gruuthuse</strong>.<br />

A. Jamees, Brugse Poorters, 2 del<strong>en</strong>, Handzame, 1974-1980.<br />

A. Janse, Ridderschap in Holland, Hilversum, 2009.<br />

P. Janss<strong>en</strong>s <strong>en</strong> L. Duerloo, Wap<strong>en</strong>boek van de Belgische adel van de 15 de tot de 20 e<br />

siècle, 4 del<strong>en</strong>, Geme<strong>en</strong>tekrediet, 1992.<br />

L. Jéquier <strong>en</strong> R. van Berchem, Sceaux et armoiries de la maison de Ranst et de Berchem<br />

du XIIIe au XVIe siècle, Neuchatel.<br />

J. de Jonghe, Cronijcke van d<strong>en</strong> lande <strong>en</strong>de graefscepe van Vla<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, Brugge, 4<br />

del<strong>en</strong>, 1837-1840.<br />

H. Jougla de Mor<strong>en</strong>as, Grand armorial de France, 7 del<strong>en</strong>, Paris, 1975.<br />

D. de Kerckhove dit van der Var<strong>en</strong>t, Généalogie de la famille van d<strong>en</strong> Gruithuis alias<br />

von Gruithaus<strong>en</strong> et de Gruthus, originaire d’Arnhem, in Le Parchemin, 2015, n° 416,<br />

pp. 158-179.<br />

M. Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Chroniques relatives à l’histoire de la Belgique sous la<br />

domination des ducs de Bourgogne, Bruxelles, 1870.<br />

M. Kervyn de Lett<strong>en</strong>hove, Oeuvres de Froissart, 25 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1870-1877.<br />

R. De Keyser, Het kasteel Lembeke te Oostkerke <strong>en</strong> zijn bezitters, in Album archivaris<br />

Jos. De Smet, Bruges, 1964, pp. 219-232.<br />

C. zum Kolk, État de la maison de Catherine de Médicis, 1547–1585 (BNF, ms. fr.<br />

nouv. acq. 9175, f. 379-394), (http://cour-de- france.fr/article2.html).<br />

P.-L. Lainé, Archives généalogiques et historiques de la noblesse de France, deel 8,<br />

Paris, 1843.<br />

G. Lams, De heerlijkheid van Wing<strong>en</strong>e. De her<strong>en</strong> van Wing<strong>en</strong>e, in De Roede van Tielt,<br />

D. 10, 1979, pp. 62-76.<br />

L’anonyme de Carp<strong>en</strong>tras, Flibustier français dans la mer des Antilles,<br />

(diacritiques.blogspot.com).<br />

R. Laur<strong>en</strong>t, Les sceaux du chartier des comtes de Namur, Bruxelles, 2002.<br />

R. Laur<strong>en</strong>t, Les sceaux des princes territoriaux belges du Xe siècle à 1482, 3 del<strong>en</strong>,<br />

Bruxelles, 1993.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 143


Th. Leuridan, Statistique féodale du Départem<strong>en</strong>t du Nord, 7 del<strong>en</strong>, Lille, 1898-1901.<br />

Th. Leuridan <strong>en</strong> R. Rodière, Epigraphie ou recueil des inscriptions du départem<strong>en</strong>t du<br />

Nord ou du diocèse de Cambrai, in Mémoires de la Société d'Etudes de la Province<br />

de Cambrai, deel 9 tot 12, 1932-1948.<br />

R. de Liedekerke, Les Rasse, Bruges, 1961<br />

Th. de Limburg-Stirum, Cartulaire de Louis de Male, comte de Flandre, 2 del<strong>en</strong>,<br />

Bruges, 1898-1901.<br />

Th. de Limburg-Stirum, Le chambellan de Flandre et les sires de Ghistelles, Gand,<br />

1868.<br />

J. Lindemans, Oude Brabantse Geslacht<strong>en</strong> – n° 1, Pip<strong>en</strong>poy, Nieuwe, vermeerderde<br />

uitgave, Brussel, 1953.<br />

M. Luyckx, Akt<strong>en</strong> <strong>en</strong> contrakt<strong>en</strong> van Kortrijk van 1438 tot 1511, 2014.<br />

A. Machado de Faria <strong>en</strong> J. du Cros, Livro do Armeiro-Mor, Lisboa, 1956.<br />

M. Marchal-Verdoodt, Table des noms de personnes et de lieux m<strong>en</strong>tionnés dans les<br />

plus anci<strong>en</strong>s comptes de la recette générale de Philippe le Hardi, duc de Bourgogne<br />

(1383-1389), Bruxelles, 1971.<br />

G. Martin, Maison de Croÿ, La Ricamarie, 1980.<br />

E. Matthieu, La féodalité <strong>en</strong> Hainaut - La pairie de Silly et ses fiefs, Louvain, 1891.<br />

J.-B. Maurice, Le Blason Des Armoiries de tous les Chevaliers de l'ordre de la Toison<br />

d'Or, La Haye, 1667.<br />

A. Merghelynck, Recueil de la Cour féodale du Bourg de Bruges, Manuscript K.B.,<br />

Fonds Merghelynck, n° 49.<br />

A. Merghelynck, Recueil de la Cour féodale du château de Courtrai, Manuscript K.B.,<br />

Fonds Merghelynck, n° 51.<br />

Ch. de Mérindol, Le roi R<strong>en</strong>é et la seconde maison d’Anjou, Paris, 1987.<br />

A. Merlotti, Politique dynastique et alliances matrimoniales de la Maison de Savoie au<br />

XVII e siècle, in Dix-septième siècle, n° 243, 2009, pp. 239-255.<br />

F. de Meul<strong>en</strong>aere, Une lignée chevaleresque flamande peu connue - Uut<strong>en</strong>swa<strong>en</strong>e dit<br />

Mirabel ou Mirabello, in De Middelaar, n° 287, 1993, pp. 263-268.<br />

A. Mézin, Papiers d’origine privée. Volume 8. Inv<strong>en</strong>taire sommaire (T//1695-T//1742),<br />

Archives nationales (France), Pierrefitte-sur-Seine, 2016.<br />

L. Michon, Inv<strong>en</strong>taire sommaire des Archives départem<strong>en</strong>tales de Saône-et-Loire<br />

antérieures à 1790. Séries A et B, tome I, Macon, 1878.<br />

F. van Mieris, Groot charterboek der graav<strong>en</strong> van Holland, van Zeeland <strong>en</strong> Heer<strong>en</strong> van<br />

Vriesland, 4 del<strong>en</strong>, Leyd<strong>en</strong>, 1753-1756.<br />

E. Mira <strong>en</strong> A. Delva, A la Busqueda del Toison de Oro, 2 del<strong>en</strong>, Val<strong>en</strong>cia, 2007<br />

C. Moors, Stadsrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Tielt: 1394-1500, 2 del<strong>en</strong>, Tielt, 2009.<br />

A. de La Morlière, Les antiquitez historiques et choses plus remarquables de la ville<br />

d’Ami<strong>en</strong>s, Paris, 1642.<br />

E. Van D<strong>en</strong> Neste, Tournois, joûtes, pas d'armes dans les villes de Flandre à la fin du<br />

Moy<strong>en</strong> Age. (1300-1486), Paris, 1996.<br />

A. Van Nieuw<strong>en</strong>huys<strong>en</strong>, Les finances du duc de Bourgogne Philippe le Hardi (1384-<br />

1404), Bruxelles, 1990.<br />

G. Noblemaire, Histoire de la maison des Baux, Paris, 1913.<br />

H. Nowé, Les baillis comtaux de Flandre des origines à la fin du XIVe siècle, Bruxelles,<br />

1929.<br />

H. Obre<strong>en</strong>, Geschied<strong>en</strong>is van het Geslacht van Wass<strong>en</strong>aer, Leid<strong>en</strong>, 1903.<br />

M. Oosterbosch, Grote Raad voor de Nederland<strong>en</strong> te Mechel<strong>en</strong>. Procesbundels.<br />

Beroep<strong>en</strong> uit Vlaander<strong>en</strong>. Ordinaris process<strong>en</strong> (nrs. 1-1000), Rijksarchief in België.<br />

R. Opsommer ‘Omme dat le<strong>en</strong>goed es thoochste dinc van der weerelt’ Het le<strong>en</strong>recht in<br />

Vlaander<strong>en</strong> in de 14de <strong>en</strong> 15de eeuw, 2 del<strong>en</strong>, Brussel, 1995.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 144


P. Palliot, La vraye et parfaite sci<strong>en</strong>ce des armoiries, Paris, 1661.<br />

W. Paravicini, Die Preuss<strong>en</strong>reis<strong>en</strong> des europäisch<strong>en</strong> Adels, Teil 1, Sigmaring<strong>en</strong>, 1989.<br />

H.-C. van Parys, Inv<strong>en</strong>taire analytique du Fonds Houwaert - de Grez, Bruxelles, 1971.<br />

H.-C. van Parys <strong>en</strong> F. de Cacamp, Généalogie des familles inscrites aux lignages de<br />

Bruxelles <strong>en</strong> 1376, in Brabantica, II e deel, 1957-1971.<br />

M. Pastoureau, Une histoire symbolique du Moy<strong>en</strong> Âge occid<strong>en</strong>tal, Lonrai, 2004.<br />

E. Pattou, Racines et Histoire, Boubers-Abbeville-Tuncq; Clermont-Nesle; Ghistelles;<br />

Halluin; Lhospital; Luxembourg-Saint-Pol, Melun <strong>en</strong> Roucy (http://racines<br />

histoire.free.fr/LGN/LGN-frameset.html).<br />

N. de Pauw, Bouc van der audi<strong>en</strong>cie, 2 del<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t, 1901-1903.<br />

N. de Pauw, Cartulaire historique et généalogique des Artevelde, Bruxelles, 1920.<br />

N. de Pauw, Geryt Potter van der Loo, Jehan Froissart's Cronyke van Vla<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, 4<br />

del<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t, 1898-1909.<br />

J. Paviot, Bruges 1300-1500, in Collection Mémoires, n° 79, Paris, 2002.<br />

P. Pélicier <strong>en</strong> B. de Mandrot, Lettres Charles VIII roi de France, 1470-1498, 5 del<strong>en</strong>,<br />

Paris, 1898-1905.<br />

Fr. Pernot, La Franche-Comté espagnole à travers les archives de Simancas, Presses<br />

Univ. Franche-Comté, 2003.<br />

D. Van de Perre, De middeleeuwse geschied<strong>en</strong>is van Pollare, in Het Land van Aalst, D.<br />

69, 2017, pp. 141-208.<br />

D. Van de Perre, De relatie van de her<strong>en</strong> van Pollare (van Aa) met die van Brugge<br />

(Gruuthuuse,, in Het Land van Aalst, D. 72, 2020, pp. 1-16.<br />

E. Perrier, Les chevaliers du Croissant essai historique et héraldique, Vannes, 1906.<br />

E. Petit, Itinéraires de Philippe le Hardi et de Jean sans Peur, ducs de Bourgogne (1363<br />

– 1419), Paris, 1888.<br />

Ch. Piot, Le cartulaire de l’abbaye de Saint-Trond, 2 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1870-1874.<br />

Ch. Piot, Notice historique et généalogique de la maison de Strat<strong>en</strong>, Bruxelles, 1877.<br />

M. Popoff, Armorial des vingt-trois chapitres de l’Ordre de la Toison d'Or (Lille 1431<br />

- Gand 1559), Orthez, 2008.<br />

M. Popoff, Armorial du héraut Gelre, (Bibliothèque royale de Belgique - Ms 15652-<br />

15656), le Léopard d'or, Paris, 2012.<br />

M. Popoff, Armorial Urfé, kopie van het manuscript, B. N. Parijs, ms. français, n°<br />

32753.<br />

Fr. de Potter <strong>en</strong> J. Broeckaert, Geschied<strong>en</strong>is van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> der provincie Oost-<br />

Vlaander<strong>en</strong>, 9 series in verschill<strong>en</strong>de del<strong>en</strong>, G<strong>en</strong>t, 1864-1933.<br />

M.-G. Pouillet, Ephémérides Pohières ou tablettes historiques du canton de Poix, in<br />

Bulletins de la société des antiquaires de Picardie, D. VI, 1856-1858, Ami<strong>en</strong>s, 1859,<br />

pp. 22-44, 70-91, 113-133 <strong>en</strong> 262-281.<br />

M. Powell Siddons, The Heraldry of Foreigners in England 1400-1700, Harleian<br />

Society, 2010.<br />

J. Van Praet, Notice d’un manuscrit de la bibliothèque du roi de France, coté n°445,<br />

puis 8551, et intitulé Tournois de La Gruthuse, in Collection des Chroniques<br />

Nationales Françaises, écrites <strong>en</strong> langue vulgaire du treizième au quinzième siècle,<br />

D. XII, 1826, pp. 132-143.<br />

J. Van Praet, Recherches sur Louis de Bruges, seigneur de Gruthuyse, Paris, 1831.<br />

E. de Prelle de la Nieppe, Tournoi de Bruges, in Noblesse Belge, Annuaire 1893, D. I,<br />

pp. 194-203 <strong>en</strong> Annuaire 1894, D. I, pp. 187-196.<br />

W. Prev<strong>en</strong>ier, Handeling<strong>en</strong> van de Led<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> (1384-1405),<br />

Brussel, 1959.<br />

A. Prudhomme, Inv<strong>en</strong>taire sommaire des archives départem<strong>en</strong>tales antérieures à 1790:<br />

Isère, série B, deel 3, Gr<strong>en</strong>oble, 1899.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 145


J.-Th. de Raadt, La bataille de Bäsweiler (22 août 1371) - Liste des combattants du duc<br />

W<strong>en</strong>ceslas, in Société Royale d’Archéologie de Bruxelles, D. 11, 1897, pp. 278-301<br />

<strong>en</strong> 448-460, D. 12, 1898, pp. 68-91, 234-246 <strong>en</strong> 341-359, D. 17, 1903, pp. 192-206<br />

<strong>en</strong> D. 18, 1904, pp. 267-350.<br />

J.-Th. de Raadt, Sceaux armoriés des Pays-Bas et des pays avoisinants, 4 del<strong>en</strong>,<br />

Bruxelles, 1898-1903.<br />

J.-Th. de Raadt, v. d<strong>en</strong> Heede, in De Navorscher, D. 36, 1887, pp. 118-119.<br />

J. Raneke, Bergshammarvap<strong>en</strong>bok<strong>en</strong> En medeltidsheraldisk studie, 2 del<strong>en</strong>, Lund, 1975.<br />

C. van R<strong>en</strong>ynghe de Voxvrie, La famille Belle à Ypres 1200 à 1950, in Tablettes des<br />

Flandres, D. 9, 1969, pp. 9-68 <strong>en</strong> D. 10, 1973, pp. 393-415.<br />

J. Rietstap, Armorial général, 2 del<strong>en</strong>, London, 1972.<br />

G. de Rivoire de La Batie, Armorial de Dauphiné, Lyon, 1867.R. Rodière, Epitaphier<br />

de Picardie, in Mémoires de la Société des Antiquaires de Picardie, Ami<strong>en</strong>s, D. 21,<br />

1925.<br />

R. Rodière, Table héraldique de l'épigraphie du Nord, in Recueil de la Société d'Etudes<br />

de la Province de Cambrai, D. 48, 1938.<br />

C.-G. Roland, Les seigneurs de Morialmé avant le quinzième siècle, in Annales de la<br />

Société Archéologique de Namur, D. 35, 1922, pp. 1-81.<br />

L. de La Roque, Catalogue historique des Généraux Français, premier fascicule,<br />

connétables et maréchaux de France, Paris, 1896.<br />

L. de Rosny, L’épervier d’or ou Description historique des Joûtes et des Tournois qui,<br />

sous le titre de Nobles Rois de l’Epinette, se célébrèr<strong>en</strong>t à Lille au Moy<strong>en</strong>-Age, Lille,<br />

1839.<br />

Ch. Ross, The Wars of the Roses, London, 1987.<br />

H. Rottier <strong>en</strong> M. van de Cruys, Heraldiek. Wap<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, Leuv<strong>en</strong>, 2004.<br />

F. de Ryckman de Betz <strong>en</strong> F. de Jonghe d’Ardoye, Armorial et biographies des<br />

Chanceliers et Conseillers de Brabant, in Tablettes du Brabant, Recueil 1-4,<br />

Hombeek.<br />

E. Sabbe, Grondbezit <strong>en</strong> Landbouw, economische <strong>en</strong> sociale toestand<strong>en</strong> in de kastel<strong>en</strong>ij<br />

Kortrijk op het einde der XIVe eeuw, in Handeling<strong>en</strong> Koninklijke Geschied- <strong>en</strong><br />

Oudheidkundige Kring van Kortrijk, D. 17, 1936, pp. 394-458.<br />

J. Sabbe, Heinric Braderic, e<strong>en</strong> Brugse ‘Homo novus’ uit de 14 e eeuw, in Album Albert<br />

Schouteet, Brugge, 1973, pp. 169-175.<br />

J. de Saint G<strong>en</strong>ois, Monum<strong>en</strong>s anci<strong>en</strong>s ess<strong>en</strong>tiellem<strong>en</strong>t utiles à la France et aux<br />

provinces de Hainaut, Flandre, Brabant, etc, 3 del<strong>en</strong>, Paris-Lille, 1782-1816.<br />

Dom de Salles <strong>en</strong> Dom de La Barre, Mémoires pour servir à l’histoire de France et de<br />

Bourgogne, Paris, 1779.<br />

J. Sanson, L'histoire généalogique des comtes de Pontieu et mayeurs d'Abbeville … par<br />

le Père Ignace, Abbeville, 1657.<br />

F. Sant<strong>en</strong>s <strong>en</strong> R. Castelain, De heerlijkheid <strong>en</strong> de her<strong>en</strong> van Hemsrode, 1283-1990, in<br />

Geschied- <strong>en</strong> Heemkundige Kring De Gaverstreke, D. 18, 1990, pp. 191-251.<br />

H. Sauval, Histoire et recherches des antiquités de la ville de Paris, 3 del<strong>en</strong>, Paris, 1724.<br />

B. Schnerb, Jean sans Peur, Paris, 2005.<br />

B. Schnerb, L’état bourguignon 1363-1477, Paris, 1999.<br />

E. Scholliers, Prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> boer<strong>en</strong> in de vrijheerlijkheid Ste<strong>en</strong>huize, in Het Land van<br />

Aalst, D. 40, 1988, pp. 9-64.<br />

A. Schouteet, Regest<strong>en</strong> op de oorkond<strong>en</strong> 1089-1420, 4 del<strong>en</strong>, Brugge, 1973-1982.<br />

D. Schw<strong>en</strong>nicke, Europäische Stammtafeln, neue folge, 28 del<strong>en</strong> <strong>en</strong> 31 volumes,<br />

Marburg <strong>en</strong> Frankfurt am Main, 1978-2011.<br />

M. de Seyssel-Cressieu, La maison de Seyssel: ses origines, sa généalogie, son histoire:<br />

d’après les docum<strong>en</strong>ts originaux. 2 del<strong>en</strong>, Gr<strong>en</strong>oble, 1900.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 146


F. de Simas Alves de Azevedo, Un fameux écartelé portugais, in Archivum Heraldicum,<br />

D. 79, 1965, pp. 29-34.<br />

M. Smallegange, Cronyk van Zeeland, Middelburg, 1696.<br />

R. de Smedt, Les Chevaliers de l’Ordre de la Toison d'Or au XVe siècle, Frankfurt am<br />

Main, 1994.<br />

J. Smet, Couderborch - 1240-1795, in Geme<strong>en</strong>temuseum van Temse, 1995, pp. 1-150.<br />

A. Smolar-Meynart, La justice ducale du plat pays, des forêts et des chasses <strong>en</strong> Brabant<br />

(XIIe – XVIe siècle), in Annales de la Société Royale d’Archéologie de Bruxelles, D.<br />

60, 1991.<br />

I. de Stein d'Alt<strong>en</strong>stein, Castro y Toledo, in Noblesse Belge, Annuaire 1878, pp. 91-98.<br />

B. Sterchi, Über d<strong>en</strong> Umgang mit Lob und Tadel, Brepols, Turnhout, 2005.<br />

E. Strubbe <strong>en</strong> L. Voet, De Chronologie van de Middeleeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Moderne Tijd<strong>en</strong> in<br />

de Nederland<strong>en</strong>, Bruxelles, 1991.<br />

E. Sueyro, Anales de Flandres, 2 del<strong>en</strong>, Anvers, 1624.<br />

G. Tavernier, Oude kerkelijke <strong>en</strong> funeraire opschrift<strong>en</strong> uit de streek rond Brugge, in<br />

Vlaamse Stam, D. 45, 2009, pp. 81-96, 445-452 <strong>en</strong> 527-548, D. 46, 2010, pp. 181-<br />

184, 261-280, 463-472 <strong>en</strong> 558-568, D. 47, 2011, pp. 575-592.<br />

I. De Temmerman, De her<strong>en</strong> van Leeuwergem in de schaduw van de Middeleeuw<strong>en</strong>:<br />

e<strong>en</strong> kritische rechtzetting van het g<strong>en</strong>ealogisch model van F. Gerard <strong>en</strong> de Potter <strong>en</strong><br />

Broeckaert, in Handeling<strong>en</strong> van het Zottegems G<strong>en</strong>ootschap voor Geschied<strong>en</strong>is,<br />

1985, pp. 133-139.<br />

H. de Terrebasse, Poésies Dauphinoises du XVII e siècle, Lyon, 1896.<br />

J.-M. Thiébaud, Les comtes, vicomtes, barons et chevaliers <strong>en</strong> Franche-Comté et leurs<br />

li<strong>en</strong>s avec de nombreuses familles françaises et étrangères – Dictionnaire historique,<br />

biographique et généalogique, Pontarlier, 2009.<br />

A. Tillette de Clermont-Tonnerre, Actes de M e Vulfran Pappin, in Bulletin de la Société<br />

d’émulation d’Abbeville, D. 8, 1909-1911, pp. 165-166.<br />

H. de La Tour, Jean de Candida, médailleur, sculpteur, diplomate, Histori<strong>en</strong>, Paris,<br />

1895.<br />

M. Van Trimpont, Het land <strong>en</strong> de baronie Boelare, Geraardsberg<strong>en</strong>, 1998.<br />

B. d’Ursel, Princes de Belgique, Richardot Ste<strong>en</strong>huyse, 1672, in Le Parchemin, D. 79,<br />

2014, pp. 4-18.<br />

A. Uyttebrouck, Le gouvernem<strong>en</strong>t du duché de Brabant au bas moy<strong>en</strong> âge (1355-1430),<br />

2 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1975.<br />

J. Vaes, De grav<strong>en</strong> van Loon Loons, Luiks, Limburgs, Antwerp<strong>en</strong>, 2016.<br />

J. Vaes<strong>en</strong>, Lettres de Louis XI roi de France, 12 del<strong>en</strong>, Paris, 1883-1909.<br />

P. de Vaissière <strong>en</strong> P. Daudet, Trésor des Chartes (registres). Registres de chancellerie<br />

de Louis XII (1498-1502). Index (JJ//226/A-JJ//235), Pierrefitte-sur-Seine, 1912.<br />

S. Vandekerckhove, De Chronike van d<strong>en</strong> lande van Vla<strong>en</strong>dre van Anthonis de Roovere.<br />

(Studie van het handschrift <strong>en</strong> uitgave van f°148v tot f°415v), 2 del<strong>en</strong>, Universiteit<br />

G<strong>en</strong>t, 2007.<br />

M. Vandermaes<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taris van het oud archief der kerkfabriek van Onze-Lieve-<br />

Vrouw te Brugge, Brussel, 1984.<br />

E. Vercaemst, De adellijke familie van der Gracht van Moorsele (Kaselrij Kortrijk,<br />

1220 – 1554), Leuv<strong>en</strong>, 1985.<br />

A. Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire des chartes et cartulaires des duchés de Brabant et de<br />

Limbourg et des pays d’Outre-Meuse, Eerste deel, 8 del<strong>en</strong>, Bruxelles-R<strong>en</strong>aix, 1910-<br />

1922.<br />

A. Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire des chartes et cartulaires des duchés de Brabant et de<br />

Limbourg et des pays d’Outre-Meuse, Tweede deel, 2 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1961-1962.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 147


A. Verkoor<strong>en</strong>, Inv<strong>en</strong>taire des chartes et cartulaires des duchés de Brabant et de<br />

Limbourg et des pays d’Outre-Meuse, Derde deel, 4 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1961-1988.<br />

V. Vermeersch, Grafmonum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te Brugge voor 1578, 3 del<strong>en</strong>, Brugge, 1976.<br />

A. Via<strong>en</strong>e, Moderne vertoning van historische steekspel<strong>en</strong>, in Biekorf, D. LXXV, 1974,<br />

pp. 5-12.<br />

A. Visart de Bocarmé, Un méreau aux armes de Gruuthuuse, in Revue belge de<br />

numismatique, D. 54, 1898, pp. 420-431.<br />

A. de Vlaminck, Cartulaire de l’abbaye de Zwyveke-lez-Termonde, Gand, 1869.<br />

C.-A. von Volborth, Heraldry customs, Rules and styles, Poole, 1981.<br />

M. de Vulson de la Colombière, Le Vray Theatre d’Honneur et de Chevalerie ou le<br />

Miroir Héroique de la Noblesse, 2 del<strong>en</strong>, Paris, 1648.<br />

J. Vuylsteke, Comptes de la ville et des baillis de Gand 1280 – 1333, 2 del<strong>en</strong>, Gand,<br />

1900-1908.<br />

E. Warlop, Inv<strong>en</strong>taris van het fonds d’Ennetières, Brussel, 1981.<br />

G. Watson, Two earls of Winchester, in The G<strong>en</strong>ealogist, new series, D. IV, 1897, pp.<br />

73-79.<br />

A. Wauters, Histoire des <strong>en</strong>virons de Bruxelles, 4 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1855-1857.<br />

A. Wauters <strong>en</strong> J. Tarlier, Géographie et histoire des communes belges, 4 del<strong>en</strong>,<br />

Bruxelles, 1963.<br />

Wikipedia, Château de Montmirail (Sarthe).<br />

Wikipedia, Courtomer (Seine-et-Marne).<br />

Wikipedia, Famille de La Balme.<br />

Wikipedia, Jan IV van der Beurze.<br />

Wikipedia, Lijst van burgemeesters van Brugge.<br />

Wikipedia, Perche-Gouët.<br />

H.-P. Willems, Blasons brugeois et namurois, Bruxelles, 1978, pp. 27-41.<br />

J.-F. Willems <strong>en</strong> J. Bormans, Les Gestes des Ducs de Brabant, 3 del<strong>en</strong>, Bruxelles, 1839-<br />

1869.<br />

J.-F. Willems, Chronique <strong>en</strong> vers de Jean van Heelu ou relation de la bataille de<br />

Woering<strong>en</strong>, Bruxelles, 1836.<br />

J.-H. Willems, Armorial Français, D. X, pp. 187-201.<br />

P. De Win, Het Brabantse adellijke geslacht Witthem in de 15de eeuw, in Eig<strong>en</strong> Schoon<br />

<strong>en</strong> de Brabander, D. 93, pp. 395-493 <strong>en</strong> D. 94, pp. 375-386.<br />

H. de Woelmont de Brumagne, Généalogie de la maison de R<strong>en</strong>ty <strong>en</strong> Artois, Bruxelles,<br />

1927.<br />

O. de Wree, La g<strong>en</strong>ealogie des comtes de Flandre, 2 del<strong>en</strong>, Bruge, 1642.<br />

O. de Wree, Les sceaux des comtes de Flandre, Bruges, 1641.<br />

E. Zadora-Rio, Fr. Thomas <strong>en</strong> A.-M. Jouquand, Rigny-Ussé 1, L’état des lieux d’après<br />

les sources écrites, in Fédération pour l'édition de la Revue archéologique du C<strong>en</strong>tre<br />

de la France, (Supplém<strong>en</strong>t à la Revue archéologique du c<strong>en</strong>tre de la France, 5), 1992,<br />

pp. 5-55.<br />

A. Zoete, Handeling<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de Stat<strong>en</strong> van Vlaander<strong>en</strong> (1405-1419), 2<br />

del<strong>en</strong>, Brussel, 1981-1982.<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 148


INHOUDSTAFEL<br />

Inleiding 1<br />

I. Gruuthuyse, <strong>heraldiek</strong> als uitdrukking van macht - G<strong>en</strong>ealogie van<br />

de familie van d<strong>en</strong> Gruuthuyse<br />

A-I. De her<strong>en</strong> van <strong>Gruuthuse</strong><br />

1. Geldolf van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong> 3<br />

2. Jan I van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, heer van Grimberg<strong>en</strong> 4<br />

3. Jan II van d<strong>en</strong> Gruuthuyse g<strong>en</strong>oemd van der Aa 6<br />

4. Jan III van d<strong>en</strong> Gruuthuyse 11<br />

5. Lodewijk van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, g<strong>en</strong>oemd van Brugge 14<br />

A-II. De mannelijke zijtakk<strong>en</strong><br />

1. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, broer van Jan I 15<br />

2. Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, broer van Jan II 16<br />

3. Roeland van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, broer van Jan II 17<br />

4. Jan <strong>en</strong> Geldolf van d<strong>en</strong> Gruuthuyse 18<br />

A-III. Niet bewez<strong>en</strong> afstammeling<strong>en</strong><br />

1. Arnou van d<strong>en</strong> Gruuthuyse 22<br />

2. Evrart van d<strong>en</strong> Gruuthuyse 22<br />

3. Lysbette van d<strong>en</strong> Gruuthuyse 22<br />

4. Jàcome de Burges 23<br />

B-I. Het familiewap<strong>en</strong> 24<br />

B-II. De wap<strong>en</strong>kreet 29<br />

B-III. Het helmtek<strong>en</strong> 29<br />

Besluit 34<br />

Overzicht van de zegels 35<br />

De gebruikte wap<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> 37<br />

II. Het tornooi van Brugge van dinsdag 11 maart 1393 39<br />

Alfabetische lijst der deelnemers 51<br />

Heraldische tafel van de deelnemers 86<br />

III. Knoei<strong>en</strong> met kwartierstat<strong>en</strong> - Heraldische analyse van het 93<br />

Glasraam van Jan IV van Brugge <strong>en</strong> van Maria de Melun<br />

IV. Jan van Brugge, heer van Spiere, <strong>en</strong> Jan van d<strong>en</strong> Gruuthuyse, 111<br />

de twee zon<strong>en</strong> van Lodewijk van Brugge, heer van <strong>Gruuthuse</strong><br />

V. Requiem voor Gruuthuyse of het bewog<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van Catharina 118<br />

van Brugge<br />

VI. G<strong>en</strong>ealogisch overzicht van de familie van d<strong>en</strong> Gruuthuyse 130<br />

Bibliografie 137<br />

Gruuthuyse <strong>en</strong> <strong>heraldiek</strong> 149

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!