Op de buurt kan je bouwen

Een adviesrapport over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente Amsterdam. Een adviesrapport over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente Amsterdam.

24.05.2021 Views

11BegrippenOrganisatiesLocatiesUit observaties (Bijlage D) blijkt dat de Frans Halsbuurt eenrustige, groene en hippe buurt in de Pijp is. Opvallend is hetgrote aantal fietsen en planten en weinig auto’s. Dehuizen zijn groot en in goede staat. In 2020 telt deFrans Halsbuurt 2.645 inwoners en585 bedrijfsvestigingen(AlleCijfers, 2021).Frans HalsbuurtFactoren & ActorenDe omgeving waarin beleid wordtgemaakt bestaat uit maatschappelijkefactoren die van invloed zijn op het beleid. Inde bestuurskunde worden 6 factoren onderscheiden:Ecologisch, sociaal-cultureel, economisch,technologisch, juridisch en politiek (Bovens et al., 2017).GemeenteAmsterdam,Stadsdeel ZuidAmsterdam bestaat uit zevenstadsdelen: Centrum, Nieuw-West,Noord, Oost, West, Zuid en Zuidoost.Deze stadsdelen zijn vaak weer ingedeeldin sub gebieden.“Ieder stadsdeel heeft een eigen dagelijksbestuur en stadsdeelcommissie” (GemeenteAmsterdam, z.d.-b). De Frans Halsbuurtvalt onder stadsdeel Zuid en maaktdeel uit van sub gebiedde Pijp.Bovens et al. (2017) omschrijft actoren als een verzamelnaam voor bewusthandelende partijen die betrokken zijn bij een specifiek maatschappelijkvraagstuk. In de bestuurskunde worden 5 actoren onderscheiden:pressiegroepen, politieke partijen, burgers, externe adviseurs en massamedia.Burgerparticipatie“Burgerparticipatie is een manier vanbeleidsvoering waarbij burgers, individueelof georganiseerd, direct of indirect de kans krijgeninvloed uit te oefenen op de ontwikkeling, uitvoeringen/of evaluatie van beleid” (Peeters, 2012). Van Helden,Dekker, van Dorst & Govers-Vreeburg (2009) definiërenparticipatie als het geheel aan methoden om burgers bij hetgemeentelijk beleid te betrekken. Gemeenten maken het meest(89%) gebruik maken van fysieke bijeenkomsten alsparticipatievorm. Opvallend is dat voor Covid-19 bijna geen (8,5%)gebruik werd gemaakt van digitale opties (Blok et al., 2020).Voorbeelden van fysieke en online participatie zijn te vinden in hetvorige rapport.Best practice (letterlijk: prima praktijk) is een project,werkmethode of interventie die zich als effectief heeftbewezen (Encyclo.nl, 2020). De best practices dienen alspraktijkvoorbeelden en onderbouwing voor het advies. Eris gekozen voor voorbeelden uit het publieke en privatedomein, omdat het een representatief beeld schetst vande mogelijke vormen van participatie.Best practicesOmgevingswetHet huidige omgevingsrecht is op dit momentvrij complex. Volgens het ministerie vanInfrastructuur en Milieu (2016) zal de Omgevingswetop het gebied van plannen, procedures en begrippenzorgen voor vereenvoudiging en structuur. 26 wetten gaangeheel op in één Omgevingswet en 60 AMvB’s worden er vier.“Uiteindelijk dekt één wet met één set van zes kerninstrumentenhet terrein van de fysieke leefomgeving” (Ministerie van Infrastructuuren Milieu, 2016). Volgens de gemeente Haarlem en G32 (2016)benadrukt de Omgevingswet het belang van vroegtijdige participatie. Doorburgers vroegtijdig te laten participeren, kunnen gemeenten draagvlak krijgenbij besluitvorming.Uitgangspunten omgevingswet(Informatiepunt Leefomgeving, z.d.)1. Inzichtelijk omgevingsrechtRuimtelijke ordeningBij het beleid van ruimte ordelijke ordening stelt de overheidplannen op om de ruimte te verdelen en gebieden aan tewijzen voor bepaalde bestemmingen (Rijksoverheid,z.d.-a). Overheden (het Rijk, de provincies, degemeenten, waterschappen en de EU) zienzich genoodzaakt in te grijpen in het gebruikvan ruimte. Volgens Bruinsma & Koomen(2020) is ruimtelijke ordening in Nederlandgericht op het realiseren van eentoekomstbestendige inrichtingvan het land.Het verbindenvan functies, disciplines,partijen, belangen en2. Leefomgeving centraal in beleid, besluitvorming enregelgevinggeldstromen, daar draait hetom bij gebiedsontwikkeling, volgens deZeeuw (2017). Bij gebiedsontwikkelingwerken de Rijksoverheid, provincies, gemeente,bedrijven en bewoners samen om op één lijn te komen(Rijksoverheid, z.d.-b). Volgens het Ministerie van BinnenlandseZaken en Koninkrijkrelaties (2019) kunnen gebiedsontwikkelingenplaatsvinden op initiatief van zowel overheden als marktpartijen.Gebiedsontwikkeling3. Ruimte voor lokaal maatwerk4. Snellere besluitvorming doorsamenhangende werkwijzevan overheden, burgersen bedrijvenEr zijn twee vormen van gebiedsontwikkeling; klassiek en organisch (KenniscentrumInfoMil, z.d.). De klassieke vorm heeft een grootschalige aanpak met een definitief doel enactieve rol van de overheid. De organische vorm is een procesmatige aanpak met een open-einde eneen meer faciliterende rol van de overheid. Het biedt ruimte voor initiatieven van andere partijen.Volgens Kenniscentrum InfoMil (z.d.) is het beoogde resultaat van gebiedsontwikkeling een goede ruimtelijkeordening. Voor uitleg over de vier fases van gebiedsontwikkeling verwijzen we u naar het vorige rapport.

3. Theoretisch12In de geraadpleegde literatuur worden onderstaande begrippen behandelt m.b.t.het vraagstuk. Getracht is deze begrippen zo volledig mogelijk te definiëren.Naast de begrippen, zijn er een belangrijke organisaties en locatie betrokken bijdit maatschappelijk vraagstuk. Onderstaand de begrippen, organisatie en locatieuitgelegd.kader3.1 Best practicesVoor dit onderzoek is er een literatuurstudie naar bestpractices uitgevoerd. Een best practice is een project,werkmethode of interventie die zich als effectief heeftbewezen (Encyclo.nl, 2020).In dit geval zijn de best practices projecten uit andere stedenen landen met betrekking tot online participatie. De bestpractices in combinatie met de kwantitatieve data vormen deargumentatie voor het advies. Onderstaand zijn debelangrijkste best practices uitgewerkt.3.1.1 ConsulDeze paragraaf is gebaseerd op informatie van hete-magazine Publiek denken (Notebomer, 2019), waarin hetplatform uitgebreid wordt besproken.Drie jaar geleden kreeg Madrid voor het eerst in 25 jaar eenlinkse burgemeester, genaamd Manuela Carmena. Hetnieuwe bestuur ging op zoek naar alternatieve manieren omde participatie van bewoners bij gemeentebeleid tevergroten. Zo ontstond het participatieplatform Consul.Er maken maar liefst 400.000 Madrilenen gebruik vanConsul. Via dit platform is het bijvoorbeeld mogelijk om meete praten over gemeentebeleid of te beslissen over debesteding van gemeentebudget. Het doel is om een open,transparant en democratisch bestuur te stimuleren.Er zijn in consul een aantal mogelijkheden voor bewoners enhet bestuur. Ten eerste is er ruimte voor beleidsvoorstellenvanuit bewoners. Voor deze voorstellen kunnen bewonersvia Consul ook steun werven. Uiteindelijk wordt gestemdvoor het beste voorstel en deze wordt door de gemeenteuitgevoerd. Ten tweede, kunnen bewoners meebeslissen ensuggesties doen over hoe een deel van het budget van degemeente wordt besteed.Ten slotte, kent Consul de tool ‘samenwerkend wetgeven’.Dit houdt in dat alle wetgeving en wetsvoorstellen van degemeente worden gedeeld. Hier kan vanuit de bewonersfeedback op worden gegeven. Als het nodig is kan diefeedback worden verwerkt en de wetgeving wordenaangepast. Consul is in Madrid een groot succes, maar ookwereldwijd. Er zijn meer dan 60 miljoen mensen en 80overheden die met hetzelfde programma werken.3.1.2 PolisDeze paragraaf is gebaseerd op informatie van BinnenlandsBestuur (van Trigt, 2021), waarin het platform Polis wordtuitgelegd en aangereikt.Gemeente Groningen en Amsterdam maken als eersteNederlandse gemeenten gebruik van Platform Polis. Het iseen massa deliberatieplatform, een online platform om eengesprek tussen heel veel mensen te faciliteren. Op Poliskunnen deelnemers stemmen op stellingen over plannen vande gemeente en hun eigen stellingen toevoegen. Op basisvan waarop iemand stemt, wordt je in een groep geplaatst.Zo kunnen bewoners met dezelfde en tegenovergesteldemeningen met elkaar in gesprek.Sociale CohesieOok kan er op Polis participatief worden begroot. InAmsterdam West wordt er al enkele jaren geld dat door degemeente is vrijgegeven verdeeld door de bewoners. Erwordt door bewoners gestemd op welke manier zij het gelduit willen geven. Er wordt nog steeds met nieuwe toolsgeëxperimenteerd in Polis en er zijn nog veel nieuwemogelijkheden te ontdekken.Het Centraal Bureau voor de Statistiek(CBS, 2015) stelt dat sociale cohesie geeneenduidige betekenis heeft. Sociale netwerkenen vertrouwen zijn twee kernbegrippen als het gaatom sociale cohesie. “De participatie van burgers in desamenleving door het onderhouden van contacten, zowelinformeel als in georganiseerd verband, staan centraal” (CBS, 2015).Sociale cohesie wordt door Gebied in beeld van de gemeenteAmsterdam (2020) berekend op basis van de volgende stellingen:1. De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks.2. De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om.3. Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is.4. Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen.

11

Begrippen

Organisaties

Locaties

Uit observaties (Bijlage D) blijkt dat de Frans Halsbuurt een

rustige, groene en hippe buurt in de Pijp is. Opvallend is het

grote aantal fietsen en planten en weinig auto’s. De

huizen zijn groot en in goede staat. In 2020 telt de

Frans Halsbuurt 2.645 inwoners en

585 bedrijfsvestigingen

(AlleCijfers, 2021).

Frans Halsbuurt

Factoren & Actoren

De omgeving waarin beleid wordt

gemaakt bestaat uit maatschappelijke

factoren die van invloed zijn op het beleid. In

de bestuurskunde worden 6 factoren onderscheiden:

Ecologisch, sociaal-cultureel, economisch,

technologisch, juridisch en politiek (Bovens et al., 2017).

Gemeente

Amsterdam,

Stadsdeel Zuid

Amsterdam bestaat uit zeven

stadsdelen: Centrum, Nieuw-West,

Noord, Oost, West, Zuid en Zuidoost.

Deze stadsdelen zijn vaak weer ingedeeld

in sub gebieden.

“Ieder stadsdeel heeft een eigen dagelijks

bestuur en stadsdeelcommissie” (Gemeente

Amsterdam, z.d.-b). De Frans Halsbuurt

valt onder stadsdeel Zuid en maakt

deel uit van sub gebied

de Pijp.

Bovens et al. (2017) omschrijft actoren als een verzamelnaam voor bewust

handelende partijen die betrokken zijn bij een specifiek maatschappelijk

vraagstuk. In de bestuurskunde worden 5 actoren onderscheiden:

pressiegroepen, politieke partijen, burgers, externe adviseurs en massamedia.

Burgerparticipatie

“Burgerparticipatie is een manier van

beleidsvoering waarbij burgers, individueel

of georganiseerd, direct of indirect de kans krijgen

invloed uit te oefenen op de ontwikkeling, uitvoering

en/of evaluatie van beleid” (Peeters, 2012). Van Helden,

Dekker, van Dorst & Govers-Vreeburg (2009) definiëren

participatie als het geheel aan methoden om burgers bij het

gemeentelijk beleid te betrekken. Gemeenten maken het meest

(89%) gebruik maken van fysieke bijeenkomsten als

participatievorm. Opvallend is dat voor Covid-19 bijna geen (8,5%)

gebruik werd gemaakt van digitale opties (Blok et al., 2020).

Voorbeelden van fysieke en online participatie zijn te vinden in het

vorige rapport.

Best practice (letterlijk: prima praktijk) is een project,

werkmethode of interventie die zich als effectief heeft

bewezen (Encyclo.nl, 2020). De best practices dienen als

praktijkvoorbeelden en onderbouwing voor het advies. Er

is gekozen voor voorbeelden uit het publieke en private

domein, omdat het een representatief beeld schetst van

de mogelijke vormen van participatie.

Best practices

Omgevingswet

Het huidige omgevingsrecht is op dit moment

vrij complex. Volgens het ministerie van

Infrastructuur en Milieu (2016) zal de Omgevingswet

op het gebied van plannen, procedures en begrippen

zorgen voor vereenvoudiging en structuur. 26 wetten gaan

geheel op in één Omgevingswet en 60 AMvB’s worden er vier.

“Uiteindelijk dekt één wet met één set van zes kerninstrumenten

het terrein van de fysieke leefomgeving” (Ministerie van Infrastructuur

en Milieu, 2016). Volgens de gemeente Haarlem en G32 (2016)

benadrukt de Omgevingswet het belang van vroegtijdige participatie. Door

burgers vroegtijdig te laten participeren, kunnen gemeenten draagvlak krijgen

bij besluitvorming.

Uitgangspunten omgevingswet

(Informatiepunt Leefomgeving, z.d.)

1. Inzichtelijk omgevingsrecht

Ruimtelijke ordening

Bij het beleid van ruimte ordelijke ordening stelt de overheid

plannen op om de ruimte te verdelen en gebieden aan te

wijzen voor bepaalde bestemmingen (Rijksoverheid,

z.d.-a). Overheden (het Rijk, de provincies, de

gemeenten, waterschappen en de EU) zien

zich genoodzaakt in te grijpen in het gebruik

van ruimte. Volgens Bruinsma & Koomen

(2020) is ruimtelijke ordening in Nederland

gericht op het realiseren van een

toekomstbestendige inrichting

van het land.

Het verbinden

van functies, disciplines,

partijen, belangen en

2. Leefomgeving centraal in beleid, besluitvorming en

regelgeving

geldstromen, daar draait het

om bij gebiedsontwikkeling, volgens de

Zeeuw (2017). Bij gebiedsontwikkeling

werken de Rijksoverheid, provincies, gemeente,

bedrijven en bewoners samen om op één lijn te komen

(Rijksoverheid, z.d.-b). Volgens het Ministerie van Binnenlandse

Zaken en Koninkrijkrelaties (2019) kunnen gebiedsontwikkelingen

plaatsvinden op initiatief van zowel overheden als marktpartijen.

Gebiedsontwikkeling

3. Ruimte voor lokaal maatwerk

4. Snellere besluitvorming door

samenhangende werkwijze

van overheden, burgers

en bedrijven

Er zijn twee vormen van gebiedsontwikkeling; klassiek en organisch (Kenniscentrum

InfoMil, z.d.). De klassieke vorm heeft een grootschalige aanpak met een definitief doel en

actieve rol van de overheid. De organische vorm is een procesmatige aanpak met een open-einde en

een meer faciliterende rol van de overheid. Het biedt ruimte voor initiatieven van andere partijen.

Volgens Kenniscentrum InfoMil (z.d.) is het beoogde resultaat van gebiedsontwikkeling een goede ruimtelijke

ordening. Voor uitleg over de vier fases van gebiedsontwikkeling verwijzen we u naar het vorige rapport.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!