19.11.2021 Views

GWW Jaarboek 2122

VAKJAARBOEK OVER CIVIELE TECHNIEK & INFRASTRUCTUUR

VAKJAARBOEK OVER CIVIELE TECHNIEK & INFRASTRUCTUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BOMBS AWAY<br />

den. Sommige gemeentes hebben al een risicokaart<br />

(een historisch vooronderzoek voor<br />

de gehele gemeente) laten opstellen door<br />

ons of door een collegabedrijf, maar in alle<br />

andere gevallen zal er eerst historisch vooronderzoek<br />

uitgevoerd moeten worden.”<br />

VERDACHT OF ONVERDACHT?<br />

Historisch vooronderzoek is volgens Enenkel<br />

het allerbelangrijkste aspect bij het opsporen<br />

van ontplofbare oorlogsresten. “Het is het<br />

knopje aan of uit”, zegt ze. “Als er geen aanwijzingen<br />

zijn van oorlogshandelingen in een<br />

projectgebied, dan kunnen de grondwerkzaamheden<br />

gewoon worden uitgevoerd. Vinden<br />

we wel aanwijzingen, dan volgt er een<br />

heel ander traject. En dat kan een behoorlijke<br />

impact hebben. Een vliegtuigbom ruimen<br />

in een bebouwd gebied kan in de papieren<br />

lopen en zomaar een miljoen euro kosten.<br />

Een gedegen uitgevoerd vooronderzoek kan<br />

heel wat besparingen opleveren in de eventuele<br />

opsporing. Bij een slecht uitgevoerd<br />

vooronderzoek bijvoorbeeld is het hele gebied<br />

verdacht, bij goed vooronderzoek kun<br />

je de ‘schade’ mogelijk beperken door slechts<br />

een bepaald deel aan te merken als verdacht<br />

gebied. Gemeentes kunnen overigens aanspraak<br />

maken op subsidies vanuit de overheid.<br />

De overheid vergoedt bij explosieven<br />

opsporing en dus ook het vooronderzoek tot<br />

zelfs 70% van alle gemaakte kosten.”<br />

EEN DUIK IN DE ARCHIEVEN<br />

Om een goed beeld te krijgen van wat er zich<br />

in het verleden heeft afgespeeld in een bepaald<br />

gebied, begint historicus Enenkel altijd<br />

met bronnenonderzoek in de verschillende<br />

archieven in zowel Nederland als het buitenland.<br />

“We raadplegen daarbij onder meer<br />

het gemeentearchief, waarin zich rapporten<br />

van de luchtbeschermingsdienst bevinden.<br />

De luchtbeschermingsdienst hield het luchtverkeer<br />

boven de Nederlandse gemeenten<br />

in de gaten tijdens WOII. Het zijn vaak hele<br />

gedetailleerde rapporten waarin precies beschreven<br />

staat wat er gebeurd is en wat de<br />

gevolgen waren. Daarnaast raadplegen we<br />

de Britse en Amerikaanse archieven voor<br />

wat betreft de bombardementsgegevens.<br />

Hierin is onder meer informatie te vinden<br />

over de hoeveelheid toestellen dat per missie<br />

werd uitgestuurd, om welke type toestellen<br />

het ging, hoeveel munitie er aan boord<br />

was, et cetera. Ook zijn er stapels schadeformulieren<br />

ingediend door de Nederlandse<br />

bevolking met veelal een exacte beschrijving<br />

van de schade, waarvan we gebruikmaken.<br />

En zo is er een schat aan informatie beschikbaar<br />

tot zelfs stukken van het verzet aan toe<br />

Niet ontplofte vliegtuigbommen op het spoor in Hamm in Duitsland, d.d. 15 mei 1945.<br />

‘Soms moet je iets meer besteden aan de<br />

voorkant om veel (tijd en geld) te besparen aan<br />

de achterkant'<br />

die mogelijk waardevolle informatie bieden.<br />

Verder gebruiken we stukken uit het Nationaal<br />

Archief, het NIMH, het NIOD en hebben<br />

we zelf veel informatie in huis van buitenlandse<br />

archieven uit Groot-Brittannië,<br />

Amerika en Canada. Het komt voor dat er<br />

in het verleden, bijvoorbeeld door gevechtshandelingen<br />

tijdens de bevrijding belangrijke<br />

archiefgegevens verloren zijn gegaan, maar<br />

omdat we zoveel verschillende bronnen<br />

raadplegen is er vaak overlap en kunnen we<br />

altijd een goede reconstructie maken van de<br />

oorlogshandelingen.”<br />

LUCHTFOTO-ONDERZOEK<br />

Op basis van het bronnenonderzoek wordt<br />

door Bombs Away een chronologische lijst<br />

van gebeurtenissen samengesteld. “Dat<br />

vormt de input voor onze geowetenschappers<br />

die de gebeurtenissen met een topografische<br />

beschrijving intekenen op de kaart”,<br />

legt Enenkel uit. “Vervolgens gaan we op<br />

zoek naar luchtfoto’s van het betreffende ge-<br />

bied uit het verleden. De luchtfoto’s moeten<br />

genomen zijn binnen een half jaar na een<br />

oorlogshandeling. Onze luchtfoto-analisten<br />

analyseren die op verstoringen. Daarbij kun<br />

je denken aan kapotte daken van huizen, een<br />

krater in het landschap of beschadigingen aan<br />

een (spoor)weg. Het wordt allemaal vergeleken<br />

met luchtfoto’s uit de vooroorlogse periode.<br />

Op die manier wordt beoordeeld of<br />

er sporen te zichtbaar zijn van de oorlogshandelingen<br />

die uit ons bronnenonderzoek<br />

naar voren komen. Hierdoor kunnen we<br />

een inschatting maken of een bepaald gebied<br />

een verdacht is op explosieven en zo ja,<br />

hoe groot dat gebied moet zijn. Historische<br />

bronnen verklaren zoals gezegd precies wat<br />

er is gebeurd op een locatie. Aan de hand<br />

van die gegevens kunnen wij meestal heel<br />

nauwkeurig vaststellen hoeveel bommen er<br />

zijn afgeworpen. Als er acht bommen zijn<br />

afgeworpen en we zien op de luchtfoto maar<br />

zes kraters, dan betekent dus dat er nog<br />

twee missen.” }<br />

/JAARBOEK<br />

107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!