07.11.2021 Views

Handleiding bronvermelding volgens APA - optie 1

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Handleiding

Brongebruik volgens

APA-richtlijnen

"Het verwijzen

naar bronnen is niet

moeilijk; je moet de

regels volgen en

nauwkeurig te werk

gaan."

(Oosterheert, 2021)


American

Psychological

Association

17-09-2021

Deze handleiding over de referentiestijl

van de American Psychological

Association (APA) is bedoeld voor

studenten van de Hanzehogeschool

Groningen. De handleiding is gebaseerd

1

op de 7e editie van APA.

Auteur

Jet Oosterheert

Vastgoed & Makelaardij

Hanzehogeschool Groningen

j.oosterheert@pl.hanze.nl


Inhoudsopgave

3 Inleiding

5 2. Citeren en parafraseren

2.1 In het kort

2.2 Citeren

2.2.1 Citaat minder dan veertig woorden

2.2.2 Citaat van veertig woorden of meer

2.2.3 Citaat inkorten

2.2.4 Citaat verhelderen

2.2.5 Citaat verbeteren

2.3 Parafraseren

2.4 Handige woorden om te citeren en

parafraseren

9 3. Bronverwijzingen in de tekst en

bronnenlijst

3.1 In het kort

3.2 Eén of meerdere auteurs

3.3 Zelfde bron in een alinea

3.4 Afbeelding/illustratie

3.5 App

3.6 Brochure

3.7 Bron in bron (indirecte verwijzing)

3.8 Databestand

3.9 Facebookbericht

3.10 Figuren

3.11 Informatie van een website

3.12 Instagram

3.13 Jurisprudentie

3.14 Offline krantenartikel

3.15 Offline (Studie)boek

3.16 Offline (Studie)boek (E-book)

3.17 Offline woordenboek

3.18 Online krantenartikel

3.19 Online woordenboek

3.20 Persoonlijk interview

3.21 Podcastinterview

3.22 Rapport, jaarverslag, brochure en

studiehandleiding

3.23 Scriptie of dissertatie

3.24 Slides van een presentatie

3.25 Softwareprogramma

3.26 Tabellen

3.27 Toespraken

3.28 Tweet

3.29 Website als geheel

3.30 Wetenschappelijk artikel

3.31 Wetsartikel en wettekst

3.32 YouTube-interview

31 4. Bronnenlijst opstellen

33 5. Bijzondere bronvermelding

5.1 Ontbrekende gegevens

5.1.1 Auteur onbekend

5.1.2 Datum/jaartal onbekend

5.1.3 Titel onbekend

5.1.4 Datum en titel onbekend

5.2 Bronnen met dezelfde auteur(s) en/of

jaartal(len)

5.3 Dezelfde bron in een alinea

5.4 Vertalingen

5.5 Afbeelding als illustratie

5.5.1 Eigen afbeelding

5.5.2 Ontvangen afbeelding

5.5.3 Afbeelding uit publicatie of van internet

39 5. Verwijzen naar bijlagen

40 6. Checklist

7.1 Algemeen

7.2 Bronvermelding in de tekst

7.3 Bronvermelding in de bronnenlijst

41 Bronnenlijst

2


1. Een praktische handleiding

voor brongebruik in het hoger onderwijs

In het hoger onderwijs schrijf je veel; denk aan een scriptie, rapport,

onderzoek en stageverslag. Bij veel van dit soort schrijfproducten raadpleeg

je informatie die niet afkomstig is van jezelf. Zo gebruik je informatie uit

(studie)boeken, kranten en van internet. Wanneer je hier gegevens van wil

gebruiken, is het van belang dat je op de juiste wijze naar deze bronnen

verwijst. Verwijzen wordt ook wel refereren genoemd. Er zijn allerlei

referentiestijlen. In het hoger onderwijs wordt veelal gebruikt van de

refereerstijl van American Psychological Association (APA). Door naar

bronnen te verwijzen, kunnen lezers van jouw schrijfproduct de

geraadpleegde bronnen vinden en de informatie controleren. Bovendien doe

je met een correcte bronvermelding recht aan de auteur(s) van de

geraadpleegde bronnen. Ten slotte laat je met een goede bronvermelding

zien dat jij je in het onderwerp hebt verdiept; dat vergroot je

geloofwaardigheid.

Er bestaan allerlei, verschillende

programma’s om automatisch te

refereren; bijvoorbeeld RefWorks,

Mendeley en Word citations. Wel worden

hier vaak (invoer)fouten mee gemaakt.

Als je het daarentegen handmatig doet en

hierbij dit handboek gebruikt, kan het

bijna niet fout gaan. Het verwijzen naar

bronnen is niet moeilijk; je moet de regels

volgen en nauwkeurig te werk gaan. Wie

niet (op de juiste manier) naar bronnen

verwijst, maakt zich schuldig aan plagiaat.

In deze handleiding vind je in Hoofdstuk 1

een korte inleiding over bronvermelding.

Hoofdstuk 2 biedt informatie over citeren

en parafraseren. Hoofdstuk 3 legt uit hoe

je naar verschillende tekstsoorten moet

refereren.

Hoofdstuk 4 geeft informatie over het

opstellen van een bronnenlijst. Hoofdstuk

5 bevat regels bij bijzondere

bronvermeldingen. Hoofdstuk 6 biedt

informatie over de bijlagen. Ten slotte is

in Hoofdstuk 7 een checklist opgenomen

die je kan gebruiken om te controleren of

je alle regels juist hebt toegepast.

Belangrijk om te weten: de voorbeelden

zijn telkens grijs gearceerd.

Voor het opstellen van deze handleiding

is gebruik gemaakt van Publication

Manual of the American Psychological

Association (7e editie) De APA-richtlijnen

uitgelegd en Scribbr.

Succes!

3



2. Citeren en parafraseren

2.1 In het kort

Wanneer je informatie van een ander wil gebruiken, kun je dat op twee manieren doen:

door te citeren en door te parafraseren. Wanneer je citeert, neem je de woorden van een

andere auteur letterlijk over. Bij het parafraseren zet je de informatie van een andere

auteur in je eigen woorden neer. Het uitgangspunt is dat je zoveel mogelijk parafraseert

(meer dan negentig procent van je tekst). Een tekst vol met citaten is immers minder

goed leesbaar. Soms kan het goed zijn om wel te citeren; bijvoorbeeld om iets te

benadrukken of als een gedachte, inzicht of redenering in de brontekst zo origineel, mooi,

bondig et cetera is, dat het minder doeltreffend is om te parafraseren. Bovendien citeer je

vaak wanneer je een bepaald begrip/verschijnsel wil definiëren.

2.2 Citeren

Bij citeren is het belangrijk dat je de brontekst letterlijk (gedeeltelijk) overneemt en daarbij

een paginanummer (p.) vermeldt. Binnen de regelgeving van het citeren wordt

onderscheid gemaakt tussen een citaat van minder dan veertig woorden en een citaat

van veertig woorden of meer; ook wel blokcitaat genoemd. Hieronder zie je hoe je dit

doet in beide gevallen:

2.2.1 Citaat minder dan veertig woorden

Een citaat van minder dan veertig woorden kan er op de drie onderstaande manieren

uitzien:

Baarda (2019, p. 31) schrijft het volgende over kwalitatief onderzoek: ‘‘Bij kwalitatief

onderzoek zijn de eenheden en kenmerken vaak minder duidelijk dan bij kwantitatief

onderzoek.’’

Baarda (2019) schrijft het volgende over kwalitatief onderzoek: ‘‘Bij kwalitatief

onderzoek zijn de eenheden en kenmerken vaak minder duidelijk dan bij kwantitatief

onderzoek’’ (p. 31).

‘‘Bij kwalitatief onderzoek zijn de eenheden en kenmerken vaak minder duidelijk dan

bij kwantitatief onderzoek’’ (Baarda, 2019, p. 31).

2.2.2 Citaat van veertig woorden of meer

Een citaat van veertig woorden of meer zet je in een blokcitaat. Dat wil zeggen dat je het

citaat op een nieuwe regel begint en als geheel laat inspringen. Hierbij moeten geen

aanhalingstekens worden gebruikt. Dit kan op twee manieren:

5


Baarda (2019) schrijft over bestaande theorieën het volgende:

Het is ook mogelijk om bestaande theorieën te gebruiken. Er zijn veel theorieën over

de effecten van management, met een vergelijkbare strekking als de hiervoor

beschreven theorie. Als onderzoeker hoef je niet altijd het wiel opnieuw uit te vinden.

Het voordeel is ook dat bestaande theorieën vaak gebaseerd zijn op eerder

uitgevoerd onderzoek en daardoor vaak al getoetst zijn. De onderzoeker toetst dan of

die theorie ook geldt voor de situatie die hij onderzoekt, in dit geval het warenhuis (p.

42).

Over bestaande theorieën wordt het volgende geschreven:

Het is ook mogelijk om bestaande theorieën te gebruiken. Er zijn veel theorieën over

de effecten van management, met een vergelijkbare strekking als de hiervoor

beschreven theorie. Als onderzoeker hoef je niet altijd het wiel opnieuw uit te vinden.

Het voordeel is ook dat bestaande theorieën vaak gebaseerd zijn op eerder

uitgevoerd onderzoek en daardoor vaak al getoetst zijn. De onderzoeker toetst dan of

die theorie ook geldt voor de situatie die hij onderzoekt, in dit geval het warenhuis.

(Baarda, 2019, p. 42)

2.2.3 Citaat inkorten

Je kunt een citaat ook inkorten, bijvoorbeeld door een overbodig of irrelevant deel van

een citaat te vervangen door het beletselteken (…). Als je een citaat inkort, mag je het

niet uit de context halen. Dit ziet er als volgt uit:

‘’Bij enquêtes via de post is het (...) vaak goed mogelijk om internationaal onderzoek

te doen’’ (Baarda, 2019, p. 125).

2.2.4 Citaat verhelderen

Soms is het nodig om iets aan een citaat toe te voegen. Dit doe je alleen wanneer het

oorspronkelijke citaat duidelijk een woord mist dat er wel zou moeten zijn of wanneer je

iets wil verduidelijken. Als je iets toevoegt, moet dit tussen blokhaken staan om aan te

geven dat dit niet in de brontekst voorkomt. Dit ziet er als volgt uit:

‘‘In tegenstelling tot websurveys [online vragenlijsten] moeten alle vragen afzonderlijk

gecodeerd en ingevoerd worden’’ (Baarda, 2019, p. 125).

6


2.2.5 Citaten verbeteren

Als het citaat een spelfout of grammaticale fout bevat, geef je dit aan met het Latijnse

woord “sic”. Je maakt het woord schuingedrukt op en plaatst het tussen blokhaken direct

na de fout. Dit werkt op de volgende manier:

Jansen (2021) schrijft hierover het volgende: ‘‘heeft Hassan veel pijn geleid [sic]’’ (p. 10).

2.3 Parafraseren

Bij parafraseren is het belangrijk dat je de informatie uit de brontekst behoudt zonder de

tekst woordelijk te kopiëren. Bij het parafraseren zijn de volgende criteria van belang:

1. De tekst is in andere woorden uitgedrukt;

2. De betekenis van de tekst is niet veranderd;

3. De bron is correct vermeld.

Parafraseren doe je door synoniemen te gebruiken en door de zinsstructuur en -opbouw

te veranderen. Bij een parafrase hoef je, in tegenstelling tot een citaat, geen

paginanummer te vermelden. Hieronder volgt een voorbeeld:

Oorspronkelijke tekst:

‘‘De bedrijvende vorm verdient in veel gevallen de voorkeur boven de lijdende vorm,

omdat daarin de handelende instantie (persoon of ding) centraal staat’’ (Bovenhoff &

Zeijl, 2020, p. 109).

Parafrasen:

·Bovenhoff en Zeijl (2020) prefereren in de meeste gevallen de bedrijvende vorm in

plaats van de lijdende vorm, omdat het onderwerp dan centraal staat.

·In de meeste situaties heeft de bedrijvende vorm de voorkeur ten opzichte van de

lijdende vorm, omdat het onderwerp dan centraal staat (Bovenhoff & Zeijl, 2020).

2.4 Handige woorden om te citeren en parafraseren

Onderstaande onderstreepte woorden kunnen handig zijn wanneer je wil parafraseren.

Let er wel op dat elk woord een andere betekenis heeft. Zo is ‘schrijven dat’ neutraler dan

‘zijn ervan overtuigd dat’.

7


Volgens Boonstra en Kuiper (2021) blijven de huizenprijzen stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) beargumenteren dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) benoemen dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuper (2021) beschrijven dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) beweren dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) denken dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) geloven dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) geven aan dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) oordelen dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) schrijven dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) stellen vast dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) vermoeden dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) veronderstellen dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) vinden dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) zijn ervan overtuigd dat de huizenprijzen blijven stijgen.

Boonstra en Kuiper (2021) zijn van mening dat de huizenprijzen blijven stijgen.

De huizenprijzen blijven stijgen, aldus Boonstra en Kuiper (2021).

8


3. Bronverwijzingen in de

tekst en bronnenlijst

3.1 In het kort

Wanneer je naar een bron verwijst, moet dat op twee plekken, namelijk in de tekst en in

de bronnenlijst. In de tekst kun je dit op twee manieren doen: in de lopende tekst

(narratieve verwijzing) en tussen haakjes. Bij een verwijzing in de lopende tekst leg je de

nadruk op de rol van de auteur, terwijl bij een verwijzing tussen haakjes de nadruk op de

uitspraak/informatie ligt. Bij de voorbeelden in dit hoofdstuk wordt eerst altijd de

verwijzing in de lopende tekst gegeven en daarna de verwijzing tussen haakjes.

Hieronder voorbeelden:

Lopende tekst:

Baarda (2020) geeft de tip om van een breed naar smal gespreksonderwerp te gaan

wanneer je verwacht dat de participant een duidelijke mening heeft.

Tussen haakjes:

Wanneer je verwacht dat iemand een duidelijke mening heeft, kun je beter van een

breed naar een smal gespreksonderwerp gaan (Baarda, 2020).

De manier waarop je in de tekst refereert, is afhankelijk van het tekstsoort/medium en het

aantal auteurs. In dit hoofdstuk is allereerst aangegeven hoe je naar bronnen met één of

meerdere auteur(s) moet verwijzen. Vervolgens is per tekstsoort/medium aangegeven

hoe je hiernaar moet verwijzen in de tekst (zowel in de lopende tekst als tussen haakjes)

en in de bronnenlijst.

3.2 Eén of meerdere auteurs

Het aantal auteurs is van invloed op de verwijzing in de tekst en de bronnenlijst. In Tabel

2 is per aantal auteurs aangegeven hoe hiernaar verwezen moet worden in de tekst

(eerste en volgende verwijzing(en)) en in de bronnenlijst. De afkorting ‘et al.’ komt van

het Latijn et alli: ‘en anderen’. Overigens neem je ook tussenvoegsels als ‘Van den’, ‘De’

en ‘Te’ in achternamen op. Als een auteur ‘De Jonge’ heet, neem je zowel in de tekst als

in de bronnenlijst ‘De Jonge’ op.

9


Tabel 2

Verwijzingen met één of meerdere auteur(s)

Aantal auteurs Verwijzing in de tekst In de bronnenlijst

1

2

3 tot en met 20

Vanaf 21

Schildkamp (2018) … of

(Schildkamp, 2018)

Schildkamp en Handelzalts (2018) ...

of (Schildkamp & Handelzalts, 2018)

Schildkamp et al. (2018) ... of

(Schildkamp et al., 2018)

Schildkamp et al. (2018) ... of

(Schildkamp et al., 2018)

Schildkamp, K. (2018) ...

Schildkamp, K., &

Handelzalts, A. (2018) ...

Schildkamp, K., Handelzalts, A., Poortman,

C., Leusink, H., & Meerdink, M. (2018) ...

Schildkamp, K., Handelzalts, A., Poortman, C.,

Leusink, H., Meerdink, M., Smit, M., Jansen, B.,

Verhoeven, G., Groen, D., Hofman, J., Van

Tilburg, A., Smits, G., Huisman, B., Roodelaar, J.,

Heemskerk, T., Doezelman, K., Bruinink, H.,

Tissing, N., . . . Hubers, M. (2018). ...

3.3 Zelfde bron in een alinea

Wanneer je binnen één alinea dezelfde bron vermeldt, hoeft het jaartal niet opnieuw

vermeld te worden. Onderstaand een voorbeeld.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2021) deed onderzoek naar de

koopwoningmarkt. CBS concludeert dat bestaande koopwoningen in Nederland

gemiddeld 13,0 procent duurder zijn in het tweede kwartaal van 2021 dan een jaar

eerder.

3.4 Afbeelding/illustratie

In de tekst:

Nissen (2021) heeft het coronavirus in een foto prachtig weten te vangen.

Bovenstaande foto illustreert hoe corona ons in de greep heeft gehouden (Nissen,

2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam maker, Initialen. (jaar, dag maand). Titel afbeelding [Foto]. Naam

Website. URL

Nissen, M. (2020, 5 augustus). The First Embrace [Foto]. World Press Photo.

https://www.worldpressphoto.org/collection/photo/2021/41591/1/Mads-Nissen-POY

10


3.5 App

In de tekst:

Volgens NS (2021) is er van vrijdag 3 tot en met zondag 5 september een gewijzigde

dienstregeling in verband met de Dutch Grand Prix in Zandvoort.

Van vrijdag 3 tot en met zondag 5 september is er een gewijzigde dienstregeling in

verband met de Dutch Grand Prix in Zandvoort (NS, 2021).

In de bronnenlijst:

Rechthebbende naam. (jaar). Naam software of programma (Versienummer)

[Mobiele applicatie software]. URL

NS. (2016). NS (Versie 7.22.2) [Mobiele applicatie software].

https://apps.apple.com/nl/apps/ns/id370362301

3.6 Brochure

In de tekst:

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2020) geeft aan dat het

coronavirus overdraagbaar is via hoesten, niezen of door elkaar of spullen aan te

raken.

Het coronavirus is overdraagbaar via hoesten, niezen, personen en voorwerpen

(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2020).

In de bronnenlijst:

Naam organisatie. (Jaar). Titel. URL

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2020). Het coronavirus is er – Wat

moet ik doen?. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2020/04/09/hetcoronavirus-is-er---wat-moet-ik-doen

11


3.7 Bron in bron (indirecte verwijzing)

Wanneer je een bron in een andere bron vindt, is het handig om bij de originele bron

(primaire bron) te komen. Je kunt dan naar de originele bron verwijzen. Wanneer je de

originele bron niet kunt vinden, dan moet je verwijzen naar de secundaire bron. Dit doe je

op onderstaande manier:

In de tekst:

Braakman (geciteerd in De Jong et al., 2018) noemt het een schande.

De oorlogsmissie is een schande (Braakman, 2019, geciteerd in De Jong et al.,

2018).

In de bronnenlijst:

Dit is afhankelijk van het medium van de brontekst. Als de tabel bijvoorbeeld uit een

wetenschappelijk artikel komt, verwijs je hiernaar volgens de regels van een

wetenschappelijk artikel.

3.8 Databestand

In de tekst:

CBS (2019) rapporteerde de klimaatgegevens van 1800-2014.

In Tabel 2 zijn de klimaatgegevens van 1800-20214 opgenomen (CBS, 2019).

In de bronnenlijst:

Naam database. (jaar van publicatie, dag maand). Titel database [Dataset]. URL

CBS. (2019, 15 maart). Klimaatgegevens; De Bilt temperatuur, neerslag en

zonneschijn 1800-2014 [Dataset]. https://www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/80182ned?

q=%27De%20Bouwen%27

12


3.9 Facebookbericht

In de tekst:

De Hanzehogeschool (2021) geeft aan blij te zijn de studenten na de zomer weer

fysiek te kunnen zien op de campus. Daarom kunnen de studenten met een voucher

die zij per post of per mail hebben ontvangen een gratis herbruikbare (koffie) beker

ophalen. De beker is ontworpen door een student van de Hanze, Romy Palstra

(Muchable.nl).

De Hanzehogeschool is blij dat zij na de zomervakantie weer fysiek studenten kan

ontvangen op de campus. Daarom kunnen de studenten met een voucher die zij per

post of per mail hebben ontvangen een gratis herbruikbare (koffie) beker ophalen. De

beker is ontworpen door een student van de Hanze, Romy Palstra (Muchable.nl) (De

Hanzehogeschool, 2021).

In de bronnenlijst:

Pagina/persoon (jaartal, dag maand van plaatsen). Bericht. Facebook. Geraadpleegd

op dag maand jaar, van URL

De Hanzehogeschool (2021, 31 augustus). We zijn zo blij dat we jullie na de zomer

(weer) in het echt kunnen zien op de campus! Om dit te vieren kun je met de voucher

die je per post óf per mail hebt ontvangen een gratis herbruikbare (koffie)beker

ophalen. Deze is ontworpen door Hanze-student Romy Palstra (Muchable.nl).

Facebook. Geraadpleegd op 1 september 2021, van https://nlnl.facebook.com/Hanzehogeschool

3.10 Figuren

Let er op dat je figuren altijd nummert (1, 2, 3 etc.) en dat je hiernaar verwijst in de

hoofdtekst.

In de tekst:

In Figuur 1 is de formatieve toetscyclus opgenomen.

De formatieve toetscyclus bestaat uit vijf fasen (zie Figuur 1).

13


Figuur 1. De formatieve toetscyclus (Gulikers & Baartman, 2017).

In de bronnenlijst:

Dit is afhankelijk van het medium van de brontekst. Als de tabel bijvoorbeeld uit een

wetenschappelijk artikel komt, verwijs je hiernaar volgens de regels van een

wetenschappelijk artikel.

3.11 Informatie van een website

In de tekst:

Gemeente Groningen (z.d.) beschrijft dat wijkposten in de gemeente zorgen voor het

onderhoud van wijken of buurten.

Wijkposten zorgen i de gemeente voor het onderhoud van wijken of buurten

(Gemeente Groningen, z.d.).

In de bronnenlijst:

Naam auteur/organisatie. (jaartal*). Titel pagina. Naam website. URL

Gemeente Groningen. (z.d.). Wijkposten. Gemeente Groningen.

https://gemeente.groningen.nl/wijkposten

*Als er wel een jaartal staat, vermeld je deze.

14



3.12 Instagram

In de tekst:

Volgens Elsinga (2021) is Kiki ook altijd vroeg wakker in het weekend.

Kiki is ook altijd vroeg wakker in het weekend (Elsinga, 2021).

In de bronnenlijst*:

Naam pagina/persoon [profielnaam]. (jaartal, dag maand post). [Foto]. Instagram.

Geraadpleegd op dag maand jaartal, van URL

Marieke Elsinga [@mariekeelsinga]. (2021, 28 augustus). Gelukkig is Kiki ook altijd

vroeg wakker in het weekend [Foto]. Instagram. Geraadpleegd op 1 september 2021,

van https://www.instagram.com/p/CTG3T2mKgeS/?utm_medium=copy_link

*Als er geen tekst is, geef dan zelf een beschrijving tussen vierkante haken. Wanneer het

een video is in plaats van een foto, plaats dan [Video] in plaats van [Foto]. Als er alleen

een tekst is, laat dan de beschrijving tussen vierkante haken weg.

3.13 Jurisprudentie

In de tekst:

In een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (2006) wordt beweerd dat de

gemeente in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheidsnorm.

De gemeente heeft in strijd gehandeld met de zorgvuldigheidsnorm (Rechtbank Den

Haag, 2006).

In de bronnenlijst:

Instantie. (jaar, dag maand). ECLI-nummer. Geraadpleegd op dag maand jaar, van

URL

Rechtbank Den Haag. (2006, 13 december). ECLI:NL: RBSGR:2006:AZ4247.

Geraadpleegd op 1 september 2019, van

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?

id=ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ4247&showbutton=true&keyword=vuurwerkramp

16


3.14 Offline krantenartikel

In de tekst:

Huisarts Van de Goor (2021) pretendeert dat discriminatie bij haar vak hoort.

Discriminatie hoort bij het vak van de huisarts (Van de Goor, 2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam Auteur, Initialen. (jaar, dag maand). Titel artikel. Naam krant,

paginanummer.

Van de Goor, R. (2021, 13 augustus). Discriminatie in de spreekkamer is niet fout,

maar juist heel woke. De Volkskrant, p. 13.

3.15 Offline (studie)boek

In de tekst:

Geerdink et al. (2006) verstaan onder pedagogisch hetgeen dat te maken

heeft met de hulp en richting die volwassenen, in het gezin of in de school,

bieden bij de vorming van de persoonlijkheid van kinderen.

Pedagogische kwaliteit is alles wat te maken heeft met de hulp en richting die

volwassenen, in het gezin of in de school, bieden bij de vorming van de

persoonlijkheid van kinderen (Geerdink et al., 2006).

In de bronnenlijst:

Achternaam Auteur, Initialen. (jaar). Titel boek (druk). Uitgever.

Geerdink,G., Volman, M., & Wardekker, W. (2006). Pedagogische kwaliteit in

de basisschool. HBuitgevers.

17


Is er een 2e, 3e, 4e etc. druk? Voeg dit dan toe achter de titel. Het ziet er dan zo uit:

Geerdink,G., Volman, M., & Wardekker, W. (2006). Pedagogische kwaliteit in de

basisschool (2e druk). HBuitgevers.

3.16 Online (Studie)boek (E-book)

In de tekst:

Baarda et al. (2021) geven aan dat bij een niet-gerichte selecte steekproef je een

steekproef uit de hele populatie trekt van beschikbare eenheden.

Bij een niet-gerichte selecte steekproef trek je een steekproef uit de hele populatie

van beschikbare eenheden (Baarda et al., 2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam auteur, Initialen. (Jaar). Titel boek (druk). Uitgever. URL

Baarda, B., Bakker, E., Fischer, T., Julsing, M., Kostelijk, E., & Van der Velden, T.

(2021). Basisboek kwalitatief onderzoek. Noordhoff.

https://www.studystore.nl/p/9789001747800/basisboek-kwalitatief-onderzoek-(ebook)

3.17 Offline woordenboek

In de tekst:

In Van Dale (2018) wordt het woord ‘content’ vertaald naar ‘tevreden’ en ‘blij’.

‘Content’ houdt tevreden of blij in (Van Dale, 2018).

In de bronnenlijst:

Naam auteur/organisatie. (jaar). Woord. In Naam woordenboek (Editie ed., p.

paginanummer). Uitgever.

Van Dale. (2018) Content. In Engels-Nederlands (6e ed., p. 133). Van Dale

Uitgevers.

18


3.18 Online krantenartikel

In de tekst:

De maatregelen zijn volgens Geurts (2021) niet terug te vinden in het Nederlandse

voedingspreventiebeleid.

De maatregelen zijn niet terug te vinden in het Nederlandse voedingspreventiebeleid

(Geurts, 2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam Auteur, Initialen. (jaar, dag maand). Titel artikel. Naam krant. URL

Geurts, M. (2021, 27 juli). De helft van Nederland is te zwaar. Schuif dat niet af op de

consument. Trouw. https://www.trouw.nl/opinie/de-helft-van-nederland-is-te-zwaarschuif-dat-niet-af-op-de-consument~b0e3413b/

3.19 Online woordenboek

In de tekst:

Van Dale (z.d.) beschrijft ‘woningnood’ als ‘een tekort aan woningen’.

Woningnood kan worden beschouwd als een tekort aan woningen (Van Dale, z.d.).

In de bronnenlijst:

Naam Auteur/Organisatie. (jaar). Woord. In Naam woordenboek. Geraadpleegd op

dag maand jaar, van URL

Van Dale. (2018) Woningnood. In Van Dale. Geraadpleegd op 20 augustus 2021, van

https://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/woningnood#.YR-

3VtOA6GU

19


3.20 Persoonlijk interview

Als je interviews hebt afgenomen, voeg je de transcripten meestal toe in een bijlage. In

dat gevoel hoef je geen extra APA-verwijzing toe te voegen in de tekst en ook niet in de

bronnenlijst. Wel moet je eenmaal aangeven waar de lezer de interviewtranscripten kan

vinden, bijvoorbeeld op deze manier:

Participant A gaf hierbij aan dat hier meer behoefte aan is (volledige

interviewtranscript is opgenomen in Bijlage A).

Wanneer je iemand kort (per e-mail) informeel hebt gesproken, transcribeer je dit meestal

niet. Aangezien deze gesprekken in de meeste gevallen nergens worden gepubliceerd,

beschouw je deze informatie als persoonlijke communicatie. Je plaatst dan alleen een

verwijzing in de tekst, dus je neemt de bron niet op in de bronnenlijst. Hierbij plaats je het

volgende respectievelijk tussen haakjes:

(Initiaal geïnterviewde., achternaam geïnterviewde, persoonlijke communicatie, dag

maand, jaartal).

Een van de aandeelhouders gaf aan hier op korte termijn duidelijkheid over te willen

hebben (A. Jansen, persoonlijke communicatie, 3 september, 2021).

3.21 Podcastinterview

In de tekst:

Bergström (2021) geeft aan dat hij soms onverwachts bij vrienden op bezoek gaat.

‘‘Het is leuk dat mensen onaangekondigd langskomen’’ (Bergström, 2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam host, Initialen. (Host). (jaar, dag maand). Titel aflevering (Nr. Nummer).

[Audio podcastaflevering]. In Naam podcast. Productiemaatschappij. URL

Bergström, C. (Host). (2021, 1 juni). Gastvrijheid (Nr. S06E14). [Audio

podcastaflevering]. In Man man man, de podcast. Spotify

https://open.spotify.com/episode/2CMtbndqxyo4MqdcHlXAKr?si=f94399db0d7c42ff

20



3.22 Rapport, jaarverslag, brochure en studiehandleiding

In de tekst bij auteur(s):

Doolaar et al. (2018) geven drie doelen van bronvermelding: (1) vindbaarheid, (2)

controleerbaarheid en (3) bescheidenheid.

Er zijn drie doelen van bronvermelding: (1) vindbaarheid, (2) controleerbaarheid en

(3) bescheidenheid (Doolaar et al., 2018)

In de tekst bij organisatie:

Volgens het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2020) wijkt de

situatie in de bouwsector af van alle andere sectoren die de emissie van stikstof

veroorzaken.

De situatie in de bouwsector wijkt af van alle andere sectoren die de emissie van

stikstof veroorzaken (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2020).

In de bronnenlijst bij auteur(s):

Achternaam Auteur, Initialen. (Jaar). Titel rapport. URL

Doola Doolar, A., Mollema, J., Kuijten, A., Schouwenaar, E., Tijmstra, R., Tummers,

M., Wicherson, R., Wijnroks, A., Willems, P. (2018) De APA-richtlijnen uitgelegd.

https://www.auteursrechten.nl/files/auteursrechten/201909/surf_de-apa richtlijnenuitgelegd_versie-november-2018.pdf

In de bronnenlijst bij organisatie:

Naam Organisatie. (Jaar). Titel rapport. URL

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (2020). Niet alles kan overal.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/06/08/niet-alles-kan-overal

22


3.23 Scriptie of dissertatie

In de tekst:

Collij (2012) deed voor haar Master Publiek Management onderzoek naar de

voorwaarden waaronder co-creatie tussen burgers en politie gerealiseerd kan

worden.

De voorwaarde continuïteit gaat over de vraag of het project zelfstandig kan worden

voortgezet door burgers (Collij, 2012).

In de bronnenlijst:

Achternaam auteur, Initialen. (Jaar). Titel scriptie of dissertatie [Type scriptie of

dissertatie, Naam universiteit]. Naam database.

Collij, T.M. (2012). Samen veiligheid creëren [Masterscriptie, Universiteit Utrecht].

Dspace library Universiteit Utrecht.

Is de scriptie niet gepubliceerd? Noteer de bron dan op onderstaande wijze in de

bronnenlijst:

Collij, T.M. (2012). Samen veiligheid creëren [Ongepubliceerde scriptie]. Universiteit

Utrecht.

3.24 Slides van een presentatie

Alleen wanneer slides van een presentatie voor iedereen toegankelijk zijn, moet je hier

op onderstaande manier naar verwijzen. Wanneer slides op een privé-omgeving staan,

moet je hiervoor het format van ‘Persoonlijk interview’ (zie 3.19) gebruiken.

In de tekst:

Van Selm (2019) geeft de volgende twee kenmerken van een interpretatieve

benadering: (1) identificeren met object van onderzoek en (2) onderzocht worden als

subjecten opgevat.

De volgende twee aspecten zijn kenmerkend voor een interpretatieve benadering: (1)

identificeren met object van onderzoek en (2) onderzochten worden als subjecten

opgevat (Van Selm, 2019).

23


In de bronnenlijst:

Achternaam auteur, Initiaal. (jaartal, dag maand). Titel PowerPoint [Powerpointslides].

Medium. URL

Van Selm, R. (2019, 3 december). Kwalitatief onderzoek [Powerpoint-slides].

Powerpoint. https://webcache.googleusercontent.com/search?

q=cache:_55ule7FUnEJ:https://www.ru.nl/sociologie/mt/rw/cursus/kwalitatief/+&cd=2

&hl=nl&ct=clnk&gl=nl

3.25 Softwareprogramma

In de tekst:

Voor de kwantitatieve analyse is het statistische programma SPSS (versie 26)

gebruikt.

In de bronnenlijst:

Dit hoeft niet in de bronnenlijst worden opgenomen.

3.26 Tabellen

In de tekst:

Let erop dat je tabellen altijd nummert (1, 2, 3 etc.) en dat je hiernaar verwijst in de

hoofdtekst, bijvoorbeeld:

In Tabel 2 zijn de kernstrategieën van formatief toetsen opgenomen.

Deze kernstrategieën zijn onderverdeeld in drie fasen (zie Tabel 2).

Tabel 2

Vijf kernstrategieën van formatief toetsen (Wiliam & Leahy, 2018).

Wie? Waar gaat de leerling naar toe? Waar staat de leerling nu?

De weg naar het doel

Leerling

Klasgenoot

Leerdoelen en succescriteria duidelijk

maken, delen en begrijpen

Bewijs verzamelen van de

leerresultaten

Leerlingen activeren als

leerbron voor elkaar

Feedback geven die het

leerproces stimuleert

Leerling

Leren stimuleren om eigenaar

van hun leerproces te zijn

24


In de bronnenlijst:

Dit is afhankelijk van het medium van de brontekst. Als de tabel bijvoorbeeld uit een

wetenschappelijk artikel komt, verwijs je hiernaar volgens de regels van een

wetenschappelijk artikel.

3.27 Toespraken

In de tekst:

Rutte (2021) bood excuses aan voor de persconferentie van afgelopen vrijdag.

Daarvoor werden excuses aangeboden (Rutte, 2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam spreker, Initialen. (jaar, dag maand). Titel toespraak [Geluidsopname

toespraak]. Naam website. URL

Rutte, M. (2021, 13 juli). Persmoment minister-president Rutte en minister De Jonge

(12 juli 2021) [Geluidsopname toespraak]. Rijksoverheid.

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-

19/documenten/mediateksten/2021/07/12/letterlijke-tekst-persmoment-ministerpresident-rutte-en-minister-de-jonge-12-juli-2021

3.28 Tweet

In de tekst:

Kaag (2021) noemt de samenwerking van PvdA en GL een moedige stap.

De samenwerking tussen PvdA en GL is een moedige stap (Kaag, 2021).

In de bronnenlijst:

Achternaam Auteur, Initialen. [@gebruikersnaam]. (jaar, dag maand). Tekst uit tweet

[Tweet]. Twitter. URL

Kaag, S. [@SigridKaag]. (2021, 20 augustus). Moedige stap van PvdA en GL! In een

steeds verder versplinterend politiek landschap is deze vergaande samenwerking een

mooi signaal dat het ook anders kan [Tweet]. Twitter. https://twitter.com/SigridKaag?

ref_src=twsrc%5Egoogle%7Ctwcamp%5Eserp%7Ctwgr%5Eauthor

25


3.29 Website als geheel

In de tekst:

De website van Scribbr (www.scribbr.nl) is hiervoor geraadpleegd.

Bij een narratieve verwijzing vermeld je alleen het jaartal bij de eerste verwijzing

(www.scribbr.nl).

In de bronnenlijst:

Dit hoeft niet in de bronnenlijst worden opgenomen.

3.30 Wetenschappelijk tijdschrift

In de tekst:

Frank en Jackson (1998) geven aan dat het tijdstip waarop de ingreep precies moet

plaatsvinden een twistpunt blijft.

Het tijdstip waarop de ingreep precies moet plaatsvinden, blijft een twistpunt (Frank &

Jackson, 1998).

In de bronnenlijst

Achternaam auteur, Initialen. (jaar, dag maand). Titel artikel. Naam tijdschrift,

Volume(Uitgave), paginabereik.

Frank, C. B., & Jackson, D. W. (1998). Wat weten we over reconstructie van de

voorste kruisband?. Stimulus, 17(4), 253-257.

3.31 Wetsartikel en wettekst

APA heeft geen duidelijke richtlijnen over het verwijzen van wetsartikelen. Wel wordt het

volgende aangeraden:

1. Zoek de wet(ten) op, op wetten.overheid.nl

2. Ga op zoek naar de titel van de wet. Deze kun je vinden door op ‘wetstechnische

informatie’ ‘i’ te klikken. Dan staat de wet helemaal bovenaan (zie pijl in Figuur 1 en

2).

3. Zoek de datum van de inwerkingtreding van de wet op. Hiervoor moet je op

‘Wijzingenoverzicht’ klikken (zie pijl in Figuur 3). Dan scrol je helemaal naar onderen

om te kijken wanneer de wet voor het eerst ondertekend is (zie pijl in Figuur 4).

26


Figuur 1. Schermafbeelding wetstechnische informatie. Overgenomen uit

wetten.overheid, 2021. (https://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/2021-07-01). Copyright

2021 wetten.overheid.

Figuur 2. Titel van de wet. Overgenomen uit wetten.overheid, 2021.

(https://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/2021-07-01). Copyright 2021 wetten.overheid.

Figuur 3. Wijzigingenoverzicht. Overgenomen uit wetten.overheid, 2021.

(https://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/2021-07-01). Copyright 2021 wetten.overheid.

27


Figuur 4. Inwerkingtreding. Overgenomen uit wetten.overheid, 2021.

(https://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/2021-07-01). Copyright 2021 wetten.overheid.

In de tekst:

Volgens artikel 2.3 lid 1 in de Wet Milieubeheer bestaat het bestuur van de

emissieautoriteit uit ten hoogste vijf leden.

Het bestuur van de emissieautoriteit bestaat uit ten hoogste vijf leden (art. 2.3 lid 1

Wmb 2019).

In de bronnenlijst:

Citeertitel wet. (jaar, dag maand waarop het voor het eerst is ondertekend). URL

Wet Milieubeheer. (1994, 14 oktober).

https://wetten.overheid.nl/BWBR0003245/2021-07-01/#Hoofdstuk2

28



3.32 Youtube-interview

In de tekst:

Rutte (2019) geeft aan dat hij zich nooit laat adviseren over kleding.

Op het moment dat hij kledingadvies moet krijgen, gaat hij weg (Rutte, 2019).

In de bronnenlijst:

Naam uploader, Initialen. (jaar, dag maand). Titel video [Video]. YouTube. URL

Avrotros. (2019, 15 februari). Mark Rutte openhartig over imago, woede-uitbarstingen

en liefdesleven | SPLINTER, in de politiek [Video]. YouTube.

https://www.youtube.com/watch?v=8trR6nOn7Eo&ab_channel=AVROTROS

30


4. Bronnenlijst opstellen

Zoals aangegeven, verwijs je naar bronnen op twee plekken, namelijk in de hoofdtekst en

in de bronnenlijst. In een bronnenlijst staan alle geraadpleegde bronnen – met

uitzondering van persoonlijke communicatie – op alfabetische volgorde. Zoals je in het

vorige hoofdstuk hebt kunnen lezen, verwijs je naar de verschillende tekstsoorten op

verschillende manieren. Zo noteer je in de bronnenlijst een internetartikel op een andere

wijze dan een studieboek. De bronnenlijst neem je op in een apart hoofdstuk en bevindt

zich na de hoofdtekst en voor de eventuele bijlage(n). Verder is het belangrijk dat een

bronvermelding die langer is dan één regel vanaf de tweede regel inspringt. Zorg ervoor

dat de opmaak (bijvoorbeeld het lettertype en de -grootte) consistent is. Hieronder zie je

een voorbeeld van een bronnenlijst.

10. Bronnenlijst

De Bakker, I., Meuffels, B., Muris, M., & Rietstap, E. (2015). Diagnose en remediëring

van schrijfvaardigheidsproblemen bij eerstejaarsstudenten Geesteswetenschappen.

Tijdschrift voor Taalbeheersing, 37(2), 127-157.

Elbers, E. (2013). Iedere les een Nederlandse taalles? Taal-en vakonderricht in het

beroepsonderwijs. Levende Talen Tijdschrift, 14(4), 14-27.

Jansen, C. J. M. (2019). Dit is een begin, maar er moet nog veel meer gebeuren:

Discussiebijdrage aan het themanummer 'Taal en communicatieve competentie in

het hbo'. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 37(2/3), 121-130.

Kerkhofs, G., Peters, E., & Van Houtven, T. (2012). Taalontwikkelend lesgeven in een

academische opleiding: een intensieve en effectieve samenwerking tussen vak-en

taaldocenten. In Zesentwintigste conferentie 'Het Schoolvak Nederlands': Katholieke

Hogeschool Brugge Oostende, 16 & 17 november 2012 (p. 82). Academia Press.

Kuiper, C., & Van Dijk, G. & Van Norden, S. (2019). Werken aan ontwikkeling van

schrijfvaardigheid in het HBO-vakonderwijs: Theorie, praktijk en richtlijnen. Tijdschrift

voor Hoger Onderwijs, 37(2/3), 27-43.

Kuiken, F. (2010). Taalbeleid in het hoger onderwijs: verslag van werk in uitvoering.

Taalbeleid in het hoger onderwijs: de hype voorbij, 195-200.

Lammers, A. (2020). Scientific Writing in Undergraduate Science Curricula: Reading and

Analyzing Research Articles to Support Physics and Biology Students’ Written

Argument Construction [Proefschrift]. Rijksuniversiteit Groningen.

Mitchell, S. & Evison, A. (2006). Exploiting the potential of writing for educational change

at Queen Mary, University of London’, in Ganobcsik-Williams, L. (ed.) Teaching

Academic Writing in UK Higher Education. Hampshire: Palgrave Macmillan.

31



5. Bijzondere bronvermelding

5.1 Ontbrekende gegevens

5.1.1 Auteur onbekend

Wanneer de auteur onbekend is, moet je de organisatie vermelden. Als de organisatie

een afkorting heeft, schrijf je de eerste keer de naam volledig en vermeld je de afkorting

tussen haken. Daarna mag je de afkorting gebruiken. Het ziet er dan zo uit:

In de tekst:

Het Centraal Plan Bureau (CBS) (2021) telde in januari 2020 43.913

vliegtuigbewegingen en in dezelfde maand van 2021 17.466. Hierbij zijn volgens het

CBS 38.410 vliegtuigbewegingen afkomstig van Amsterdam Airport Schiphol in

januari 2020 en in januari 2021 waren dat er 15.181.

In de bronnenlijst:

Naam database. (jaar van publicatie, dag maand). Titel database [Dataset]. URL

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2021, 3 augustus). Luchtvaart; maandcijfers

Nederlandse luchthavens van nationaal belang [Dataset]. https://www.cbs.nl/nlnl/cijfers/detail/37478hvv

Wanneer ook de organisatie niet bekend is, plaats dan de titel met het jaartal tussen

haken.

5.1.2 Datum/jaartal onbekend

Wanneer je een jaartal moet vermelden en deze onbekend is, noteer dan ‘z.j.’ Dit komt

van ‘zonder jaar’. Wanneer je een datum moet vermelden en deze onbekend is, vermeld

dan ‘z.d.’. Dit komt van ‘zonder datum’. Het ziet er dan zo uit:

In de tekst:

De Bakker et al. (z.j.) ontwikkelden een instrument om de schrijfvaardigheid van

eerstejaarsstudenten aan de universiteit te meten.

Het schrijfniveau van eerstejaarsstudenten is onder de maat (De Bakker et al., z.j.)

33


In de bronnenlijst:

Afhankelijk van de tekstsoort. Waar normaal de datum/het jaartal staat, wordt ‘z.d.’

geschreven. Het zou er dan zo uit kunnen zien:

De Bakker, I., Meuffels, B., Muris, M., & Rietstap, E. (z.d.). Diagnose en remediëring

van schrijfvaardigheidsproblemen bij eerstejaarsstudenten Geesteswetenschappen.

Tijdschrift voor Taalbeheersing, 37(2), 127-157.

5.1.3 Titel onbekend

Als de titel onbekend is, beschrijf je de pagina/tekst. Dit doe je beknopt. Aangezien dit

bijna niet voorkomt, zijn onderstaande voorbeelden fictief:

In de tekst:

Van den Berg en Jonker (2019) geven drie voorbeelden van maatregelen die thuis

genomen kunnen worden om het watergebruik te reduceren.

Er zijn verschillende manieren om het watergebruik thuis te reduceren (Van den Berg

& Jonker, 2019).

In de bronnenlijst:

Achternaam auteur, Initialen. (jaar, dag maand). [Beschrijving van pagina]. Naam

Website. URL

Van den Berg, C. & Jonker, G. (2019, 30 juni). [Watergebruik reduceren]. Water

gebruik reduceren. https://watergebruikreduceren.nl/maatregelen

5.1.3 Datum en titel onbekend

Wanneer de datum en titel onbekend zijn, gebruik je ‘z.d’. en beschrijf je de pagina/tekst

beknopt. Aangezien dit bijna niet voorkomt, zijn onderstaande voorbeelden fictief:

In de tekst:

Van den Berg en Jonker (z.d.) geven drie voorbeelden van maatregelen die thuis

genomen kunnen worden om het watergebruik te reduceren.

Er zijn verschillende manieren om het watergebruik thuis te reduceren (Van den Berg

& Jonker, z.d.).

34


In de bronnenlijst:

·

Achternaam auteur, Initialen. (z.d.). [Beschrijving van pagina]. Naam website. URL

Van den Berg, C. & Jonker, G. (z.d). [Watergebruik reduceren]. Water gebruik

reduceren. https://watergebruikreduceren.nl/maatregelen

5.2 Bronnen met dezelfde auteur(s) en/of jaartal(len)

Als verschillende publicaties dezelfde auteur of een organisatie hetzelfde jaartal hebben,

wordt om onderscheid te maken, achter het eerste jaartal een kleine letter a en het

tweede jaartal een kleine letter b gezet. De volgorde wordt hierbij bepaald door het

jaartal/de datum. De meest recente bron komt bovenaan. Dit ziet er als volgt uit:

In de tekst:

Volgens de Onderwijsraad (2018a) dragen toetsen en examens onvoldoende bij aan

de kwaliteit van het onderwijs.

In de bronnenlijst:

Afhankelijk van de bron, bijvoorbeeld:

Onderwijsraad (2018a). Toets wijzer.

https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2018/12/13/toets-wijzer

Bij bronnen zonder datum komt er een streepje voor de letter. De volgorde wordt hierbij

bepaald door het eerste woord van de titel (zonder lidwoorden) zodat de bronnen

alfabetisch gerangschikt kunnen worden. Dit ziet er dan zo uit:

In de tekst:

Volgens de Onderwijsraad (z.d.-a) dragen toetsen en examens onvoldoende bij aan

de kwaliteit van het onderwijs.

35


In de bronnenlijst:

Afhankelijk van de bron, bijvoorbeeld:

Onderwijsraad (z.d.-a). Toets wijzer.

https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2018/12/13/toets-wijzer

5.3 Dezelfde bron in een alinea

Wanneer je in een alinea meerdere gegevens van dezelfde auteur(s) gebruikt, moet je

laten blijken dat al deze informatie daarvandaan komt. Het is dus niet zo dat je alleen aan

het begin of het eind een bronvermelding doet. Daarnaast moet je bij een tweede

verwijzing van dezelfde auteur(s) in één alinea het jaartal weglaten. Het kan er zo uit

zien:

Berg, Smals, Koster, Van den Assem en Damen (2016) geven aan dat een alinea van

een halve pagina voor de gemiddelde lezer te lang is. Daarom adviseren zij om deze

alinea’s op te delen in meerdere alinea’s; elk met een eigen (deel)onderwerp, kernzin

en subzinnen. Volgens Berg et al. zijn verbindingswoorden hierbij onmisbaar om twee

redenen, namelijk:

1. Ze knopen binnen een alinea duidelijk zinnen aan elkaar.

2. Ze knopen binnen zinnen duidelijk zinsdelen aan elkaar.

De Sociaal-Economische Raad (SER) publiceerde in 2020 een verkenning over de

toekomst van de zorg. De SER trekt vier hoofdconclusies uit deze verkenning. Ten

eerste staat in de verkenning dat mensen in de zorg te weinig autonomie en

waardering krijgen en te maken hebben met een te hoge werkdruk en veel regels.

Ten tweede concludeert de SER dat moet worden ingezet op preventie. Daarnaast

geeft de raad aan dat voortdurend oog moet zijn voor het verzekerde pakket. Ten

slotte vindt de SER dat meer regie op digitale innovaties veel winst kan opleveren.

5.4 Vertalingen

Wanneer een tekst oorspronkelijk in een andere taal is gepubliceerd, wordt zowel in de

tekst als in de bronnenlijst de oorspronkelijke auteur genoemd en de vertaler alleen in de

bronnenlijst. Wie bijvoorbeeld verwijst naar The Subtle Art of Not Giving a F*ck van Mark

Manson (2016) zet het volgende in de tekst:

Volgens Manson (2016) is het verlangen naar een positievere ervaring in wezen een

negatieve ervaring.

Het verlangen naar een positievere ervaring is in wezen een negatieve ervaring

(Manson 2016).

36


In de bronnenlijst:

Achternaam auteur, Initialen. (jaartal). Titel boek (Initialen vertaler, Achternaam

vertaler’, Vert.). Plaats uitgever: Naam Uitgever.

Manson, M. (2016). De edele kunst van Not Giving a F*ck (A. Oostindiër & H.

Popken’, Vert.). Amsterdam: Bruna.

De oorspronkelijke titel mag tussen blokhaken; dit hoeft echter niet. Het ziet er dan zo uit:

Manson, M. (2016). De edele kunst van Not Giving a F*ck [The subtle art of not giving

a fuck] (A. Oostindiër & H. Popken’, Vert.). Amsterdam: Bruna.

5.5 Afbeelding als illustratie

5.5.1 Eigen afbeelding

Voor een foto, schilderij, tekening of een andere afbeelding die de schrijver van de tekst

zelf heeft gemaakt, geldt hetzelfde als voor de tekst: het is eigen werk en hier moet geen

aparte verwijzing voor worden opgenomen, niet in de tekst en niet in de bronnenlijst. Om

de lezer de herkomst van de zelfgemaakte afbeelding duidelijk te maken kan eventueel

onderaan de bronnenlijst “Alle overige afbeeldingen zijn eigen werk” of een vergelijkbare

tekst worden opgenomen, maar dat is niet verplicht. Wanneer er geen bronvermelding

aanwezig is, impliceert dit dat het om eigen werk gaat.

5.5.2 Ontvangen afbeelding

Een afbeelding ter illustratie kan gemaakt zijn door een bekende. Het is ook mogelijk dat

de instelling waar stage is gelopen of onderzoek is gedaan een foto ter beschikking stelt.

Voor deze afbeeldingen geldt dat er geen aparte verwijzing wordt opgenomen in de tekst

en bronnenlijst. Het is uiteraard wel toegestaan om, bijvoorbeeld in een dankwoord, de

maker of eigenaar van de afbeelding te bedanken voor het ter beschikking stellen ervan.

Wanneer een instelling toestemming heeft gegeven voor het gebruik van het logo is een

aparte verwijzing ook niet nodig.

5.5.3 Afbeelding uit publicatie of van internet

Een afbeelding uit een boek, tijdschrift of gevonden op het internet is al gepubliceerd. Om

die reden komt er in de bronnenlijst een vermelding naar de complete publicatie,

bijvoorbeeld het boek, het tijdschriftartikel of de webpagina zoals in Hoofdstuk 2 staat

beschreven. Achter de titel kan eventueel tussen vierkante haakjes een omschrijving

worden gegeven zodat voor de lezer duidelijk is dat naar de afbeelding wordt verwezen

en niet naar de tekst.

37



6. Verwijzen naar bijlagen

Het woord ‘bijlagen’ geeft al aan dat het documenten zijn die ‘erbij’ komen en minder van

belang zijn dan de tekst in de hoofdtekst. In een schrijfproduct neem je bijlagen dus op

wanneer je onmisbare informatie voor de lezer hebt die te groot is voor de hoofdtekst. Zo

voorkom je dat de tekst te lang wordt.

Je kunt de volgende zaken in een bijlage opnemen:

interviewtranscripten;

interviewschema’s;

codeboeken;

berekeningen die meer dan een halve pagina in beslag nemen;

planning;

tabellen;

tabellen met onderzoeksgegevens die niet van direct belang zijn om de tekst te

kunnen volgen;

kopieën van e-mails, brieven en formulieren;

minder belangrijke of grote tabellen en figuren.

Maak per onderdeel een aparte bijlage om het overzichtelijk en gestructureerd te houden.

Hierbij zijn vier aspecten belangrijk:

1. Nummer elke bijlage in de volgorde waarin je ze in de tekst noemt met 1, 2, 3 et

cetera;

2. Geef elke bijlage een duidelijke titel;

3. Zet elke bijlage apart op een nieuwe pagina;

4. Verwijs naar de bijlagen in de hoofdtekst. Dat kun je op meerdere manieren doen,

bijvoorbeeld:

Uit het interview (zie Bijlage 1) is gebleken dat alle deelnemers bereid zijn om een

opgenomen les te delen.

In Bijlage 1 zijn de interviewtranscripten opgenomen.

De gegevens (zie Bijlage 2, Tabel 1) tonen aan dat er vanaf 2019 een daling is

ingezet in het aantal medewerkers.

Uit Tabel 1 in Bijlage 2 blijkt dat er vanaf 2019 minder medewerkers zijn

aangenomen.

39


7. Checklist

8.1 Algemeen

Nr. Criteria Opmerkingen

1

2

3

Alle bronnen in de hoofdtekst zijn opgenomen in de

bronnenlijst en andersom.

Bijlagen zijn genummerd en getiteld en hier wordt

naar verwezen in de hoofdtekst.

Tabellen en figuren zijn genummerd, getiteld en hier

wordt naar verwezen in de hoofdtekst.

4 Het document is voorzien van paginanummers.

8.2 Bronvermelding in de tekst

Nr. Criteria Opmerkingen

5

In de hoofdtekst is juist verwezen naar alle bronnen.

6

7

Een citaat is ongewijzigd overgenomen.

Een citaat van minder dan veertig woorden staat

tussen aanhalingstekens en de bron is juist ingevoegd.

8 Een citaat van veertig woorden of meer staat in een

apart tekstblok en bevat geen aanhalingstekens. De

bron is juist ingevoegd.

9

10

11

Een parafrase staat niet tussen aanhalingstekens en

bevat eigen taalgebruik.

Bij een bron met drie of meer auteurs is na de eerste

auteur ‘et al.’ gebruikt.

Bij eenzelfde bron binnen een alinea is na de eerste

bronvermelding het jaartal weggelaten.

8.3 Bronvermelding in de bronnenlijst

Nr. Criteria Opmerkingen

12

13

14

15

De bronnenlijst is opgenomen in een apart hoofdstuk

en bevindt zich na de hoofdtekst en voor de

eventuele bijlage(n).

De bronnenlijst is alfabetisch.

Een bronvermelding die langer is dan één regel

springt vanaf de tweede regel in.

De bronnenlijst is consistent (zelfde lettertype- en

grootte).

40


Bronnenlijst

American Psychological Association. (2019). Publication Manual of the

American Psychological Association (7e editie). Appearance Publishers.

Doolar, A., Mollema, J., Kuijten, A., Schouwenaar, E., Tijmstra, R.,

Tummers, M., Wicherson, R., Wijnroks, A., Willems, P. (2018) De APArichtlijnen

uitgelegd.

https://www.auteursrechten.nl/files/auteursrechten/201909/surf_de-apa

richtlijnen-uitgelegd_versie-november-2018.pdf

Afbeeldingen afkomstig van beeldbank Hanze:

https://www.hanze.nl/nld

41


36


(Oosterheert, 2021)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!