Op de buurt kan je bouwen

Een adviesrapport over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente Amsterdam. Een adviesrapport over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling voor de gemeente Amsterdam.

24.05.2021 Views

92. Methode2.1 InleidingVorig onderzoek beschrijft de meerwaarde van online-participatiemethoden in de Frans Halsbuurt. Dit onderzoek is uitgevoerdmiddels kwalitatief onderzoek, waarbij betrokken professionals zijn geïnterviewd. In dit vervolgonderzoek zal er een adviesworden aangereikt voor de gemeente Amsterdam. Het advies zal berusten op kwantitatieve data.Voor de volledige methode verwijzen we u naar het vorige rapport; ‘Online participeren net zo effectief als online daten?’ (LeBelle, Dekker, Hoolwerf & Opdam, 2021). Dit hoofdstuk is een aanvulling op de strategie, onderzoeksdoelgroep enmeetinstrumenten.2.2 OnderzoeksstrategieHet advies berust op vier informatiebronnen. Ten eerste,kwantitatieve data die is opgedaan middels enquêtes bij debewoners en ondernemers uit de Frans Halsbuurt. Tentweede, verkenning van de Frans Halsbuurt en hetparticipatieproject, samengevat in een observatietabel. Tenderde, literatuurstudie naar best practices en relevantebronnen. Ten slotte, informatie uit het vorige onderzoek alstoevoeging op dit rapport.2.2.1 Kwantitatieve dataOm een meer cijfermatig inzicht te krijgen in de belevingenvan bewoners, is er een kwantitatieve enquête afgenomen.De enquête is door de Hogeschool van Amsterdamopgesteld. Door in de buurt te flyeren en een bericht opfacebook te plaatsen is de enquête verspreid. Later is ernogmaals een oproep gedaan op Facebook en is er eenbericht geplaats op de site van HallodePijp. De gegevens uitde enquête worden verwerkt in grafieken, diagrammen enkruistabellen. De enquête stelt ons in staat om veelgegevens te verzamelen over grote aantallen respondenten.2.2.2 ObservatietabelVorig blok is de Frans Halsbuurt meerdere keren fysiekgeobserveerd door het projectteam. Voor dit onderzoek ishet projectteam nog één keer naar de buurt gegaan om teobserveren. De observaties zijn omschreven middels eenobservatietabel (Bijlage D). In de tabel is de situatiebeschreven met de locatie en tijd, de actoren die hierbijbetrokken waren en de uit de observatie getrokkenconclusie.2.2.3 LiteratuurstudieHoofdstuk 3 berust voornamelijk op literatuurbronnen.Definities en nadere uitleg over gehanteerde begrippen zijngevonden in de literatuur. Voor dit onderzoek zijnwetenschappelijke, niet-wetenschappelijke, journalistieke engrijze bronnen geraadpleegd. Daarnaast, is er eenonderzoek naar best practices uitgevoerd. Best practice isletterlijk vertaald een ‘prima praktijk’. Het is een project,werkmethode of interventie die zich als effectief heeftbewezen (Encyclo, 2021). Er is gekozen voor best practicesuit het publieke en private domein. Op deze manier wordt hetadvies onderbouwd met realistische en representatievepraktijkvoorbeelden.

2.2.4 Kwalitatief onderzoek blok 3Het vorige rapport verschaft al veel waardevolle informatie.Dit gebruiken wij dan ook als basis voor ditvervolgonderzoek. Er wordt verwezen naar het rapport,wanneer dit nodig is.2.3 OnderzoeksgroepDe bewoners en ondernemers zijn de doelgroep van deenquête. Hierdoor spelen zij de grootste rol in dit onderzoek.Daarnaast, is de gemeente Amsterdam betrokken alsbestuurder en uitvoerende partij. Voor meer informatie overde gemeente Amsterdam verwijzen we u naar het vorigerapport en hoofdstuk 3. Deze paragraaf zal de bewoners enondernemers beschrijven.2.3.1 Bewoners Frans HalsbuurtDe directe belanghebbenden van het herinrichtingsprojectzijn de bewoners van de Frans Halsbuurt. De belangen vandeze groep zijn het ontwikkelen van een prettig leefbarebuurt, overlast tot een minimum houden en invloeduitoefenen op de gebiedsontwikkeling om persoonlijkebelangen te waarborgen.In 2020 heeft de Frans Halsbuurt 2.645 inwoners(AlleCijfers, 2021). Het grootste deel (1.330) van deinwoners is tussen de 25 en 40 jaar jong en heeft een hoogopleidingsniveau. Het gemiddelde inkomen per inwoner is44.000 euro. 50,5% van de inwoners heeft eenmigratieachtergrond. De gemiddelde woningwaarde is453.000 euro. Al deze statistieken geven een beeld van deinwoners in de Frans Halsbuurt.2.4 MeetinstrumentenHet belangrijkste meetinstrument is de enquête. Verder is ergebruik gemaakt van een observatietabel en literatuurstudie.Voor een uitleg van deze twee meetinstrumenten verwijzenwe u naar het vorige rapport. Deze paragraaf zal een uitleggeven over de enquête oftewel kwantitatieve data.2.4.1 EnquêteVolgens van Thiel (2015) zijn kwantitatieve data numeriekegegevens. Dit kunnen getallen zijn met een eigen betekenisof een numerieke score. In dit onderzoek wordt er gebruikgemaakt van de numerieke scores (bijv. 1= mee eens en 5 =oneens).Een enquête is een synoniem voor een vragenlijst (vanThiel, 2015). De gegevens uit de enquête worden metbehulp van een computerprogramma geanalyseerd.De enquêtevragen zijn open en gesloten en voor iederebewoner identiek. Hierdoor is het onderzoek herhaalbaar enwordt de validiteit gewaarborgd. De data wordt verzameld engeanalyseerd in het programma Qualtrics. De data wordtgevisualiseerd door het gebruik van diagrammen engrafieken. Daarnaast, wordt de data verwerkt inkruistabellen. Op deze manier kunnen de gegevens wordenvergeleken en is de informatie betrouwbaar.De risico’s en maatregelen zijn ten opzichte van vorigeperiode onveranderd gebleven. Deze kunt u terugvinden inhet plan van aanpak en het vorige rapport.102.3.2 Ondernemers Frans HalsbuurtIn de buurt zijn ook ondernemers gestationeerd. Het belangvan deze partij is winst genereren.Voor de ondernemers is het belangrijk dat de wijkaantrekkelijk is, voor het aantrekken van mogelijke klanten.In dit onderzoek hebben we deze partij niet directmeegenomen maar geclassificeerd bij de groep bewoners.Dit hebben we gedaan omdat uiteindelijke belangengrotendeels overeenkomen.De Frans Halsbuurt telt in 2019 in totaal 585bedrijfsvestigingen (AlleCijfers, 2021). De drie grootstesectoren zijn zakelijke dienstverlening, cultuur & recreatie enhandel & horeca.

9

2. Methode

2.1 Inleiding

Vorig onderzoek beschrijft de meerwaarde van online-participatiemethoden in de Frans Halsbuurt. Dit onderzoek is uitgevoerd

middels kwalitatief onderzoek, waarbij betrokken professionals zijn geïnterviewd. In dit vervolgonderzoek zal er een advies

worden aangereikt voor de gemeente Amsterdam. Het advies zal berusten op kwantitatieve data.

Voor de volledige methode verwijzen we u naar het vorige rapport; ‘Online participeren net zo effectief als online daten?’ (Le

Belle, Dekker, Hoolwerf & Opdam, 2021). Dit hoofdstuk is een aanvulling op de strategie, onderzoeksdoelgroep en

meetinstrumenten.

2.2 Onderzoeksstrategie

Het advies berust op vier informatiebronnen. Ten eerste,

kwantitatieve data die is opgedaan middels enquêtes bij de

bewoners en ondernemers uit de Frans Halsbuurt. Ten

tweede, verkenning van de Frans Halsbuurt en het

participatieproject, samengevat in een observatietabel. Ten

derde, literatuurstudie naar best practices en relevante

bronnen. Ten slotte, informatie uit het vorige onderzoek als

toevoeging op dit rapport.

2.2.1 Kwantitatieve data

Om een meer cijfermatig inzicht te krijgen in de belevingen

van bewoners, is er een kwantitatieve enquête afgenomen.

De enquête is door de Hogeschool van Amsterdam

opgesteld. Door in de buurt te flyeren en een bericht op

facebook te plaatsen is de enquête verspreid. Later is er

nogmaals een oproep gedaan op Facebook en is er een

bericht geplaats op de site van HallodePijp. De gegevens uit

de enquête worden verwerkt in grafieken, diagrammen en

kruistabellen. De enquête stelt ons in staat om veel

gegevens te verzamelen over grote aantallen respondenten.

2.2.2 Observatietabel

Vorig blok is de Frans Halsbuurt meerdere keren fysiek

geobserveerd door het projectteam. Voor dit onderzoek is

het projectteam nog één keer naar de buurt gegaan om te

observeren. De observaties zijn omschreven middels een

observatietabel (Bijlage D). In de tabel is de situatie

beschreven met de locatie en tijd, de actoren die hierbij

betrokken waren en de uit de observatie getrokken

conclusie.

2.2.3 Literatuurstudie

Hoofdstuk 3 berust voornamelijk op literatuurbronnen.

Definities en nadere uitleg over gehanteerde begrippen zijn

gevonden in de literatuur. Voor dit onderzoek zijn

wetenschappelijke, niet-wetenschappelijke, journalistieke en

grijze bronnen geraadpleegd. Daarnaast, is er een

onderzoek naar best practices uitgevoerd. Best practice is

letterlijk vertaald een ‘prima praktijk’. Het is een project,

werkmethode of interventie die zich als effectief heeft

bewezen (Encyclo, 2021). Er is gekozen voor best practices

uit het publieke en private domein. Op deze manier wordt het

advies onderbouwd met realistische en representatieve

praktijkvoorbeelden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!