Appel 43.3 - Security
The fourthy-third edition of our association periodical 'The Appel'
The fourthy-third edition of our association periodical 'The Appel'
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De Appel
Security
Eenmalige speciale editie van verenigingsblad de Appel
CHAIRMAN’S NOTE
64
We are now in the last module of this year and
the editors of the Appel once again worked
hard to deliver this edition of the Appel to
you. I want to start on a positive note, relaxations
of the government mean that most
of you can now go to the University a bit more. We as a board
are working hard to deliver a new and fresh vibe in the Newton
Room, by doing a bit of renovating, painting and making small
adjustments. We can’t wait to hear your opinions on the improvements
once we are open again.
The theme of this edition is Security. Security is present in our
everyday life, despite of the fact that we do not always notice it.
Security comes in many varieties, I think we all know Charlie, the
police and the army. These are three well-known examples. This
is only the physical form of security, for example most of you will
have some kind of anti-virus software on your laptop. Similarly,
your body has its own security system to protect you from all
kinds of viruses and bacteria. I hope most of you feel safe because
of all these securities. To speak for myself, I feel very privileged
to live in a safe environment. We may not always like it when
Charlie tells us to put out the bonfire, while everyone claims they
weren’t the ones who set it on fire, but in the end, they make sure
the campus doesn’t burn to the ground.
Security also brings a social dilemma with it. Juvenalis once
wrote: “Quis custodiet ipsos custodes?” which translates to: “Who
will guard the guards themselves?” For all the securities we have,
we pay a price. The more security, the less the privacy. From a
security kind of a standpoint, it would be best if everyone was
monitored all the time. I’m afraid not so many people like to
be monitored all the time. It is a good thing to think about how
much security is worth to you. I hope this edition of the Appel
will help you answer this question.
To end on one final remark, I hope all of us can enjoy the security
and safety of the Newton very soon.
Koen Geurtsen
Chairman of W.S.G. Isaac Newton
Saevis Tranquillus in Undis
INHOUD
Colofon
De Appel is een uitgave van het werktuigbouwkundig
studiegenootschap Isaac
Newton in samenwerking met de opleiding
Werktuigbouwkunde aan de faculteit
der Construerende Technische Wetenschappen
van de Universiteit Twente.
Redactie-adres
W.S.G. Isaac Newton t.a.v. de Appel
Postbus 217
7500 AE Enschede
[T] 053 - 489 25 31
[F] 053 - 489 40 05
[E] appel@isaacnewton.utwente.nl
Uitgave
Jaargang 43, nummer 3, mei 2021
Oplage
1250 exemplaren
Abonnementen
Abonnementen op de Appel zijn te verkrijgen
bij het bestuur van W.S.G. Isaac Newton.
Abonnementsprijs 25 euro per jaar
© 2021 de Appel
De redactie is op geen enkele wijze
verantwoordelijk voor de inhoud van de
aangeleverde kopij en houdt zich het recht
kopij in te korten en te wijzigen.
Hoofdredacteur
Almer Lagerweij
Eindredacteur
Michiel Louwé
Grafische vormgeving
Fedde Engelen
Jeroen van den Hoogen
Redactie
Ekaterina Antimirova
Koen Kleverwal
Alicia Knijnenburg
Martijn van de Ven
Fausto Visser
Sabine van der Werff
Hugo Wesselink
Danique Wetsteijn
Drukker
Drukbedrijf.nl
Joan Muyskenweg 114
1114 AN Amsterdam
Advertenties & Advertorials
p. 2 Aeronamic
p. 11 Witteveen+Bosch
p. 22-23 ASML
p. 32 Shell
p. 40-41 Prodrive
12
Nederlandse waterlinie
Werk aan de groene weg &
Naarden
26
Campus security
Shifts meedraaien met
Charlie
34
How to become invisible?
Common steps to hide an
object from enemy’s radar.
38
Crumple zone
Weak construction or
thoughtful design
4
DE APPEL
06 De Nieuwe Hollandse
Waterlinie
Water als bondgenoot
24 Association News
33 Enschede
Column Hugo
36 Auke Hogeterp
De wielen van
42 Global seed vault
44 Quality assurance
committee report
46 Opslag explosieven
Van rotjes tot atoombommen
REDACTIONEEL
Voor ons redactieleden is het mooiste moment
van het jaar weer aangebroken. Na de eerste
twee, al zeg ik zelf, zeer geslaagde reguliere
edities, is het nu tijd voor de derde editie van
deze jaargang. Zoals voorgaande jaren kan
dat maar één ding betekenen, het is weer
hoogste tijd voor de special! In de special wordt er extra aandacht
besteedt aan het thema en wordt er gepoogd menig
interessante locatie te bezoeken. Het thema van deze editie
betreft ‘Security’. Een thema wat de mensheid sinds het begin
der tijden bezighoudt. Het zit verweven in ons dagelijks
leven, zonder dat we hier vaak bij stilstaan. Stilstaan bij alle
dingen die er zijn om jou en mij veilig te houden. Neem je
mobieltje bijvoorbeeld, grote kans dat deze beveiligd is met
een wachtwoord, vingerafdrukscanner of wat dan ook. De
beveiliging van je telefoon is misschien een beetje triviaal,
maar denk eens aan de deltawerken, dijken en uiterwaarden?
Allemaal gebouwd om ons allemaal veilig te houden.
Onszelf beschermen van het water is altijd al aan de orde
geweest, maar we hebben onszelf ook jarenlangs beschermd
met water. De Nieuwe Hollandse Waterlinie, dit gigantische
project, met als doel Nederland te beschermen, wordt in deze
speciale editie belicht. Voor ons werktuigbouwkundigen is er
ook genoeg werk te vinden, in alles wat dient voor de ‘security’.
Om al deze redenen vonden wij het als Appelredactie
hoogstens tijd dit thema eens uit te lichten. Zoals je van ons
gewend bent trekken wij ook dit thema weer vrij breed en
zal je van veel informatie en entertainment voorzien worden.
Samen met de redactie is stad en land afgereisd om een aantal
vestingsteden en locaties vast te leggen en te beschrijven.
Honderden kilometers asfalt vlogen onder ons door om dit
te bereiken. Daarnaast is er voor jullie als lezer een exclusieve
inkijk bij onze eigen beveiligers. Een aantal redactieleden
hebben namelijk een etmaal met onze eigen beveiligers,
beter bekend als Charlie, doorgebracht. Zo krijg je een kijkje
achter de schermen van de mensen die de campus veilig houden.
Daarnaast wordt een ander stukje beveiliging uitgelegd,
de kreukelzone. Hopelijk een soort beveiliging waar je nooit
gebruik van hoeft te maken. Dit en nog veel meer in deze speciale
editie van onze Appel. Ik wens je veel lees- en kijkplezier
met deze security special.
Almer Lagerweij
Hoofdredacteur
DE APPEL 5
DE NIEUWE HOLLA
WATER ALS BONDGENOOT
Verscholen onder begroeiing, maar soms ook midden in het landschap, kan je in
Midden-Nederland allerlei verdedigingswerken vinden. Forten, bunkers, loopgraven,
kleine sluisjes en zelfs hele kastelen en steden. Als je goed zoekt, vind je er steeds
meer. Al deze werken staan niet op zichzelf, ze waren
onderdeel van een groter geheel: de Nieuwe Hollandse
Waterlinie. In dit ambitieuze project zorgden
Nederlanders ervoor dat water voor een keer
niet de vijand was, maar juist de bondgenoot.
Laten we een duik nemen in het verhaal van
DOOR SABINE VAN DER WERFF
de Nieuwe Hollandse Waterlinie!
DE OUDE HOLLANDSE WATERLINIE
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is, zoals de naam al doet vermoeden,
niet de eerste waterlinie die men in Nederland kende. Het is de opvolger
van de Hollandse Waterlinie, of voor de duidelijkheid: de Oude Hollandse
Waterlinie.
We bevinden ons in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden,
waarin acht gewesten, een soort provincies, verenigd waren. Van deze
gewesten had alleen Drenthe geen stemrecht in de Staten-Generaal,
waardoor de republiek werd bestuurd door de vertegenwoordigers
van zeven gewesten. In theorie waren al deze gewesten gelijkwaardig,
hadden ze gezamenlijk beleid en droegen allen bij aan een fatsoenlijke
defensie van de Republiek. In de praktijk was het Graafschap Holland,
één van deze gewesten, die de kar trok. Holland was voor ongeveer
60% van de staatsinkomsten verantwoordelijk, voornamelijk door de
scheepvaart, visserij, handel en nijverheid. Daarnaast huisde het ook het
politieke centrum van de Republiek, Den Haag. Hiermee was het een
belangrijk en machtig gewest, maar ook een interessant en strategisch
doelwit in oorlogstijden.
Hoewel de Republiek op het water een sterke vloot had, was de verdediging
op het land nogal verwaarloosd. In juni 1672, wat later de boeken in
zou gaan als het rampjaar, kreeg de Republiek het aan de stok met zowel
Engeland, Frankrijk, Münster als Keulen. Onder aanvoering van koning
Lodewijk XIV kwam het Franse leger bij Lobith Nederland binnen. Ze
wonnen snel terrein en waren zelfs al tot Utrecht doorgedrongen. In
Holland werd met man en macht gewerkt aan een verdedigingslinie om
de Fransen te stoppen. Van Muiden tot aan wat nu de Biesbosch is werd
een brede strook land onder water gezet: de Oude Hollandse Waterlinie
was geboren.
Dat men op het idee kwam om dit te doen was niet zo raar, ook ten tijde
van de Tachtigjarig Oorlog (1568-1648) maakten de Hollanders al graag
gebruik van ‘inundatie’, het onder water zetten van een gebied. Het werd
ingezet bij de strijd om Den Briel, Alkmaar en Leiden bijvoorbeeld. Dit
was toen op relatief kleine schaal, maar de Oude Hollandse Waterlinie
besloeg een groot gebied.
6
DE APPEL
NDSE WATERLINIE
Was iedereen nou zo gecharmeerd van dit idee? Nou, nee. Door de inundatie
werden de polders met zout zeewater onderwater gezet, wat
tot groot protest leed bij de boeren. Zij zagen hun inkomsten letterlijk
wegspoelen. Sommigen probeerden de doorgestoken dijken weer te
herstellen of de sluizen te sluiten. Er waren zelfs stadsbesturen die de
inundaties aanvankelijk helemaal niet steunden, vanwege de negatieve
gevolgen voor de boeren.
De oorlog in 1672 verliep niet zonder slag of stoot, zo kwamen de Hollanders
er pijnlijk achter dat inunderen weinig zin heeft als het in de
winter gaat vriezen. In 1674 kwam de oorlog toch tot een eind. Holland
besloot de Oude Hollandse Waterlinie te verstevigen en te verbeteren.
Ook werd de linie stukje bij beetje naar het oosten verschoven, maar de
stad Utrecht bleef nog altijd buiten de linie.
Eind 18e eeuw pleitte de waterbouwkundige Cornelis Krayenhoff voor
een linie die ook Utrecht zou beschermen. Dit plan werd vanaf 1815 uitgevoerd
op bevel van koning Willem I, met wie we ook in het Koninkrijk
der Nederlanden belanden. Pas rond 1870 was de nieuwe stelling af. Tegen
het einde van deze bouwperiode bleek het noodzakelijk Utrecht nog
beter te beschermen met extra forten. De kanonnen waren inmiddels
zo doorontwikkeld dat ze óver de linie heen konden schieten en ook
nog eens een stuk trefzekerder waren. Vooral omdat Utrecht zich na de
invoering van de trein had ontwikkeld tot belangrijk spoorknooppunt,
moest voorkomen worden dat de stad in verkeerde handen viel of in de
vuurlinie terecht kwam. Dit soort uitbereidingen en doorontwikkelingen
waren doorlopend nodig, want de ontwikkeling van de munitie en
het geschut werd steeds sterker.
LOCATIE
De Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt vanaf het IJsselmeer, bij Pampus
en Muiden, via de oostkant van Utrecht, naar het zuiden, tot aan
Werkendam bij de Biesbosch. De linie bestaat uit ongeveer 45 forten, 5
vestingsteden, 2 kastelen en nog veel meer schuilplaatsen, kazematten,
sluizen en andere waterwerken. Dit maakt de Nieuwe Hollandse Waterlinie
tot het grootste rijksmonument van Nederland.
Wanneer je een kaart van de waterlinie op de volgende pagina bekijkt,
zie je dat de focus vooral ligt op het afweren van aanvallen vanuit oostelijke
richting. Dat is zo op het eerste gezicht misschien merkwaardig,
DE APPEL 7
Nederland heeft regelmatig te maken gehad met een inval vanuit, bijvoorbeeld,
Spanje of Frankrijk. Toch was het een logische keuze, de grotere,
zuidelijke rivieren waren een grote natuurlijke barrière. De IJssel
daarentegen, stelde als natuurlijke hindernis veel minder voor.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie stond niet op zichzelf, er waren nog
meer linies. Uit een inventarisatie van de Rijksoverheid bleek dat er in
Nederland wel 45 stellingen en linies zijn of zijn geweest, waarvan ongeveer
10 waterlinies. De opmars richting de Nieuwe Hollandse Waterlinie
werd aan de oostkant geremd door de IJssellinie, en daarna door de
Grebbelinie. Deze laatste speelde ook een belangrijke rol in de Tweede
Wereldoorlog onder de naam “Valleistelling”, als hoofdverdediging van
Nederland. Laatste is een bijzondere linie de Stelling van Amsterdam,
die in de 19e eeuw als een ring om de hoofdstad werd aangelegd om deze
te beschermen en sinds 1996 is aangewezen als UNESCO werelderfgoed.
INUNDATIE EN FORTEN
De linie werkt onder het principe van inundatie: het onder water zetten
van grote gebieden. Slechts een halve meter water was voldoende, dit
maakte het water te ondiep om door heen te varen, maar er met een bepakt
leger doorheen lopen was naast onhandig ook simpelweg gevaarlijk.
Sloten en kleine riviertjes waren onzichtbaar en konden daarmee
voor problemen zorgen. De breedte van het geïnundeerde gebied wisselt
sterk. Ten oosten van Utrecht was de linie slechts enkele honderden
meters breed, maar op sommige plekken was de linie wel meer dan 10
kilometer breed. Gemiddeld is de linie echter 3 tot 5 kilometer breed.
Het inunderen heeft echter ook nadelen. Zo zagen de Fransen in de winter
van het rampjaar 1672 hun kans schoon om over het ijs vanuit Woerden
richting Alphen aan de Rijn te trekken. Hoewel deze missie mislukte,
werd wel pijnlijk duidelijk dat ook dit systeem zijn zwakke kanten kent.
De inundatie kon worden opgezet door een ingenieus samenspel van
dijkjes, sluizen, sloten en kanalen. Met deze middelen kon het waterpeil
nauwkeurig geregeld en gehandhaafd worden, waarbij de polders droog
waren in rustige tijden, maar het peil snel kon stijgen in oorlogstijd.
Tussen de geïnundeerde gebieden lagen wegen en later spoorwegen
om het gebied in en uit te kunnen. Dit noemde men de accessen. Deze
waren hoger gelegen en moesten, ook ten tijde van oorlog, begaanbaar
blijven. Samen met de plekken waar het waterpeil geregeld werd waren
dit uiterst zwakke plekken in de linie, die goed verdedigd moesten
worden. Hiervoor werden de accessen uitgerust met forten en andere
verdedigingswerken. Ook de kastelen, Slot Loevestein en het Muiderslot,
hadden een soortgelijke functie. De vestingsteden Gorinchem, Muiden,
Weesp, Woudrichem en uiteraard Naarden waren van cruciaal belang
om strategische punten te controleren, bijvoorbeeld belangrijke wegen
of waterwerken.
Omdat ieder fort goed moest werken voor zijn specifieke locatie, is bijna
elk fort een uniek bouwwerk. Ook over de beplanting op en om het fort
werd nagedacht: doornhagen dienden als natuurlijk prikkeldraad en
planten met veel en grote wortels konden de grond beter vasthouden
in het geval van een granaatinslag. Later werd de linie van de forten
uitgebreid met de aanleg van kleinere werken, zoals batterijen en opslagplaatsen,
en naar aanloop van de Tweede Wereldoorlog kwamen hier
ook bunkers en kazematten bij.
De kracht van de waterlinie is dat met het inunderen en de beperkte toegang
tot het gebied achter de linie er relatief weinig manschappen nodig
zijn om toch een groot gebied te kunnen verdedigen. Zo was er voor
de Nieuwe Hollandse Waterlinie een permanente bezetting van 12000
manschappen, maar was er 33000 tot 36000 man op de been in tijden
van oorlogsdreiging. Ter vergelijking: in 1850 woonden er ongeveer 1,2
miljoen mensen in de provincies Utrecht en Noord- en Zuid-Holland, 50
jaar later was dat het dubbele.
OORLOGEN
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is ongeveer 70 jaar in gebruik geweest,
van 1870 tot 1940. In die tijd is hij drie keer daadwerkelijk in stelling
gebracht, al dan niet gedeeltelijk. De eerste keer was in de Frans-Duitse
Oorlog, die plaatsvond van 1870 tot 1871. Hoewel Nederland niet direct
betrokken was bij deze oorlog, werden het leger en de Nieuwe Hollandse
Waterlinie wel gemobiliseerd.
De tweede in stelling brenging van de waterlinie was voor de Eerste
Wereldoorlog. Vanwege de weer toegenomen technologische ontwikkelingen
in de oorlogsvoering was het nodig om de linie extra te verstevigen
en uit te bereiden. Vooral rondom Utrecht werden stellingen bijgebouwd,
om de bestaande forten en verdedigingswerken te verdedigen.
Er ontstonden infanteriestellingen met loopgraven en versperringen,
en zogenaamde groepsschuilplaatsen (bunkers) om de infanteristen te
beschermen tegen mortiergranaten.
Een van deze plekken is het Werk aan de Groeneweg in Schalkwijk, ten
zuidoosten van Utrecht. Deze infanteriestelling van 500 meter lang,
aangelegd om het fort Honswijk te beschermen, is vandaag de dag nog
nagenoeg in zijn oorspronkelijke staat. De stelling bestaat uit aarden
wallen met loopgraven en grachten, en op het terrein liggen meer dan
50 groepsschuilplaatsen uit de Eerste Wereldoorlog.
Ook in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog is de Nieuwe Hollandse
Waterlinie nog in stelling gebracht en uitgebreid. Zo staan er op het
terrein van het Werk aan de Groeneweg ook bunkers uit de Tweede Wereldoorlog,
die groter en anders van vorm zijn dan hun voorgangers.
Het mocht allemaal echter niet baten. De Nieuwe Hollandse Waterlinie
moest het nu écht afleggen tegen de moderne ontwikkeling in de oorlogsvoering:
het vliegtuig.
Ironisch genoeg is de laatste ingebruikname van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie door de Duitsers. Om de geallieerde opmars te remmen inundeerden
ze de linie gedeeltelijk rond 1944. Toen Nederland uiteindelijk
toch echt bevrijd was, is de waterlinie in verval geraakt. Het werd direct
na de oorlog niet meer onderhouden en verloor in 1963 definitief zijn
functie als militair verdedigingswerk.
RIJKSMONUMENT EN WERELDERFGOED
Nadat de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn militaire functie was kwijtgeraakt,
kwam er pas in het midden van de jaren negentig een nieuw
besef van het cultuurhistorisch belang van de linie. In de tussentijd zijn
veel forten niet of nauwelijks toegankelijk geweest, omdat ze eigendom
van Defensie waren. De natuur kon haar gang gaan en onder andere
vleermuizen maakten daar dankbaar gebruik van. Ondanks dat zijn de
meeste van de forten en overige verdedigingswerken wel heel goed bewaard
gebleven.
Een aantal van de forten is in handen van Staatsbosbeheer, andere forten
worden gebruikt als horeca- of evenementenlocatie of als museum.
De meesten zijn echter (in normale tijden) op één of andere manier te
bezoeken.
DE APPEL 9
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is in 1995 toegevoegd aan de voorlopige Werelderfgoedlijst
van UNESCO. Momenteel is de linie nog steeds niet definitief toegevoegd, daarvoor moet een
beschermingsplan voor het erfgoed worden opgesteld en moet het mogelijk zijn om het werk
te bezoeken of te bekijken.
Dat laatste zit wel goed, in 2008 is besloten om 150 miljoen euro te reserveren voor het restaureren
en opknappen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de aanleg van verschillende fiets- en
wandelpaden. Vanaf 2009 is de Nieuwe Hollandse Waterlinie als geheel een rijksmonument.
Losse onderdelen van de linie waren dat al, maar door de linie als geheel tot rijksmonument te
maken kan ook het aangezicht en het landschap beschermd worden, bijvoorbeeld.
AFSLUITING
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is in vele opzichten een interessant en uniek bouwwerk, en
zijn rijke geschiedenis is goed bewaard gebleven. De vele forten, bunkers en andere werken zijn
te vinden in het landschap, al moet je soms even goed zoeken. Ook het internet staat vol met
mooie verhalen over de linie als geheel, maar ook van de verschillende losse onderdelen. Met zoveel
verdedigingswerken en waterlinies in Nederland is er vast iets in de buurt om te bezoeken
of te bekijken. Ook in tijden van Corona is dit, hetzij wat beperkter, prima te doen. De geschiedenis,
de verhalen en de ingenieuze techniek maken een bezoek absoluut de moeite waard! a
10 DE APPEL
Business Experience
Energy plant plant Hengelo
ne June 14th 14th and and 15th, 15th, 2021 2021
What will you do?
will you do?
You will optimize the processes of the Energy plant in
ill optimize the processes of the Energy plant in
Hengelo. Together with a team you will look for plant in plant Hengelo! in Hengelo!
elo. Together with a team you will look for
energy-neutral or even energy-generating solutions
y-neutral or even energy-generating solutions
for complex problems. Technical expertise, process
Register!
mplex problems. Technical expertise, process
Register!
insight and innovation are key. This is a realistic
Are you studying mechanical engineering,
ht and innovation are key. This is a realistic
Are you studying mechanical engineering,
reflection of the work at Witteveen+Bos. More info:
electrical engineering, IT & computer science,
tion of the work at Witteveen+Bos. More info:
electrical engineering, IT & computer science,
www.vechtstromen.nl/buurt/projecten/energiefabriek
mathematics or physics?
.vechtstromen.nl/buurt/projecten/energiefabriek
mathematics or physics?
Invest in your future and register!
Invest in your future and register!
Where does it take place?
e does it take place?
The experience is completely virtual. You will enter
Go to www.witteveenbos.com > Werken bij >
xperience is completely virtual. You will enter
Go to www.witteveenbos.com > Werken bij >
the sustainable and circular Energy Factory in
Evenementen > Business Experience
ustainable and circular Energy Factory in
Evenementen > Business Experience
Hengelo from your own computer. In the Energy
Energiefabriek Hengelo.
elo from your own computer. In the Energy
Energiefabriek Hengelo.
Factory economic, sustainable and circular energy are
ry economic, sustainable and circular energy are
recovered from the fermentation of sewage sludge
You can apply up until June 2nd 2021.
ered from the fermentation of sewage sludge
You can apply up until June 2nd 2021.
which is released during the sewage treatment from
is released during the sewage treatment from
water authority 'Vechtstromen'.
r authority 'Vechtstromen'.
The team
eam
You will work in a multidisciplinary team consisting of
ill work in a multidisciplinary team consisting of
university students (master) with a background in
rsity students (master) with a background in
mechanical engineering, electrical engineering, IT &
anical engineering, electrical engineering, IT &
computer science, mathematics and physics . You
uter science, mathematics and physics . You
will also receive guidance from experienced
lso receive guidance from experienced
Witteveen+Bos employees.
veen+Bos employees.
Discover Discover the circular the circular energy energy
VESTINGSTEDEN
WERK AAN DE GROENE WEG & NAARDEN
DOOR FAUSTO VISSER & SABINE VAN DER WERFF
FOTOGRAFIE JEROEN VAN DEN HOOGEN & MICHIEL LOUWÉ
12 DE APPEL
WERK AAN DE GROENE WEG
In onze zoektocht naar de bouwwerken die Nederland veilig hebben
gehouden, zijn we gestuit op Werk aan de Groeneweg. Met prachtig,
wisselvallig, Nederlands weer hebben we deze stelling bewonderd.
Het Werk aan de Groeneweg is deel van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie en is gebouwd om Fort Honswijk te beschermen. Dit
gebied zou niet onder water komen te staan bij het inunderen en zou
dus een mogelijke route naar Fort Honswijk zijn. Het Werk aan de
Groeneweg zorgde voor extra verdediging van dit fort.
EERSTE WERELDOORLOG
Fort Honswijk was van belang bij het verdedigen van de Lek. Om Fort Honswijk
dus te beschermen van een directe aanval langs de Noorder-Lekdijk,
werd tijdens de mobilisatie van de Eerste Wereldoorlog op 1,8 km afstand
van het fort Werk aan de Groeneweg gebouwd. In 1918 was de bouw gereed.
Het Werk aan de Groeneweg bestond uit een wal van 600 meter tussen de
Lekdijk en de Achterdijk. In deze wal lagen loopgraven en schuilplaatsen.
Ook werden er betonnen schuilplaatsen voor de wal geplaatst.
DE APPEL 13
TWEEDE WERELDOORLOG
In 1936 worden tien schuilplaatsen omgebouwd tot een kazemat, een soort schuilplaats die voorzien
is van schietgaten en ruimte om vuurwapens te plaatsen. Tijdens de mobilisatie van de Tweede
Wereldoorlog in 1939 en 1940 werd Werk aan de Groeneweg nog verder uitgebreid. Dit keer met
tankversperringen, miltrailleuropstellingen en nog meer schuilplaatsen. Dit bleek allemaal futiel,
tijdens de Duitse inval van 1940 heeft de vijand vrijwel geen vertraging opgelopen door dit werk.
14 DE APPEL
DE APPEL 15
HEDEN
Staatsbosbeheer heeft in 2013 en 2014 Werk aan de Groeneweg teruggebracht
naar zijn oorspronkelijke glorie van 1936. In het huidige landschap
zijn tientallen groepsschuilplaatsen en kazematten te zien. Het beeld is indrukwekkend,
zeker omdat er niet heel veel bouwwerken gebouwd voor
de oorlog nog in zulke goede staat te bewonderen zijn. Een ding was wel
duidelijk, je kon in die tijd beter niet lang zijn als soldaat, want je kan een
lichte hernia oplopen bij het betreden van de schuilplaatsen. Belonend is
het wel als je eenmaal binnen bent, je waant je helemaal terug in de tijd.
En met een beetje geluk verandert iets lelijks als een schuilplaats met een
schietgat, nog wel in een mooie camera obscura.
16 DE APPEL
NAARDEN
Vlakbij het Gooimeer tussen Amsterdam en Amersfoort ligt de historische vestingstad Naarden. De oorsprong van
Naarden ligt ergens omstreeks het jaar 1000 toen er een havendorp ontstond aan de oude Zuiderzee. De plaats heette
toen Naruthi. Eind 13de eeuw kreeg Naarden stadsrechten van Graaf Floris de vijfde, de toenmalige heer van het
Gooiland. Vrij kort daarna bedreigde het steeds meer oprukkende woeste water van de Zuiderzee het plaatsje en werd
het bovendien in mei 1350 zwaar beschadigd tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten. Naarden werd daarom in 1355
iets zuidelijker herbouwd op de huidige plek op een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug. De stad kreeg een enkele
stadsmuur en verdedigingswallen, indertijd niet onaanzienlijk, maar veel minder uitgebreid dan de huidige vestingwerken.
Het huidige Naarden is een van de best bewaarde vestingsteden in Europa
met zijn volledige stervorm. De verdedigingswerken rondom de stad
bestaan uit zes bastions, een dubbele omwalling en een dubbele grachtengordel.
De bastions zijn vijfhoekige uitbouwen die de belangrijkste
bouwwerken van de vesting vormen en ze zitten direct aan de stadswal
vast. Om deze zes bastions heen ligt de eerste ring van water. Binnen
in deze ring liggen weer eilanden, de zogenaamde ravelijnen. Elke ravelijn
bevindt zich midden tussen twee bastions in. Drie van de ravelijnen
doen ook dienst als tussenstation voor elk van de drie toegangswegen.
Om de ravelijnen heen ligt de envelop. Dit is een ononderbroken stervormige
wal om de vesting die dient als buitenste wal. Tenslotte ligt
hieromheen nog de buitengracht.
Om de reden achter deze immense vestingwerken te achterhalen, moeten
we terug gaan naar de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). In het jaar
1572 trok Don Frederik, de zoon van de hertog van Alva op tot de Mid-
DE APPEL 17
deleeuwse Naardense stadsmuren. De verdedigingswerken van Naarden
bestonden toen nog uit de enkele stadsmuur met poorten en een wal.
Twee weken eerder was het gevreesde Spaanse leger de dichtgevroren
rivier de IJssel overgestoken en had vreselijk huisgehouden in Zutphen,
waar het merendeel van de bevolking door hen was uitgemoord.
Uit angst voor Spaanse vergeldingen als ze zich zouden verzetten, hebben
de inwoners van Naarden op 1 december hun stadspoorten geopend
voor de Spanjaarden. De Spaanse soldaten werd een maaltijd aangeboden,
waarna de burgerij is opgeroepen om naar de Gasthuiskerk te
komen, dat toen fungeerde als stadhuis, om de vredesvoorwaarden te
vernemen. Op hoornsignaal stortten de Spaanse soldaten zich echter
vervolgens totaal onverwacht op de ongewapende burgerij. Voor en in
het toenmalig stadhuis (nu Spaansche Huis met weegschaalmuseum)
werden 486 Naardense inwoners direct vermoord en vervolgens nog
eens ongeveer 400 burgers elders in Naarden door de plunderende en
moordende Spaanse troepen.
Daarna trokken de Spaanse troepen verder om het beleg van Haarlem
te slaan en ze lieten een garnizoen achter in Naarden dat de stadsmuur
afbrak. Vier jaar is Naarden in Spaanse handen geweest, totdat Alva
in 1576 de vesting opgaf na een aantal Spaanse nederlagen in de regio.
Vrij snel hierna begon de herbouw van Naarden. Voor de Hollanders
was wel gebleken dat Naarden veel betere verdedigingswerken nodig
had dan een enkele stadsmuur. De eerste werkzaamheden werden uitgevoerd
naar het oud Nederlandse model voor vestingwerken dat mede
door Simon Stevin bedacht is. Dit bouwplan is toegepast op en verder
geperfectioneerd door Adriaen Anthonisz voor de verbetering van de
vestingwerken in Naarden. De Nederlanders hebben volgens deze ontwerpen
de eerste delen van de vesting gebouwd. Na het einde van
de Tachtigjarige Oorlog raakte de vesting echter weer in verval.
In 1668 kon men het niet eens worden over de herbouw
en verbetering van de vestingwerken. In 1672 konden de
Franse troepen daarom de inmiddels verwaarloosde
vesting zonder slag of stoot innemen: de inwoners
van Naarden, inclusief legereenheden, liepen
in paniek de ene poort uit terwijl de Fransen
via de andere ingang de stad binnenkwamen.
De Fransen bleven 14
maanden in Naarden. Ze hebben
18 DE APPEL
de vestingwerken zelfs uitgebreid door de ravelijnen te bouwen en met
het aanbrengen van een palissadewal met gracht voor de hoofdwal. Deze
verbeteringen hebben helaas voor de Fransen niet kunnen voorkomen
dat het volgende jaar de vesting heroverd werd door stadhouder Prins
Willem III. De Franse bevelhebber Du Pas kreeg voor deze smadelijke
nederlaag uiteindelijk een levenslange gevangenisstraf opgelegd omdat
hij de stad te gemakkelijk had overgegeven.
Tussen 1673 en 1685 werd de vesting onder het gezag van Prins Willen
III verder uitgebreid. Adriaan Dortsman maakte met hulp van Nicolaas
Witsen, een definitief ontwerp voor de verdedigingswerken. Dortsman
beleefde echter weinig plezier aan zijn opdracht. De besturen van Amsterdam
zagen in de nieuwe vesting eerder een bedreiging dan een bescherming
en grepen elke kans aan om de bouw te saboteren. Bij een
inspectie in 1681 kwamen ernstige gebreken aan het licht, het gevolg van
malversaties waarvan Dortsman grotendeels onterecht de schuld kreeg.
Het werk werd daarna voltooid door Willem Paen. In 1685 was de huidige
verdedigingslinie af met een dubbele gordel van wallen en grachten. Dit
had wel tot gevolg dat Naarden zijn haven met directe verbinding naar
de Zuiderzee verloren was en daarmee ook haar visserij.
In de daarop volgende eeuw is er vervolgens verder weinig verbeterd
aan de vesting. De vesting Naarden is onderdeel gaan uitmaken van
eerst de Oude Hollandse Waterlinie en later de Nieuwe Hollandse Water-
DE APPEL 19
linie en vormt daarvan het meest Noordelijke deel.
De laatste keer dat er uitgebreid aan de vestingwerken gesleuteld is,
was na de Frans-Duitse Oorlog in 1870-1871. De toevoegingen bestonden
uit het bouwen van een reeks onderaardse ‘bomvrije’ kazernes in een
aantal bastions en het bouwen van verzonken mortierkazematten in de
saillanten (punten) van een aantal bastions. Verder kwamen er een bomvrij
ziekenhuis en een bomvrije bakkerij in een van de bastions. Tussen
1867 en 1870 werd ook het Offensief voor Naarden aangelegd. Een vijftal
versterkingen schermden het hoge gebied af ten zuiden van de Vesting
Naarden, maar lagen vóór de inundaties van de waterlinie. Vanuit hier
waren offensieve acties tegen de invallende legers mogelijk. In de eerste
fase van de strijd lag het veldleger voor de inundaties, maar bij tegenslag
trok het leger zich terug achter de inundaties. De fortenrij
beschermde de ruimte tot Naarden waardoor de troepen tijd
kregen om veilig terug te trekken.
De vestingfunctie van Naarden had ook gevolgen voor de bebouwing
buiten de directe vesting. Vanwege de Kringenwet van 1853 moesten
gebouwen buiten de vestingwallen en daarmee verwante militaire instellingen
(zoals de batterijen aan de Karnemelksloot, onderdeel van de
Nieuwe Hollandse Waterlinie) van hout worden gebouwd (een stenen
voet van maximaal 50 centimeter was toegestaan). Bij een eventuele
aanval konden deze dan gemakkelijk worden afgebrand en kon de vijand
zich niet hierachter verstoppen.
Ook nu nog kenmerkt de directe oostelijke omgeving van Naarden Vesting
zich door betrekkelijk weinig bebouwing en prachtige vergezichten
die een indruk geven van haar roemruchte verleden. b
20 DE APPEL
DE APPEL 21
ADVERTORIAL
WHEN OP-
PORTUNITY
KNOCKS,
DARE TO
OPEN THE
DOOR
Experienced people know that careers are founded on as
much luck as judgement and skill, as Arnela Masic discovered
during her engineering studies in 2015. One lucky moment
put her on a path to the career she enjoys today: she forgot
her lunch. “A friend suggested I could get a free lunch at
an ASML-hosted lunch meeting on campus that day. It was
there I learned about the ASML scholarship. I applied and
was eventually selected – it felt pretty special as only 25
scholarships are on offer in the Netherlands each year.”
Through the scholarship, ASML supported Arnela through a
Masters in Systems and Control, which then led to her joining
the company in 2017.
NOTHING “GREY-HAIRED” ABOUT IT
“Everybody at my university had heard of ASML – the logo is everywhere.
But what they did there was more of a mystery. For me personally,
‘lithography’ did not sound as interesting as other technical industries
like aerospace or automotive. I was picturing grey-haired guys
doing boring experiments. It wasn’t until I got to know them through
the scholarship that I realized there’s nothing ‘grey-haired’ about it.
There are so many different careers here, with such diverse, supersmart
people. It was nothing like I expected.”
ENGINEERING AND SO MUCH MORE
“I was looking for more than just a ‘technical’ job. After learning about
the many different careers on offer, the role of Customer Support Applications
Engineer really appealed to me. I get to travel to customer sites
around the world – the US, Korea, Japan, China and Taiwan - and work
on projects to improve the performance of our lithography systems. I
get to use my engineering knowledge – not in terms of always knowing
the answers, but in terms of applying logic, troubleshooting, analysis
and identifying which experts can help – and I combine it with communications,
project management and implementation. There’s great team
spirit; I’m supported by a wide network of experienced colleagues who
all help each other.”
AN IDEA WORTH MILLIONS
“And I receive lots of training, both technical and non-technical – soft
skills like customer focus and influencing without power.” Arnela quickly
found out how useful her newly acquired skills are. “There was project
at a customer where it was important to prove a certain output of a
machine in order to make the sale. However, at that moment, there was
an issue with one of the machine parts that would not have helped my
demo test. My training helped me convince people to make this issue
a priority over their own projects, resulting not only in a permanent
solution, but also in the sale of the system worth millions!”
ARNELA’S ADVICE – ‘GO FOR IT’
“My advice is if something about a job sounds interesting then don’t
overthink it, just try it, because you never know exactly what you will
be doing on a day to day basis. That’s ok, nobody does when they start.
But at companies like ASML, you will have excellent training, support
and inspiring colleagues, so there’s no need to be afraid to go for it.
When opportunity knocks, dare to open the door. For me, there’s has
literally been a whole world to discover, and I’m really enjoying the journey
– it was worth stepping into the unknown to start it.”
Are you interested to learn more about ASML? Visit www.asml.com/
students for more information about our events, internships and scholarship
program.
ADVERTORIAL
COMPANY PROFILE
ASML is a high-tech company, headquartered in the Netherlands. We manufacture
the complex lithography machines that chipmakers use to produce integrated
circuits, or computer chips. Over 30 years, we have grown from a small
startup into a multinational company with over 60 locations in 16 countries
and annual net sales of €14.0 billion in 2020.
Behind ASML’s innovations are engineers who think ahead. The people who
work at our company include some of the most creative minds in physics, electrical
engineering, mathematics, chemistry, mechatronics, optics, mechanical
engineering, computer science and software engineering.
Because ASML spends more than €2 billion per year on R&D, our teams have
the freedom, support and resources to experiment, test and push the boundaries
of technology. They work in close-knit, multidisciplinary teams, listening
to and learning from each other.
GET IN TOUCH WITH YOUR
ASML CAMPUS PROMOTOR!
SANDER GEURTS
sander@workingatasml.com
If you are passionate about technology and want to be a part of progress, visit
www.asml.com/careers.
ASSOCIATION NEWS
IN THE PICTURE
THE GREAT NEWTON BAKE-OFF
As I’m writing this, multiple videos of cakes, pies and breads are entering
my mailbox. The Great Newton Bake-Off started a while ago and
we’ve had many responses already. You might all have heard about the
Great British Bake-Off, in which people try to bake the prettiest pies
and the best bakers continue to the finals. With Newton we decided to
do a similar thing but then do it online. 12 bakers accepted this challenge
and started baking at home, while filming their process.
For the first round we have received an apple pie, triple layered ice
cream brownies, an orange-chocolate cake, a raspberry-chocolate
cake, double filled puffs, a focaccia and even a frikandellen-pie. Like
these creations, the documentation of the bakers varied enormously
J
as well. Some of them made a video, some sent many photos and one
even made a live vlog of him baking. An experienced jury will be selecting
the best of the best Newtonians for another challenge. These
five bakers will continue to the finals where they will bake a second
cake in a special theme; an Apple!
For the final, the Newton-board will visit the bakers and give their
judgement about the cakes. The best baker of the final will receive
a Apfelkorn-pie and a cookbook. As you are reading this edition, the
winner has been selected already! But for the moment, we are curious
to see how this Bake-Off will continue in the following week and we’ll
keep you up to date!
24 DE APPEL
FIRST YEAR HUNGER GAMES
In the beginning of March, the First Years Activity Committee organised
the Hunger Games via Minecraft. Almost 30 students joined
the activity and were all placed in the middle of the Minecraft field,
without any supplies. Around the map various chests were hidden
with supplies in there, and just as with the Hunger Games movie,
the final goal was to kill everyone while staying alive yourself. The
last one alive wins! The activity was really successful and we played
quite some rounds. After the activity the Minecraft server stayed
online for a few more weeks and several students still made use of
the server to build all different kinds of buildings and castles. The
activity was so successful that a second Minecraft activity is being
organised now.
ONLINE ESCAPE ROOM
The board of Newton organised an online escape room. The story
was that it was the summer of 2021 and drinks were allowed again.
You were however locked up in the wrong bar. By solving all kinds
of puzzles you could virtually walk through different buildings to
finally reach Diepzat and enjoy your first beer since the beginning of
Corona. The puzzles varied from trying to solve a code, to reading a
story carefully to find hidden clues and to deciphering a morse code
to get the coordinates to a certain location. Many people showed
up trying to solve the puzzles the earliest, but in the end the 60th
board won!
G.A. ‘S GRAVESANGDE
PUBQUIZ AGAINST CONCEPT
The activity committee of Newton organised a pubquiz together
with cONCEPt, the study association of Civil Engineering. The questions
in the pubquiz were divided over several rounds, some about
Newton, some about cONCEPt and some about the university itself.
Of course, there was also a music round. In total around 80 people
watched the stream. In the end a cONCEPt team won though, so
the prize, sadly, went to them rather than to us. It was a lot of fun
though and we will be sure to win again next time!
On the 15th of April the candidate board of MESA ‘s Gravesande presented
their policy and budget to the members. They are the representatives
of the new study association at the VU in Amsterdam, so
students from the VU also have a place now to go and ask questions.
The board does not have an association room yet but they do have a
boardroom where they will sit to answer questions and where they
will hang posters of their activities. Their policy and budget were
both approved after a few small changes, so they can really start
now with their year.
DE APPEL 25
CAMPUS SECURITY
DOOR DANIQUE WETSTEIJN & FAUSTO VISSER
Waar denk je aan bij het woord beveiliging of security? Jaaaa, onze
eigen Charlie! Speciaal voor jullie hebben twee dappere Appelaars/
Newtonianen meegedraaid met de avond- en nachtploeg van de
campusbeveiliging. Zo hoopten we te ontdekken wie ons nou eigenlijk
altijd in het gareel proberen te houden, hoe ze dat doen en waar ze zich
mee bezig houden als wij tijdelijk andere prioriteiten hebben dan een
vuurtje stoken of geluidsoverlast veroorzaken.
26 DE APPEL
AVOND SHIFT 16-04-2021
Lisanne Koekkoek nam ons mee in de avondploeg. Ze is 27 jaar en komt
uit het Overijsselse dorpje Breklenkamp. Lisanne werkt inmiddels
(m.u.v. een korte tussenpozen) 3,5 jaar bij de campusbeveiliging, waar
regelmatig grapjes over haar achternaam wordt gemaakt. Dat is niet erg,
dan mag zij haar collega’s pesten zonder schuldgevoel. Ze is door een
familielid geïntroduceerd bij het vak en is nog steeds blij met haar keuze.
Ze begon als stagiaire bij de beveiliging toen ze zelf nog jonger was dan
de meeste studenten waar ze mee in aanraking kwam, maar vond al snel
uit dat wederzijds respect de sleutel is bij de interactie met studenten.
En ach, dan kan ze ook nog wel eens gezellig bij een vuurtje gaan staan
op oudjaarsavond. Lisannes neventaak is “evenementen”. Dit betekent
dat ze het aanspreekpunt is voor iedereen die met de organisatie van het
evenement te maken heeft. Of dit nou de Bata is, de Kick-In of de Bedrijvendagen.
Voornamelijk deze gebeurtenissen vindt ze erg leuk en in dat
opzicht baalt ze echt van deze coronaperiode. Voor de beveiligers zorgt
de avondklok voor weinig afwisseling in hun werkdagen. “Het voelt een
beetje als de zomervakantie, wanneer er super weinig studenten op de
campus zijn”. Lisanne is ook minder enthousiast over de ochtenddienst.
Vroeg op, er gebeurt niet veel, veel administratie en mensen met domme
vragen. “Een keer moest ik iemand te woord staan die de huur van
een campuswoning niet kon betalen en om uitstel wilde vragen. Ik kon
verder niks doen maar gaf wel de tip dat er zoiets als huurtoeslag van
de overheid bestaat. Nou dat wilde die persoon dan maar meteen bij ons
aanvragen...” De avond- en nachtdiensten zijn dan wel weer leuk, dan gebeurt
er tenminste wat. Ze vermaakt zich prima om studenten met veel
te veel bierkratjes te zien slepen, of bomen met beentjes in die kerstdinertijd
van het jaar. Dus hoe je het went of keert, hoewel we soms dingen
doen die niet mogen, we maken het werk van de beveiligers wel leuker.
WIST JE DAT:
•De officiële functietitel van Charlie niet beveiliger is, maar gastheer/vrouw? Je hoeft
geen specifieke opleiding te doen om bij de campusbeveiliging te werken, maar je
moet wel de juiste skills hebben.
•Iedere Charlie een neventaak heeft? Een beetje zoals de commissies van Newton.
Enkele neventaken zijn het wisselen van de vlaggen bij de hoofdingang, de auto
onderhouden, systeemexpert in de meldkamer of betrokken zijn bij evenementen op
de campus.
•Terwijl de beveiligers rondrijden in de auto doen ze nooit hun gordel om. Dit doen
ze voor het geval ze ergens met spoed moeten zijn en snel in en uit de auto moeten.
Ook luisteren ze graag naar Tukker FM.
17:00 - 18:00
Bij binnenkomst moest eerst even kortgesloten worden wat er gegeten
ging worden. Lisanne had haar collega’s overgehaald om te bestellen.
Bij de een was dat een erg welkom plan en bij de ander een ongeplande
afwijking van zijn fitte levensstijl. De spareribs zouden er zijn om 19:00,
dus precies tijd om wat vragen te stellen en een peukje te roken. Met
veel tegenzin wel achter de groene belijning natuurlijk.
18:00 - 18:30
De campus werd opgedeeld in een A en B kant. A werd gedaan met de
auto en betrof vooral de gebouwen in het westen en noorden van de
campus. Het centrale en oostelijke gedeelte is goed te doen op de fiets
en wordt de B-kant genoemd. Tijdens het afsluitrondje wordt gecontroleerd
of alle ramen en deuren aan de buitenkant dicht zijn en wordt er
een rondje door het gebouw gedaan om te zien of er geen tussendeuren
openstaan, mensen zijn achtergebleven of lekkage te zien is.
18:30 – 19:30
Terug op de meldkamer in de Spiegel begonnen de maagjes al te rammelen,
maar de bezorger was later, tot groot ongenoegen van fitte Charlie.
Gelukkig vermaakten Lisanne en niet-zo-fitte-Charlie zich daar kostelijk
om en legden even wat uit over de meldsystemen. Het komt neer op camera’s,
heel veel camera’s. En naar die camera’s kan snel geklikt worden
als er een sensor getriggerd wordt. Dit kan gebeuren door brand, lekkage,
inbraak of studenten die na sluiting van het gebouw hun nachtpas
zijn vergeten en dan maar via de nooduitgang de Horst verlaten.
Zo’n melding komt dan met een bliepje binnen en op de camera wordt
bekeken wat er loos is. Vaak genoeg is dat vals alarm, maar regelmatig
moet er toch gecheckt worden.
DE APPEL 27
19:30 - 20:30
Na het lekkere eten was het tijd de gebouwen die om 20:00 dichtgaan
te controleren. Dus in de auto (riem niet om doen) en op weg naar Cubicus,
daarna Erve Holzik. Hier was een groepje hele stoere (lees: uitermate
irritante) tienerjongetjes op de fiets, die zich de rest van de avond
vermaakt hebben de auto te volgen. Daarna was de Faculty Club aan
de beurt, niks aan het handje. Maar toen ging de telefoon dat mensen
de brandtrap van de Hogekamp aan het beklimmen waren. En dat mag
blijkbaar niet, dus heb ik meteen maar even een foto gemaakt terwijl we
met veel tegenzin negen verdiepingen opklommen om twee zusjes weer
naar beneden te sturen.
20:30 - 22:00
Na het lekkere eten was het tijd de gebouwen die om 20:00 dichtgaan
te controleren. Dus in de auto (riem niet om doen) en op weg naar Cubicus,
daarna Erve Holzik. Hier was een groepje hele stoere (lees: uitermate
irritante) tienerjongetjes op de fiets, die zich de rest van de avond
vermaakt hebben de auto te volgen. Daarna was de Faculty Club aan
de beurt, niks aan het handje. Maar toen ging de telefoon dat mensen
de brandtrap van de Hogekamp aan het beklimmen waren. En dat mag
blijkbaar niet, dus heb ik meteen maar even een foto gemaakt terwijl we
met veel tegenzin negen verdiepingen opklommen om twee zusjes weer
naar beneden te sturen.
28 DE APPEL
NACHT SHIFT 12-04-2021
In de nachtshift hebben we mee gelopen met onder andere Jerome. Jerome
Hon werkt al zes jaar in de beveiligingssector, voornamelijk via
NSSG bij evenementen. Via een collega is hij in 2018 het campusbeveiligingsteam
komen versterken. Via NSSG werkte Jerome onder andere op
allerlei grote en kleine festivals en andere gerelateerde evenementen,
zodoende heeft hij al veel ervaring met beveiligen in de ruime zin van
het woord. In mijn gesprekken met Jerome valt mij zijn kalmte vooral
op. Jerome vertelt dat hij vroeger wel een stuk driftiger was maar dat hij
dankzij vechtsport een stuk rustiger is geworden. Deze hobby behoeft
hij al 20 jaar en hij is ook al enige jaren actief als trainer. In die tijd heeft
hij zich eerst voor een hele tijd in Judo verdiept en daarna ook nog in
Poekoelan, kickboksen en freefighten.
Over zijn werk op de campus vertelt hij opgewekt, de interactie met studenten
vindt hij wel een interessante. Studenten gaan volgens Jerome
veel eerder de discussie aan en proberen te overtuigen dat ze volledig in
hun recht staan om de versterkers open te draaien. Dit terwijl de security
het merendeel van de tijd niet uit eigen initiatief komt, maar vanwege
een melding door andere studenten die last ondervinden. Het voordeel
van studenten, ten opzichte van beveiligen op een festival, is dat de kans
op fysieke escalatie gering tot onbestaand is. Jerome heeft op het moment
nog wel het meest last van de avondklok doordat de nachtdiensten
enorm saai zijn geworden. Hij vertelt dat hij veel liever rijdt over een
campus met wat actie en gezellige studenten dan de koude, kille en stille
nacht die we vanavond beleefd hebben.
Jerome valt ook de benaming Charlie op, die heeft hij nooit echt begrepen.
Hij is ermee bekend dat het voortgestroomd is uit het vroegere
poortwachtershuis in de vorm van een sleepboot. Maar naar zijn idee is
het een onderschatting van wat de beveiliging allemaal doet op de campus,
het behelst veel meer dan alleen een poort open doen en boeman
zijn. Zo heeft de beveiliging in het afgelopen jaar veelvuldig studenten
van hulp voorzien die mentaal helemaal in de knel zaten, mede door
de lockdown. Bijvoorbeeld wanneer bezorgde ouders de security belden
omdat ze al weken niets van hun zoon/dochter hadden gehoord ging de
campus security langs om te kijken hoe het met ze ging. Meestal was
dit een geval van geen zin om je ouders te bellen, maar soms was ook
verdere hulp vereist.
21:56 – 23:00
Binnen bij de meldkamer wordt aan mij verteld hoe de systemen
op de campus werken en hoe die in elkaar verweven zijn. Het hele
gebied dat beheerd wordt door het facilitair beheer is inzichtelijk
vanuit de meldkamer. Op de schermen zie ik de plattegronden van
de campus gebouwen, waar zo de vele deursensoren, bewegingssensoren,
videocamera’s, brandmelders, etc. uitgelezen kunnen worden.
Dit geeft direct een beeld aan de meldkamer wat er op de campus
aan de gang is.
DE APPEL 29
0:09
Gezien de avond valt en het een maandag in de tentamenweek is gebeurd
er weinig wat niet door de beugel kan. Zodoende vertrekken Jerome,
nog een medewerker van de security en ik in de VW Up om de
gebouwen te gaan controleren. Als eerste vertrekken we richting de gebouwen
die iets buiten de campus liggen, als eerste is de Therm aan de
beurt. Bij de nachtelijke ronde wordt er vooral gecontroleerd of er niks
geks aan de hand is en of alle deuren en ramen correct afgesloten zijn.
Met de premium zaklampen schijnen we in het donker om de kozijnen
en deuren te checken. Tijdens dit rondje merk ik al dat het toch flink
fris is ’s nachts. Vooral de kille droogte voel ik al m’n handen aantasten.
0:25
Het volgende terrein is voor mij een bekende, het terrein van Euros. Hier
wordt de Up voor het hek geparkeerd en gaan we door een poort die ik
tijdens mijn jaren van lidmaatschap nog nooit heb gebruikt, het zijhekje.
Jerome vertelt dat ze meerdere malen onder de brug een zwerver zijn
tegengekomen, die vervolgens vooral lekker door wilden slapen. Op het
terrein van Euros zitten de botenloods en de kanoloods goed op slot.
Helaas was dat niet het geval voor de achterdeur van een andere loods.
Hier stond een achterdeur niet op slot. Nadat Jerome en collega melden
dat het toch niet moeilijk kan zijn om een deur op slot te doen om de
spullen van je vereniging veilig te houden maken we hier een melding
van. Dit wordt opgeslagen en bijgehouden in de meldkamer.
0:40
In de Up rijden we nog verder weg van de campus, richting
het station. Het ITC gebouw van de UT is waar de
geoscience informatie faculteit zich huisvest. Dit is een
aanzienlijk groot gebouw nabij het centrum. Hier is weinig
gaande vannacht, wel wordt mij verteld dat het lage
hek nog wel eens misbruikt wordt door zwervers vanuit
de stad. Die klimmen hier overheen om op het binnenplein
van het ITC de stopcontacten te gebruiken en zo
hun telefoon op kunnen laden.
0:51
Er is een melding binnengekomen dat er iets niet helemaal
dicht wil/zit aan het hek bij het CAD. Aangezien de
avond op de campus rustig verloopt gaan we even kijken
hoe het hek er bij staat. Bij de patiënt aangekomen wordt
er al snel geconstateert dat niet alle mensen op de aarde
evenveel kunnen. Zodoende steken we de pin van het hek
op de goede plek in de grond en kan die zo wel dicht.
1:35
We rijden richting de Witbreuksweg, eenmaal aangekomen
bij de piramides begint de lethargie in te vallen over
de rust bij de studenten vanavond. De Up parkeren we en
zetten de motor uit om te luisteren of er misschien toch
nog actie te vinden is. Helaas, iedereen zit stil binnen te
studeren of is allang naar bed.
1:51
Over de Cals- en Campuslaan rijden we richting wat bekende woningen
voor de security om wat leven te constateren. Halverwege, ter hoogte
van de Logica, zie ik twee schimmen naar rechts schieten. De energie
is terug in de auto en we rijden vlotjes mee naar rechts op de kruising.
Hier zien we heel even niets maar met de zaklampen schijnen we om
ons heen. Aan de linkerkant van de weg zien we twee schimmen staan
die aanzienlijk breder zijn dan de smalle boompjes waar ze achter staan.
Jerome sprak de schimmen achter de bomen toe dat we ze toch echt wel
konden zien. Toen kwamen er twee studenten uit het bosje vandaan.
Hun gezichtsuitdrukking kon het beste beschreven worden als een koter
die betrapt wordt met zijn hand in de snoeppot. Toen we vroegen
waarom ze hier nog buiten waren tijdens de avondklok reageerde de
rechter student als volgt: “We hebben tentamens.”. Het logisch verband
hierachter ontging ons ook. Wel werd even aan de studenten uitgelegd
dat wegrennen van de security de zaken alleen maar lastiger maakt,
dan kan je namelijk ook te maken hebben met een vluchtende inbreker.
Nadat de jongens beloofd hadden dat ze op huis aan gingen scheidden
onze wegen weer.
30 DE APPEL
2:05
Terug gekomen bij de meldkamer is het tijd om even bij te praten met
de achtergebleven collega. Die had nog meldingen gekregen dat een deel
van de straatverlichting er uit lag. Dit werd meteen doorgezet zodat dit
opgelost kon worden, alleen daarna heeft ze nog twee meldingen over
hetzelfde ontvangen. Wij vertellen over de studenten die we tegen waren
gekomen.
2:28
Nadat we aan het begin van de avond de patrouille hebben gedaan van
de buitencirkel der UT gebied gaan we nu de binnenste cirkel controleren.
Met als eerste stop het paviljoen. Zelf was ik hier nog niet eerder
geweest maar dit is de huisvesting voor het facilitair beheer, zodoende
staat het tuintje om het paviljoen heen er ook erg goed bij.
2:53
Na in het MESA+ instituut langs de clean rooms en labs te zijn gelopen
is het tijd om de veiligheid van de thuisbasis te inspecteren. Binnen de
Horst, Kleinhorst, Meander en de Horstring zijn we de stappentellers
van de dag flink aan het verhogen op zoek naar verstekelingen, open
deuren of een teken van leven. Helaas (of gelukkig) is het even rustig als
in een tweede college week.
3:54
In het Techmed centrum lopen we een kort rondje, mede omdat de vormgeving
met het centrale atrium alles goed overzichtelijk maakt. In het
atrium blijven we wel even hangen. Centraal is namelijk een wit kunstwerk
in stelling gebracht. Onderling raken we in discussie, grenzend
aan verwondering wat het kunstwerk voornamelijk moet voorstellen.
Tot een consensus kunnen we niet komen, maar we kunnen het wel beperken
tot twee hoofdconcepten, neuronen of toch genetische dragers.
4:04
Met de Up maken we nog een laatste klein ritje terug naar de meldkamer.
n
DE APPEL 31
ADVERTORIAL
MOERDIJK NAAR
MINDER ENERGIE EN
UITSTOOT
TEKST ROB VAN ‘T WEL
BEELD ERNST BODE
Het dagelijkse leven zit vol chemieproducten. Om die te maken
is veel energie nodig. Shell Moerdijk investeert in nieuwe
fornuizen. Gevolg: veel minder energie en dus ook veel minder
uitstoot van gassen zoals zwavel, stikstof en fijnstof.
Chemiecomplex Shell Moerdijk bouwt aan een toekomst met minder
uitstoot. Shell moderniseert de 16 oudste fornuizen van de kraakinstallatie,
waarna er 8 overblijven. Door deze investering dalen het energieverbruik
en de uitstoot van broeikasgassen.
“Dit is een enorme volgende stap in de energietransitie die we nemen
op Shell Moerdijk”, zegt Richard Zwinkels, General Manager van Shell
Moerdijk. “Met deze investering verleggen we letterlijk en figuurlijk de
horizon van het chemie complex. Het biedt een geweldige kans voor onszelf
en voor de regio.”
De fornuizen zijn een essentieel onderdeel van de chemie-installatie,
de zogeheten Moerdijk Lower Olefins-fabriek (MLO). Deze kraakinstallatie
knipt grotere en kleinere molecuulketens en scheidt ze van elkaar.
De basischemicaliën die de fabriek maakt, zijn terug te vinden in ontelbare
(eind)producten zoals lichtgewicht plastics, zepen, isolatiemateriaal,
ontsmettings materialen, matrassen, fietsbanden en sportschoenen.
De in 1972 gebouwde fornuizen vormen de krachtbron voor het kraakproces.
Shell zal de 16 oudste fornuizen gefaseerd moderniseren en vervangen
door 8 nieuwe, die gezamenlijk dezelfde capaciteit hebben als de
voorgangers. Het aantal schoorstenen van het complex zal door project
Skyline dalen van 20 naar 12.
De nieuwe fornuizen komen in modules met schepen naar Moerdijk.
Daar worden zij fornuis voor fornuis in elkaar gezet. Door de gefaseerde
aanpak kan de fabriek tijdens de verbouwing gewoon blijven draaien.
Naar verwachting zal het bedrijf de verbouwing in 2025 kunnen afgeronden.
De nieuwe fornuizen van de MLO zijn een stuk efficiënter dan de oude.
Als gevolg daarvan daalt het energieverbruik van het chemiecomplex
aan het Hollandsch Diep aanzienlijk. Minder energieverbruik betekent
ook een forse daling van de uitstoot van CO2 en andere gassen zoals
zwavel, stikstof en fijnstof. Shell Moerdijk verlaagt de CO2-uitstoot
met naar verwachting 10 procent. Dit is vergelijkbaar met de uitstoot
van ongeveer 50.000 personenauto’s.
De vernieuwing van de fornuizen past in het streven van het door Shell
gesteunde Nederlandse Klimaatakkoord om de uitstoot in 2030 met 49
procent te verlagen. De investering is een van de stappen in de energietransitie,
maar zeker niet de enige. Op Shell Moerdijk staat al een zonnepark
met 27 MW piekvermogen en is een grote stoomcompressor sinds
vorig jaar elektrisch aangedreven, waarmee het bedrijf CO2-uitstoot
vermijdt. Kijkend naar de toekomst, werkt Shell Moerdijk verder aan nog
meer elektrificatie van de installaties en circulaire inrichting van de
bedrijfs voering. Shell Moerdijk is een van de grootste chemie complexen
van Europa. Bij deze onder neming werken ongeveer 850 mensen. Tijdens
onderhoudsingrepen of grote projecten kan het aantal werk nemers een
veelvoud daarvan zijn.
Voor meer artikelen, kijk op: www.shell.nl/media/venster
32 DE APPEL
COLUMN
HUGO WESSELINK
ENSCHEDE
Het is het eindpunt van de trein, bijna geen mens
hoeft er te zijn, bijna geen hond gaat zover mee:
Enschede. Dit zijn de eerste vier inluidende zinnen
van het gedicht Textielstad, geschreven door
Willem Wilmink in 1986. Een prachtig stuk tekst
waarin de historische nasleep van Enschede als
textielstad wordt beschreven en duidelijk wordt
dat ze eigenlijk is vergeten door de rest van Nederland.
Eigenlijk zou iedereen wonend in of
rondom Enschede eens de tijd moeten
nemen om deze dichtkunst te
lezen, al is dat een heel andere
discussie. De Technische Hogeschool
Twente, welke toevallig
in datzelfde jaar haar
huidige naam kreeg, heeft
er deels voor gezorgd dat
segmenten van Wilminks
Textielstad tegenwoordig amper
meer hout snijden.
Door de komst van de UT “hoeven”
er namelijk steeds meer mensen
in Enschede te zijn. Zij heeft de stad bruisender
gemaakt, op de kaart gezet en ervoor gezorgd
dat regio Enschede de trotse eigenaar is van een
hoop nieuwe industrie. Waar Delft zichzelf ooit
prees voor de meeste werkgelegenheid die het als
regio kon bieden aan zijn technische studenten, is
deze titel al lang vergeven aan Eindhoven. Twente
timmert hard aan de weg om de tweede plek te bemachtigen,
misschien heeft het deze zelfs al wel.
Dit in combinatie met de levendige enthousiaste
sfeer die door studerend Enschede, hand in hand
met niet-studerend Enschede, in de binnenstad is
gecreëerd, zorgt er voor dat er hier in het oosten
een ware metropool is ontstaan. Iets wat Wilmink
destijds waarschijnlijk niet had voorzien.
Hoewel de bovengenoemde effecten uiteraard
positief zijn, heeft de toenemende groei ook mindere
kanten. Voorheen hoorden we namelijk altijd
bij de goedkoopste studentensteden als het neerkwam
op huisvesting, maar tegenwoordig zijn we
meer een middenmoter. De grote hoeveelheid
woonruimte op de campus wist
altijd de prijs te drukken, echter
lijkt deze verzadigd te raken
waardoor de algemene prijs
omhoog gaat. Natuurlijk valt
het in het niet als je Enschede
met een Amsterdam of
Groningen gaat vergelijken,
echter zou het wel goed zijn
als men zich realiseert dat er
wel wat moet gebeuren om zulke
huurprijzen hier tegen te gaan. Los
van de studentenhuisvesting stijgen
ook de prijzen van huur en koopwoningen in
en rond Enschede. Misschien is dit onderwerp voor
velen die deze column lezen nog verre toekomstmuziek,
maar als ook dit blijft aanhouden wordt
het steeds lastiger om studenten uit Twente hier
vast te blijven houden.
Hoewel het poëtisch talent van Wilmink naar
mijn mening ongekend hoog is, is zijn gedicht
textielstad niet meer juist. Want dwars door het
bruisende hart, loopt nu de volgebouwde boelevart.
Met postkantoor en menig café. Enschede, o,
Enschede. HW
33 DE APPEL
HOW TO BECOME
INVISIBLE?
COMMON STEPS TO HIDE AN
OBJECT FROM
ENEMY’S RADAR.
Let’s imagine you are building an ultra modern satellite
which will carry sensitive information that you don't want
to be discovered and stolen. Once you release it into the
orbit it will have to passively avoid being detected. There
are few options you have, among which two are
most common, physically: optimize
the shape and cover it with
stealth coating.
BY EKATERINA ANTIMIROVA
First of all it is important to establish what we are trying to avoid.
The radar reconnaissance systems generally send short pulsed
signals. These signals are meant to hit the target and reflect off
its surface. The reflected signals then are tracked, and respective
traced distance and time are calculated. Doing that continuously allows
us to keep track of a position of a moving target, our satellite
in this example.
In order to keep the target hidden, these signals must either be absorbed
or redirected. The coating of the satellite is responsible to
absorb or change the signals, and the shape is meant to reflect the
signal away from the source.
COATING
A successful coating will fulfill some of the following requirements:
reduce the brightness of the target, absorb the signal, and dissipate
it as heat. Reduction of brightness speaks for itself, therefore the
latter two principles will be discussed in more detail.
There are a variety of materials that are used in stealthy coatings. A
classic example commonly used in stealth technology is iron. Particles
of iron within the coating will absorb electromagnetic radiation
of most radars. This radiation in turn causes the iron particles to vibrate,
and,
therefore, dissipate
the signal as heat.
Other coatings made from silicon and carbon,
for instance, will absorb most of the waves or
cause them to bounce so many times that the waves will
lose energy. This is called passive wave cancelation, where the
waves will be reflected many times within the coating until they
superimpose and cancel each other. The density of the material can
increase the further the wave travels within the coating, as to enhance
this cancellation effect.
Lastly, the geometric profile is just as significant as the material of
the coating. No coating is ideal, as some of the waves will bounce off
instead of traveling through the outer skin. In order to trap those
escapees, the profile of the surface can be designed to redirect them
back into the coating. This is usually done with a triangular shaped
profile, and steeper triangles allow capturing more waves. The act
of bouncing back and forth also helps to dissipate the energy of the
wave.
34 DE APPEL
These are the main principles behind selecting an appropriate
coating for the satellite: material and geometric profile.
However, the coating technology is very complex and
not as easy to optimise for any particular design.
SHAPE
Specifically for satellites, shape of the body determines as
far as seventy percent of radar-stealth performance. In the
times after the World War ll, engineers did not have sophisticated
finite element analysis which optimised for an ideal
shape. Therefore, they had to stick with common reflection
principles.
Consider two different shapes: spherical and tapered. Spherical
shape will reflect the incoming waves back to where
they originated. As a result you will observe a bright shiny
spot on the surface of a spherical body, as more rays will be
reflected directly back to you. Now consider how the waves
will be reflected off a tapered body, especially with respect
to the source of the signal. Flat surfaces will reflect waves
in a predictable manner, away from source.
The total radiation brightness will be significantly lower
for the second body. This means the tapered body will
reflect the signals predictably, away from the source. Although
the primary requirement is stealth, other functions
must be considered. Drag coefficient often is a necessary
opposing design element that requires smoother surfaces.
Compare two US stealth aircrafts: F-117 Nighthawk, the first
operational stealth aircraft introduced in 1983, and a new
F-22 Raptor introduced in 2005. The first aircraft was developed
mainly around stealth, which resulted in a boxy
shape and unstable flight. Once more developed software
became available, engineers could track the exact direction
of scattering of radio waves with respect to the fluid dynamics
around the plane. This resulted in a more balanced
design.
As for our satellite, there is less information available about
satellite shape research as spy satellites are a more recent
development, but few academic papers are available. For
example, a pyramid shaped satellite might not fit necessary
equipment most effectively or would not be stable when
rotating around the central axis. Therefore a more symmetrical
shape with many faceted faces would be an option.
Concluding, when designing a stealth body, engineers optimise
the desired scattering and function of the stealth
body. Once the macro shape is selected, it is enhanced with
micro improvements like coating, which help to absorb and
diffuse the radio waves. a
DE APPEL 35
De Wielen Van
AUKE HOGETERP
In de collegezaal zie je
genoeg auto’s op de
bureaubladachtergronden van
WB’ers. Ook wordt er in de
gangen van de Horst vaak genoeg
gesproken over paardenkrachten,
wegligging, topsnelheden en
nieuwe technieken om het
eerdergenoemde tot een hoger
niveau te tillen. Maar net zoals bij
seks wordt er meer over gepraat
dan gepraktiseerd. Maar er zijn
uitzonderingen, een aantal WB’ers
heeft niet alleen een tweewieler
voor het vervoer naar de
collegezaal maar ook een vierwieler
erbij. Vanuit de Appel gingen we
op zoek naar deze uitzonderlijke
WB’ers, met de vraag of ze over
hun voertuig wilden ouwehoeren.
36 DE APPEL
DOOR FAUSTO VISSER
FOTO’S MICHIEL LOUWÉ
Auke Hogeterp, master student werktuigbouwkunde wordt sinds de her opstanding van deze
rubriek de eerste met twee wielen in plaats van vier. Hoe hij aan de wielen is geraakt is iets
anders dan zijn voorganders in deze rubriek. Deze wens kwam namelijk om zich sneller/beter te
kunnen verplaatsen tussen Enschede en zijn bijbaan in Almelo. Wat op de motor, mits het weer
mee werkt, toch plezieriger zal zijn dan gebruik maken van de burgerrups.
De keuze van Auke was gevallen op een sportieve Honda CB 450 S uit bouwjaar ’86 die hij gekocht
heeft in augustus 2019. Deze Honda beschikt over tweeëndertig kilowatt met een gewicht
van 178 kg. Dit vermogen valt ook mooi binnen de limieten die de overheid stelt aan het middelzware
motor rijbewijs A2. Punt was alleen nog dat het bemachtigen van het rijbewijs vaak
wat langer duurt dan verwacht. Om het doel van de motor nog te kunnen vervullen voordat de
zomer en de bijbaan dus ook klaar waren. Is het rijbewijs in kwestie nog met spoed aangevraagd.
Om nog zoveel mogelijk ritten met de motor in te kunnen vullen. Uiteindelijk werden nog wel de
laatste twee forens ritten gereden met de Honda.
Sindsdien heeft Auke de motor zeker niet met rust gelaten. Hij heeft
ondertussen 6000 kilometers toegevoegd aan de kilometerstand met
redelijk wat ritten van en naar de ouders toe. Maar ook toerend om te
genieten van het Twentse coulisselandschap. Hoewel misschien nog wel
meer tijd is verdwenen in het sleutelen en tweaken van de motor. Er is
namelijk een waslijst van wat Auke veranderd heeft zonder enige tussenkomst
van een garage/dealer (zoals dat een WB’er betaamt). Zo heeft
hij de uitlaat helemaal vervangen en gewikkeld met hitteband om zo de
benen minder te roosteren. Deze Honda is verder uitgevoerd met dubbele
remmen op het voorwiel, die het maar half deden. Alleen een klauw
deed het werk voor twee. Om de remmerij weer symmetrisch te maken
zijn beide klauwen door Auke gereviseerd waardoor het nu weer een
stuk sneller stopt. Ook in de categorie klauwen zijn nu de handvatten
voorzien van verwarming , wat weer schijnt te schelen in het rij comfort.
Verder heeft hij ook de slippende koppeling gefikst, een raam op de
motor gezet om toch iets afgeschermd te zijn van de ijzige buiten wind.
Mede omdat de motor qua vaste lasten praktisch niks kost is Auke van
plan om hem nog een hele tijd in zijn bezit te houden. De enige limiterende
factor is het formaat van zijn schuur/berging.
aOok mooie wielen? Neem contact
op met de Appelredactie!
DE APPEL 37
CRUMPLE ZONE
WEAK CONSTRUCTION OR THOUGHTFUL DESIGN
BY MARTIJN VAN DE VEN
Dropping a grand piano from the tip of the Horst tower has the same amount
of energy as a car driving at 60km/h. This example nicely shows that a car
carries a ton of energy which has to go somewhere if the car were to
come to a complete stop. This is where crumple zones come into
play. Crumple zones are one of many passive safety features of
a car. These features make sure that an accident will not
become a disaster, or at least that is what we hope.
38 DE APPEL
PRINCIPLE BEHIND THE CRUMPLE ZONE
The crumple zone is the part of the car which is intentionally made
weaker in order to crumple. These zones are located at the front and
back bumper. It is designed to increase the time in which the change
of velocity occurs. This way, the deceleration and thus the net force
will be smaller. To show the importance of this smaller deceleration,
we will look at a car driving at 60 km/h. If the car comes to a complete
stop in 0.1 seconds (so no crumple zone), then the deceleration will
be 17 g’s. For comparison, untrained people will pass out at 6 g’s. This
shows that without a good crumple zone a crash can become fatal
very easily.
The crumple zone can be found in both the front and back of the car.
Precise engineering makes sure that the material is weaker in these
regions of the car to make sure that the crumple zone crumples slowly
and in that way increases the time in which the velocity change
occurs. When the material is too strong, the crumple zone will behave
rigidly and a huge deceleration will be experienced. On the other
hand, the material should be sufficiently strong to make sure that the
bumper does not permanently deform when you have small accidents
like slowly hitting a streetlight.
Due to the crumple zone, cars look really mangled after a crash. However,
usually the passengers are just fine. This is because of the very
rigid safety cell of the car. The safety cell is the section where the
passengers are seated. This safety cell is made from much stronger
parts than the crumple zone resulting in a rigid body which will not
deform. This way the passengers will not be crushed. The energy that
does reach the safety cell after impact will be spread out by using a
big area to reduce the deformations.
HISTORY OF THE CRUMPLE ZONE
Béla Barényi is regarded as the father of passive safety in cars. He
was an engineer who had twice as many patents as Thomas Edison
when he retired. He developed his idea of the crumple zone in detail at
Mercedes in 1952. The first car that incorporated the idea of a crumple
zone was the Mercedes-Benz W111. This car was a pioneer in the field
of passive safety due to one of the largest crumple zones of any car.
Before his invention of the crumple zone, people had a different view
on how to make safe cars. They thought that a fully rigid car would
be better than a car with weaker crumple zones and a very strong
safety cell. But this is not safe for the passengers because this way the
safety cell will deform a lot more and bigger decelerations will be experienced
by the passengers. The crumple zone resolves this problem,
but it introduces higher repair costs after a crash because of the big
deformations of the weaker zones.
Passive safety in cars has been improved a lot. A good example of a
very safe car is the Tesla Model 3 which got a top safety pick award
in 2021 by IIHS, an organization that tests the safety of cars. This car
scores really good due to a low centre of mass and a big crumple zone.
The difference with gasoline cars is that the Model 3 does not have a
giant heavy steel weight (the engine) in the front of the car. When a
gasoline car hits a wall, it will crumple but it will still push the engine
towards the cabin. This is because such a big block of steel cannot
crumple, thus making the crumple zone smaller.
CRASH SIMULATIONS
Proposed designs for cars are tested with crash simulation software.
This saves a lot of money compared to crashing a car multiple times.
The purpose of these simulations is to evaluate the deformation of the
crumple zone and the safety cell of the car. How big the deceleration
is during a crash can also be evaluated. For these simulations, the
finite element method is used which approximates the relevant data
for the crash by splitting the car’s structure up into a large amount of
very small elements. The software then calculates, among others, the
stresses and deformations in the structure.
Pam-crash and LS-DYNA are both software packages that are used a
lot by automotive engineers to calculate how the structure of the car
will deform. These two software packages give detailed and accurate
results but have long computing times. This is why The Visual Crash
Studio is also used by engineers. This crash simulation software uses
the macro element method which results in less accurate results due
to fewer elements but a much smaller computation time. These software
packages complement each other and The Visual Crash Studio is
most often used in the early stages of the design, whereas the other
software packages are used later in the design process.
CRUMPLE ZONES IN TRAINS
Although crumple zones are usually related to cars, they are also used
in other applications like trains. Trains do not crash that often, but
mistakes can still happen and when they happen, they are usually fatal.
Take for example the crash between a commuter train and a transport
train in Los Angeles in 2008. 25 people were killed and 100 people
were seriously injured. Authorities said that among other things the
design could have been changed to prevent this accident. Since then, a
lot of money has been invested into crumple zones for trains.
In the worst-case scenario, the colliding trains can push each other
upwars when colliding. With the addition of a crumple zone, this could
be prevented. The NS is also investing in the safety of trains by introducing
bigger crumple zones after several train drivers reported that
they did not feel safe in some of the older trains.
To conclude, people will feel way safer behind the wheel thanks to
Béla Barényi’s invention. The crumple zone has saved a lot of lives
by making some parts weaker and thus a crumple zone is a weak
construction ánd a thoughtful design. But most importantly, crumple
zones make for a very interesting crash test. k
DE APPEL 39
ADVERTORIAL
DEVELOPMENT OF HIGH-TECH
MECHATRONIC SYSTEMS
Prodrive offers you a huge amount of freedom to shape your own career.
With your enterprising approach, you can work on products, solutions and
innovations in various technical areas, surrounded by colleagues who all
share the same drive: a passion for technology.
Pim Duijsens (30) studied Mechanical Engineering at Fontys University
of Applied Sciences, did his master’s at TU Eindhoven and graduated
with a specialization in Design Principles. “After graduating, I applied
in various places and attended interviews with multiple companies, but
Prodrive really stood out. That’s partly due to the fact that Prodrive is
such a good fit with my background in developing mechatronic systems,
but it’s also because of the company’s way of working and the freedom
you have to pursue your own ideas. Here, you’re given responsibilities
rather than tasks. As a result, you’re involved in the whole process from
beginning to end.”
“I’ve been working here for nearly five years now, and my first impressions
were definitely right. So much has happened since then that I’ve
always been able to challenge myself to the max. Thanks to working on
various projects, I’ve been involved in the end-to-end development process:
the conceptual phase, detailed design and realization of prototypes
and/or batch products.”
Pim loves the atmosphere at Prodrive: “No matter what project you
work on, you always find yourself in a team of colleagues who are all
technically motivated. That inspires you to want to get an even better
understanding of what you’re working on, including from the other
disciplines. My background is primarily mechanical, but I’ve learned a
lot of significant things from my colleagues since working here, such as
electrotechnical knowledge. Learning from and inspiring one another is
important internally too. There’s a strong culture of that; everyone is on
the same wavelength in that respect.”
Additionally, Prodrive stimulates an enterprising approach. “The whole
company is open to you coming up with your own new ideas rather than
just building on the existing methods. You’re definitely not discouraged
from carving out your own path. And there are plenty of opportunities
for you to talk to colleagues who are working on other projects so you
can discuss your work, look for solutions together and gain new ideas.”
MOTION PLATFORM
Prodrive develops and produces essential high-tech components, subsystems
and – increasingly – complete mechatronic systems for many
different customers and markets, such as medical/healthcare, semiconductors
and mobility. Pim is currently working on one such project to
develop a complete mechatronic system. “It’s a motion platform, the basis
for a machine to produce electronics, and we’re developing – and will
ultimately be producing – all the moving machine axes in line with our
customer’s wants and needs. For example, one of the customer requirements
is that we must achieve sub-micrometre positioning accuracy
over a distance of almost three metres. That demand – in combination
with the volume restrictions and the high payloads – creates some interesting
challenges. My role as a mechanical engineer in this project is to
design the mechanics to make the system behave in a predictable way:
a statically determined construction with the right degrees of freedom
and the right combination of mass and rigidity. At the same time, I need
to pay close attention to the feasibility of my design so that the system
can actually be manufactured in the end.”
“So we produce a fully mechatronic system which includes some components
that also come from Prodrive such as linear actuators, motion
controllers, drives and software. Each of these Prodrive products is
developed as a separate project. Developing and combining everything
ourselves results in an integral system with better performance at lower
costs. The nice thing about a total project like this is that you see
ADVERTORIAL
that every aspect is equally important. When it all comes together at
the end, everyone involved shares a sense of pride.”
TECHNICAL CHALLENGES
Prodrive offers careers in a variety of disciplines including mechanics,
electronics, software and physics as well as in various markets such as
semiconductors, healthcare, infrastructure and energy, mobility solutions,
etc. Because Prodrive actually manufactures many of its products
itself in addition to doing the development work, the company needs a
wide range of in-house expertise.
Pim: “The work is even more interesting because of the diversity – from
working on a total system to developing sub-systems and components.
Thanks to your experience of the bigger picture and your knowledge of
manufacturing, you have a better understanding of the requirements
for a sub-system. System integration – the integration of products we’ve
developed ourselves into a bigger system – is another aspect we have to
take into account. Because we do everything under one roof, we’re better
able to meet our customers’ needs, deliver competitive engineering
solutions and tackle problems faster.”
“I love working at Prodrive because of the highly technical challenges
and the fact that we’re always pushing the boundaries of technology.
It’s hugely stimulating to have so much freedom and responsibility. And
equality is a key priority within Prodrive too; we don’t have senior and
junior roles – everyone’s contribution is important here. I can wholeheartedly
recommend Prodrive for all those reasons.”
COMPANY INFO
PRODRIVE TECHNOLOGIES
Prodrive Technologies is a privately owned
company. We aim to provide more than just
shareholder satisfaction. We operate under
a healthy ambition to be of relevance
and to contribute to meaningful innovation
that tackles major challenges in society. We
create technologies that are essential links
in the systems which form the basis for today’s
and tomorrow’s world. Our technology,
for instance, improves the quality of medical
imaging, which allows for diagnostics to recognize
diseases earlier and more accurately.
Our techniques also contribute to reducing
the global dependency on fossil fuels, and to
minimizing human exposure to air pollution.
Another example is the contribution of our
technologies to global digitalization, which
lowers barriers for people in third-world
countries wishing to access the information
and education that are essential for
their welfare. Therefore, our shared mission
is to create meaningful technologies
that make the world work.
ARE YOU AS AMBITIOUS AS
WE ARE?
We do everything in-house. We cover virtually
every conceivable market and we use
the very latest process techniques, many
of which we have developed ourselves. As
a result of this innovative approach, we are
among the fastest-growing technology companies
in Europe. With an average age of 28,
and over 70% of our employees holding bachelor’s,
master’s or PhD degrees, our workforce
is young and very well educated. With
offices in six countries and as many as 26 different
nationalities, Prodrive is a diverse and
international company.
DO YOU HAVE A PASSION FOR TECHNOLOGY?
GET IN TOUCH:
jobs@prodrive-technologies.com
prodrive-technologies.com/careers
Ruud de Vries
HR Manager
ruud.de.vries@prodrive-technologies.com
+31 (0)40 267 62 00
GLOBAL SEED VAULT
BY ALICIA KNIJNENBURG
Imagine a meteorite on its way to earth or a volcano about to
erupt. Doomsday is on the doorstep. How is humanity going to
survive? How are we going to secure ourselves? The answer lies
buried deep in a Nordic mountain: The Global Seed Vault.
42 DE APPEL
STORAGE
The Global Seed Vault holds the most diverse collection of food crop
seeds in the word, with a storage of over 1 million seeds, from 5000 different
plant species. The total capacity of the vault is 4.5 million varieties
of crops. Each variety contains 500 seeds on average, which makes
for a seed capacity of 2.5 billion seeds. The seeds are stored and sealed in
custom made three-ply foil packages. These packages are in turn sealed
inside boxes. The vault consists of rows with shelves where these boxes
are stored. The Seed Vault is open for any country who wants to deposit
seeds. Therefore, the variety of the seeds is very high, ranging from
African maize to South American barley.
PURPOSE
The main purpose of the Global Seed Vault is to safeguard our food
supplies. The vault essentially provides a back-up of
numerous crops around the world. This is very
important as only 30 different types of
crops provide 95% of our food-energy
needs. Our food supplies are
therefore very monotonous
and susceptible to diseases.
A global virus could easily
wipe out one type
of crop, which would
indicate a very large
portion of our global
crop intake.
Consider the U.S.
which have lost
over 90% of its
fruit and vegetable
varieties since
the 1900s. It is
therefore that the
Global Seed Vault
has come to exist.
LOCATION
The reason behind the
Global Seed Vault is clear,
but what about where to
place it? What would be the
perfect location for this vault? The
answer is Svalbard. This remote island
is located halfway between Norway and
the North Pole and is a declared demilitarized
zone by 42 nations. It is therefore politically a very safe
option for housing a vault. But the island is also a climatic stability. It
is located more than 100 meters above sea level, so it is protected from
ocean flooding. Moreover, Svalbard lacks tectonic activity, which is another
reason for the island being the ideal location for long-term storage.
It is thus no wonder that the Global Seed Vault is located here. The town
of Longyearbyen houses the vault, it being the largest settlement on the
island. The airport outside of the city is also the northernmost airport
in the world.
OWNERSHIP
The Norwegian government has the overall responsibility for the Seed
Vault. The Nordic Gene Bank was the one who established a seed storage
facility in Svalbard, from which the idea of a worldwide storage was
derived. The Seed Vault opened in 2008 after the Norwegian government
committed to fund and establish the vault. Even though Norway
is responsible for the vault, all countries in the world can add seeds. The
depositor of the seeds will also remain the owner and is the only one
that can withdraw seeds and open the boxes. Since Svalbard is an island,
most new seed depositions arrive by plane or boat. About three times
per year, there is a possibility to deposit new seeds.
STRUCTURE
The entrance of the Global Seed Vault is located outside of the mountains.
After the entrance, a tunnel leads 100 meters into the mountains.
This tunnel discharges into a main chamber that is connected to three
vault rooms. These rooms are safeguarded by heavy steel doors and
located under 50 meters layers of stone. Only the middle
room is filled with seeds, since its occupation
has not reached its limit of 1.5 million
seeds yet. The mountains shelter the
vault with a temperature of minus
3 or 4 degrees Celsius. The
vaults need to be cooled to
another minus 18 degrees
for optimal safekeeping.
Therefore, if the limit
of the middle vault
is almost reached,
one of the other
two vaults will be
cooled. Even if the
power is lost, the
freezing temperature
of the permafrost
will ensure
that the seed
samples remain
frozen.
ARCTIC
WORLD
ARCHIVE
The Global Seed Vault is not
the only vault on the island.
Since Svalbard has ideal circumstances
for preservation, the vault is
neighbors to another archive: the Arctic
World Archive. Here, the history of humanity is
preserved. Much of our heritage is stored online, which
is not perfectly protected. The archive is quite new, established in only
2017. It holds all sorts of valuable information from all over the world.
From open-source code and Spanish, Norwegian and Indian cultural
stories to copies of masterpieces from Rembrandt and Munch and manuscripts
from the Vatican: it is all there.
Even though we do not hope that the end of the world will come at all, it
is nice to know that there is a way to survive after that. But perhaps you
care less about seed preservation or preserving the history of humanity
and more about your own safety. In that case, I would like to invite you
to take a look at an article from edition 41.2 of the Appel. Here, you can
find out exactly how to build your own doomsday bunker! a
DE APPEL 43
QUALITY ASSURANCE COMMITTEE
REPORTING
Every quartile, the Quality Assurance Committee (QAC) evaluates a selection of the Bachelor and Master
courses of Mechanical Engineering and the Master courses of Sustainable Energy Technology. We do this by
sending a questionnaire to all the students that follow a specific course. Thanks to everyone that fills in these
questionnaires, we are able to evaluate the different courses and write our reports. Thank you for your input!
In four editions of De Appel, we name the most important highlights of these evaluations. This way, you can
get a short view of the results of the committee and, in some cases, the comments of the lecturers. In this
edition, the courses of quartile 2 of the year 2020-2021 are mentioned. New this time are courses given on
the VU, given in green. The yellow courses are UT Bachelor courses, the blue ones Master courses. If you are
curious about the full report of a course, you can go to our website: http://www.utwente.nl/wb/evaluatie.
On behalf of the Quality Assurance Committee ME/SET,
ARJEN KRUIZE CHAIRMAN
7% 3.5
PROJECT ANALYSIS ENERGY
SYSTEMS & ACADEMIC SKILLS 2
• Students felt like the project was relevant to their education
• The online tutorials were appreciated a lot.
• The students were not aware of what exactly they would be graded on.
22% 3.1
ENGINEERING
THERMODYNAMICS 1
• The quizzes during the lectures were helpful for most of the students.
• The English of the teacher should be improved.
• Students would have preferred more practice exams to prepare well
for the exam.
16% 4.0
MATERIALS SCIENCE 1
• The course scores very good.
• The lecturer was very good according to most students. Students found
the lecturer very helpful and informative.
• Students would have liked some more theory-based questions to practice
well for the exam.
10% 3.6
MODELLING & PROGRAMMING 2
7% 3.8
CALCULUS 1B
• The use of Grasple was appreciated by students. More variety
in the questions would be appreciated.
• The course scores very well.
EVALUATIONS ME @ VU
• Last year, the ME programme started at the VU in collaboration
with UTwente, as this programme is structured very
differently than the bachelor we have at the UT, proper feedback
from the students in this new programme is of great
importance.
• Semesters 1 and 3 of the academic year 2020/2021 have been
evaluated, with adequate to good results for most courses,
and especially for semester 1, the feedback that was given
by the students last year clearly resulted in improvements.
• The response rate is quite low in both the first and second
year of the VU programme, which is a pity because the validity
of the resulting evaluation reports cannot be guaranteed.
Of course, with each single course being evaluated,
there is a lot of pressure on students to fill in each and every
questionnaire, however it would help their fellow students
and future companions a lot if more students would fill in
the questionnaires.
• The reader has been improved and students appreciated this.
• Students found the case-study a better examination than a traditional
exam.
44DE APPEL
This percentage represents the
amount of respondents out of the
total students taking the course.
%
The average score, ranging
from one to five, given by the
respondents.
X
31% 3.8
FLEXIBLE MULTIBODY DY-
NAMICS
44% 3.9
FAILURE MECHANISMS &
LIFE PREDICTION
• Students found the course very interesting to study.
• The study load was found to be high for this subject.
• The students liked the way the course was organised and taught, but
did not like the fact that the reader was incomplete.
• The students were quite satisfied with how this course was taught
and organised.
• The lectures would become more interesting if some real-life
examples were used.
24% 3.9
MANUFACTURING FACILITY
DESIGN
• The pace of this course was too low which made it difficult to stay
concentrated during the lectures.
• The lectures were not recorded, students would like to see this being
changed.
• The explanation of the practise exam and the two pre-recorded lectures
were found to be very helpful.
DESIGN, PRODUCTION AND
32% 3.8
MATERIALS
• The course description did not match the content of the course, however
students value the course with a sufficient grade.
43%
3.3
ENERGY FROM BIOMASS
• There is room for improvement in the communication about the
schedule and requirements of the exam.
• The students liked the quizzes in the lectures and think the course
is relevant.
38%
4.0
PLASTIC & ELASTOMER EN-
GINEERING
• Students think the course could improve with a reader and by recording
the lectures.
• All aspects of the course have a sufficient score.
DE APPEL 45
OPSLAG EXPLOSIEVEN
VAN ROTJES TOT ATOOMBOMMEN
DOOR KOEN KLEVERWAL
Explosieven zijn een gevaarlijk goedje, daar moet voorzichtig worden mee
omgegaan. Je kan ze dan ook niet zomaar ergens laten liggen. Een opslagplek
daarvan moet afgesloten zijn van mens en natuur.
Explosieven zijn er in veel verschillende formaten. Het kan klein zijn, zoals
vuurwerk, maar kan oplopen tot atoombommen. Hieronder een uitleg over
hoe alles en iedereen veilig gehouden wordt van deze explosieven.
THUIS
Vuurwerk kan je gewoon thuis in de schuur of het washok opslaan. Of
dit het slimste is om te doen is ten tweede, maar er zijn hier nauwelijks
eisen aan. De enige eis waar je aan moet voldoen is dat het op een niet
voor publiek toegankelijke plaats opgeslagen mag zijn. Daarnaast moet
het vuurwerk natuurlijk wel legaal vuurwerk zijn en geldt er een maximum
van 25 kilo.
WINKEL
De winkels hebben logischerwijs meer en striktere regels. De opslag
plek moet voorzien zijn van een brandbeveiligingsinstallatie. Dit bestaat
uit een sprinklerinstallatie, brandmeldinstallatie en een ontruimingsalarm.
Dit zou het vuurwerk ongevaarlijk moeten maken en eventueel
de hulpdiensten waarschuwen. Tot 10000 kilo consumentenvuurwerk
geldt er geen vergunningplicht.
Naast consumentenvuurwerk is er ook nog professioneel vuurwerk.
Hieronder valt ook theatervuurwerk, dit is vuurwerk dat gebruikt wordt
bij van allerlei voorstellingen, hier mag je 25 kilo van opslaan zonder
vergunningplicht.
Naast vuurwerk zijn er ook een stuk grotere explosieven die maar voor
een bepaalde groep beschikbaar zijn, namelijk de bommen van defensie.
Bommen kunnen ook redelijk onschadelijk gemaakt worden, door
de ontsteking eruit te halen. Toch kan de bom afgaan door een externe
ontsteking. Nucleaire bommen kunnen makkelijk uitgeschakeld worden
door te zorgen dat kernsplijting niet meer mogelijk is. Dit kan door het
nucleaire materiaal te scheiden van elkaar, waardoor de kritische massa
van de bom niet bereikt wordt. Vaak zit er naast materiaal dat zorgt
voor nucleaire explosie, ook nog andere explosieven in een nucleaire
bom. Deze explosieven kunnen ook afgaan door externe bronnen. Om
dit te voorkomen moeten de bommen veilig opgeslagen worden. Hier
zijn meerdere opslagsystemen voor.
Een voorbeeld van een opslagsysteem is WS3 (Weapons storage and security
system). Dit systeem wordt gebruikt op meerdere vliegvelden van
Amerika en de NATO. Deze bunkers zijn gemaakt om nucleaire wapens
op te slaan, vier per bunker. De bunkers bevatten vele systemen om
de situatie nauwkeurig in de gaten te houden, zoals verschillende sensoren,
camera’s, bewegingsdetectoren en veel meer. Daarnaast zijn de
muren van de bunker uiteraard zo sterk gemaakt dat ze een explosie
46 DE APPEL
aan kunnen. Ook zal een inslag van buiten de bunker er niet doorheen
komen, waardoor de bommen in de bunker niet ontploffen. De bunkers
zijn tactisch geplaatst in de buurt van vliegvelden, zodat de bommen
snel in gebruik genomen kunnen worden.
KERNBOMMEN IN VOLKEL
Ook in Nederland zijn kernbommen opgeslagen. Dit was al wel redelijk
bekend bij vele mensen, maar nooit officieel bevestigd. Laatst kwam
hier verandering in, toen de NAVO het per ongeluk had toegegeven. In
een NAVO-rapport werd vermeld dat er 150 nucleaire wapens van de
Verenigde staten op Europese bodem waren. Ook stond erbij dat de
bommen opgeslagen waren in zes Amerikaanse en Europese basissen,
waaronder dus in Volkel in Nederland. Het gaat om een totaal van 22
Amerikaanse bommen. Deze informatie was hiervoor ook al gelekt door
de oud-premiers Ruud Lubbers en Dries van Agt.
BROKEN ARROWS
Soms gaat er ook iets fout en raakt er een bom verloren. Dit gebeurt
natuurlijk niet zo gauw in een bunker, maar meestal tijdens het verplaatsen
van de bommen. Een term die hiervoor gebruikt wordt is ‘broken
arrow’. Deze term wordt gebruikt bij het per ongeluk afschieten, tot
ontploffing laten brengen, kwijtraken of gestolen laten worden. De Verenigde
Staten geeft toe dat er 32 broken arrows zijn wereldwijd, waarvan
er zes kwijt zijn geraakt en nooit terug gevonden.
De eerste broken arrow vond plaats op 14 februari 1950, wanneer een
B-36 van Alaska naar Texas vloog, neerstortte, maar van tevoren nog de
atoombom die die meedroeg dropte in de oceaan. Deze bom, met uranium
en daarnaast nog 2300 kilo explosieven, is nooit teruggevonden.
Nog een andere broken arrow gebeurde in 1950. Hier ging het weer om
een vliegtuig. Het vliegtuig ondervond problemen met twee van zijn
propellers en crashte tijdens een noodlanding. Bij de daaruit voorkomende
brand ontplofte de bom, waarbij in totaal 19 reddingswerkers en
bemanningsleden omkwamen.
De laatste broken arrow die plaatsvond was in augustus 2007. Zes nucleaire
raketten waren per ongeluk in een vliegtuig gelaten en vervoerd
naar een ander vliegveld, terwijl ze juist uit het vliegtuig gehaald moesten
worden. Eenmaal aangekomen zaten de raketten daar 36 uur in het
vliegtuig. Dit zorgde ervoor dat de raketten niet op de juiste manier waren
opgeslagen, zoals dat zou moeten voor nucleaire wapens. Een ander
verontrustend feit is dat de raketten nooit opgegeven waren als vermist.
De opslag van bommen komt dus nog wel wat bij kijken. Met alle veiligheidseisen
van vuurwerk tot de grootste bommen, heb ik er vertrouwen
in dat alles veilig ligt. Maar zoals de geschiedenis ons leert, ligt een ongelukje
in een klein hoekje. Gelukkig maar dat Volkel nog wel een stukje
van Enschede af ligt. a
DE APPEL 47