ConnectING - nr. 17
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Viermaandelijks • juli-augustus-september-oktober 2021 • Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P919663<br />
Magazine van<br />
de Faculteit Industriële<br />
Ingenieurswetenschappen<br />
KU Leuven<br />
NR. <strong>17</strong> - oktober 2021<br />
Geertrui Mieke De Ketelaere © Filip Van Loock<br />
ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE<br />
OP MENSENMAAT<br />
• Game voor ruimtelijk inzicht<br />
• Nieuwe maakleerplek in Leuven<br />
• Micro degrees in Health Innovation<br />
• Negende zonnewagen van<br />
het Solar Team<br />
• Safe personal health coaching<br />
programma<br />
• Internet of Things in een rugzak<br />
• Elektromechanica voor hoogvliegers<br />
• Alumni Ingenieurs KU Leuven
AGORIA SOLAR TEAM VERLENGT<br />
EUROPESE KAMPIOENSTITEL<br />
De ingenieursstudenten van het Agoria Solar Team wonnen op zondag 19 september 2021 in Zolder de iLumen European Solar Challenge en<br />
zijn hiermee voor de tweede keer op rij Europees kampioen. Het Leuvense team nam deel met de zonnewagen uit 2019 waarmee ze eerder al<br />
de wereldtitel behaalden in Australië. De Bluepoint Atlas, de nieuwe zonnewagen, maakt zijn debuut tijdens de Solar Challenge Morocco 2021.<br />
INHOUD<br />
• Woord vooraf 3<br />
• Nieuws van de campussen 4<br />
• Onderwijsontwikkeling in de kijker 6<br />
• Student in de kijker 16<br />
• Docent in de kijker 22<br />
• Onderzoeker in de kijker 24<br />
• Wetenschapscommunicatie 28<br />
• Doctoraten 29<br />
• Faculty Worldwide 32<br />
• Alumnus in de kijker 34<br />
• Nieuws van alumni 41<br />
COLOFON<br />
<strong>ConnectING</strong> is het magazine van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
van de KU Leuven. Het verschijnt driemaal per jaar en is bestemd voor alle studenten<br />
en medewerkers van de faculteit en haar 7 campussen, alumni, externe relaties en<br />
het brede maatschappelijk veld waarmee de faculteit een netwerk onderhoudt.<br />
Verantwoordelijke uitgever: Prof. Bert Lauwers, decaan Faculteit Industriële<br />
Ingenieurswetenschappen | Redactieraad: Anja Huysmans (voorzitter), (Hilde Bonte)<br />
Kris He<strong>nr</strong>ioulle a.i., Dorine Bruneel, Niels De Brier, Ellen Demarsin, Koen Eneman,<br />
Hilde Lauwereys, Bert Lauwers, Yves Persoons, Inge Van Cauter, Louis van Hoye,<br />
Bart Va<strong>nr</strong>umste, Rens Vervaeke | Eindredactie: Yves Persoons | Redactie -<br />
secretariaat: Inge Van Cauter<br />
Redactieadres<br />
<strong>ConnectING</strong><br />
Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
Willem de Croylaan 56, gebouw E bus 2203<br />
3001 Heverlee<br />
053 72 71 86 (secretariaat)<br />
connecting@kuleuven.be<br />
www.iiw.kuleuven.be<br />
Foto’s: Tine Desodt,<br />
Joren De Weerdt,<br />
Julie Feyaerts, Tom Talloen<br />
en Filip Van Loock<br />
Grafisch ontwerp:<br />
www.altera.be<br />
Drukwerk: Drukkerij Van der Poorten<br />
100% klimaatneutrale drukkerij<br />
www.vanderpoorten.be<br />
2
WOORD VOORAF<br />
DE PARADOX VAN GEN Z<br />
Dertig jaar geleden was de Canadese schrijver Douglas<br />
Coupland het beu om als ‘babyboomer’ bestempeld<br />
te worden. Hij lanceerde de term Generatie X. Die is<br />
inmiddels al opgevolgd door Gen Y (de millennials), die op haar<br />
beurt plaats heeft moeten ruimen voor Gen Z (de ‘zoomers’).<br />
Volgens Coupland is wat wij een generatie noemen in hoge mate<br />
bepaald door de technologie waaraan een leeftijdsgroep is<br />
blootgesteld in de prepuberteit.<br />
Wat Gen Z betreft, heeft geen enkele generatie zo intensief in<br />
en met de technologie geleefd. Deze jongeren zijn met het<br />
internet opgegroeid en hebben nooit een wereld zonder smart -<br />
phone gekend.<br />
De houding van deze digital natives t.o.v. de technologie is<br />
paradoxaal. De intensiteit waarmee ze de laatste hightech snufjes<br />
gebruiken leidt niet automatisch tot een grote bewondering voor<br />
de technologie noch voor de professionals die al deze snufjes<br />
bedenken, ontwerpen en bouwen: de ingenieurs. Getuige hiervan<br />
de instroom in de ingenieursfaculteiten. Die houdt al geruime tijd<br />
geen gelijke tred meer met de almaar toenemende impact van de<br />
technologie in het dagelijkse leven en al evenmin met de groeiende<br />
vraag naar technologisch hooggeschoolden in het bedrijfsleven.<br />
In een tijd waarin de complexiteit toeneemt, zijn paradoxen niet<br />
uitzonderlijk. In een veelgebruikte definitie worden ze omschreven<br />
als ‘contradictory yet interrelated elements that exist simultaneously<br />
and persist over time’. In deze definitie gaat een paradox niet<br />
over goed of fout, het een of het ander. Het gaat om allebei.<br />
Het zijn twee zijden van dezelfde medaille. In onze Westerse cultuur<br />
hebben we het daar soms moeilijk mee. We hebben geleerd dat<br />
er veelal slechts één goede oplossing is. Bijgevolg wordt een<br />
paradox als ongemakkelijk ervaren of genegeerd of focust men<br />
maar op één kant ten koste van de andere.<br />
Dat deze benadering geen zoden aan de dijk zet, is inmiddels<br />
gebleken. Vele campagnes en acties om jongeren ertoe<br />
aan te zetten voor de ingenieursstudie te kiezen, hebben tot<br />
geen substantiële groei van het aantal inschrijvingen geleid.<br />
Wellicht benaderen we Gen Z te eenzijdig en focussen we teveel<br />
op wetenschap en techniek op zich. Of willen we een paradox<br />
oplossen die niet direct op te lossen is. Daarom is het beter de<br />
paradox te omarmen, haar levendig te houden en te beschouwen<br />
als waardevol.<br />
Gen Z daagt de ingenieursopleiders en –afnemers (de bedrijven)<br />
uit om zichzelf opnieuw uit te vinden. Zij zullen of kunnen deze<br />
generatie niet veranderen, veeleer het omgekeerde is waar.<br />
Het is m.a.w. aan ons om de juiste toon en aanpak te vinden om<br />
een generatie die zwemt in technologie aan te spreken.<br />
Dit nummer bevat een aantal voorbeelden van hoe dat zou<br />
kunnen. Zo pleit Geertrui Mieke De Ketelaere, directeur AI bij<br />
imec, voor een switch in de mindset van de ingenieurs als het<br />
om Artificial Intelligence gaat. Haar stokpaardje is ‘explainable<br />
AI’. Je kunt het vergelijken met een microgolfoven. Je hoeft geen<br />
fysicus te zijn om het apparaat te kunnen bedienen. Dat geldt<br />
volgens haar ook voor de toepassingen van AI.<br />
Onderzoekers van de Technologiecampus Gent beogen hetzelfde<br />
met ‘Internet of Things with a Soft Touch’. Ze introduceren IoT<br />
aan de hand van toepassingen in de gezondheidssector en de<br />
zorg. De nieuwe Leuvense maakleerplek is een ander voorbeeld.<br />
Die profileert zich als een innovatieve mindset die steunt op het<br />
potentieel van multidisciplinaire samenwerking en co-creatie.<br />
Niet de wetenschappers of de ingenieurs bepalen wat aan bod<br />
komt. Het zijn de jongeren die onderzoeksvragen stellen over<br />
onderwerpen die hen bezighouden: klimaat, energie, schone<br />
lucht, verkeersveiligheid, …<br />
Studententeams als het Agoria Solar Team en Formula Electric<br />
Belgium hebben al langer de juiste toon gevonden. Voor hen is<br />
technologie een totaalbelevenis. Ze appelleren aan het competitieelement<br />
bij de jongeren en hun betrokkenheid bij maatschappelijke<br />
uitdagingen. Dit laatste is trouwens de drijfveer voor alle<br />
studententeams, waaronder Aether, Circl-e, CORE, FLACRA, iGEM<br />
en Innovived. Technologie wordt gebruikt om zich voor een concreet<br />
doel in te zetten en zich creatief uit te leven in ongeëvenaarde<br />
ingenieursbelevenissen. We kunnen van hen nog veel leren.<br />
Prof. Bert Lauwers<br />
Decaan, Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
CONNECTING<br />
3
NIEUWS VAN DE CAMPUSSEN<br />
MAAKLEERPLEK LEUVEN:<br />
SAMEN TOEKOMST MAKEN<br />
In het oude industriële hart van Europa’s<br />
meest innovatieve stad huist sinds kort<br />
een ‘maakleerplek’. Wie er een atelier voor<br />
technies, hobbyisten of doe-het-zelvers<br />
verwacht, moet zijn/haar mening herzien.<br />
Het pand is méér dan een ruimte.<br />
De Leuvense maakleerplek dient zich aan<br />
als een innovatie-mindset die steunt op<br />
het potentieel van multidisciplinaire samen -<br />
werking en co-creatie. Campus Groep T<br />
is present met een High Tech Lab en een<br />
STEAM-studio. De coördinatoren Jeroen<br />
Buijs en Stijn De Jonge doen het verhaal.<br />
De Vaartkom in Leuven heeft in een paar jaar tijd een<br />
complete gedaanteverwisseling ondergaan. “Het lijkt wel<br />
alsof van de eerste industriële revolutie meteen naar<br />
Industrie 4.0 is overgestapt”, meent Jeroen. “De technologische<br />
omwenteling die de maakprocessen de laatste tijd hebben<br />
gekend, zetten het bouwen en het maken opnieuw in de kijker.<br />
Overal ter wereld rijzen ‘makerspaces’ als paddenstoelen uit<br />
de grond als centra van innovatie en out-of-the-box denken.<br />
In Leuven heeft de stad het initiatief genomen om een brede<br />
waaier van actoren samen te brengen. En dat zijn heus niet alleen<br />
kennisinstellingen en ondernemingen, maar ook middelveld -<br />
organisaties, jongerencentra, kunstenaars, … kortom iedereen<br />
die de stad gemaakt heeft tot wat ze is en bijdraagt tot wat ze<br />
worden zal. Ook de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
is van de partij met haar Leuvense campus, maar ook met<br />
Technovation Hub en CORE, de coöperatie van ingenieurs -<br />
studenten die concepten uitwerkt rond rationeel energiegebruik<br />
en de circulaire economie”.<br />
Praktijken<br />
“Je kunt de maakleerplek nog het best vergelijken met een<br />
ecosysteem waar over alle leeftijden, achtergronden, disciplines<br />
en sectoren heen wordt samengewerkt aan de uitdagingen van<br />
vandaag en morgen”, vervolgt Stijn. “De deelnemers delen niet<br />
alleen de ruimte, maar ook ideeën, materiaal en expertise.<br />
Zo geven ze mee vorm en inhoud aan praktijken waar iedereen<br />
leert van elkaar”.<br />
“Om zulke praktijken te realiseren heb je uiteraard materiaal nodig”,<br />
merkt Jeroen op. “In de maakleerplek wordt gewerkt met vier<br />
essentiële grondstoffen. Dat zijn ‘mens-in-relatie’ met andere<br />
mensen en de omgeving, ‘materialen’ (van hout tot groenten),<br />
‘energie’ (gas en elektriciteit maar ook spierkracht) en ten slotte<br />
‘kennis en kunde’. Deze grondstoffen moeten niet alleen<br />
duurzaam worden ingezet maar ook circulair. Er mag m.a.w.<br />
niets verloren gaan. Wat gebruikt is, wordt hergebruikt of krijgt<br />
een nieuwe bestemming. Dat geldt overigens ook voor de<br />
ruimtes in het gebouw. De i<strong>nr</strong>ichting ervan kan wijzigen naargelang<br />
van de noden en de omstandigheden. Daarom is er ook een<br />
‘witte ruimte’ waarmee je figuurlijk alle kanten uit kunt”.<br />
Deelplekken<br />
De maakleerplek is gevestigd in de Molens van Orshoven en<br />
de silo’s van de oude Stella Artois brouwerij. “Daar vind je acht<br />
zgn. deelplekken”, legt Stijn uit. “Het gaat om kunstateliers,<br />
een co-werkplek, een Low Tech Lab voor knutselaars en herstellers,<br />
een New Media Lab voor beginners en professionals, een groente -<br />
tuin en uiteraard een kantine, het kloppend art van het pand”.<br />
“Campus Groep T heeft zich geëngageerd in twee deelplekken”,<br />
vult Jeroen aan. “Het eerste is het High Tech Lab. Daar pakken<br />
we het probleem van de plasticvervuiling aan. Ons doel bestaat<br />
erin een circulair maaklab te installeren waar plastic afval als<br />
grondstof dient voor innovatieve materialen en producten. We gaan<br />
er ook een recyclagemachine voor plastic bouwen”.<br />
“Onze tweede deelplek is de STEAM-studio. STEAM is STEM<br />
met de A van ‘arts’ erbij. Dit past helemaal in onze visie om<br />
wetenschappen, technologie en wiskunde te koppelen aan het<br />
creatieve en het artistieke. Er is ook een perfecte match met de<br />
locatie. De Vaartkom is uitgegroeid tot dé creatieve hotspot van<br />
Leuven met tal van creatieve bedrijven en kunstateliers. Het is<br />
een biotoop waar onze studenten, docenten en onderzoekers<br />
zich direct thuis zullen voelen”.<br />
Tweerichtingsverkeer<br />
De partners van de Leuvense maakleerplek deinzen er ook niet<br />
voor terug om het concept van de ‘makerspace’ zelf in vraag te<br />
stellen. “We willen inderdaad het traditionele patroon van de ‘citizen<br />
science’ doorbreken of zelfs helemaal omdraaien”, bevestigt Stijn.<br />
”Doorgaans zijn het de wetenschappers die de burgers betrekken<br />
bij hun onderzoek, denk maar aan het tellen van vogels of het<br />
opvangen van fijnstof. De maakleerplek wil de burgers en de<br />
jongeren in het bijzonder uitdagen om zelf onderzoeksvragen<br />
aan te brengen. Ver hoeven ze niet te zoeken. Mobiliteit,<br />
verkeersveiligheid, geluidsoverlast, gezondheid, energiegebruik,<br />
voedselveiligheid, … de onderwerpen liggen voor het rapen”.<br />
Yves Persoons<br />
www.maakleerplekleuven.be<br />
4
v.l.n.r.: Andreas Monsieur, Mostafa Elkhouly, Hannah Gunsch, Bram Van Bogaert en Antoine Devroe<br />
© Julie Feyaerts<br />
CONNECTING<br />
5
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
Prof. Inge Holsbeeks<br />
© Julie Feyaerts<br />
6
PROF. INGE HOLSBEEKS,<br />
PROGRAMMADIRECTEUR CHEMIE,<br />
BIOCHEMIE EN BIOWETENSCHAPPEN<br />
Driemaal is scheepsrecht. Bijgevolg mag prof. Inge Holsbeeks<br />
zich de kapitein noemen van een flinke driemaster. Alleen al<br />
bij de masters zijn de drie opleidingen samen goed voor meer<br />
dan 400 studenten, verspreid over campussen in Geel, Gent,<br />
Sint-Katelijne-Waver en Leuven. De groeiende belangstelling<br />
voor duurzaamheid, ecologie, gezondheid, voedselveiligheid<br />
en levenskwaliteit speelt de opleidingen bovendien duidelijk<br />
in de kaart. Niettemin heeft de nieuwe programmadirecteur<br />
de volgende vier jaren een aantal belangrijke uitdagingen<br />
voor de boeg.<br />
Prof. Holsbeeks is bio-ingenieur<br />
met als specialisatie cel- en gen -<br />
technologie. In 2004 promoveerde<br />
ze tot doctor in de Bio-ingenieurs -<br />
wetenschappen met een proefschrift<br />
over een efficiënter gebruik van gist in<br />
voedingswaren. Inge wachtte niet tot het<br />
deeg helemaal gerezen was want voor<br />
haar promotie ging ze al aan de slag bij<br />
Groep T, eerst als lesgeefster in het<br />
volwassenenonderwijs en vervolgens als<br />
assistente in de industriële hogeschool.<br />
Daar vervoegde ze de toenmalige unit<br />
Levenstechnologie. In haar unit zette Inge<br />
-inmiddels docente- mee haar schouders<br />
onder het op gang brengen van het<br />
onderzoek. Dat focuste van bij de start op<br />
biomedische engineering, wat snel zou<br />
uitgroeien tot een van de koepelthema’s<br />
van het onderzoek op Campus Groep T:<br />
Health Engineering Technology. Onder die<br />
koepel ressorteren inmiddels vier onder -<br />
zoeks groepen.<br />
Roeping<br />
Na de integratie van de ingenieurs opleiding<br />
in de universiteit werd Inge voorzitter van<br />
de Onderwijscommissie (OC) Biochemie<br />
op de campus. “Er was op dat moment<br />
behoefte aan een onderwijscoördinator<br />
bij de biochemisten”, herinnert ze zich.<br />
“En voor mij was het een kans om naar<br />
mijn eerste roeping terug te keren: het<br />
onderwijs”.<br />
Toen in 2020 na een herschikking in de<br />
faculteit de functie van POC-voorzitter vrij -<br />
kwam, stelde Inge zich meteen kandidaat.<br />
Met succes, want sinds 1 oktober 2020<br />
zit zij de Permanente Onderwijscommissie<br />
Chemie, Biochemie en Biowetenschappen<br />
van de faculteit voor. Een functie die ze<br />
voor alsnog combineert met het OCvoor<br />
zitterschap Biochemie op Campus<br />
Groep T, kwestie van ook nog de vinger<br />
aan de pols te houden in de thuishaven.<br />
Eigen insteek<br />
Met de programmahervorming dient zich<br />
volgens Inge een bijzondere gelegenheid<br />
aan om de multicampustroef van de<br />
opleidingen uit te spelen. “Voor Biochemie<br />
bijvoorbeeld hanteert iedere campus een<br />
eigen insteek. Terwijl in Gent de klemtoon<br />
ligt op de voedingstechnologie, staan in<br />
Leuven in eerste instantie de microbiologie<br />
en de biomedische engineering centraal.<br />
Dit heeft tot gevolg dat er in de bachelor -<br />
opleidingen verschillende optievakken<br />
voorkomen, wat niet altijd bevorderlijk is<br />
voor een soepele overgang tussen de<br />
campussen. De opdracht van onze POC<br />
zal erin bestaan deze verschillen uit te<br />
vlakken zodat studenten die een bachelor<br />
Chemie, optie Biochemie volgden in Leuven<br />
vlot naar Gent kunnen voor de master en<br />
omgekeerd. Op masterniveau zorgen de<br />
verschillende oriëntaties dan weer voor<br />
een verrijking van het facultaire aanbod.<br />
Hetzelfde kan trouwens gezegd worden<br />
van de Engelstalige programma’s Chemie<br />
en Biochemie en de European Master of<br />
Science in Sustainable Food Systems<br />
Engineering, Technology and Business.”<br />
Werkveld<br />
Over de interactie met het werkveld – een<br />
andere prioriteit van de programma -<br />
hervorming – wil Inge het volgende kwijt.<br />
“Uiteraard moeten de banden met het werk -<br />
veld hechter worden. Alleen is ‘werkveld’<br />
voor ons niet altijd synoniem van ‘industrie’.<br />
In domeinen zoals de toegepaste micro -<br />
biologie of de biotechnologie maken<br />
onderzoeksinstellingen, universitaire labo -<br />
ratoria of ziekenhuizen ook deel uit van<br />
het werkveld. Het is dan ook geen toeval<br />
dat je in deze opleiding een beduidend<br />
hoger percentage van doctorandi vindt.<br />
In de chemie liggen de kaarten anders.<br />
De chemie is de grootste industriële<br />
sector van het land en ook in voedings-,<br />
landbouw- en farmaceutische bedrijven<br />
zijn tal van afgestudeerden aan de slag.<br />
Onze taak bestaat erin om de toekomstige<br />
industrieel ingenieurs Chemie, Biochemie<br />
en Biowetenschappen tijdens hun opleiding<br />
al zoveel mogelijk in contact te brengen<br />
met de variëteit van mogelijkheden die<br />
zich voor hen aandienen”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING 7
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
Prof. Wouter Ryckaert<br />
© Tine Desodt<br />
8
PROF. WOUTER RYCKAERT,<br />
PROGRAMMADIRECTEUR ENERGIE<br />
Klein, energiek en een lichtend voorbeeld inzake onderwijs en onderzoek. Zo zou je de<br />
Permanente Onderwijscommissie Energie kunnen typeren die prof. Wouter Ryckaert sinds<br />
1 augustus voorzit. Naar eigen zeggen komt hij onbeslagen op het ijs, maar in werkelijkheid<br />
neemt een door de wol geverfde hoofddocent en onderzoeker de fakkel over.<br />
Met een verlichte geest en een heldere kijk op hoe het verder moet.<br />
Prof. Ryckaert is alumnus van KIHO en KAHO Sint-Lieven,<br />
de illustere voorgangers van de huidige Technologie -<br />
campus Gent. Hij studeerde er in 1998 af als industrieel<br />
ingenieur Elektriciteit-Automatisering, de voorloper van de<br />
afstudeerrichting Energie. “Geloven of niet, maar tijdens mijn<br />
studie koesterde ik al de wens om op de campus te kunnen<br />
blijven”, vertelt hij. “Al wou ik me eerst en vooral verder verdiepen<br />
in mijn vakgebied”. Daarvoor trekt prof. Ryckaert naar de UGent,<br />
waar hij drie jaar later afstudeert als burgerlijk ingenieur<br />
Werktuigkunde-Elektrotechniek: optie Elektrotechniek. Met een<br />
IWT-beurs kan de tweevoudig ingenieur zich nog verder<br />
verdiepen, wat in 2006 resulteert in een doctoraat over de<br />
problematiek van vervormde stroom- en spanningssignalen in<br />
elektrische netwerken.<br />
Lichttechnologie<br />
Tijdens zijn periode aan UGent blijft doctorandus Ryckaert in<br />
contact met zijn hogeschool als promotor en begeleider van<br />
eindwerken. Wanneer er vlak na zijn promotie een docentschap<br />
te begeven valt, is dat een waar godsgeschenk. “De functie leek<br />
mij wel op het lijf geschreven. Een combi-job als docent in mijn<br />
vakgebied en als onderzoeker in het toen al gerenommeerde<br />
Laboratorium voor Lichttechnologie”.<br />
In het laboratorium wordt prof. Ryckaert verantwoordelijk voor<br />
het domein binnenverlichting. Samen met zijn team bestudeert hij<br />
o.m. energie-efficiënte verlichting, lichtkwaliteit en aansturing van<br />
verlichtingsinstallaties. De rode draad doorheen het onderzoek<br />
is de invloed van licht op de mens en het al dan niet bijbehorend<br />
visueel comfort. “Licht heeft een grote impact op onze gezondheid<br />
en ons welzijn”, legt prof. Ryckaert uit. “Een aangepaste verlichting<br />
bevordert de concentratie, de slaapkwaliteit en het rendement<br />
op kantoor of op de werkvloer”. Met twee onderzoeksprojecten<br />
haalden de Gentse onderzoekers recent nog het nieuws:<br />
het belang van daglicht in de klaslokalen en de positieve invloed<br />
van licht op dementerende bejaarden in woonzorgcentra.<br />
Permanente vorming<br />
Prof. Ryckaert is samen met lic. Catherine Lootens de drijvende<br />
kracht van vzw Groen Licht Vlaanderen. Deze verlichtingscluster<br />
telt inmiddels al meer dan 70 aangesloten bedrijven en<br />
organisaties en is door de Vlaamse overheid erkend als Innovatief<br />
Bedrijfsnetwerk over integratieve en geconnecteerde verlichting.<br />
“We brengen met collectieve projecten de sector samen. We zijn<br />
daarbij ook bedrijvig in de permanente vorming van professionals<br />
in de verlichtingssector. Ons aanbod varieert van seminaries en<br />
studiedagen tot de specialisatiecursus ‘Opleiding verlichtings -<br />
deskundige’ voor een gevarieerde groep van architecten,<br />
productontwikkelaars en verlichtingsontwerpers tot energie- en<br />
preventie-adviseurs en facility managers. Wie met succes de<br />
drie modules heeft gevolgd, ontvangt het KU Leuven Faculteit<br />
Industriële Ingenieurswetenschappen-getuigschrift van verlichtings -<br />
deskundige”. In de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen<br />
staat prof. Ryckaert model voor de vruchtbare samenwerking<br />
met het werkveld”.<br />
Tenslotte wijst de nieuwe programmadirecteur nog op het belang<br />
van de autonomie van de campussen, ook in curriculum -<br />
aangelegenheden. “Dat er binnen eenzelfde opleiding afstemming<br />
gebeurt, ligt voor de hand. Maar het is even vanzelfsprekend dat<br />
er op de campussen eigen accenten gelegd worden. De rijkdom<br />
van een multicampusfaculteit bestaat uit verscheidenheid.<br />
Daar ontkiemt creativiteit die zich dan weer omzet in nieuwe<br />
energie. En energie, daar draait het om in onze commissie”.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
9
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
GAME VOOR MEER<br />
RUIMTELIJK INZICHT<br />
Spelend leren. Voor de studenten industrieel ingenieur Bouwkunde van de<br />
Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen wordt dat dagelijkse kost.<br />
Aan de Technologiecampus Gent is immers een ‘serious game’ ontwikkeld<br />
waarmee ze een boost kunnen geven aan hun ruimtelijk inzicht, een cruciale<br />
competentie voor hun latere job. Maarten Bassier van de onderzoeksgroep<br />
Geomatica, die mee het computerspel bedacht, geeft uitleg.<br />
Volgens de Nederlandse historicus<br />
Johan Huizinga, auteur van het<br />
boek ‘Homo ludens’ (1938) stond<br />
het vast dat de mens een ‘spelend wezen’<br />
is. Uit die gedachte leidde hij de stelling af<br />
dat alles wat de mens ‘cultuur’ noemt in<br />
feite een spel is en zich ook verder als<br />
zodanig ontwikkelt. De ‘homo ludens’ wist<br />
zich op die manier een plaats te veroveren<br />
naast de ‘homo faber’ (de makende mens)<br />
en de ‘homo economicus’ (de calculerende<br />
mens, gedreven door eigenbelang).<br />
Met de ‘serious games’ heeft de spelende<br />
mens ook een vaste plaats verworven in de<br />
‘ernstige’ ingenieursopleiding. “Al spelend<br />
– of in dit geval al gamend – kun je je vaak<br />
gemakkelijker vaardigheden en inzichten<br />
eigen maken dan in traditionele werk -<br />
vormen”, zegt Maarten. “Ruimtelijk inzicht<br />
is een competentie die zich uitstekend<br />
leent om met behulp van een degelijk<br />
computerspel onder de knie te krijgen”.<br />
Van Topografie …<br />
“Tal van studenten hebben het moeilijk<br />
met het interpreteren van ruimtelijke data”,<br />
vervolgt Maarten. “In de practica van het<br />
opleidingsonderdeel Topografie in het<br />
tweede en derde bachelorjaar stelden<br />
we niet zelden een gebrek aan ruimtelijk<br />
inzicht vast. Dat bracht ons op het idee om<br />
een computerspel te ontwikkelen waarmee<br />
de studenten zelfstandig en ook nog op<br />
een leuke manier deze vaardigheid zouden<br />
kunnen oefenen. Dankzij de financiële<br />
steun van het KU Leuven Learning Lab<br />
hebben we de landmeet kundige oefeningen<br />
in een online spelomgeving kunnen<br />
nabouwen. Studenten kunnen via het<br />
elektronisch leerplatform Toledo inloggen<br />
op een Unity webplayer. Eenmaal ingelogd,<br />
kiezen ze een module uit zoals meetkunde,<br />
waterpassingen of veelhoekmetingen,<br />
telkens met verschillende moeilijkheids -<br />
graden en gerandomiseerde variabelen<br />
om herspeelbaarheid mogelijk te maken.<br />
De studenten krijgen per juiste oefening<br />
punten die worden opgeteld bij hun totale<br />
score. De studenten met de hoogste<br />
scores worden dan opgenomen in de<br />
leaderboards zodat ze onderling kunnen<br />
strijden voor de topscore. Indien ze<br />
problemen ondervinden bij bepaalde<br />
oefeningen kunnen ze steeds de juiste<br />
antwoorden en werkwijze opvragen,<br />
zodat ze via onmiddellijke feedback direct<br />
opnieuw aan de slag kunnen. De docenten<br />
kunnen de globale resultaten per module<br />
of spel consulteren zodat ze -indien<br />
nodig- oefeningen met minder goede<br />
scores kunnen hernemen tijdens de<br />
contactmomenten op de campus”.<br />
… Naar Geomatica<br />
Door de programmahervorming die vorig<br />
academiejaar in de faculteit van start ging,<br />
zagen Maarten en zijn collega’s zich<br />
genoodzaakt hun game opnieuw onder<br />
handen te nemen.<br />
10
De opleidingsonderdelen Topografie I en II<br />
werden vervangen door Geomatica I en II<br />
en kregen ook een andere inhoud omwille<br />
van de integratie van de opties Bouwkunde<br />
en Landmeten in het bachelorprogramma.<br />
Daarbij komen de studenten Bouwkunde<br />
meer in aa<strong>nr</strong>aking met landmeetkundige<br />
onderwerpen. Concreet betekende dit dat<br />
de game geherstructureerd moest worden<br />
met meer focus op de tweede bachelor<br />
en met een aangepaste inhoud. Bij het<br />
KU Leuven Learning Lab werd een nieuwe<br />
aanvraag voor een microproject ingediend<br />
én goed gekeurd, wat maakt dat de<br />
gereviseerde game dit academiejaar in<br />
de tweede bachelor ingezet kan worden.<br />
“Met onze game volgen we helemaal de<br />
blended learning strategie”, aldus Maarten.<br />
“De hoorcolleges zijn of worden vooraf<br />
opgenomen en worden gecombineerd<br />
met een aantal terugkommomenten op de<br />
campus. Een docent kan aangeven welke<br />
spelen de studenten moeten uitvoeren<br />
ter voorbereiding van het volgende live<br />
lesmoment. Het gevolg is dat de live<br />
sessie efficiënter benut kan worden en er<br />
meer aandacht kan gaan naar vaardigheden<br />
die online moeilijker te verwerven zijn”.<br />
Campus overschrijdend<br />
De Gentse game wordt vanaf dit<br />
academiejaar eveneens ingezet in de<br />
bacheloropleidingen Bouwkunde op<br />
Campus De Nayer en Campus Brugge.<br />
Het heeft ook al zijn weg gevonden naar<br />
andere faculteiten van KU Leuven.<br />
Bachelorstudenten Geografie, Geologie<br />
en Archeologie gamen mee, evenals de<br />
masters in de opleiding ‘Conservation of<br />
Monuments and Sites’ van RLICL.<br />
Naar schatting 250 tot 300 studenten<br />
gaan dit academiejaar met de Gentse<br />
game aan de slag.<br />
Yves Persoons<br />
Jelle Vermandere, Prof. Maarten<br />
Vergauwen en Maarten Bassier<br />
© Tine Desodt<br />
CONNECTING<br />
11
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
HEALTH INNOVATION: MICRODEGREES<br />
OP MAAT VAN DE ZORGSECTOR<br />
Dit academiejaar zijn de zes partnerinstellingen van de<br />
Associatie KU Leuven i.s.m. de zorgsector gestart met<br />
twee interdisciplinaire, modulaire opleidingen via afstands -<br />
onderwijs: een microdegree Health Innovation Facilitation<br />
en een microdegree Health Engineering Management.<br />
Hannelore Strauven (e-Media Research Group - Campus<br />
Groep T), coördineert het microdegree Management<br />
voor leidinggevenden.<br />
tot medewerkers met een masterdiploma.<br />
“Dit programma is het product van de<br />
samenwerking tussen de faculteiten<br />
Geneeskunde en Industriële Ingenieurs -<br />
wetenschappen van KU Leuven”, legt<br />
Hannelore uit. “De studenten kunnen<br />
opleidingsonderdelen kiezen uit de Master<br />
in het management en het beleid van de<br />
gezondheidssector ingericht door de<br />
“ Een microdegree staat voor een com -<br />
pact, diplomagericht programma”,<br />
vertelt Hannelore. “Het is dus geen<br />
diploma-opleiding zoals een bachelor of<br />
een master, maar de credits die je erin<br />
behaalt, kan je wel meenemen in een<br />
reguliere opleiding, vandaar de benaming<br />
‘diplomagericht’. Een microdegree telt<br />
20 tot 30 studiepunten, wat overeenkomt<br />
met een derde tot de helft van een<br />
bachelor- of een masterjaar”.<br />
“De grote troef van een microdegree is zijn<br />
flexibiliteit”, vervolgt Hannelore. “We richten<br />
ons op professionals in de zorg- en<br />
welzijnssector. Deze mensen hebben door -<br />
gaans o<strong>nr</strong>egelmatige werkuren. Om hen<br />
toch in staat te stellen werken en leren te<br />
combineren, is het programma modulair<br />
opgebouwd en kan het via afstands -<br />
onderwijs gevolgd worden. De student(e)<br />
kan kiezen tussen een of meerdere modules<br />
of gaan voor de volledige opleiding”.<br />
Werkveld<br />
Bij de ontwikkeling van beide micro degrees<br />
was het werkveld actief betrokken. “In ons<br />
geval waren dat het Vlaams Welzijns -<br />
verbond, In4core en Zorgnet Icuro, die elk<br />
tal van zorginstellingen vertegenwoordigen”,<br />
zegt Hannelore. “De coronacrisis heeft<br />
ervoor gezorgd dat o.m. in de ouderenzorg,<br />
de jeugdhulp, de gehandicaptenzorg en<br />
de kinderopvang de digitalisering in snel<br />
tempo is doorgedrongen. De digitale<br />
competenties van de medewerkers zijn niet<br />
overal in dezelfde mate mee geëvolueerd.<br />
Dat maakt dat er op het terrein een grote<br />
behoefte aan vorming en bijscholing<br />
bestaat. Maar daar blijft het niet bij.<br />
De pandemie heeft in de hele sector een<br />
algemene noodzaak aan professionalisering<br />
blootgelegd. De microdegrees zijn dus op<br />
het juiste moment gelanceerd”.<br />
Beide programma’s mikken elk op een<br />
eigen doelgroep. Bij het microdegree<br />
Facilitation gaat het om werknemers met<br />
een zorg-, welzijns- of technologisch<br />
profiel. Het microdegree Management<br />
focust op professionals met (strategische)<br />
beleidsfunctie. “Het eerste programma is<br />
ontwikkeld door de vijf hogescholen van<br />
de Associatie KU Leuven”, aldus Hannelore.<br />
“Zij hebben hun expertise gebundeld<br />
om werknemers op te leiden zodat ze<br />
innovatieprojecten of -trajecten kunnen<br />
initiëren of faciliteren. Van hen wordt<br />
verwacht dat ze een brugfunctie kunnen<br />
vervullen tussen de ontwikkelaars en de<br />
gebruikers. Het duurt immers nog te lang<br />
vooraleer innovaties doordringen tot in de<br />
beroepspraktijk en daar op de juiste plaats<br />
worden ingezet. Het programma van dit<br />
microdegree bestaat uit een gemeen -<br />
schappelijk gedeelte en twee clusters ‘Zorg<br />
& Welzijn’ en ‘Technologie’. Het sluitstuk<br />
is de uitwerking van een concrete case uit<br />
de praktijk”.<br />
Twee faculteiten<br />
Terwijl het eerste microdegree in eerste<br />
instantie op professionele bachelors mikt,<br />
richt het microdegree Management zich<br />
Hannelore Strauven en Prof. Luc Geurts<br />
© Julie Feyaerts<br />
12
Faculteit Geneeskunde die ze combineren<br />
met het projectvak Health Engineering<br />
Experience uit de Advanced Master in<br />
Innovative Health Technology van Campus<br />
Groep T. Deze master-na-master is een<br />
internationaal programma dat focust<br />
op de integratie van technologieën en<br />
methodologieën tot bruikbare systemen<br />
in de gezondheidssector”.<br />
Voor wie al over een ingenieursdiploma<br />
beschikt, heeft Hannelore nog goed<br />
nieuws: “Hij of zij kan vakken kiezen uit<br />
het volledige curriculum van de masterna-master”.<br />
Yves Persoons<br />
www.associatie.kuleuven.be/gezamenlijke-opleidingen/health-innovation<br />
CONNECTING<br />
13
ONDERWIJSONTWIKKELING IN DE KIJKER<br />
ELEKTROMECHANICA<br />
VOOR HOOGVLIEGERS<br />
Met ingang van het academiejaar 2022-2023 krijgen de ingenieursstudenten Elektromechanica<br />
op Campus Brugge vleugels. Tenminste als ze kiezen voor de optie Luchtvaarttechnologie<br />
die opstart (of opstijgt?) in de derde bachelorfase. Er wacht de studenten een brede elektro -<br />
mechanische vorming met een unieke specialisatie. Prof. Frank Buysschaert, bezieler en<br />
drijvende kracht, mikt op bevlogen studenten die letterlijk en figuurlijk hun vleugels willen uitslaan.<br />
Even situeren. De bacheloropleiding Elektromechanica in<br />
de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen telt<br />
drie opties: Automatisering & mechatronica; Ontwerp &<br />
productie en Energie. De eerste twee afstudeerrichtingen<br />
oriënteren naar een master in Elektromechanica; de laatste naar<br />
een Master in Energie. Dit aanbod wordt in 2022-2023 uitgebreid<br />
met twee nieuwe opties: ‘Bedrijfsbeleid’ (op Campus Groep T<br />
en Technologiecampus Gent) en ‘Luchtvaarttechnologie’ op<br />
Campus Brugge.<br />
“Dat Luchtvaart net in Brugge van de grond komt, is geen toeval”,<br />
legt prof. Buysschaert uit. “De hogeschool KHBO, de voorloper<br />
van Campus Brugge, richtte in Oostende al een driejarig graduaat<br />
Luchtvaart in. Dat is bij de herstructurering in 2013 omgevormd<br />
tot een professionele bachelor in de Luchtvaart met de<br />
afstudeerrichtingen Luchtvaarttechnologie en Aspirant-lijnpiloot<br />
aan de hogeschool VIVES”.<br />
Helikopter<br />
Voor prof. Buysschaert is de optie Luchtvaarttechnologie een<br />
jongensdroom die in vervulling gaat. Als kind was hij al gefascineerd<br />
door alles wat vliegen kon: van zweefvliegtuigen tot straaljagers.<br />
Zijn grootste passie waren – en zijn nog altijd – helikopters.<br />
Van de sierlijkheid van de wentelwieken tot het vermogen zichzelf<br />
op te tillen wordt hij steevast lyrisch. Hoeveel miniatuur<br />
helikopters hij in zijn jeugd in elkaar heeft geknutseld, kan hij zelfs<br />
bij benadering niet zeggen.<br />
Over zijn studiekeuze hoefde de jonge vliegfanaat niet lang na te<br />
denken. In 1996 schrijft hij zich in voor het eerdergenoemde<br />
graduaat aan KHBO. Na een schakelprogramma studeert hij door<br />
voor industrieel ingenieur Elektromechanica. Vervolgens verdiept<br />
hij zich verder in de lucht- en ruimtevaart tijdens een aanvullende<br />
studie ingericht door KU Leuven en VUB. Via de Koninklijke<br />
Militaire School belandt hij aan de ULB. Daar wordt hij<br />
achtereenvolgens assistent en postdoc na een PhD aan de<br />
University of Southampton over (jawel) helikopters.<br />
In 2019 kan dr. Buysschaert aan de slag op Campus Brugge<br />
als tenure track docent en onderzoeker. Met de steun van<br />
het Bijzonder Onderzoeksfonds start hij een project op over<br />
intelligente maritieme energieconversie en waterstof gebaseerde<br />
systemen. “Concreet zijn we bezig met de ontwikkeling van<br />
drones uitgerust met hybride propulsiesystemen. Die moeten<br />
inzetbaar zijn boven zee waar de klimatologische omstandigheden<br />
minder gunstig zijn dan op land. De expertise die dit project<br />
oplevert, kunnen we direct inzetten in de nieuwe optie.<br />
Drones zijn overal in opmars en hernieuwbare energie heeft alle<br />
wind in de zeilen”.<br />
Klimaatdoelstellingen<br />
“Koolstof- en emissievrije technologieën zullen centraal staan in<br />
het nieuwe luchtvaartprogramma”, vervolgt prof. Buysschaert.<br />
“De vliegtuigen worden weliswaar zuiniger – tot 1,5% efficiëntie -<br />
winst per jaar – maar de technologische verbeteringen volstaan<br />
niet om de klimaatdoelstellingen te halen. Bovendien worden<br />
ze tenietgedaan door de toename van het aantal vluchten.<br />
Doorgedreven aerodynamisch design kan ook brandstof uitsparen<br />
evenals minder gewicht door het gebruik van hoogwaardige<br />
samengestelde materialen. Maar voor een echte doorbraak zullen<br />
batterij- en waterstof aangedreven systemen moeten zorgen”.<br />
Terwijl het klassieke vliegen in grote energieverslindende toestellen<br />
onder toenemende druk staat, nemen de kleine onbemande<br />
luchtvaartuigen (UAV’s) een hoge vlucht. “Drones zijn immens<br />
populair”, bevestigt prof. Buysschaert. “Overal duiken ze op:<br />
in veiligheid, landbouw, verkeer, logistiek, meteorologie maar ook<br />
in ‘urban air mobility’. PAV’s (personal air vehicles) en luchttaxi’s<br />
volgen in hun spoor. FLAG-Agoria voorspelt een verdubbeling<br />
van het aantal jobs en van de omzet in de luchtvaart gedurende<br />
de volgende decennia. Het spreekt vanzelf dat we in het<br />
programma hierop zullen anticiperen”.<br />
14
Veelzijdig<br />
Hoe fascinerend luchtvaart ook is, de gelijknamige optie<br />
staat niet op zichzelf. Ze maakt deel uit van de bachelor- en<br />
masteropleiding Elektromechanica. “We leiden in de eerste plaats<br />
industrieel ingenieurs op”, zegt prof. Buysschaert. “En die zijn<br />
per definitie veelzijdig en multi-inzetbaar, zeker met een master -<br />
diploma in Elektromechanica op zak. Onze afgestudeerden zullen<br />
dus geen luchtvaarttechnologen met oogkleppen zijn, maar wel<br />
rasechte ingenieurs met een brede actieradius op én boven<br />
de begane grond”.<br />
Prof. Frank Buysschaert<br />
© Tom Talloen<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
15
STUDENT IN DE KIJKER<br />
VEILIG AAN DE KETTING<br />
IN ZEEBRUGGE<br />
Hoe kunnen ongelukken worden voorkomen bij het vastsjorren van zware ladingen op<br />
zeeschepen? Voor dat probleem zag Michiel Rondelez uit Torhout, derdejaars bachelor<br />
Elektromechanica op Campus Brugge, zich gesteld bij zijn bachelorsproef. De opdrachtgever<br />
was niet de minste: Wallenius Wilhelmsen Solutions in de haven van Zeebrugge,<br />
een dochterbedrijf van een van de grootste rederijen ter wereld. Dit artikel doet het verhaal<br />
van een bachelorproef die in menig opzicht niet moet onderdoen voor een masterthesis.<br />
Wallenius Wilhelmsen Solutions<br />
(WWS) is prominent aanwezig in<br />
het Zeebrugse havengebied.<br />
Niet alleen de oppervlakte van het bedrijfs -<br />
terrein (49 ha) maakt indruk, ook de aard<br />
en de omvang van de activiteiten zijn best<br />
impressionant. “WWS is gespecialiseerd<br />
in het laden en lossen van zwaar materieel<br />
op en van roll-on-roll-off schepen”, vertelt<br />
Michiel. “Daarbij gaat het om auto’s,<br />
trucks, tractoren, graafmachines, project -<br />
cargo, enz. WWS staat overigens niet<br />
alleen in voor het vervoer, maar ook voor<br />
de volledige logistieke ondersteuning,<br />
zodat het een totaalservice kan bieden<br />
aan de klant”.<br />
Kettingen<br />
Bij WWS zijn een 200-tal havenarbeiders<br />
aan de slag, een aantal dat uitgebreid<br />
kan worden tot 250 in drukke periodes.<br />
Zij staan in voor het laden en lossen van<br />
de schepen. Om te vermijden dat de<br />
goederen tijdens de vaart gaan schuiven,<br />
worden ze met kettingen stevig vast -<br />
Bjorn Goethals, Michiel Rondelez en Geert Bekaert<br />
© Tom Talloen<br />
16
geklonken aan de sjorpunten op het<br />
schip. In het vakjargon heet dat ‘lashing’.<br />
Cruciaal bij deze operatie is dat de<br />
kettingen strak worden aangespannen.<br />
“Dat is manueel werk en verloopt als<br />
volgt”, legt Michiel uit. “Met behulp van<br />
een spanhendel spant een arbeider de<br />
ketting zodanig aan dat een collega de<br />
haak aan het uiteinde kan bevestigen in<br />
een schakel van de ketting. Om meer<br />
kracht te kunnen uitoefenen, wordt een<br />
trekker op de spanhendel gezet. Het kan<br />
gaan om een standaard trekstang. Die is<br />
buisvormig en gaat na een tijdje plooien<br />
door overbelasting. Een alternatief is de<br />
‘sterke jan’ uit massief staal, maar die<br />
heeft de neiging uit de handen te glippen<br />
bij regen of vochtig weer. Bij de derde<br />
optie – de handkettingtakel – hebben de<br />
arbeiders dan weer geen idee hoeveel<br />
kracht ze uitoefenen, waardoor onderdelen<br />
kunnen breken en weg gekatapulteerd<br />
worden. Speciale veiligheidshelmen, hand -<br />
schoenen en een antislipstrook op de<br />
trekker kunnen wel soelaas bieden maar<br />
lossen het probleem ten gronde niet op.<br />
Er moest dus een andere en betere<br />
manier bedacht worden om de kettingen<br />
veiliger te kunnen aanspannen”.<br />
Door met behulp van een pneumatische<br />
of elektrische slagmoersleutel de bout op<br />
het massief onderdeel met schroefdraad<br />
aan te draaien, verschuift die naar het<br />
andere onderdeel. Beide zijn uitgerust met<br />
een haak waarmee de ketting aangetrokken<br />
kan worden”. Michiels ontwerp is 1.06 m<br />
lang, weegt 8 kg en kan perfect door één<br />
persoon bediend worden.<br />
Testen<br />
Voor het testen maakte Michiel gebruik<br />
van een zgn. ‘chain turnbuckle’, d.i. een<br />
bestaand apparaat dat volgens dezelfde<br />
principes werkt als zijn tool. De safe<br />
working load van de tool berekende<br />
Michiel op 100 kN (kNewton), dat is<br />
beduidend hoger dan de kracht in de<br />
kettingen, dus een veilig gebruik was al<br />
verzekerd. Uit simulaties bleek verder dat<br />
de meeste kracht geleverd kan worden bij<br />
pneumatisch gebruik. “Ook dat is relevant<br />
voor de veiligheid en de efficiëntie”, merkt<br />
Michiel op.<br />
“Het aantrekken verloopt meer gecon -<br />
troleerd dan bij manueel lashen, ook al<br />
wordt er tot vijf keer meer kracht ingezet.<br />
En -last but not least- één persoon kan<br />
hiermee de klus klaren i.p.v. twee met het<br />
bestaande systeem.”<br />
Bjorn Goethals, Vessel Operations Manager<br />
bij WWS in Zeebrugge die Michiel in het<br />
bedrijf begeleidde, is best tevreden met<br />
de prestatie van de Torhoutse bachelor -<br />
student. Hij spreekt onomwonden van<br />
“een beduidende verbetering in termen<br />
van veiligheid, efficiëntie, ergonomie en<br />
het inzetten van personeel”. Geert Bekaert,<br />
de ‘interne’ coach op Campus Brugge, is<br />
dan weer vol lof over Michiels zelf -<br />
standigheid. “Hij was niet te stoppen en<br />
bleef maar met ideeën aandraven. In hem<br />
schuilt een industrieel ingenieur op wie we<br />
trots kunnen zijn”.<br />
Yves Persoons<br />
Eigen ontwerp<br />
Aan de spanhendel zelf hoefde noch kon<br />
Michiel veel veranderen. Die is wereldwijd<br />
in alle WWS-vestigingen in gebruik, dus<br />
niet in een handomdraai te vervangen.<br />
Bijgevolg concentreerde hij zich op de<br />
trekker die op de hendel wordt geplaatst.<br />
Op basis van een eigen rekenmodel en<br />
een analyse van de lashing tools die in<br />
het containertransport worden gebruikt,<br />
ontwierp Michiel een eigen model waarbij<br />
er nog amper fysieke arbeid moet worden<br />
verricht. “Alle werk wordt door de tool<br />
gedaan”, bevestigt hij. “Die bestaat uit<br />
twee massieve onderdelen die met elkaar<br />
zijn verbonden door een schroefas.<br />
Testontwerp van de chain buckle<br />
CONNECTING<br />
<strong>17</strong>
STUDENT IN DE KIJKER<br />
ALS HET NIET LUKT<br />
IN AUSTRALIË,<br />
DAN RACEN WE<br />
IN AFRIKA<br />
Op 2 augustus 2021 pakte het Agoria Solar Team in het<br />
Koninklijk Museum voor Noord-Afrika uit met de Bluepoint<br />
Atlas. Het is de negende Belgische zonnewagen die Leuvense<br />
ingenieursstudenten sinds 2005 hebben ontworpen en<br />
gebouwd. Na de afgelasting van de World Solar Challenge<br />
2021 in Australië gingen de wereldkampioenen op zoek<br />
naar een nieuwe uitdaging, ditmaal in Afrika.<br />
‘ Redefining Possibilities’. Onder dat<br />
motto herdacht het negende Solar<br />
Team het concept, het design en<br />
de techniek van de zonnewagen tot in<br />
het kleinste detail. “We hebben letterlijk<br />
en figuurlijk alles uit de kast gehaald om<br />
de meest performante zonnewagen te<br />
bouwen”, bevestigt teammanager Victor<br />
Verhaert. “De Bluepoint Atlas ziet er<br />
dan ook niet alleen anders uit, ook het<br />
binnenwerk verschilt in menig opzicht<br />
van zijn voorgangers.”<br />
Wat uiterlijk het meest opvalt, is het zgn.<br />
‘bullet design’ of de spitse hyper gestroom -<br />
lijnde vorm. “Die zorgt voor een minimale<br />
luchtdrukweerstand tijdens het rijden, wat<br />
finaal resulteert in een sterk verminderd<br />
energieverbruik”, zegt Gilles De Baets,<br />
aerodynamics engineer. “Bij het ontwerp<br />
lieten we ons inspireren door de natuur,<br />
met name vogels en vissen. In de spitse<br />
neus van de auto herken je de kop van<br />
een haai en achteraan ziet de wagen eruit<br />
als de vleugels van een valk. Beide dieren<br />
zijn topmeesters in snelheid, weerbaarheid<br />
en efficiëntie”.<br />
Naast de unieke vorm, heeft de zonne -<br />
wagen ook een wiel minder dan zijn<br />
voorgangers. “Met een driewieler is er<br />
minder contactoppervlak met de onder -<br />
grond waardoor er minder wrijving<br />
ontstaat. Om niettemin de stabiliteit te<br />
blijven garanderen, hebben we de wagen<br />
uitgerust met twee wielen vooraan en één<br />
centraal wiel achteraan”, aldus Elliot Coone<br />
van het Energy & Electronics Department.<br />
Duurzame zonnecellen<br />
Een andere innovatie in de Bluepoint Atlas<br />
is het zonnepaneel, gemaakt van hoog -<br />
waardige siliciumzonnecellen. “Deze cellen<br />
hebben weliswaar een lager rendement<br />
dan de multijunction zonnecellen op de<br />
vorige zonnewagens, maar ze zijn veel<br />
duurzamer in productie”, zegt Pieter<br />
Janssen van het Electrical Engineering<br />
Department. “De zonnecellen zijn in<br />
perfecte vierkanten gesneden om zoveel<br />
mogelijk exemplaren op een beperkte<br />
oppervlakte te plaatsen, waardoor we een<br />
kleinere zonnewagen kunnen bouwen.<br />
Aan de randen van de auto zijn de<br />
zonnecellen met een speciale techniek<br />
licht gebogen om ruimte te besparen.<br />
Het hele zonnepaneel bevat 292 silicium -<br />
cellen die samen bijna 1000 watt aan<br />
vermogen kunnen leveren”.<br />
Compleet nieuw is de motor. Voor het<br />
eerst heeft het Agoria Solar Team een eigen<br />
elektromotor gebouwd. “Onze motor is<br />
speciaal ontworpen voor de zonnewagen”,<br />
legt electrical engineer Arne Cambien uit.<br />
“Dat maakt dat hij een efficiëntie haalt van<br />
meer dan 97%, dat is stukken beter dan<br />
eender welke motor die je in de handel kunt<br />
verkrijgen. Ter vergelijking: de elektro motor<br />
van een Tesla heeft een piekrendement<br />
van 94%. Een klassieke verbrandings -<br />
motor haalt niet eens 50%”.<br />
18
Vermeldenswaard is ook nog het nieuwe<br />
batterijpakket. Dat geeft de Bluepoint<br />
Atlas een bereik van 700 km zonder<br />
zonne-energie te moeten ‘bijtanken’.<br />
Dit komt overeen met een rit van Brussel<br />
naar Berlijn.<br />
Sahara<br />
Eind oktober neemt het team deel aan de<br />
Solar Challenge Morocco, een gloed nieuwe<br />
race doorheen de Marokkaanse Sahara<br />
en het Atlasgebergte. “De Bluepoint Atlas<br />
zal op vijf dagen tijd zo’n 2500 km rijden<br />
in moeilijke omstandigheden en op een<br />
lastig terrein”, zegt Birgitt Peeters, pilote<br />
en hoofd Marketing.<br />
“Zeker de hoogteverschillen in en om het<br />
gebergte zullen het uiterste vergen van de<br />
wagen én van onszelf. Maar we gaan<br />
ervoor. Na Australië, Zuid-Amerika en<br />
Europa willen we ook in Afrika stunten”.<br />
Yves Persoons<br />
www.solarteam.be<br />
CONNECTING<br />
19
STUDENT IN DE KIJKER<br />
DE ZOMER VAN<br />
FORMULA ELECTRIC BELGIUM<br />
De Aurora Mk II, de dertiende elektrische auto van het<br />
Formula Electric Belgium team, heeft de vuurdoop op de<br />
Europese racecircuits goed doorstaan. In Tsjechië zat er zelfs<br />
een podiumplaats in. “Een knappe prestatie voor een wagen<br />
vol nog niet eerder uitgeprobeerde hightech”, vindt teamleider<br />
Remko Schippers.<br />
In het voorjaar pakten de 29 ingenieurs -<br />
studenten van Formula Electric Belgium<br />
uit met hun nieuwste creatie. Een race -<br />
wagen uitgerust met een compleet nieuw<br />
aerodynamisch pakket, superlichte velgen,<br />
een efficiëntere koeling van de batterijen en<br />
de motoren, 11% meer elektrisch vermogen,<br />
de nieuwste glasversterkte composieten,<br />
een innovatieve ophanging, ingenieuze<br />
controlesystemen, … samen goed voor<br />
200 kg hightech met een acceleratie -<br />
vermogen van 2,6 seconden van 0 tot<br />
100 km/uur. Met deze wagen nam het team<br />
deze zomer deel aan de inter nationale<br />
Formula Student Competition 2021,<br />
een reeks wedstrijden waarin studenten -<br />
teams van over de hele wereld het<br />
tegen elkaar opnemen met zelfgebouwde<br />
elektrische racewagens.<br />
Statisch en dynamisch<br />
“In tegenstelling tot F1 races of dergelijke<br />
is de Formula Student Competition geen<br />
klassieke race”, vertelt Remko. “Niet alleen<br />
de performantie van de auto, ook de<br />
kwaliteiten van het team worden getoetst<br />
en beoordeeld in twee reeksen van proeven<br />
of ‘events’. Tijdens de dynamische ‘events’<br />
wordt gekeken naar o.m. het acceleratie -<br />
vermogen van de wagen, de wegligging<br />
en het uithoudingsvermogen. De statische<br />
‘events’ dienen om het design, het kosten -<br />
plaatje en het businessplan te evalueren.<br />
Tijdens de presentatie van je plan moet<br />
je de jury kunnen overtuigen om te<br />
investeren in je project. In de vorige edities<br />
van de competitie scoorden we altijd goed<br />
op design, acceleratie en businessplan<br />
omdat we onze auto’s volledig zelf<br />
ontwerpen en bouwen”.<br />
Om tot de dynamische proeven te worden<br />
toegelaten, wordt de wagen eerst onder -<br />
worpen aan een grondige scrutineering.<br />
“Je kunt het als een ingangsexamen<br />
beschouwen of -nog beter- als een op<br />
de spits gedreven technische keuring die<br />
twee tot drie dagen van de competitie -<br />
week in beslag neemt. Na elke test is het<br />
nagelbijtend wachten op het verdict van<br />
de jury”, aldus Remko.<br />
Podiumplaats<br />
Op het circuit van Most in Tsjechië nam het<br />
Leuvense team het op tegen 45 andere<br />
teams uit tien landen. De gevreesde<br />
scruti neering verliep probleemloos evenals<br />
de statische proeven. Resultaat: twee maal<br />
een tweede plaats in respectievelijk<br />
Engineering Design en Cost & Manu fac -<br />
turing. De dynamische events begonnen<br />
veelbelovend met een derde plaats in de<br />
Autocross en een plaats in de top 5 van<br />
de Skid Pad Test en de acceleratie proef.<br />
“Het had nog beter gekund, hadden we<br />
de 22 km lange Endurance volledig kunnen<br />
uitrijden”, merkt Remko op. “Helaas liet bij<br />
de wissel van de piloot halfweg de batterij<br />
het plots afweten. Zonder die tegenslag<br />
waren we zeker bij de top geëindigd.<br />
Zoals vaak zat het venijn in de staart”.<br />
Van Tsjechië reisde het team verder naar<br />
Hongarije voor de Formula Student<br />
Competition East op de Hungaroring.<br />
“Die beloofde nog spannender te worden”,<br />
vertelt Remko. “De scrutineering was om<br />
organisatorische redenen met een dag<br />
ingekrompen, dus nog meer tijdsdruk.<br />
En op de deelnemerslijst prijkten alle<br />
topteams van het moment, elk met<br />
stevige wedstijdervaring en meerdere<br />
overwinningen op het palmares”.<br />
De wedstrijd in Hongarije was voor het<br />
Belgische team haast een kopie van de<br />
race in Tsjechië. Alles verliep naar wens<br />
tot tijdens de Endurance-proef een<br />
verdwaalde kegel op de rijbaan letterlijk<br />
en figuurlijk stokken in de wielen stak.<br />
Aangezien het wedstrijdreglement geen<br />
technische ingrepen toelaat tijdens de<br />
race moest de Aurora Mk II onherroepelijk<br />
aan de kant. “Brute pech, anders hadden<br />
we een foutloos parcours gereden”,<br />
betreurt Remko.<br />
Betrouwbaar<br />
Na de zomercompetities blikken de<br />
teamleden toch tevreden terug op het<br />
Europese avontuur. “We hebben vooral<br />
veel ervaring gewonnen en zijn ook<br />
als team gegroeid”, relativeert Remko.<br />
“Daarom zijn we ervan overtuigd dat we<br />
in 2022 beter beslagen op het ijs zullen<br />
komen. De volgende maanden zetten we<br />
alles op alles om de betrouwbaarheid<br />
van de nieuwe wagen te perfectioneren.<br />
Dit betekent concreet dat we elk onder -<br />
deel opnieuw onder de loep zullen nemen<br />
en verder bouwen op deze innovaties.<br />
Een jaar van innovatie, dan wordt 2022<br />
een jaar van consolidatie. Met als streefdoel<br />
een plaats bij de top vijf”.<br />
Yves Persoons<br />
www.formulaelectric.be<br />
20
CONNECTING<br />
21
DOCENT IN DE KIJKER<br />
PETER HANSELAER:<br />
DE ‘VERLICHTE’ ACADEMISCH BEHEERDER<br />
Sinds oktober 2020 is prof. Peter Hanselaer de academisch<br />
beheerder van de Technologiecampussen Gent en Aalst en<br />
Campus Sint-Lucas Gent. In die functie is hij de regionaal<br />
gemandateerde van de rector van de KU Leuven in de<br />
provincie Oost-Vlaanderen. Als stichter van het Laboratorium<br />
voor Lichttechnologie heeft Peter ook een stevige reputatie<br />
in de onderzoeks- en de bedrijfswereld. In dit artikel laat hij<br />
zijn licht schijnen op zijn nieuwe job.<br />
“ De opdracht van een academisch<br />
beheerder aan de KU Leuven is<br />
dubbel”, legt prof. Hanselaer uit.<br />
“Om te beginnen is er de verticale dimensie.<br />
Die houdt o.m. in dat je als lid van de<br />
Academische Raad van de universiteit<br />
de lokale campusbelangen tot op het<br />
hoogste beleidsniveau kunt behartigen.<br />
Daarnaast heb je de horizontale dimensie.<br />
Die verwijst naar je functie als aanspreek -<br />
punt van en contactpersoon voor de lokale<br />
autoriteiten en alle belangrijke spelers<br />
in het socio-culturele, economische en<br />
onderwijsveld. Tot zover de theorie. In de<br />
praktijk gelden er voor de aard en de<br />
invulling van deze dimensies geen strikte<br />
regels. De situatie in de provincies is te<br />
verschillend. Dat we ons in Gent in<br />
een bijzondere én strategische positie<br />
bevinden, behoeft geen verdere uitleg”.<br />
Onderzoek<br />
Prof. Hanselaer studeerde Fysica aan de<br />
UGent en promoveerde in 1986 tot doctor<br />
in de Wetenschappen. Aansluitend ging hij<br />
aan de slag bij de toenmalige hogeschool<br />
KIHO, de voorloper van de KU Leuven<br />
Technologiecampussen Gent en Aalst.<br />
Hij begon er als assistent voor het vak<br />
Fysica. In 1994 nam hij de draad van het<br />
onderzoek opnieuw op. “In onze hoge -<br />
school werden onderwijs en onderzoek toen<br />
al gecombineerd, vooral door de collega’s<br />
biochemie.”, bevestigt prof. Hanselaer.<br />
“Lang voor er van integratie in de universiteit<br />
en academisering sprake was, speelde de<br />
KIHO al een voor trekkers rol in project -<br />
matig wetenschappelijk onderzoek voor<br />
of in samenwerking met de industrie”.<br />
Een succesvolle deelname aan de eerste<br />
oproep van het HOBU-fonds in 1997<br />
resulteerde in een eerste project en in de<br />
oprichting van het Laboratorium voor<br />
Lichttechnologie. Het onderzoek evolueerde<br />
van zonnecellen (van licht naar elektriciteit)<br />
naar ledverlichting (van elektriciteit naar<br />
licht) tot de perceptie van licht.<br />
“Het lab kwam tot stand dankzij de<br />
financiële steun van IWT (VLAIO) en de<br />
medewerking van verschillende weten -<br />
schappelijke en industriële partners en<br />
uiteraard van de hogeschool zelf die meteen<br />
de toekomstwaarde van dit onderzoek<br />
inzag”, aldus prof. Hanselaer. Het lab is<br />
inmiddels uitgegroeid tot een van de<br />
paradepaardjes van de Technologie campus<br />
Gent en bekleedt ook een bijzondere<br />
plaats in de faculteit en de universiteit.<br />
Het lab combineert (doctoraats)onderzoek<br />
met dienstverlening aan de industrie en<br />
de samenleving op het gebied van binnen -<br />
verlichting, perceptie, optisch ontwerp en<br />
metrologie. Het lab huisvest eveneens<br />
‘Groen Licht Vlaanderen’, d.i. een<br />
consortium van meer dan 80 bedrijven en<br />
organisaties o.l.v. collega’s prof. Wouter<br />
Ryckaert en Catherine Lootens, en is<br />
o.a. een partner in het Europees project<br />
Smart Space waar onderzoek wordt<br />
verricht naar de reductie van CO 2 -emissies<br />
bij publieke verlichtingsinstallaties.<br />
Beleid<br />
Bij het ontstaan van de nieuwe Faculteit<br />
Industriële Ingenieurswetenschappen nam<br />
prof. Hanselaer belangrijke beleidsfuncties<br />
op zoals voorzitter van de eerste facultaire<br />
doctoraatscommissie (2013-20<strong>17</strong>) en van<br />
de beoordelingscommissie (2016-2020).<br />
Tegelijk zette hij zijn onderzoeks- en<br />
onderwijswerk op de Gentse campus<br />
verder als gewoon hoogleraar Fotonica,<br />
Glasvezelcommunicatie en Verlichting.<br />
Een andere pluim op prof. Hanselaers<br />
hoed is ongetwijfeld de Erasmus Mundus<br />
Japan - Master of Science in Imaging<br />
and Light in Extended Reality (IMLEX), een<br />
uniek tweejarig programma opgezet door<br />
een consortium van vier universiteiten uit<br />
Prof. Peter Hanselaer<br />
© Tine Desodt<br />
22
Finland, Frankrijk, België en Japan. IMLEX<br />
combineert verlichting, beeldverwerking<br />
en ICT in praktische toepassingen zoals<br />
Extended Reality, Augmented, Mixed &<br />
Virtual Reality, robotica, rendering, …<br />
Van de studenten wordt verwacht dat<br />
ze de opleiding volgen aan drie van de<br />
betrokken partneruniversiteiten.<br />
Troeven<br />
Tijdens het eerste jaar van zijn mandaat<br />
heeft de academisch beheerder zich<br />
geconcentreerd op de regionale verankering<br />
van de campus en –bij uitbreiding– van de<br />
KU Leuven. “Op voorstel van de rector<br />
hebben we een regiocomité opgericht met<br />
enkele belangrijke actoren actief in de<br />
provincie”, zegt prof. Hanselaer. “KIHO en<br />
later KAHO Sint-Lieven waaruit de huidige<br />
Technologiecampus is ontstaan, is altijd<br />
een begrip geweest in Oost-Vlaanderen<br />
en erbuiten. De KU Leuven is een ijzer -<br />
sterk merk met wereldfaam. Helaas wordt<br />
de link tussen de Gentse campus en de<br />
Leuvense universiteit nog te weinig<br />
gelegd. Dat speelt niet bepaald in ons<br />
voordeel. Hier is dus duidelijk nog werk<br />
aan de winkel. De campustroeven sterker<br />
uitspelen is de eerste stap.”<br />
Een ander werkpunt is volgens de<br />
academisch beheerder de voorzieningen<br />
voor de KU Leuven studenten in Gent. Hij<br />
denkt daarbij aan toegang tot huisvesting,<br />
sportinfrastructuur en cultuur. Daarnaast<br />
ligt de sociale inbedding en rol van de<br />
campus in de wijk en de stad hem nauw<br />
aan het hart.<br />
Tot slot maakt prof. Hanselaer melding van<br />
een veelbelovend Gents multi campus -<br />
project waarvan de haalbaarheid zal worden<br />
onderzocht. Het heet ‘Creatieve makers<br />
voor de toekomst’ met medewerking van<br />
de technologiecampus, de architectuur -<br />
campus Sint-Lucas en LUCA-School of<br />
Arts campus Gent. “Allemaal zijn ze op de<br />
ene of de andere manier bezig met<br />
‘maken’; van het maken van gebouwen,<br />
machines en producten tot het maken<br />
van kunst. De driehoek technologiearchitectuur-kunst<br />
leent zich bij uitstek tot<br />
intercurriculaire interacties en innovatie in<br />
onderwijs, onderzoek, dienstverlening en<br />
uitstraling. Ik ben benieuwd waartoe dit<br />
kan leiden.”<br />
‘Du choc des idées jaillit la lumière’,<br />
schreef Nicolas Boileau drie eeuwen<br />
geleden. En als het op licht aankomt: daar<br />
kunnen ze in Gent goed mee overweg.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
23
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
WINDOW PRINTING IN 3D<br />
AT DE NAYER CAMPUS<br />
Golden earrings, plastic iPad cases, chocolate letters …<br />
the list of materials and objects that can be 3D printed grows<br />
longer every day. Researchers from De Nayer Campus have<br />
managed to 3D print a large window with curved shapes,<br />
integrated ventilation and LED lighting. Deceuninck,<br />
the company that designed the window, is delighted with<br />
the result. Prof. Eleonora Ferraris, Ing. Loren De Vogelaer and<br />
PhD student Jie Zhang from the Advanced Manufacturing Lab<br />
De Nayer Campus, explain.<br />
be mass-produced, which means that<br />
the costs must be kept under control.<br />
“Sustainability is another important<br />
criterion for the company”, Loren De<br />
Vogelaer adds. “At Deceuninck, special<br />
attention is paid to the rational use of<br />
materials and energy, anticipating the legal<br />
requirements that by 2050, every home in<br />
Flanders must be as energy-efficient as<br />
an energy-performing new house”.<br />
“ 3D printing technology, also referred<br />
to as Additive Manufacturing (AM),<br />
is an umbrella of manufacturing<br />
processes where layers of materials are<br />
built up to create a solid object”, says<br />
Prof. Ferraris. “There are countless 3D<br />
printing techniques using varied types of<br />
principles to add materials to achieve<br />
the final product”.<br />
“Customer-driven production and the<br />
demand for time and cost savings have<br />
increased the interest in the agility of<br />
the manufacturing process. This has led<br />
to continuous improvement in rapid<br />
prototyping technologies. Given the size,<br />
the material and unusual shape of the<br />
window, we opted for a technology based<br />
on thermoplastic extrusion, specifically<br />
Fused Filament Fabrication (FFF)”.<br />
Flaminco<br />
Prof. Ferraris’ Advanced Manufacturing<br />
Lab is one of seven research groups at<br />
De Nayer Campus. It is part of the division<br />
Manufacturing Processes and Systems<br />
(MaPS) of the Mechanical Engineering<br />
Department. Research topics include<br />
additive manufacturing, especially nozzlebased,<br />
including aerosol jet ® printing,<br />
fused filament fabrication, and stereo -<br />
lithography. The Advanced Manufacturing<br />
Lab and Deceuninck, the Belgian market<br />
leader in the production of windows and<br />
doors, found each other in the SIM-ICON<br />
project Flaminco of Strategic Initiative<br />
Materials in Flanders (SIM).<br />
“Flaminco stands for Polymer Filaments<br />
for Additive Manufacturing of Individual<br />
Components”, continues Loren De Vogelaer.<br />
“The project focused on progressing<br />
the state-of-art of materials and extrusion<br />
3D printing production chain based on<br />
the requirements of large applications.<br />
Besides Deceuninck and KU Leuven,<br />
the consortium included two other<br />
industrial partners: Materialise in Leuven<br />
and Proviron in Oostende, who specialise<br />
in respectively additive manufacturing and<br />
polymers. The research group of Prof.<br />
Brecht Van Hooreweder and Peter van<br />
Puyvelde (KUL) was also involved in the<br />
project. All together, we investigated the<br />
technical and economic feasibility of new<br />
materials and 3D printing larger thermo -<br />
plastic products as an alternative to the<br />
small series extrusion and other standard<br />
production technologies avoiding high<br />
tooling costs and long lead times”.<br />
For Deceuninck, the project was an<br />
excellent opportunity to investigate whether<br />
3D printing technologies are suitable for<br />
the production of large windows with<br />
curved shapes equipped with built-in<br />
ventilation and LED lighting. Since such<br />
windows are custom-made, they cannot<br />
Big size printing<br />
As mentioned earlier, the researchers<br />
opted for the Fused Filament Fabrication<br />
technology. Jie Zhang, PhD student at<br />
De Nayer Campus explains: “FFF is a 3D<br />
printing process that uses a continuous<br />
filament of thermoplastic material. The<br />
object is built by disposing melted material<br />
layer-by-layer. Typically, the extruder head<br />
moves in two dimensions, creating a layer<br />
at a time before adjusting vertically to<br />
begin a new layer. FFF benefits include<br />
having a large variety of materials to choose<br />
from, fast printing from ideas to proto -<br />
types and multiple printer manufacturers.<br />
In our lab, we have the equipment to<br />
print large pieces. It is a Discovery 3D<br />
printer, financed by De Nayer Stichting.<br />
This means we can be more economical<br />
with materials and, by extension, produce<br />
more cheaply. The quality and the integrity<br />
of the manufactured parts, i.e. the finish,<br />
the mechanical strength and the porosity,<br />
are the result of the temperature profile of<br />
the polymer deposits when in contact with<br />
the underlying layers. In the Flaminco<br />
project, I was testing the newly developed<br />
PVC filaments, and one of the objectives<br />
of my PhD research is to develop new<br />
strategies that optimally control the local<br />
temperatures during the process”.<br />
“It takes about 11 to 12 days to produce<br />
a whole window with high surface quality”,<br />
prof. Ferraris continues.<br />
24
“The window is 1.5 m in height, and we<br />
produced it in multiple pieces that were<br />
assembled afterwards. The NGen material<br />
from Colorfab was used at the first side.<br />
Now we are producing the window in the<br />
newly developed PVC filament provided<br />
by Deceunick too. The biggest challenge<br />
was warping of the long pieces and to<br />
ensure continuous printing with no failure”.<br />
In the meantime, the Advanced<br />
Manufacturing Lab has finished two<br />
prototypes of the window. They can be<br />
seen at De Nayer Campus in Sint-<br />
Katelijne-Waver and at Deceuninck in<br />
Hooglede-Gits.<br />
Yves Persoons<br />
Joren De Vogelaer, prof. Eleonora<br />
Ferraris and Jie Zhang<br />
© Joren De Weerdt<br />
CONNECTING<br />
25
ONDERZOEKER IN DE KIJKER<br />
DEVELOPING A SAFE PERSONAL<br />
HEALTH COACHING PROGRAMME<br />
Current healthcare systems are under pressure due to a sharp increase in chronic diseases.<br />
Personal coaching programmes can prevent health problems by guiding people towards a<br />
healthier lifestyle. As part of the European HEART-project, a team of international researchers<br />
developed a system that is able to detect human activities from heterogeneous data while<br />
safeguarding the privacy. Chetanya Puri and Hee Reen Shim from the e-Media Research Lab<br />
(Group T Campus) and Koustabh Dolui from the imec DistriNet Research Group tell the story.<br />
Chetanya Puri and Koustabh Dolui<br />
© Julie Feyaerts<br />
26
HEART stands for ‘HEalth-related Activity Recognition<br />
system based on Internet of Things’. It is one of the very<br />
first industrial doctorates founded under the Marie<br />
Sklodowska-Curie Actions, integrating information technology<br />
with social sciences and humanities. In the HEART-project,<br />
not only the technological innovative power of IoT is investigated,<br />
but also the needs of the customer or user, including legal issues.<br />
The Activity Recognition System is expected to be applied in the<br />
wearable sensor technology business in order to personalise<br />
health-coaching programmes. Moreover, HEART also defined a<br />
penetration strategy for the Chinese market that ensures both<br />
protection of personal information and adaptation to the needs<br />
of the Chinse customers.<br />
The Heart project covers six individual research projects, closely<br />
interrelated, concluded by six excellent young researchers: four<br />
PhD students in ICT, one in legal studies and one in international<br />
business. Research was mainly conducted at KU Leuven and the<br />
University of Macerata (Italy) and at Philips, the leading multinational<br />
in the healthcare sector, with the support of a network of European<br />
and Chinese partners, such as Fudan University (Shanghai) and<br />
the University of the Chinese Academy of Sciences (UCAS).<br />
Early stage researchers<br />
Chetanya Puri e<strong>nr</strong>olled in the HEART-project as one of the six<br />
early stage researchers. He received a Master’s degree in<br />
Telecommunication Systems Engineering from the Indian Institute<br />
of Technology in Kharagpur (India). Then he joined the industry,<br />
where he was involved in building anomaly detection techniques<br />
for cardiac health estimation, using signals from wearables and<br />
other sensors linked to smartphones.<br />
Koustabh Dolui also has a background in engineering. He obtained<br />
his Master in Telecommunications Engineering at Politecnico di<br />
Milano (Italy) and has experience as research engineer in a<br />
European project. He was part of the development team for the<br />
EU Horizon 2020 project AGILE, working on data collection,<br />
cloud integration and device management on the AGILE gateway.<br />
Koustabh is researcher with the Department of Computer<br />
Science and imec DistriNet.<br />
Hee Reen Shim obtained her Master’s degree in Electrical and<br />
Electronics Engineering from Chung-Ang University in Seoul<br />
(Korea). She worked as a researcher at the Artificial Intelligence<br />
Lab at Korea Institute of Industrial Technology, where she focused<br />
on developing machine-learning algorithms and designing deep<br />
learning architecture. Currently, Hee Reen is a member of the<br />
e-Media Research Group at Group T Leuven Campus.<br />
Heterogeneous data<br />
Hee Reen’s PhD project consists of developing a health activity<br />
recognition system from heterogeneous data. “I worked on<br />
analysing the user’s feedback in language in order to verify his or<br />
her health condition. As sensors can only capture biophysical<br />
parameters, it is quite difficult to understand what the user exactly<br />
means, when he says he is experiencing a health problem.<br />
That is why I built a neural network to understand the people’s<br />
problems, based on their oral or written declarations. As I did a<br />
lot of my research at the Personal Health Department of Philips<br />
Research Europe, I had the advantage of investigating potential<br />
industrial applications”.<br />
Koustabh focused on IoT cloud platforms and middleware,<br />
privacy and aggregation for IoT and Edge computing. “I took the<br />
data and processing applications used by Hee Reen and<br />
Chetanya and looked for ways of transferring them from a<br />
traditional cloud platform to mobile devices, IoT gateways and<br />
even microcontrollers”.<br />
Labelling<br />
Chetanya concentrated on building machine learning algorithms<br />
that learn and classify daily activities from wearable and IoT<br />
devices. “This raises the problem of data labelling. Not everyone<br />
experiences a health problem in the same way and names it<br />
differently. On the other hand, the industry is asking for solutions<br />
that are generally applicable to the entire population. My work<br />
consisted of developing an algorithm that is able to learn from<br />
limited labelled data and predict the condition as early as<br />
possible. Currently, I am working on weight gain data from<br />
pregnant women. The aim is to develop models that detect<br />
whether or not there is a risk of permanent obesity after<br />
pregnancy. This data is then passed on to doctors or health care<br />
providers, who can make appropriate recommendations”.<br />
Final conference<br />
The final conference of the project took place on 6 July 2021,<br />
where both the scientific findings and the training results were<br />
presented. The final event also provided an opportunity to<br />
highlight the innovative doctoral training with emphasis on<br />
interdisciplinarity, transversal skills, the international dimension<br />
and cooperation with industry.<br />
Yves Persoons<br />
www.heart-itn.eu<br />
CONNECTING<br />
27
DOCTORATEN<br />
DOCTORATEN AAN FIIW<br />
(JUNI - OKTOBER 2021)<br />
09/07/2021<br />
12/10/2021<br />
Yang Zhang<br />
CAMPUS GROEP T<br />
Zeger Sierens<br />
CAMPUS BRUGGE<br />
Detection and analysis of coherent structures in turbulent<br />
annular swirling jets<br />
• Prof. Maarten Vanierschot (promotor)<br />
24/08/2021<br />
Timothy Callemein<br />
CAMPUS DE NAYER<br />
Scene Perception: Generating and exploiting vision-based<br />
meta-data<br />
• Prof. Toon Goedemé (promotor)<br />
• De heer Kristof Van Beek (copromotor)<br />
20/09/2021<br />
Ruben Smets<br />
CAMPUS GEEL<br />
On the Compositional Analysis and Biorefinery of the Black<br />
Soldier Fly (Hermetia illucens) - Resolving Uncertainties &<br />
Towards More Sustainable Processing<br />
The use of high-quality recycled concrete aggregates in<br />
precast non-prestressed and prestressed concrete<br />
• Prof. Jiabin Li (promotor)<br />
• Prof. Ozlem Cizer (copromotor)<br />
15/10/2021<br />
Weronika Anna Filipowska<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Determination of critical factors in malt production related<br />
to the flavour stability of final beer<br />
• Prof. Luc De Cooman (promotor)<br />
• Dr. Chris Powell (promotor), University of Nottingham<br />
• Prof. Guido Aerts (copromotor)<br />
• De heer Gert De Rouck (copromotor)<br />
• Prof.dr. David Cook (copromotor), University of Nottingham,<br />
School of Biosciences<br />
• Prof. Johan Claes (promotor)<br />
• Prof. Michael Van Der Borght (copromotor)<br />
• Prof. Ilse Van De Voorde (copromotor)<br />
21/09/2021<br />
Shining Ma<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
The study of chromatic adaptation in complex viewing<br />
conditions<br />
• Prof. Kevin Smet (promotor)<br />
• Prof. Peter Hanselaer (copromotor)<br />
23/09/2021<br />
Karel Desnijder<br />
TECHNOLOGIECAMPUS GENT<br />
Advanced Freeform Optics for Illumination Applications<br />
• Prof. Youri Meuret (promotor)<br />
• Prof. Wouter Ryckaert (copromotor)<br />
01/10/2021<br />
Keivan Shariatmadar<br />
CAMPUS BRUGGE<br />
Linear optimisation under advanced uncertainty using<br />
imprecise decision theory<br />
• Prof. David Moens (promotor)<br />
• Prof. Lieven Vandevelde (copromotor)<br />
• Prof. Hans Hallez (copromotor)<br />
28
WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />
INGENIEUS ZOMERKAMP IN LEUVEN<br />
MET APARTE MEIDENGROEP<br />
Zelfs in coronatijden wordt ‘op kamp’ gaan spontaan geassocieerd met spelletjes spelen,<br />
ravotten in bossen en beemden en knetterend kampvuur. Dat het ook anders kan<br />
–en minstens even leuk– bewijst al voor de vijfde keer met telkens groeiend succes<br />
het Ingenieus Zomerkamp op Campus Leuven. Van 5 tot 10 juli 2021 haalden 27 jonge<br />
deelnemers hun hart op aan wetenschap en technologie. Bijna de helft waren meisjes.<br />
Jongeren warm maken voor weten schap, technologie en<br />
engineering. Daar is het de kampleiders Yuri Cauwerts en<br />
Karen Vanderloock van de vakgroep Elektronica-ICT om te<br />
doen. Wat in 20<strong>17</strong> bescheiden startte met een groepje van tien<br />
kinderen van 10 tot twaalf jaar, groeide uit tot een kamp van<br />
27 tien- tot veertienjarigen, opgesplitst in een jongensgroep en<br />
een meisjesploeg. Tegelijk breidde ook het aantal activiteiten zich<br />
uit, sprongen nog andere enthousiaste collega’s op de kar en<br />
werd i.s.m. de Leuvense vzw Sporty een pakket van wel twaalf<br />
sporten en spelen in het programma geïntroduceerd, variërend<br />
van gymnastiek en speedminton tot baseball en rope skipping.<br />
“Bij een gezonde weten schappelijk-technische geest, hoort ook<br />
een goede fysieke conditie, zeker bij jongeren in volle ontwikkeling”,<br />
bevestigt Yuri. “De formule doet het nog altijd. In een mum van<br />
tijd was het zomerkamp van 2021 volzet”.<br />
Raadsel<br />
Karen zet de hoofdingrediënten van het STEM-programma op<br />
een rijtje. “Ons aan bod bestond uit mechanische constructies<br />
bouwen met Lego, zoals tandwiel over brenging, hefboom -<br />
constructies en meten van hellingen, het kleuren van washandjes<br />
met Indigo in het Chemie lab, solderen van een pcb voor een<br />
geluidsdetector in het lab Elektronica, een dansmat maken met<br />
raspberry pi en tot slot het onderzoeken van bacteriën met een<br />
microscoop in het lab Biochemie”.<br />
© Julie Feyaerts<br />
“Doorheen alle activiteiten van de week liep een rode draad”,<br />
vervolgt Yuri. “Die bestond in het oplossen van een raadsel om<br />
een cryptex te kunnen openen waarin een sleutel verborgen zat.<br />
Daarmee vonden de deelnemers op de laatste dag een voorraad<br />
maïs waarmee dan ’s middags popcorn gemaakt is”.<br />
Gender<br />
In de eerste edities van het zomerkamp zag je vrijwel uitsluitend<br />
jongens in actie. Dat is inmiddels helemaal anders. De organisatoren<br />
hebben dan ook geen moeite gespaard om meisjes aan te trekken.<br />
In die mate dat er zelfs een speciale meidengroep werd ingericht.<br />
“Het meisjeskamp is een poging om iets te doen aan de<br />
genderongelijkheid in de ingenieursopleiding”, vertelt Karen.<br />
“Uit onderzoek blijkt dat meisjes op jonge leeftijd wel degelijk<br />
geïnteresseerd zijn in wetenschap en technologie maar die<br />
interesse vanaf twaalf jaar snel verliezen. Dat komt o.m. omdat<br />
ouders relatief weinig met hun dochter(s) spreken over technischgerelateerde<br />
onderwerpen. Daar komt nog bij dat er nog altijd te<br />
weinig rolmodellen zijn waaraan de jonge meiden zich kunnen<br />
spiegelen. Met onze keuze voor de leeftijdsgroep 10 tot 14 jaar<br />
mikken we precies op deze kritische fase”.<br />
Over de aparte meisjesgroep wil Karen het volgend kwijt:<br />
“Hadden we –zoals bij het begin van het initiatief– de twee<br />
groepen gewoon opengesteld, dan hadden die zich in eerste<br />
instantie met jongens gevuld. Sinds we twee jaar geleden zijn<br />
begonnen met een groep te reserveren voor meisjes, is dat beeld<br />
helemaal veranderd. Samenwerken met jongens werkt op die<br />
leeftijd duidelijk drempelverhogend, dat is de realiteit.”<br />
Verder hebben de organisatoren de activiteiten en opdrachten<br />
voldoende gevarieerd zodat ze niet uitsluitend een jongens -<br />
aangelegenheid leken. De aanwezigheid van vrouwelijke coaches<br />
en begeleiders heeft er volgens Karen eveneens toe bijgedragen<br />
dat de meisjes zich meer op hun gemak voelden. “Als we op<br />
deze manier de meisjes kunnen aanmoedigen om hun STEMvaardigheden<br />
te ontwikkelen, dan is dat een factor waarmee best<br />
rekening gehouden wordt bij toekomstige acties”, besluit Karen.<br />
Yves Persoons<br />
CONNECTING<br />
29
WETENSCHAPSCOMMUNICATIE<br />
INTERNET OF THINGS<br />
IN EEN RUGZAK<br />
‘Met de hoed in de hand komt men door het hele land’,<br />
zegt een oud spreekwoord. Vertaald naar vandaag zou dat<br />
kunnen luiden: ‘Met een zak van IWAST op je rug, wandel je<br />
door de wondere wereld van het Internet of Things’. Met een<br />
plug-and-play bag wil de onderzoeksgroep Draadloze en<br />
Mobiele Communicatie van de Technologiecampus Gent<br />
jongeren warm maken voor digitale technologieën en<br />
de ingenieursstudie. Prof. Liesbet Van der Perre en<br />
Hanne Deprez doen het verhaal.<br />
“ Het is en blijft een paradoxale<br />
toestand”, aldus prof. Van der<br />
Perre. “Aan de ene kant zie je dat<br />
de jongeren zich als een vis voelen in de<br />
hoogtechnologische wateren en er als<br />
de kippen bij zijn om de laatste snufjes te<br />
ontdekken. De andere kant van de medaille<br />
is dat zelfs de leukste toepassingen er<br />
maar moeilijk in slagen om bij het jonge<br />
volkje de nieuwsgierigheid op te wekken<br />
naar wat er allemaal achter schuilgaat,<br />
hoe het ontworpen en gemaakt wordt en<br />
vooral wie het allemaal bedenkt en bouwt:<br />
de ingenieurs. Hightech is blijkbaar zo<br />
vanzelfsprekend geworden als het dagelijks<br />
brood. Daar komt nog eens bij dat<br />
technologie een weinig sexy imago heeft:<br />
moeilijk en saai. Met de industrie is het nog<br />
slechter gesteld: berichten over vervuiling<br />
en bedrijfssluitingen halen vlugger het<br />
nieuws dan innovaties. Geen wonder dat<br />
de industrieel ingenieur soms nog wordt<br />
aangezien als een restant van de eerste<br />
industriële revolutie”.<br />
“Als wetenschap en technologie op zich niet<br />
aanslaan, moeten we een andere insteek<br />
proberen”, vervolgt Hanne. “Wat jongeren<br />
tegenwoordig wel boeit zijn sociaal contact,<br />
gezondheid, biodiversiteit, het klimaat -<br />
probleem en de levenskwaliteit. Op elk<br />
van deze terreinen heeft de technologie<br />
heel wat te bieden. Als we erin slagen om<br />
langs deze weg de jongeren in contact te<br />
brengen met technologie maken we kans<br />
op succes. En als we daarbij ook nog<br />
eens de boodschap op een aantrekkelijke<br />
manier kunnen verpakken, maken we nog<br />
meer kans op slagen. Deze keuzes leverden<br />
‘Internet of Things with a Soft Touch’ op<br />
als naam voor ons project. Het woord<br />
‘soft’ heeft betrekking op zowel de aard<br />
van de opdrachten als op de manier waarop<br />
we ze brengen: in de vorm van belevenissen<br />
met een grote persoonlijke inbreng”.<br />
Duurzame doelstellingen<br />
“IWAST heeft inderdaad een dubbel doel<br />
en een dubbele betekenis”, bevestigt<br />
prof. van der Perre. “Enerzijds gaat het<br />
om het wegnemen van barrières bij<br />
jongeren, vooral dan bij diegenen met<br />
weinig STEM-achtergrond. Anderzijds<br />
introduceren we IoT aan de hand van<br />
toepassingen in o.m. de gezond heids -<br />
sector, de zorg, de bevordering van de<br />
levenskwaliteit, enz. En eigenlijk zou ik er<br />
nog een derde doel willen aan toevoegen.<br />
Dat is de aanknoping bij de globale<br />
Sustainable Development Goals van de VN.<br />
Met ons project bestrijken we niet minder<br />
dan zes van de prioritaire domeinen.<br />
Bij de experimenten komen bijvoorbeeld<br />
de klimaatzaak, de problematiek van drink -<br />
baar water en de biodiversiteit aan bod.<br />
Bij onze doelgroep willen we de gelijkheid<br />
van kansen bevorderen, de gender<br />
problematiek aanpakken en finaal de<br />
kwaliteit van het onderwijs bevorderen. Ik<br />
weet dat het hoog gegrepen is, maar als<br />
we niet meteen de lat hoog leggen, zal er<br />
te velde maar weinig veranderen”.<br />
De IoT rugzak van de Gentse onder -<br />
zoekers bevat een plug-and-play pakket<br />
bestaande uit tien moederborden, geluidsen<br />
omgevingssensoren die hun data<br />
doorsturen naar een centrale controller,<br />
een gateway om data te capteren en een<br />
batterij die werkt op zonne-energie.<br />
“Onze rugzakken zijn bedoeld voor gebruik<br />
in de klas”, vervolgt Hanne. “Ze worden<br />
door de leraar ingezet tijdens de reguliere<br />
lesuren wetenschappen, wiskunde,<br />
techniek of STEM. We hebben er bewust<br />
voor gekozen om geen bouwdoos aan te<br />
bieden met een kant-en-klare handleiding.<br />
We willen namelijk dat de leerlingen zelf<br />
een probleem uit hun omgeving kunnen<br />
kiezen waarmee ze dan creatief aan de<br />
slag kunnen gaan om het met het IoT<br />
30
v.l.n.r. voor: Jarne Van Mulders, Sarah Goossens, Jona Cappelle en Guus Leenders.<br />
v.l.n.r. achter: Gilles Callebaut, Geoffrey Ottoy, prof. Liesbet Van der Perre en Hanne Deprez.<br />
© Tine Desodt<br />
instrumentarium aan te pakken. Het kan<br />
bijvoorbeeld gaan om het opmeten van<br />
het geluid of de luchtkwaliteit op de<br />
speelplaats of in de klas”.<br />
Principes<br />
“Bij de uitvoering van hun opdracht volgen<br />
de leerlingen de iSTEM-principes”, legt<br />
Hanne uit. “Het vertrekpunt is telkens<br />
een uitdaging waarna stap na stap een<br />
aantal subproblemen aangepakt worden.<br />
De stappen zijn achtereenvolgens: brain -<br />
stormen over de probleemstelling, oplijsten<br />
van de randvoorwaarden, verfijnen van de<br />
probleemstelling, opstellen van een onder -<br />
zoeksplan, dataverzameling, -analyse en<br />
-synthese en tot slot een reflectiemoment.<br />
Bovendien hebben we er speciaal op<br />
gelet dat in elke opdracht verschillende<br />
STEM-componenten aan bod komen.<br />
De leraren kunnen dan kiezen op welk<br />
onderdeel ze dieper willen ingaan”.<br />
Verder voorziet IWAST in een degelijke<br />
voorbereiding en begeleiding van de leraren.<br />
Bij het begin van elk semester wordt een<br />
eendaagse training georganiseerd om hen<br />
vertrouwd te maken met het materiaal in<br />
de rugzak. Gedurende de uitvoering blijven<br />
de Gentse onderzoekers beschik baar<br />
voor inhoudelijke ondersteuning. Via een<br />
bevraging of een evaluatiemeeting gebeurt<br />
dan de terugkoppeling.<br />
Hanne wijst er tenslotte nog op dat de<br />
leraren gedurende een volledig semester<br />
gratis over de rugzakken kunnen<br />
beschikken. Dat geeft hen de tijd om de<br />
activiteiten voldoende te spreiden. Dat is<br />
ook nodig omdat de dataverzameling<br />
door de leerlingen meerdere dagen of<br />
zelfs weken in beslag kan nemen.<br />
Afhankelijk van de diepgang moet je voor<br />
een IWAST-project gemiddeld op 12 tot<br />
30 lesuren rekenen. Of hoe je met een<br />
relatief kleine rugzak toch een stevig<br />
leertraject kunt afleggen.<br />
Yves Persoons<br />
www.dramco-iwast.github.io<br />
CONNECTING<br />
31
FACULTY WORLDWIDE<br />
Arnoud Martens<br />
© Julie Feyaerts<br />
32
UNA.FUTURA:<br />
DESIGNING THE DIGITAL<br />
FUTURE OF EUROPE<br />
Throughout June and July 2021, the eight leading European universities of the UNA Europa<br />
2030 alliance offered their students a unique experience: tackling real life challenges in<br />
cross-European teams. Set up as an open innovation design event, Una.Futura took students<br />
on a journey developing solutions to the challenges arising from the digital revolution.<br />
Arnoud Martens, International Officer at Group T Leuven Campus, was facilitator of one team.<br />
In 2018, seven prominent research universities joined forces<br />
to create UNA Europa 2030, an alliance that aims to lay the<br />
foundation of the European University of the Future. The partners<br />
– including KU Leuven – are committed to establish a profound<br />
collaboration with a focus on qualitative and innovative education<br />
and research that stimulate the international opportunities for<br />
students, staff and researchers.<br />
“The seven partners – there are now eight of them – have been<br />
at the heart of Europe’s intellectual tradition for almost 1,000 years”,<br />
Arnoud explains. “They have a rich cultural heritage and<br />
the ambition to shape the Europe of the future. Together they<br />
count almost half million students and staff and reach millions<br />
more online”.<br />
Challenges<br />
In spring 2021, a digital platform was set up where students<br />
and staff could share ideas and discuss with colleagues from<br />
across the whole UNA Europa 2030 community. Teamed up<br />
with facilitators and experts, they worked on jointly finding<br />
solutions to six challenges that all relate with the exponential<br />
advance of digitisation in all aspects of everyday life, be it in<br />
education, at work, in social interaction, communication, health and<br />
many others. The six challenges were: 1. Digital empowerment,<br />
2. Digital citizenship, 3. Digital economy, 4. Augmented human,<br />
5. Cyber threats and 6. Mental well-being and social relations<br />
in the digital work.<br />
“Each challenge was assigned to one or more international<br />
teams”, Arnoud continues. “Our team got ‘Digital citizenship’<br />
with the task of developing an e-voting system. Six students had<br />
signed up for this. The entire design process took two weeks.<br />
After the kick-off with an expert talk on the theme, the team got<br />
down to work.<br />
The first week was entirely reserved for gathering documents<br />
and information on e-government systems and good practices.<br />
It quickly became apparent that Estonia is a frontrunner in the<br />
EU that can serve as a model for the digitisation of public services<br />
and administration. Other countries are clearly less advanced;<br />
some do not even have electronic identity cards yet. Equalising<br />
the situation in the EU will be the first major work to do”.<br />
Young people<br />
During the second week, the team concentrated on designing<br />
a European e-voting system. “We initially aimed at young people<br />
as the target group because they are most familiar with<br />
digitisation”, says Arnoud. “The complexity of the task soon<br />
became apparent. Not only technologically, but also in terms of<br />
security and privacy. Fortunately, the team also included a PhD<br />
student in law who was well versed in legal matters. Twenty-four<br />
students of KU Leuven took part in Una.Futura 2021, including<br />
seven engineering students from Group T Campus. Arnoud is<br />
proud of their commitment, especially since most of them are<br />
from outside the EU.<br />
The platform was closed mid-July. The collected ideas and<br />
ensuing discussions will form the groundwork for building a joint<br />
strategy for UNA Europa 2030. The analysis of the ideas will be<br />
shared with the community in November 2021. Subsequently,<br />
the second phase of the process will start at policy level. The new<br />
strategy is expected to be ready for action by May 2022.<br />
Yves Persoons<br />
www.una-europa.eu<br />
CONNECTING<br />
33
ALUMNUS IN DE KIJKER<br />
QUPPA WIL<br />
WEGWERPBEKERS WEG<br />
Vier miljoen koffiebekers worden er jaarlijks weggegooid in<br />
Leuven. Als je die allemaal in elkaar schuift, krijg je een stapel<br />
van 23 km hoog, dat is de afstand tussen Brussel en Leuven.<br />
Die massale verspilling is het CORE-team al langer een doorn<br />
in het oog. Met de oprichting van Quppa willen drie<br />
CORE-alumni dit probleem bij de wortel aanpakken.<br />
Medeoprichter Jeroen Diels doet het verhaal.<br />
Op 14 december 2020 werd in<br />
Leuven Quppa boven de doopvont<br />
gehouden. Het nieuwe bedrijfje is<br />
een spin-off van de cvba-so CORE, dit is<br />
een coöperatie van ingenieursstudenten<br />
van Campus Groep T en vennoten die<br />
ijveren voor een efficiënt en rationeel<br />
energiegebruik in een circulaire economie.<br />
Als masterstudent Elektromechanica en<br />
student van het postgraduaat Innoverend<br />
Ondernemen voor Ingenieurs was Jeroen<br />
twee jaar actief bij CORE. Eerst was hij<br />
betrokken bij energiestudies in scholen,<br />
bedrijven en overheidsinstellingen. Daarna<br />
ontfermde hij zich over de startup van<br />
mede student Olivier Hendrickx. Samen met<br />
twee andere studenten zette Jeroen de<br />
startup op de kaart als ‘Quppa’.<br />
Slim deelsysteem<br />
“Bij CORE hebben we geleerd om de<br />
zaken radicaal aan te pakken”, zegt Jeroen.<br />
“Met radicaal bedoel ik letterlijk bij de<br />
wortel (radix). Zo komt het dat we voor<br />
het probleem van de wegwerpbekers<br />
een compleet nieuwe oplossing hebben<br />
ontwikkeld. Dat is een slim deelsysteem<br />
voor herbruikbare koffiebekers”.<br />
Jeroen legt uit hoe de vork aan de steel zit.<br />
“We introduceren in de stad een universele,<br />
herbruikbare beker voor take away koffie.<br />
Ze kan bij verschillende koffiebars ontleend<br />
worden zonder waarborg. De eerste stap<br />
bestaat erin dat je je registreert op de app<br />
van Quppa. In de koffiebar scan je een<br />
QR-code om een of meerdere bekers te<br />
koppelen aan je account. Voor alle<br />
duidelijkheid: de beker wordt niet je eigen -<br />
dom. Je krijgt hem in bruikleen. De app<br />
herinnert je er binnen de drie dagen aan<br />
je beker opnieuw in te leveren bij een van<br />
de deelnemende punten. We werken in<br />
dat verband met twee formules. Je kunt<br />
bijvoorbeeld je beker gratis uitlenen als je<br />
hem minstens vier keer per maand gebruikt.<br />
Ben je een verstokte koffiedrinker, dan ga<br />
je beter voor een lidmaatschap. Dat kost<br />
amper 1 euro per maand voor een<br />
onbeperkt gebruik. Uiteraard zijn er nog<br />
andere formules te bedenken. Belangrijk<br />
is wel dat de prijs van het bakje troost<br />
dezelfde blijft. De koffiebars betalen wel<br />
een bijdrage voor het gebruik van het<br />
systeem, maar dat bedrag kunnen ze<br />
gemakkelijk recupereren omdat ze geen<br />
nieuwe bekers meer hoeven aan te kopen”.<br />
Partners<br />
De drie jonge ondernemers staan er<br />
gelukkig niet alleen voor. Ze kunnen rekenen<br />
op de steun van twee business partners.<br />
“Onze eerste partner is Vlaanderen<br />
Circulair”, vertelt Jeroen. “Dat is het<br />
consortium van overheid, bedrijven, nonprofitorganisaties<br />
en kennisinstellingen<br />
dat fungeert als inspirator en matchmaker<br />
voor de circulaire economie in Vlaanderen.<br />
Van dit consortium ontvingen we een<br />
subsidie om het technologisch gedeelte<br />
van ons project te ontwikkelen, zoals de<br />
chips in de bekers en de leesapparatuur<br />
in de koffiebars”.<br />
De andere partner is Borealis, de op een<br />
na grootste producent van polyethyleen<br />
en polypropyleen in Europa. “Het bedrijf<br />
zet momenteel volop in op herbruik -<br />
systemen om de overgang naar een<br />
circulaire economie te stimuleren”,<br />
vervolgt Jeroen. “Eind vorig jaar lanceerde<br />
Borealis een pilootproject om 1,5 miljoen<br />
plastic wegwerpbekers te vervangen<br />
door 30.000 herbruikbare lichtgewicht -<br />
exemplaren om na recyclage opnieuw in<br />
gebruik te nemen. De bekers worden in<br />
België geproduceerd en zijn voorzien<br />
van een RFID-chip (Radio Frequency<br />
Identification) waardoor het hele tracé van<br />
de beker kan worden gevolgd. Zulke data<br />
zijn erg interessant voor het in kaart<br />
brengen van het consumptiegedrag van de<br />
klant en de levenscyclus van het product.<br />
Start<br />
Het slim deelsysteem van Jeroen en co<br />
is inmiddels al in vijf Leuvense koffiebars<br />
in gebruik. 450 klanten hebben zich al<br />
geregistreerd en er zijn al ruim 500 Quppabekers<br />
in omloop. Geen slecht resultaat in<br />
coronatijden waarin de meeste studenten<br />
thuiszitten. Veelbelovend is alvast dat de<br />
Stad Leuven haar steun en medewerking<br />
heeft toegezegd. Als nu ook de grootste<br />
potentiële klant, de KU Leuven, nog toehapt,<br />
zit Quppa op rozen.<br />
Yves Persoons<br />
www.quppa.be<br />
34
Jeroen Diels, Wouter Meynendonckx en Thomas Holemans © Julie Feyaerts<br />
CONNECTING<br />
35
ALUMNUS IN DE KIJKER<br />
DRIES VANDEZANDE:<br />
GEBOREN INGENIEUR-ONDERNEMER<br />
De bekendste uitvinding van de grote Griekse wiskundige en ingenieur Archimedes is zonder<br />
twijfel de schroef, de voorloper van de vijzel. De marktleider in de productie en installatie van<br />
vijzelpompen en waterkrachtvijzels bevindt zich in Diksmuide. Dries Vandezande, Operations<br />
Manager van het bedrijf dat zijn naam draagt, is industrieel ingenieur Elektromechanica en<br />
burgerlijk ingenieur Werktuigkunde van respectievelijk de voormalige KHBO-Oostende,<br />
nu Campus Brugge, en KU Leuven. Een portret.<br />
De Meulestedebrug in Gent, de Londonbrug in Antwerpen,<br />
de Vaartkombrug in Leuven, de Ringbrug in Tisselt,<br />
de stuw sluis in Harelbeke, het pompstation Groot Schijn<br />
in Deurne, … het is maar een greep uit de ‘kunstwerken’ die het<br />
West-Vlaamse familiebedrijf overal te lande realiseerde.<br />
“De bvba Vandezande staat inderdaad bekend voor haar vijzels,<br />
maar we ontwerpen en bouwen ook waterzuiveringsinstallaties<br />
en elektromechanische uitrusting van bruggen, sluizen en stuwen”,<br />
vertelt Dries. “Daarvoor hebben we een eigen studiebureau in<br />
huis en maken we gebruik van de meest geavanceerde productie -<br />
technologieën en CAE-ontwerpprogramma’s. Bovendien worden<br />
al onze producten en installaties milieuvriendelijk ontworpen en<br />
gefabriceerd met duurzame materialen en energie-efficiënte<br />
aandrijvingen. Het leverde ons vorig jaar een milieumanagementcertificaat<br />
en CO 2 prestatiecertificaat op”.<br />
Vuurdoop<br />
Dries is de kleinzoon van Maurice Vandezande, een ambitieuze<br />
smid en getalenteerde mekanieker die in 1930 voor het<br />
ondernemerschap koos. Geboren en getogen in het familiebedrijf<br />
was Dries voorbestemd om ingenieur te worden. In 2011<br />
studeert hij af als industrieel ingenieur Elektromechanica aan<br />
de hogeschool op de zeedijk in Oostende. Om zich nog verder<br />
te bekwamen trekt hij naar Leuven waar hij twee jaar later het<br />
diploma van burgerlijk ingenieur behaalt met grote onderscheiding.<br />
Terug thuis kan hij onmiddellijk aan de slag in het bedrijf om er<br />
de vacante functie van hoofd van het studiebureau in te vullen.<br />
Voor de jonge ingenieur betekent het meteen de vuurdoop.<br />
“Van de aula in Leuven belandde ik direct in de directiestoel in<br />
Diksmuide, met een op het eerste gezicht onoverzienbare stapel<br />
opdrachten en verantwoordelijkheden: het afsluiten van contracten,<br />
het managen van grote projecten, maar ook het beheer van een<br />
forse KMO met meer dan 100 werknemers. De eerste jaren<br />
waren zwaar, maar ook ongemeen leerrijk en dat niet alleen<br />
technologisch, maar ook in alle onderdelen van de bedrijfsvoering:<br />
financiën, marketing, human resources, enz.”<br />
In een familiebedrijf als het onze moet je letterlijk van alle markten<br />
thuis zijn”, vervolgt Dries. “Elektromechanica, aandrijfsystemen,<br />
elektronica, bouwkunde, hydraulica, projectmanagement,<br />
wetgeving, transport en logistiek, noem maar op. Om een<br />
voorbeeld te geven: voor het transport van drie vijzels bestemd<br />
voor het Albertkanaal moest de elektrische bovenlijn van een<br />
spoorlijn worden afgekoppeld”.<br />
Groene energie<br />
De vijzels die het bedrijf in 2018 bouwde voor het Albertkanaal<br />
geven een goed beeld van de omvang van de projecten.<br />
Dries doet het verhaal: “De vijzels zijn elk 30m lang, 5,2m hoog,<br />
4,8m breed en wegen elk 95 ton. Samen verpompen ze<br />
15.000 liter water per seconde. Wat onze constructie bijzonder<br />
maakt, is dat ze als pomp én als turbine gebruikt kan worden.<br />
Als pomp zorgen ze ervoor dat het kanaal stroomopwaarts<br />
boven de sluis bevaarbaar blijft bij laag water. In periodes van<br />
wateroverschot schakelen ze over op turbinewerking. Zo wekken<br />
ze samen tot één megawatt groene energie op. Dit type van<br />
gecombineerde vijzels is op dit ogenblik erg gegeerd. Ons order -<br />
boek zit vol met bestellingen van over heel Europa”.<br />
Maar er is meer. De vijzels zijn ook visvriendelijk. “Aangezien de<br />
installaties vooral in kanalen en natuurlijke waterlopen gebruikt<br />
worden, moeten we rekening houden met het visbestand”, legt<br />
Dries uit. “Onze vijzelpompen en waterkrachtvijzels zijn zodanig<br />
ontworpen dat ze de vismigratie stroomop- en afwaarts niet<br />
hinderen en we een mortaliteit van quasi nul hebben”.<br />
Overheid<br />
Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw is de West-Vlaamse bvba<br />
een wereldspeler in de elektromechanische uitrusting van<br />
bruggen en sluizen. “Hierbij gaat het vooral om overheids -<br />
opdrachten”, legt Dries uit. “Een goed voorbeeld daarvan is de<br />
Meulestedebrug in Gent. In oktober 2020 werd die door een<br />
binnenschip geramd, waardoor de staalstructuur, mechanische<br />
scharnierpunten en aandrijving zwaar beschadigd geraakten.<br />
36
In opdracht van de Vlaamse Waterweg hebben we in een<br />
recordtempo de brug met z’n aandrijving volledig ontmanteld en<br />
uit de brugkelder gehaald, alles nauwkeurig opgemeten, in kaart<br />
gebracht en vernieuwd of hersteld, om zo na driekwart jaar de<br />
70 jaar oude brug terug operationeel te hebben en het drukke<br />
weg- en waterverkeer opnieuw normaal te laten verlopen”.<br />
Omdat mechanica en hydraulica heel vaak hand in hand gaan<br />
werd speciaal voor dergelijke werken in 2015 het zusterbedrijf<br />
Vameco opgericht, dat geleid wordt door Dries’ echtgenote<br />
Joliende Neut (tevens alumna van de KU Leuven in de richting<br />
TEW). Vameco staat in voor het ontwerpen, produceren en<br />
monteren van hydraulische uitrustingen. Het bedrijf beschikt over<br />
een eigen serviceafdeling die permanent klaar staat voor<br />
dringende interventies”.<br />
Nieuwe markten<br />
Voor een dynamische onderneming is België vlug te klein.<br />
Daarom opereert het bedrijf al geruime tijd ook op de Nederlandse<br />
markt, waar in 2016 het filiaal Vandezande BV werd opgericht.<br />
De Oost-Europese groeimarkt wordt dan weer bediend vanuit<br />
Duitsland, waar in 20<strong>17</strong> het filiaal Vandezande Aqua TEM GmbH<br />
werd opgericht. Ook in Frankrijk is Vandezande zeer actief en<br />
komt de tweetaligheid van de Vlaming goed te pas. Sinds 2020<br />
heeft het bedrijf ook vaste voet aan de grond in Groot-Brittannië.<br />
“Stilstaan is achteruitgaan”, zegt Dries tot slot. ”Een grote<br />
uitdaging voor elk industrieel bedrijf is het vinden van<br />
gekwalificeerd personeel. Daarom investeren we tijd en energie<br />
aan het sensibiliseren van jongeren voor wetenschap en<br />
technologie. Een beproefde methode bestaat erin om scholieren<br />
in klasverband een concrete opdracht uit het bedrijf te laten<br />
uitvoeren. Het enthousiasme dat dit opwekt is echt spectaculair.<br />
Het doorbreekt het schoolse patroon en overtuigt de jongeren<br />
dat wetenschap en techniek best leuk kunnen zijn”.<br />
Yves Persoons<br />
www.vandezande.com<br />
Dries Vandezande<br />
© Tom Talloen<br />
CONNECTING<br />
37
ALUMNUS IN DE KIJKER<br />
Geertrui Mieke De Ketelaere<br />
38
ARTIFICIAL INTELLIGENCE:<br />
NATUURLIJK EN OP MENSENMAAT<br />
“Ingenieurs zouden altijd moeten bedenken wat de gevolgen<br />
zijn van het product dat ze maken. De tijd van ‘ik bouw het<br />
gewoon en de mensen moeten dan maar zien wat ze ermee<br />
doen’ is voorgoed voorbij. Nu de AI-systemen in een fase<br />
komen waarin ze zelf beslissingen kunnen nemen, is de verantwoordelijkheid<br />
van de ingenieurs groter dan ooit”, aldus<br />
Geertrui Mieke De Ketelaere, Director AI bij imec. Een portret<br />
van een gedreven ingenieur met een menselijke missie.<br />
Geertrui Mieke is niet voor één gat<br />
te vangen. Zelfs niet voor twee,<br />
zoals haar dubbele voornaam<br />
zou kunnen suggereren. Het intelligente<br />
systeem dat een passende naam kan<br />
verzinnen voor haar kennis en kunde,<br />
realisaties en aspiraties moet nog<br />
ontwikkeld worden. Haar rijkelijk gevuld cv<br />
biedt gelukkig houvast.<br />
Geertrui Mieke studeerde van 1988 tot<br />
1992 voor industrieel ingenieur Elektro -<br />
mechanica, afstudeerrichting Robotica,<br />
aan KIHO-Gent, de voorloper van de<br />
huidige KU Leuven Technologiecampus<br />
Gent. Aan de Universiteit van Stuttgart kan<br />
ze via een Europese beurs haar studies<br />
Burgerlijk Ingenieur in de Mechatronica<br />
afwerken en komt ze voor het eerst in<br />
contact met AI en machine learning.<br />
Ze trekt vervolgens in 1995 naar de<br />
University of Technology in Auckland<br />
(Nieuw-Zeeland) om een doctoraat te<br />
starten en machine learning in de verlos -<br />
kunde toe te passen. De vaststelling dat<br />
de intelligente systemen eerder moeten<br />
dienen om geld op te brengen dan om<br />
daadwerkelijk patiënten te verzorgen,<br />
bezorgt haar al snel een ‘koude douche’.<br />
Het zou haar verdere carrière blijvend<br />
beïnvloeden en ze beslist dan maar<br />
haar werk te focussen op een ander<br />
opkomend thema: het internet.<br />
“Technologie is geen<br />
doel op zich maar heeft<br />
een dienende functie.<br />
Waar het om gaat is<br />
‘how to meet the<br />
customers’ need’”<br />
Microgolf<br />
Terug in het land na een extra tussenstop<br />
in Duitsland – we schrijven 2001 –<br />
ontwikkelt Geertrui Mieke zich tot een<br />
autoriteit op het gebied van data en<br />
data-analyse in een brede waaier van<br />
strategische domeinen zoals digitale<br />
transformatie, big data, business analysis,<br />
performance management, enz. “Het uit -<br />
gangs punt is telkens hetzelfde”, legt ze<br />
uit. “Technologie is geen doel op zich<br />
maar heeft een dienende functie. Waar het<br />
om gaat is ‘how to meet the customers’<br />
need’. Dit veronderstelt een switch in de<br />
mindset van veel ingenieurs: zich kunnen<br />
verplaatsen in de positie van de klant<br />
die doorgaans niet wetenschappelijk of<br />
technologisch geschoold is, maar wel in<br />
staat moet zijn om met het product om<br />
te gaan. Je kunt het vergelijken met een<br />
microgolfoven. Je hoeft geen fysicus te<br />
zijn om het apparaat te kunnen bedienen.<br />
Welnu, dat geldt even goed voor de<br />
toepassingen van AI”.<br />
“In feite is het een kwestie van vertrouwen”,<br />
vervolgt Geertrui Mieke. “Als AI straks<br />
overal om ons heen is, hoe kunnen we erop<br />
vertrouwen dat het systeem verantwoorde<br />
beslissingen neemt? Deze vraag gaat<br />
verder dan de zelfrijdende auto die in<br />
2018 een dodelijk ongeval veroorzaakte.<br />
Het gaat bijvoorbeeld ook om: hoe voorkom<br />
je dat AI stereotypen en vooroordelen t.a.v.<br />
bepaalde groepen versterkt? Toen prof.<br />
Walter Daelemans van UAntwerpen vorig<br />
jaar een vraag stelde aan het GPT3<br />
AI-taalmodel, ontaardde het antwoord<br />
snel in een scheldpartij tegen de vrouwen.<br />
De reden is niet ver te zoeken. GPT3 is<br />
gevoed met miljarden pagina’s tekst,<br />
dus reproduceert het systeem de gegevens<br />
waarmee het is gevoed. Als AI-systemen<br />
in banken of verzekeringsmaatschappijen<br />
of bij de politie beslissingen nemen over<br />
jou, dan heb je het recht dat te weten.<br />
En moeten die beslissingen ook kunnen<br />
worden uitgelegd. Met deep learning<br />
systemen die werken als een black box is<br />
dat niet evident. Explainable AI is dan ook<br />
een sterke focus binnen imec”. ><br />
CONNECTING<br />
39
ALUMNUS IN DE KIJKER<br />
Duurzaam<br />
In 2018 wordt Geertrui Mieke genomineerd<br />
als ICT Woman of the Year. Het volgende<br />
jaar gaat ze initieel aan de slag bij imec<br />
als Director AI, een job die ze combineert<br />
met een gastdocentschap aan verschillende<br />
business scholen. Ondertussen ligt haar<br />
focus bij de onderzoeksgroep imec IDLab<br />
waar ze zich o.m. bezighoudt met<br />
‘Sustainable AI’, een vlag die een ruime<br />
lading dekt. “Ook al worden de computers<br />
zuiniger en efficiënter, onze commerciële<br />
AI-modellen groeien nog steeds door de<br />
wereldwijde race naar accuraatheid,<br />
met alle gevolgen van dien op vlak van<br />
energieverbruik. Er is onderzoek dat<br />
aantoont dat als het zo verder gaat, we in<br />
2030 op een punt komen dat 20% van<br />
de CO 2 -uitstoot veroorzaakt wordt door<br />
onze zogezegd “slimme systemen”.<br />
Dat is de andere kant van de digitalisering.<br />
Via je digitale assistent, die continue op<br />
stand-by staat en slimme algoritmes bevat<br />
om onze vragen te verstaan, het licht<br />
aansteken, kan voor meer C0 2 -uitstoot<br />
zorgen dan een traditionele manuele actie.<br />
Is dat wel nodig?”.<br />
Dan krijg je een beter doordachte AI die<br />
ook veiliger en betrouwbaarder is. Je ziet<br />
wat er in de VS gebeurt als je dat<br />
niet doet. Sommige staten hebben al<br />
gezichtsherkenning in de publieke ruimte<br />
verboden of bewakingscamera’s uit het<br />
straatbeeld verwijderd”.<br />
Cultuur<br />
Vorig jaar verscheen Geertrui Miekes boek<br />
‘Mens vs. Machine. Artificiële Intelligentie<br />
ontrafeld’, sinds kort ook in vertaling<br />
beschikbaar in drie andere talen, waar -<br />
onder de Engelse versie ‘Wanted: Human<br />
AI Translators’. Hierin besteedt ze ruime<br />
aandacht aan de ethisch-menselijke factor<br />
van AI. “Technologie heeft in essentie<br />
tot doel het leven van de mens te verge -<br />
makkelijken zodat er meer tijd vrijkomt<br />
voor kunst, cultuur, contact, (re)creatie,<br />
kortom ‘quality time’”.<br />
Ook op dit punt voegt Geertrui Mieke de<br />
daad bij het woord. Sinds augustus 2021<br />
is ze aangesteld als curator van het ‘Festival<br />
van de Toekomst’ 2024 in Brugge.<br />
Daarover wil ze nu al het volgende kwijt:<br />
“Verwacht je niet aan een techno show<br />
voor techno freaks, ook al zullen we over<br />
drie jaar in een nog meer gedigitaliseerde<br />
wereld leven met AI als drijvende kracht.<br />
De digitale samenleving is geen speeltuin<br />
voor ICT’ers of ingenieurs. Ze is publiek<br />
en multidisciplinair domein waarin ook<br />
artiesten, dichters, sociologen en denkers<br />
zich moeten kunnen uitleven. Met alles en<br />
iedereen te connecteren, is de kous niet<br />
af. Pas dan wordt het leuk.”<br />
Yves Persoons<br />
Waarden<br />
Sinds dit jaar behoort Geertrui Mieke tot<br />
de ‘Digital Minds’, d.i. een selecte club<br />
van 22 deskundigen bijeengebracht door<br />
Mathieu Michel, de staatssecretaris voor<br />
Digitalisering. “Onze opdracht bestaat<br />
erin om van België een ‘Smart Nation’ te<br />
maken. Dit concept mikt op o.m. een<br />
snelle digitale transformatie, investeringen<br />
in digitaal menselijk kapitaal, de uitbouw<br />
van een digitale overheid en het versterken<br />
van de transparantie, de veiligheid en het<br />
vertrouwen in AI. Wil Europa straks nog<br />
meetellen in het AI-gebeuren, dan moeten<br />
we inzetten op een mensgerichte AI. In de<br />
VS geeft het bedrijfsleven de toon aan.<br />
In China dirigeert de overheid. De niche<br />
voor Europa is een AI waarin de mens<br />
centraal staat, conform onze Europese<br />
waarden. Dat geldt evenzeer voor de<br />
regularisatie. Het is cruciaal dat Europa<br />
zeggenschap behoudt over data, algo -<br />
ritmes, digitale infrastructuur en spelregels.<br />
40
NIEUWS VAN ALUMNI<br />
ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN<br />
VERZET DE BAKENS<br />
In juni 2021 gaf prof. Sofie Pollin, het vertrouwde boegbeeld van de alumnivereniging van de<br />
burgerlijk en industrieel ingenieurs van KU Leuven, de fakkel door aan een triade van door de<br />
wol geverfde sterkhouders. De professoren Michiel Steyaert en Kris He<strong>nr</strong>ioulle en voormalig<br />
preses Daphne Certyn gidsen de alumnivereniging naar nieuwe tijden. Wie zijn de nieuwe<br />
kopstukken en wat hebben ze voor ogen? En hoe blikt de uittredend voorzitter terug naar<br />
haar vierjarig mandaat?<br />
Als ‘ het tij verloopt, verzet men de bakens’, zegt het spreek -<br />
woord. Prof. Sofie Pollin hoefde het tij niet af te wachten.<br />
“Na verloop van tijd en het verstrijken van je mandaat is<br />
het tijd voor vernieuwing”, vindt ze. “Dat hebben we in 2014 ook<br />
gedaan toen de academische hogeschoolopleidingen integreerden<br />
in de universiteit. Toen beslisten we om één gemeenschappelijke<br />
alumnivereniging uit te bouwen voor zowel de burgerlijk als de<br />
industrieel ingenieurs, ook voor hen die afstudeerden op een<br />
campus buiten Leuven.” Dat deze integratie met succes werd<br />
verwezenlijkt, ziet zij als haar belangrijkste realisatie. De nieuwe<br />
vereniging wordt nu door duizenden alumni, door beide faculteiten<br />
en door de universiteit erkend. Toch is de uittredend voorzitter van<br />
mening dat de vereniging nog meer kan doen. Ze denkt hierbij aan<br />
informatie over stageplaatsen voor jong afgestudeerden, inbreng<br />
in de ontwikkeling van de curricula, en gerichte fondsen werving,<br />
meer aandacht voor inter nationalisering en buitenlandse doctores.<br />
“Dat de ommezwaai van ‘Lovaniensis’ naar ‘Flandriensis’ rimpelloos<br />
is verlopen, is de grote verdienste van mijn voorganger”, bevestigt<br />
haar opvolger prof. Michiel Steyaert volmondig. Na acht jaar<br />
als decaan van de faculteit Ingenieurswetenschappen beschikt<br />
hij over de ervaring en de energie om Alumni Ingenieurs<br />
KU Leuven verder te laten bloeien.<br />
Multicampusvereniging<br />
De nieuwe voorzitter weet zich gesterkt door de tandem<br />
He<strong>nr</strong>ioulle-Certyn. Eerstgenoemde is professor en vicecampus -<br />
voorzitter onderzoek van Campus Diepenbeek, waar hij al jaren<br />
de alumnirelaties behartigt. Als voorzitter van de facultaire<br />
Werkgroep Alumni vertegenwoordigt hij de afgestudeerden van<br />
de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Onbeslagen<br />
komt Kris He<strong>nr</strong>ioulle niet op het ijs bij Alumni Ingenieurs<br />
KU Leuven. Als bestuurder staat hij al langer mee aan het roer<br />
van de vereniging.<br />
“Een multicampusfaculteit is een fenomeen apart”, merkt hij op.<br />
“Daarbij gaat het niet alleen om het aantal alumni – dat zijn er<br />
meerdere tienduizenden – maar ook om de verscheidenheid<br />
van culturen. Elke campus heeft een eigen historiek die dateert<br />
van lang voor de integratie in de KU Leuven. Voeg daarbij nog<br />
de diepgewortelde vertakking in het economische en socio -<br />
culturele leven van de stad of regio en je hebt te maken met een<br />
leger van oud-studenten dat zich om begrijpelijke redenen in<br />
eerste instantie met de eigen campus identificeert”.<br />
Die verscheidenheid betekent volgens Kris He<strong>nr</strong>ioulle de rijkdom<br />
van de faculteit. “Onze campussen zijn geen klonen van elkaar.<br />
De facultaire alumnipolitiek vertrekt dan ook van de erkenning<br />
van de eigenheid van elke campus. Het opbouwwerk begint<br />
bijgevolg lokaal en breidt zich gradueel uit tot niveau van de<br />
faculteit en vervolgens nog ruimer tot de overkoepelende<br />
alumnivereniging. Je kunt het vergelijken met een drietrapsraket.<br />
Die rekent op de stuwkracht van de eerste trap om van de grond<br />
te geraken, dan op het vermogen van de tweede om op snelheid<br />
te komen en tenslotte op de aansturing door trap drie om de<br />
weg naar de bestemming in te slaan”.<br />
Preses en manager<br />
Met Daphne Certyn als ondervoorzitter zet AIKULeuven een<br />
sleutelpion op het schaakbord. De derde vrouwelijke preses van<br />
de inmiddels honderdjarige Vlaamse Technische Kring (VTK)<br />
werkte zich in de kijker als een manager én een leider die maakte<br />
dat de studentenvereniging versterkt uit de coronacrisis kwam.<br />
Daphne studeerde in 2020 af als burgerlijk ingenieur.<br />
Nadien bekwaamde zich nog een jaar in bedrijfskunde en<br />
management aan de Vlerick Business School. De kennismaking<br />
met VTK herinnert ze zich nog levendig. “Tijdens de onthaal -<br />
dagen voor de nieuwkomers werd ik getroffen door het<br />
engagement van de presidiumleden. In die mate dat ik me bij de<br />
start van het academiejaar opgaf als vrijwillig medewerker.<br />
Gaandeweg leerde ik zo de forse KMO die VTK de facto is beter<br />
kennen in al zijn facetten, functies, producten, diensten en<br />
resources. In het derde bachelorjaar trad ik effectief toe tot het<br />
presidium, waar ik me kon uitleven in de business relations met<br />
als pronkstuk de jobbeurs. Twee jaar later volgde dan de kroon<br />
op het werk met de verkiezing tot preses”. ><br />
CONNECTING<br />
41
NIEUWS VAN ALUMNI<br />
Als preses van VTK had Daphne automatisch een zitje in de Raad<br />
van Bestuur van AIKULeuven. De ondervoorzitter speelt dus op<br />
vertrouwd terrein. “VTK heeft ook een eigen alumniwerking,<br />
maar die trekt om voor de hand liggende redenen in eerste<br />
instantie de oud-strijders van de afgezwaaide presidia aan.<br />
AIKULeuven legt de lat hoger en ziet haar doelgroep ook breder”.<br />
Engagement<br />
Wat bezielt een jongedame uit Lokeren om preses te worden<br />
van een van de meest prestigieuze studentenverenigingen van<br />
de KU Leuven? Opnieuw valt het woord ‘engagement’. “VTK is<br />
veel meer dan een ‘technische’ kring. We werken niet met<br />
machines of formules maar wel met en voor jonge mensen.<br />
Die bieden we een leerschool voor het ontwikkelen van<br />
professionele vaardigheden die al even onmisbaar zijn als<br />
vakkennis. Het engagement impliceert verder ook betrokkenheid<br />
bij de opleiding. Dit wil zeggen dat je je studie niet gewoon<br />
ondergaat maar wel méé-maakt samen de professoren en het<br />
onderwijsondersteunend personeel. Die samenwerking heeft er<br />
o.m. toe geleid dat de faculteit de coronacrisis meer dan<br />
behoorlijk heeft kunnen opvangen”.<br />
Netwerking<br />
Samen met prof. Michiel Steyaert benadrukt Daphne Certyn dat<br />
AIKULeuven een vereniging is van en voor professionals die<br />
elkaar veel te bieden hebben. “Netwerking is de troef bij uitstek<br />
die we moeten uitspelen, zeker bij de recent afgestudeerden die<br />
nog hun weg zoeken in de beroepspraktijk. Hun diploma hebben<br />
ze al mee. Na de studie kunnen de juiste contacten op het juiste<br />
moment het verschil maken. Die contacten moet je al vroeg<br />
beginnen op te bouwen”.<br />
Op de vraag of een alumnivereniging nog zin heeft in deze tijden<br />
van Facebook en Twitter reageert Michiel Steyaert met<br />
overtuiging: “Die facilitering van netwerken is cruciaal: daarom<br />
zorgen we ervoor dat de aanwezigen op het einde van een<br />
activiteit kunnen napraten bij een glas. Spijtig dat dit niet kon<br />
gedurende de COVID-crisis. We hopen dat het vanaf nu opnieuw<br />
mogelijk wordt. Anderzijds heeft de video-ervaring van verleden<br />
jaar getoond dat activiteiten op die manier gemakkelijker<br />
verspreid kunnen worden over de verschillende campussen.<br />
Het wordt dan ook mogelijk om de video-opname later ter<br />
beschikking te stellen van leden die zich niet konden vrijmaken”.<br />
Ledenwerving<br />
“Van de meer dan 45.000 afgestudeerde ingenieurs (burgerlijk<br />
en industrieel) uit onze associatie, zijn minder dan tien procent<br />
actieve leden”, betreurt Michiel Steyaert. “Het verbaast mij ook<br />
dat zo weinig van onze professoren lid zijn. Er is dus nog een<br />
lange weg te gaan! Wij moeten beter luisteren naar onze leden,<br />
naar onze doctorandi, naar onze buitenlandse studenten.<br />
Vooral jongere alumni verdienen meer aandacht: de benoeming<br />
van Daphne Certyn is hier een sterk signaal.”<br />
“Ook moeten we werken aan de professionalisering. Daarom<br />
hebben onze twee faculteiten Eva Strauven aangeworven voor<br />
de logistieke ondersteuning”.<br />
De jonge alumni -burgerlijk en industrieel- ressorteren onder de<br />
vleugels van de bevlogen ondervoorzitter. “Er is een werkgroep<br />
in de maak die de opdracht krijgt een strategie en een policy te<br />
ontwikkelen”, zegt Daphne Certyn. “Daarvoor doen we een<br />
beroep op voormalige presidiumleden bij wie het heilig vuurt nog<br />
brandt. In de Leuvense studentenverenigingen VTK en Industria<br />
hoeven we niet ver te zoeken. Op de campussen buiten Leuven<br />
liggen de kaarten anders. Als je het mij vraagt wordt dat de<br />
grootste uitdaging en tevens de lakmoesproef voor de inter -<br />
facultaire werking van onze vereniging”.<br />
Internationaal<br />
“Wij willen meer contact met onze internationale alumni en hen<br />
regelmatig informeren”, vervolgt Michiel Steyaert. “Michael Kraft,<br />
een collega op Elektrotechniek, zal dit speciaal behartigen.<br />
Onze talrijke doctoraatsstudenten uit het buitenland moeten we<br />
nauwer bij de faculteit betrekken en we moeten horen wat zij van<br />
ons verwachten. Nu blijven zij meestal opgesloten binnen hun<br />
onderzoeksgroep of departement. Na hun promotie keren de<br />
meesten terug naar hun land. Het zijn toponderzoekers waarmee<br />
we kunnen samenwerken en gemeenschappelijke projecten<br />
opzetten. Bovendien zijn ze ook goede ambassadeurs. Zij kunnen<br />
hun veelbelovende studiegenoten stimuleren om hier verder te<br />
komen studeren”.<br />
Activiteiten<br />
Volgens Kris He<strong>nr</strong>ioulle is de metafoor van de drietrapsraket ook<br />
toepasselijk op de aard van de activiteiten en de belangstelling<br />
van het publiek. “Op de campussen scoor je het best met reünies,<br />
jubileumvieringen en regionale bedrijfsbezoeken. Op facultair<br />
niveau kijken we welke activiteiten ook campusoverschrijdend<br />
aangeboden kunnen aanslaan. En bij AIKULeuven gaan we nog<br />
ruimer of dieper -beide zijn mogelijk- met als paradepaardje de<br />
forumavonden over een specifiek thema dat zowel de burgerlijk<br />
als de industrieel ingenieurs aanspreekt”.<br />
“Ook het concept van de alumniwerking is verschillend”, betogen<br />
Steyaert en He<strong>nr</strong>ioulle eenparig. “Daar waar de activiteiten op de<br />
campussen doorgaans gratis zijn, werkt de alumnivereniging op<br />
basis van betalend lidmaatschap. Gelet op de verschillende<br />
doelstellingen zijn beide alumniwerkingen in principe geen<br />
concurrenten. Ze zijn complementair in die zin dat de ene<br />
voortbouwt op de andere, resp. een opstap betekent naar meer<br />
inhoudelijke verbreding of verdieping”.<br />
Yves Persoons<br />
Yves Willems<br />
42
Prof. Michiel Steyaert, Prof. Sofie Pollin, Prof. Kris He<strong>nr</strong>ioulle en Daphne Certyn<br />
© Julie Feyaerts<br />
CONNECTING<br />
43
AANKONDIGING<br />
ALUMNI AWARDS AIKULEUVEN<br />
Alumni Ingenieurs KU Leuven organiseert voor de tweede keer de 'Alumni Awards<br />
AIKULeuven'. Deze award wordt uitgereikt aan eigen alumni die een grote impact<br />
hebben (gehad), nationaal of internationaal, op maatschappelijk vlak of zichzelf<br />
hebben onderscheiden op het domein van ingenieurswerk. De titelhouders zijn<br />
een inspiratiebron voor onze studenten en alumni en zullen fungeren als rolmodel.<br />
Er worden twee winnaars gekozen, iemand van de faculteit Ingenieurswetenschappen en iemand van de faculteit Industriële<br />
Ingenieurswetenschappen. In mei 2021 won Serge de Gheldere (alumnus van Groep T) de eerste Award Alumni Ingenieurs<br />
KU Leuven voor industrieel ingenieurs. Ben jij de persoon die wij zoeken of ken jij een waardige opvolger? Je kan vanaf nu je<br />
nominaties doorsturen tot 1 december 2021.<br />
Meer informatie over de procedure en vereisten kan je vinden via de website en via het alumni -<br />
platform KU Leuven Connect.<br />
www.alum.kuleuven.be/alumni-ingenieurs/nieuws-activiteiten/nieuws/nieuws2021/call-for-alumni-award-<br />
AIKUL-nominations<br />
Blijf in contact<br />
Word lid van Alumni Ingenieurs KU Leuven<br />
of hernieuw je lidmaatschap<br />
3 3 keer per jaar <strong>ConnectING</strong> in je brievenbus, uitgegeven<br />
door de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen in<br />
samenwerking met de alumnikringen<br />
3 Sponsoring van promotiebijeenkomsten<br />
3 Uitnodigingen voor heel wat universitaire activiteiten en<br />
exclusieve events<br />
3 Kortingen op o.a. Festival van Vlaanderen en andere<br />
Samenaankoop KU Leuven-voordelen zoals kortingen op<br />
Kinepolis filmtickets, pretparkbezoeken e.a.<br />
3 …<br />
Bouw aan je kennis. Deel ervaringen.<br />
Verruim je netwerk. Blijf verbonden.<br />
www.linkedin.com/groups/42357/<br />
Je kan je lidmaatschap (25 euro) combineren met een<br />
lidmaatschap van de ie-net ingenieursvereniging.<br />
connect.kuleuven.cloud