10.05.2021 Views

Wetenschap@OLVG Verpleegkunde mei 2021

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

wetenschapsblad OLVG jaargang 9 | no. 10 | <strong>mei</strong> <strong>2021</strong><br />

WETENSCHAP<br />

@OLVG <strong>Verpleegkunde</strong><br />

Niets over ons,<br />

zonder ons!<br />

De verpleegkundige als zichtbare<br />

zorgprofessional met zeggenschap<br />

Florian van Hunnik<br />

Chief Nursing<br />

Information Officer in<br />

OLVG<br />

Critically<br />

appraised topic<br />

Voorkom (lijn)sepsis met<br />

de juiste pleister<br />

Epidemiologica<br />

Hulp bij Engelse<br />

publicaties lezen


In deze editie<br />

4<br />

Niets over ons,<br />

zonder ons!<br />

‘Niets over ons, zonder ons!’ Hiermee riep V&VN-voorzitter<br />

Bianca Buurman zorgorganisaties vorig jaar op om verpleegkundigen<br />

structureel te betrekken bij overleggen en<br />

besluiten die het verpleegkundig beroep raken. In 1991 gaf de<br />

Commissie Werner dit advies ook al. Hoe zorgen we ervoor<br />

dat het beeld van de verpleegkundige als onzichtbare werknemer<br />

eindelijk eens verandert in de verpleegkundige als<br />

zichtbare zorgprofessional met zeggenschap?<br />

Interview<br />

8<br />

Florian van Hunnik is teamleider van de Medisch Psychiatrische<br />

Unit (MPU) én Chief Nursing Information Officer (CNIO)<br />

in OLVG. In die laatste rol maakt hij zich hard om digitalisering,<br />

informatisering en innovatie te koppelen aan het verpleegkundig<br />

vak.<br />

Verpleegkundig<br />

leiderschap<br />

18<br />

Artikel<br />

24<br />

De afgelopen twee jaar nam Saskia Rijkenberg, klinisch epidemioloog<br />

en verpleegkundige op de afdeling Geriatrie, deel<br />

aan het verpleegkundig leiderschapsprogramma ‘Leadership<br />

Mentoring in Nurse Research’ van ZonMw.<br />

Coverfoto: We Can Do It: Rosie the Riveter as a Nurse.<br />

Om evidence-based practice (EBP) een boost te geven, leidt<br />

OLVG sinds 2019 verpleegkundigen op tot EBP-coach. Zij<br />

spelen een belangrijke rol bij het toepassen en verankeren<br />

van EBP op de afdeling. Marijke van Buren onderzocht de<br />

ervaring van EBP-coaches en hun directe collega’s.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 2


Redactioneel<br />

Inspiratie<br />

Verpleegkundig<br />

minisymposium<br />

10<br />

Dit jaar had het verpleegkundig minisymposium in<br />

OLVG als thema: ‘Verpleegkundige zorg in de toekomst’.<br />

Hoewel het programma korter was dan voorgaande<br />

jaren én online plaatsvond, was het weer een<br />

zeer interessante en geslaagde middag. Vast onderdeel<br />

was de uitreiking van de verpleegkundige afstudeerprijs.<br />

En verder<br />

6 Critically appraised topic: Voorkom (lijn)sepsis met<br />

de juiste pleister<br />

14 Critically appraised topic: Bloedkweken afnemen<br />

op de Spoedeisende Hulp met één of twee sets?<br />

16 Epidemiologica: Hulp bij het lezen van Engelse<br />

publicaties<br />

19 Kwartet EBP-coaches<br />

26 In het kort<br />

27 Subsidie Stichting Wetenschappelijk Onderzoek<br />

OLVG<br />

28 Critically appraised topic: Een dagboek om<br />

psychische problemen na een IC-opname te<br />

verminderen<br />

30 Interview: Zorganalist Madelon Mok<br />

31 Gluren bij de buren: Winnaars verpleegkundige<br />

verbeterprijs Santeon<br />

31 Agenda: Journal club<br />

Op het moment dat ik dit schrijf, is het een jaar<br />

geleden dat we kennismaakten met COVID-19 en<br />

ons voorbereidden op de toestroom van patiënten.<br />

Het was geen makkelijk jaar. Ik ben onder de<br />

indruk hoe we met elkaar de schouders eronder<br />

hebben gezet en veerkracht en doorzettingsvermogen<br />

hebben getoond. Ook ben ik onder de<br />

indruk hoe wetenschappers over de hele wereld<br />

de samenwerking hebben opgezocht voor het<br />

ontwikkelen van een vaccin en we begonnen zijn<br />

met vaccineren, nog geen jaar na de uitbraak!<br />

Het was ook een jaar dat we als verpleegkundigen<br />

van ons lieten horen. Met de leus ‘Niets over<br />

ons, zonder ons’ vroeg Bianca Buurman, hoogleraar<br />

acute ouderenzorg en de nieuwe voorzitter<br />

van V&VN, aandacht voor de positie van<br />

verpleegkundigen. Hoe kunnen we nog meer de<br />

regie pakken in ons eigen vak en in het speelveld<br />

van de zorg? Dat lees je in een inspirerend, historisch<br />

essay van Kim Henkels de Lange.<br />

Voor ons als OLVG-verpleegkundigen was het<br />

een jaar van veel rennen en weinig stilstaan. Niet<br />

alleen door de intensieve zorg voor de (isolatie)patiënten,<br />

ook op wetenschappelijk gebied<br />

hebben we niet stilgezeten. Er zijn critically appraised<br />

topics geschreven, de opleiding tot EBPcoach<br />

heeft doorgang gevonden en we hebben<br />

bijgedragen aan verschillende projecten en innovaties.<br />

En hoewel het soms lijkt of alles in het teken<br />

stond van COVID-19, bleek niets minder waar<br />

tijdens het maken van deze editie. Wat een mooie<br />

verhalen, ideeën en producten zijn er dit jaar ontstaan.<br />

Veel pragmatische en zinvolle oplossingen<br />

voor uitdagingen in de dagelijkse praktijk.<br />

De sprint hebben we voltooid, maar we zitten<br />

nog in de marathon zonder te weten wanneer<br />

we de finish bereiken. Hopelijk kunnen we elkaar<br />

dit jaar nog live ontmoeten om samen onze ervaringen<br />

te verwerken en alle diplomeringen en<br />

andere successen te vieren.<br />

Geniet van deze editie en laat je inspireren door<br />

je collega’s!<br />

Janneke Schuitenmaker,<br />

verpleegkundig specialist<br />

algemene gezondheidszorg op<br />

de SEH, hoofdredacteur<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 3


Historisch essay<br />

Niets over ons,<br />

zonder ons!<br />

‘Niets over ons, zonder ons’ luidt het advies van Bianca<br />

Buurman, de nieuwe voorzitter van V&VN, aan het ministerie<br />

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Met ‘ons’<br />

bedoelt zij verpleegkundigen. Niets over verpleegkundigen,<br />

zonder verpleegkundigen.<br />

Kim Henkels de Lange,<br />

IC-verpleegkundige<br />

Buurman riep zorgorganisaties vorig<br />

jaar op om verpleegkundigen structureel<br />

te betrekken bij overleggen en besluiten<br />

die het verpleegkundig beroep<br />

raken. Erken de professionele zeggenschap<br />

van verpleegkundigen en geef<br />

verpleegkundigen tijd en ruimte om<br />

inspraak uit te oefenen 1 .<br />

Zij is niet de eerste die zorgorganisaties<br />

hiertoe oproept. In 1991, dertig jaar geleden,<br />

werd dit advies ook gegeven. Toen<br />

door Commissie Werner.<br />

Ja, dit verhaal gaat (deels) over commissies<br />

en rapporten. En nee, dit is geen<br />

saai verhaal.<br />

Van de Witte Woede…<br />

In 1989 protesteren verpleegkundigen<br />

massaal tegen de hoge werkdruk en<br />

lage salarissen. Met ziekenhuisbedden<br />

worden autowegen geblokkeerd, de<br />

Jaarbeurs in Utrecht stroomt vol met<br />

demonstrerende verpleegkundigen en<br />

op het hoogtepunt van de protesten verzamelen<br />

60.000 verpleegkundigen zich<br />

in Den Haag om hun stem te laten horen.<br />

Politici krabben zich achter de oren<br />

en beseffen dat ze te maken hebben<br />

met een Witte Woede. Om die woede te<br />

beteugelen, krijgen verpleegkundigen<br />

een salarisverhoging. Daarnaast krijgt<br />

een commissie in 1990 de opdracht te<br />

Bianca Buurman, hoogleraar acute<br />

ouderenzorg en voorzitter V&VN<br />

onderzoeken hoe het beroep van verpleegkundigen<br />

en verzorgenden weer<br />

aantrekkelijk(er) kan worden. Het gaat<br />

om de ‘commissie positiebepaling beroep<br />

van verpleegkundige en verzorgende’,<br />

oftewel ‘Commissie Werner’,<br />

vernoemd naar de voorzitter van deze<br />

commissie.<br />

via Commissie Werner…<br />

In 1991 publiceert Commissie Werner<br />

haar bevindingen en aanbevelingen.<br />

De commissieleden concluderen dat er<br />

een groot verloop is onder verpleegkun-<br />

digen, een hoog ziekteverzuim, gebrek<br />

aan maatschappelijke en financiële<br />

waardering en te weinig differentiatie<br />

in het werk. Bovendien zijn er te veel<br />

administratieve verplichtingen. Verder<br />

constateren ze dat verpleegkundigen<br />

niet als spil in de zorg gezien worden,<br />

maar als uitvoerders van opdrachten<br />

die anderen geven en die tevens het<br />

tempo van hun werk bepalen en sturen.<br />

Tot slot concluderen de commissieleden<br />

dat verpleegkundigen ondervertegenwoordigd<br />

zijn in bestuursorganen van<br />

zorg- en beroepsorganisaties. Hierdoor<br />

worden er beslissingen genomen over<br />

verpleegkundigen, zonder verpleegkundigen<br />

2 . Dit waren de conclusies in 1991.<br />

…en onzichtbare<br />

verpleegkundigen…<br />

Interessant is dat het rapport van<br />

Werner begint met de vraag: Wat is<br />

verpleegkunde? Werner en zijn commissieleden<br />

constateren namelijk dat<br />

de samenleving geen goed beeld heeft<br />

van het verpleegkundig beroep. Ten<br />

eerste omdat werkzaamheden van<br />

verpleegkundigen overlappen of raken<br />

met werkzaamheden van medici, paramedici,<br />

administratief medewerkers en<br />

zelfs van hotelpersoneel. Dus wat is dan<br />

precies verpleegkunde?<br />

Ten tweede zijn de werkzaamheden van<br />

verpleegkundigen praktisch onzicht-<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 4


Naast deze eenvoudige linguïstische<br />

trucjes kunnen we veel meer doen. Stel<br />

je verkiesbaar als bestuurslid voor het<br />

nieuwe verpleegkundig stafbestuur in<br />

OLVG of meld je aan als lid van de verpleegkundige<br />

klankbordgroep, zodat je<br />

zelf mee kunt praten. Sluit je aan bij de<br />

vakbond (bijvoorbeeld NU’91, voortgekomen<br />

uit de Witte Woede), zodat anderen<br />

namens jou mee kunnen praten<br />

aan de onderhandelingstafels. Stuur je<br />

afstudeerproduct in voor de verpleegkundige<br />

afstudeerprijs. Volg de masterclass<br />

Verpleegkundig Leiderschap van<br />

OLVG-verpleegkundige Carla van Kesteren.<br />

Lees vakliteratuur. Verdiep je in<br />

ons beroepsprofiel. En het allerbelangbaar<br />

buiten hun werkveld. Dat was toen.<br />

Maar nu nog steeds. In 1998 liet een<br />

onderzoek zien dat verpleegkundigen<br />

nauwelijks aan het woord of in beeld<br />

komen in de media 3 . Twintig jaar later,<br />

in 2018, werd dit onderzoek herhaald. De<br />

conclusie luidde hetzelfde 4 .<br />

morgen, ik ben [je voornaam] en ik zorg<br />

vandaag voor u!’?<br />

Vervang deze introductie eens door:<br />

‘Goedemorgen, ik ben [je naam] en ik<br />

ben de verpleegkundige die vandaag<br />

voor u zorgt’.<br />

En herken je deze uitspraak: ‘Ik ben<br />

maar verpleegkundige’? Hoezo ‘maar’<br />

verpleegkundige?<br />

…naar: from silence to voice<br />

Hoe zorgen wij als verpleegkundigen er<br />

nou voor dat het beeld van de verpleegkundige<br />

als onzichtbare werknemer<br />

verandert in de verpleegkundige als<br />

zichtbare zorgprofessional met zeggenschap<br />

5 ?<br />

Je kunt het groots aanpakken en solliciteren<br />

op de vrijgekomen functie van<br />

Chief Nursing Officer van het ministerie<br />

van VWS. Of klim in de pen en schrijf<br />

verpleegkundige opiniestukken voor de<br />

Volkskrant of Het Parool.<br />

Liever iets minder groots? Het boek<br />

From Silence to Voice geeft prachtige<br />

voorbeelden hoe verpleegkundigen<br />

kunnen werken aan hun zichtbaarheid 6 .<br />

Een voorbeeld. Hoe vaak heb jij jezelf<br />

voorgesteld aan de patiënt als: ‘Goederijkste:<br />

wees trots op je vak en draag dit<br />

uit naar je patiënt, je collega, je familie,<br />

de wereld!<br />

Interesse in de bestuursfunctie of de<br />

verpleegkundige klankbordgroep?<br />

Stuur een mail naar vsc@olvg.nl<br />

Referenties<br />

1 Buurman B. Niets over ons, zonder ons:<br />

Investerings agenda zeggenschap en positionering<br />

verpleegkundigen & verzorgenden; 2020.<br />

2 Commissie Positiebepaling Beroep van Verpleegkundige<br />

en Verzorgende. In hoger beroep<br />

- Perspectief voor de verplegende en verzorgende<br />

beroepen. Rijswijk; 1991.<br />

3 Sieber JR, Powers CA, Baggs JR, Knapp JM, Sileo<br />

CM. Missing in action: Nurses in the Media. AJN<br />

1998; 98:12, 55-56.<br />

4 Mason DJ, Nixon L, Glickstein B, Han S, Westphaln<br />

K, Carter L. The Woodhull Study Revisited:<br />

Nurses’ Representation in Health News Media<br />

20 Years Later. Journal of Nursing Scholarship,<br />

2018;50(6):695–704.<br />

5 Hopmans Eijkman W. Wat is het werkwoord van<br />

zeggenschap? Amsterdam: OLVG; <strong>2021</strong>.<br />

6 Buresh B, Gorden B. From Silence to Voice – what<br />

nurses know and must communicate to the public.<br />

Ithaca, New York: Cornell University Press; 2013.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 5


Critically appraised topic<br />

Voorkom (lijn)sepsis met<br />

de juiste pleister<br />

Is een met chloorhexidine geïmpregneerde pleister<br />

een effectief hulpmiddel om kathetergerelateerde<br />

infecties te voorkomen bij patiënten met een centraal<br />

veneuze katheter?<br />

Sophie van den Bosch, CCU-verpleegkundige<br />

Achtergrond<br />

In het ziekenhuis wordt veel gebruikgemaakt<br />

van invasieve katheters, onder<br />

andere voor snelle intravasale vulling,<br />

hemodynamische monitoring en het<br />

toedienen van intraveneuze medicatie.<br />

‘Korte termijn centraal veneuze kathe-<br />

ters’ worden veel gebruikt voor het toedienen<br />

van intraveneuze medicatie en<br />

zijn onmisbaar in de (acute) klinische<br />

zorg. Tegelijkertijd zijn ze de belangrijkste<br />

oorzaak van het ontstaan van<br />

kathetergerelateerde infecties en (lijn)<br />

sepsis 1 . Sepsis is een levensbedreigende<br />

aandoening en kan leiden tot de dood.<br />

De gevolgen hangen sterk af van de<br />

conditie van de patiënt, eventuele comorbiditeit,<br />

de veroorzakende microorganismen<br />

en de ingestelde (antibiotica)<br />

behandeling. Er zijn al veel interventies<br />

bekend om kathetergerelateerde<br />

infecties te voorkomen, zoals huiddesinfectie,<br />

optimale katheterplaatsing<br />

en dagelijkse controle van de insteekopening<br />

2 . Ondanks deze maatregelen<br />

ontwikkelen patiënten soms nog steeds<br />

een kathetergerelateerde infectie. Op<br />

de Cardiac Care Unit (CCU) van OLVG,<br />

locatie Oost, werd een transparante folie<br />

(Tegaderm) gebruikt om de centraal<br />

veneuze katheter mee af te dekken. Op<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 6


de Intensive Care van OLVG werd echter<br />

al een protocol gehanteerd met een<br />

antimicrobiële pleister: de chloorhexidine<br />

geïmpregneerde (CHG) pleister. Om<br />

voor de CCU te onderzoeken of de CHG<br />

pleister een effectief hulpmiddel is om<br />

kathetergerelateerde infecties te voorkomen,<br />

is de volgende PICO opgesteld:<br />

P<br />

I<br />

C<br />

O<br />

Patiënten met een centraal<br />

veneuze katheter<br />

Chloorhexidine geïmpregneerde<br />

pleister (antimicrobiële pleister)<br />

Tegaderm afdekfolie / nietantimicrobiële<br />

pleister<br />

Kathetergerelateerde infecties<br />

(P=patiënt, I=interventie, C=vergelijking,<br />

O=uitkomst)<br />

Zoekstrategie en uitkomst<br />

In juni 2020 is in de databases PubMed<br />

en Cochrane gezocht naar wetenschappelijke<br />

artikelen. Hierbij is onderstaande<br />

zoekstring gebruikt in PubMed:<br />

‘(((antimicrobial dressing) AND (central<br />

venous catheter)) AND (“Catheter-Related<br />

Infections”[Mesh])) AND (“Catheter-Related<br />

Infections/prevention and<br />

control”[Mesh])<br />

In Cochrane is gezocht met de<br />

zoekstring:<br />

Antimicrobial dressing AND central<br />

venous catheter AND catheter related<br />

infections OR catheter related bacteriamia.<br />

De zoekstrategie leverde 67 artikelen<br />

op. Alle titels en abstracts zijn beoordeeld<br />

voor inclusie. Voor het beantwoorden<br />

van de PICO zijn alleen artikelen<br />

met onderzoeksdesign randomized<br />

controlled trial (RCT) of systematic<br />

review (SR) geselecteerd. Onderzoeken<br />

moesten bovendien: 1) zijn uitgevoerd<br />

bij patiënten met een centraal veneuze<br />

katheter; 2) één of meerdere typen<br />

antimicro biële pleisters vergelijken<br />

met Tegaderm afdekfolie of een nietantimicrobiële<br />

pleister; 3) starten met<br />

de antimicrobiële pleister voorafgaand<br />

aan een infectie; 4) kathetergerelateerde<br />

infecties rapporteren. Onderzoeken<br />

die ouder waren dan vijf jaar of<br />

gericht waren op kankerpatiënten, zijn<br />

niet meegenomen. Na het selectieproces<br />

bleek één onderzoek geschikt om<br />

de PICO te beantwoorden: een SR met<br />

een meta-analyse 2 . De kwaliteit van het<br />

artikel is beoordeeld met checklist 5.2<br />

van Cochrane Netherlands.<br />

Resultaten<br />

De SR van Wei e.a. 3 beschrijft twaalf<br />

RCTs met in totaal 6.028 ziekenhuispatiënten<br />

met een centraal veneuze<br />

katheter. Eén onderzoek richtte zich<br />

specifiek op neonaten en een ander<br />

onderzoek specifiek op kinderen. De<br />

overige tien onderzoeken gingen over<br />

volwassen patiënten. In alle onderzoeken<br />

werd de CHG pleister vergeleken<br />

met een niet-antimicrobiële pleister<br />

zonder dressing (bijvoorbeeld transparante<br />

pleister, gaas en tape) of met een<br />

andere dressing (bijvoorbeeld povidon<br />

jodium). In totaal kregen 3.242 patiënten<br />

de CHG pleister en 2.786 patiënten<br />

een niet-antimicrobiële pleister. In de<br />

groepen met CHG pleister werd de<br />

pleister doorgaans na het prikken van<br />

de centrale lijn aangebracht en elke<br />

drie dagen verwisseld. In elf RCTs werden<br />

kathetergerelateerde infecties in<br />

de bloedbaan gerapporteerd. De resultaten<br />

van de elf RCTs zijn gepoold in<br />

een meta-analyse waarbij een gewogen<br />

risico over alle elf studies is berekend.<br />

Uit de meta-analyse bleek dat patiënten<br />

bij wie de katheter met een CHG<br />

pleister werd verbonden een lager risico<br />

hadden op een kathetergerelateerde<br />

infectie, dan patiënten die met een andere<br />

pleister werden verbonden (15,2‰<br />

vs. 26,3‰, odds ratio=0,60 met 95% betrouwbaarheidsinterval<br />

0,42-0,85).<br />

Commentaar en klinische<br />

relevantie<br />

Het artikel van Wei e.a. heeft elf onderzoeken<br />

meegenomen om het effect<br />

van de CHG pleister op kathetergerelateerde<br />

infecties te bepalen. Deze onderzoeken<br />

waren niet allemaal dubbelgeblindeerd,<br />

omdat behandelaars en<br />

patiënten wisten welke pleister werd<br />

gebruikt. Bovendien werd de pleister<br />

waarmee de CHG pleister werd vergeleken<br />

in de verschillende onderzoeken<br />

niet duidelijk omschreven (‘other dressing<br />

or no dressing’). Het is daarom<br />

niet duidelijk of de onderzoeken goed<br />

met elkaar te vergelijken zijn. Ondanks<br />

deze mogelijke verschillen in de controlegroepen<br />

vonden Wei e.a. echter<br />

dat de resultaten tussen de onderzoeken<br />

onderling niet van elkaar verschilden<br />

(I 2 =24%, p=0.22).<br />

De SR is gedegen uitgevoerd. Hoewel<br />

de onderzoeken bij neonaten en bij<br />

kinderen in de SR van Wei e.a. niet te<br />

vergelijken zijn met de patiëntenpopulatie<br />

op de CCU van OLVG, zijn de andere<br />

tien onderzoeken wel uitgevoerd<br />

bij vergelijkbare patiënten.<br />

De CHG pleisters zijn al beschikbaar<br />

in OLVG. Met klinische lessen over het<br />

gebruik en de effectiviteit van de CHG<br />

pleister kunnen verpleegkundigen op<br />

de CCU worden gestimuleerd deze interventie<br />

toe te passen. Het is daarom<br />

de aanbeveling om de CHG-pleister<br />

toe te passen als toevoeging op de interventies<br />

die al vanuit het veiligheidsmanagementsysteem<br />

zijn opgesteld.<br />

Conclusie<br />

Het verbinden van een centraal veneuze<br />

katheter met een antimicrobiële<br />

CHG pleister vermindert het risico op<br />

kathetergerelateerde infecties vergeleken<br />

met andere pleisters.<br />

Niveau van aanbeveling conclusie: 1<br />

Referenties<br />

1 RIVM. Preventie van ziekenhuisinfecties door<br />

Surveillance - Deelcomponent Lijnsepsis, 2000-<br />

2003. Beschikbaar via: https://www.rivm.nl/<br />

bibliotheek/rapporten/210601004.pdf [Geraadpleegd<br />

3 juni 2020].<br />

2 VMS. Voorkomen van lijnsepsis en behandeling<br />

van ernstige sepsis. Beschikbaar via: https://<br />

www.vmszorg.nl/wp-content/uploads/2017/11/<br />

web_2009.0101_praktijkgids_sepsis.pdf [Geraadpleegd<br />

3 juni 2020].<br />

3 Wei L, Li Y, Li X, Bian L, Wen Z, Li M. Chlorhexidine-impregnated<br />

dressing for the prophylaxis<br />

of central venous catheter-related complications:<br />

a systematic review and meta-analysis.<br />

BMC Infect Dis. 2019 May;19(1):429.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 7


Interview<br />

‘Digitalisering bepaalt<br />

steeds meer hoe je als<br />

zorgverlener werkt’<br />

Florian van Hunnik is teamleider van de Medisch Psychiatrische<br />

Unit (MPU) én Chief Nursing Information Officer (CNIO) in<br />

OLVG. In die laatste rol maakt hij zich hard om digitalisering,<br />

informatisering en innovatie te koppelen aan het verpleegkundig<br />

vak. ‘Het is de kunst om beide werelden te snappen en er een brug<br />

tussen te slaan.’<br />

Judith Vocking<br />

Waarom is de rol van CNIO in<br />

het leven geroepen?<br />

‘Toen in 2015 het EPD overging op EPIC<br />

is daar een aantal dokters en verpleegkundigen<br />

bij betrokken. Dat is vervolgens<br />

breder doorontwikkeld, wat heeft<br />

geresulteerd in onder andere de functie<br />

van CNIO. Digitalisering bepaalt steeds<br />

meer hoe je als zorgverlener werkt.<br />

Maar om digitale innovaties te laten<br />

slagen, is een vertaalslag nodig van de<br />

IT-wereld naar de beroepspraktijk en<br />

vice versa.’<br />

Waarom denk je dat de keuze<br />

op jou is gevallen voor deze<br />

functie?<br />

‘Ik heb affiniteit met het onderwerp en<br />

ik denk dat ik goed ben in het doorzien<br />

van processen. Ik zie vaak duidelijk<br />

waar de daadwerkelijke knelpunten<br />

zitten en kan daar gerichte oplossingen<br />

voor bedenken. Dat analytische vermogen<br />

is voor deze functie essentieel. Het<br />

is namelijk de bedoeling dat je oplossingen<br />

vindt voor problemen die er ook<br />

echt zijn. Dat lijkt logisch, maar omdat<br />

in deze branche veel geld te verdienen<br />

valt, zie je heel veel oplossingen voor<br />

niet bestaande problemen. Dan weet je<br />

bij voorbaat dat een innovatie mislukt.<br />

Of een digitale innovatie slaagt, hangt<br />

ook af van de praktijk die toch een<br />

beetje moet meebewegen. Dat wil nog<br />

wel eens wringen. Mensen kunnen zeggen:<br />

“Ik ga me niet aanpassen aan de<br />

computer”. Ik vind het een spannende<br />

uitdaging om te kijken hoe de praktijk<br />

met digitale innovaties kan meebuigen<br />

zonder de techniek leidend te laten zijn.’<br />

: ik vind het een<br />

spannende uitdaging<br />

om te kijken hoe de<br />

praktijk met digitale<br />

innovaties kan<br />

meebuigen zonder de<br />

techniek leidend te<br />

laten zijn<br />

Maar we hebben in dat opzicht<br />

toch eigenlijk geen keuze, gezien<br />

de druk op de zorg?<br />

‘Dat klopt, maar persoonlijk hanteer ik<br />

liever een positievere insteek. Door innovatie<br />

wordt ons werk leuker en als<br />

bijkomend effect kun je je zorgverlening<br />

beter maken en kunnen we de druk beter<br />

aan.’<br />

Hoe verdeel je zelf je<br />

werkzaamheden?<br />

‘Per week werk ik twee dagen als CNIO.<br />

Ik ben dan bezig met eigen projecten en<br />

denk mee met projecten van anderen.<br />

De overige drie dagen werk ik op de<br />

MPU. Daarvan sta ik er één op de werkvloer<br />

en besteed ik twee dagen aan management.<br />

Die ene dag aan het bed vind<br />

ik heel belangrijk. Ik doe dit werk om de<br />

zorg voor patiënten te verbeteren en het<br />

voor verpleegkundigen leuker te maken.<br />

Dan moet je het werk ook zelf ervaren. Er<br />

zijn ziekenhuizen die een CNIO fulltime<br />

in dienst hebben, maar ik ben blij dat<br />

OLVG die keuze niet heeft gemaakt.’<br />

Je maakt deel uit van het OLVGinnovatieteam<br />

waar, naast jou,<br />

vijf innovatieartsen in zitten en<br />

longarts Paul Bresser als Chief<br />

Medical Information Officer. Hoe<br />

werken jullie samen?<br />

‘Ieder heeft zijn eigen aandachtsgebied,<br />

maar we werken nauw met elkaar samen.<br />

Veel projecten raken en versterken<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 8


elkaar namelijk. Het is de ambitie om<br />

dit jaar ook innovatieverpleegkundigen<br />

aan te stellen, zodat alle aandachtsgebieden<br />

aangevoerd worden door een<br />

arts en een verpleegkundige. Je kunt<br />

dan meer bereiken en het versterkt het<br />

overkoepelend model dat we als team<br />

nastreven.’<br />

Kun je een paar succesvolle<br />

projecten noemen?<br />

‘Een mooi voorbeeld is het registreren<br />

van pijn- en decubitusscores, dat standaard<br />

bij iedere patiënt werd gedaan.<br />

We hebben de pijncommissie en de<br />

decubituscommissie uitgedaagd dit<br />

eigentijdser te maken met behulp van<br />

nieuwe digitale ontwikkelingen. Dit<br />

heeft geresulteerd in een screeningsmethode<br />

op basis van risicoscores.<br />

Daardoor is het aantal metingen substantieel<br />

gedaald en dat scheelt uren<br />

op weekbasis.<br />

Een ander project is de verpleegkundige<br />

overdracht bij ontslag. Voorheen<br />

was dit veel overschrijfwerk. Door het<br />

te digitaliseren en gebruik te maken<br />

van de slimmigheden die het EPD biedt,<br />

komt alle beschikbare informatie uit het<br />

EPD automatisch in een pdf dat vervolgens<br />

alleen nog maar hoeft te worden<br />

aangevuld door de verpleegkundige.’<br />

Loop je wel eens tegen<br />

weerstand aan bij het<br />

implementeren van digitale<br />

toepassingen?<br />

‘Ik ben ervan overtuigd dat als je iets<br />

bedenkt dat daadwerkelijk een probleem<br />

oplost en dat aansluit bij de<br />

: ik doe dit werk om de<br />

zorg voor patiënten<br />

te verbeteren en het<br />

voor verpleegkundigen<br />

leuker te maken<br />

werkvloer, je zonder morren driekwart<br />

van de mensen meekrijgt. En als iets<br />

op veel weerstand stuit, moet je je misschien<br />

afvragen of jouw oplossing wel<br />

zo goed is. Maar je boort hier wel een<br />

goed punt aan. Net zo belangrijk als<br />

het creëren van nieuwe ideeën, is de<br />

implementatie en borging ervan. Je<br />

hebt te maken met verschillende groepen<br />

die je mee moet krijgen en bij al<br />

die groepen moet je anders insteken.<br />

Een teamleider of manager overtuig je<br />

niet door alleen op de verpleegkundige<br />

inhoud van de verbetering te gaan zitten.<br />

Hen moet je ook laten zien hoe zo’n<br />

verbetering aansluit bij de behoeften<br />

van de zorgverleners in hun team. Een<br />

van mijn doelen voor <strong>2021</strong> is dan ook de<br />

verbinding met de managementlagen<br />

aan te trekken.’<br />

Draagt een CNIO bij aan de<br />

verbetering van de status van<br />

het verpleegkundig vak?<br />

‘Het is een mooie ontwikkeling om ons<br />

vak vooruit te helpen en toekomstbestendiger<br />

te maken in een wereld die<br />

steeds meer onder druk komt te staan.<br />

Daarnaast is er met deze functie meer<br />

aandacht op bestuurlijk niveau gekomen<br />

voor verpleegkundige zorg en de<br />

innovatie daarvan. Het vraagt al enige<br />

bestuurlijke bewustwording om een<br />

CNIO aan te stellen en als die er dan is,<br />

kan die gevraagd en ongevraagd adviezen<br />

geven.<br />

Om de functie van CNIO verder te professionaliseren,<br />

hebben we ons ook<br />

landelijk verenigd in het CNIO-netwerk<br />

Nederland onder het vaandel van de<br />

V&VN. We hebben onder andere een<br />

functieprofiel opgesteld waarin de minimale<br />

taken zijn omschreven om de<br />

functie binnen een organisatie tot zijn<br />

recht te laten komen. Nu zie je helaas<br />

nog te vaak dat ziekenhuizen een CNIO<br />

aanstellen voor een dag per maand of<br />

twee uur per week, maar dan bereik je<br />

niets.’<br />

Wat zijn je doelen voor de rest<br />

van dit jaar?<br />

‘Dat we het innovatieteam versterken<br />

met innovatieverpleegkundigen. En<br />

verder hoop ik dat we een behoorlijke<br />

stap kunnen zetten in de uitrol van het<br />

project ‘Rover’. Dit is een app van EPIC<br />

waarmee verpleegkundigen een groot<br />

deel van de dossiervoering op een<br />

mobiel apparaat kunnen doen direct<br />

aan het bed. We waren samen met het<br />

UMCG de eerste in Nederland die deze<br />

app als pilot in gebruik namen en het<br />

zou een mooi succes zijn als we in het<br />

tweede kwartaal kunnen starten met de<br />

implementatie.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 9


Verpleegkundig minisymposium<br />

Verpleegkundige zorg<br />

in de toekomst<br />

Dit jaar had het verpleegkundig<br />

minisymposium<br />

in OLVG als thema: ‘Verpleegkundige<br />

zorg in de<br />

toekomst’. Hoewel het programma<br />

korter was dan<br />

voorgaande jaren én online<br />

plaatsvond in de vorm<br />

van een webinar, was het<br />

weer een zeer interessante<br />

en geslaagde middag.<br />

Judith Vocking<br />

Ervaringen met en van EBPcoaches<br />

Het spits werd afgebeten door Marijke<br />

van Buren. Marijke is verpleegkundige<br />

op de acute opname-afdeling, onderzoeker<br />

bij het Leerhuis en lid van het<br />

verpleegkundig stafconvent. Zij deed<br />

onderzoek naar de ervaring met de rol<br />

van EBP-coaches bij het bevorderen<br />

van EBP onder verpleegkundigen in<br />

OLVG. Zij zette sterke en zwakke punten,<br />

bedreigingen en kansen op een rij. Haar<br />

aanbeveling was EBP-coaches in hun<br />

rol te zetten door: 1) randvoorwaarden<br />

te creëren, zoals tijd, steun en erkenning<br />

vanuit de afdeling, 2) ze handvatten en<br />

kennis te bieden over EBP en de implementatie<br />

ervan, 3) ze de mogelijkheid te<br />

geven een netwerk op te bouwen, en 4)<br />

te zorgen voor een podium om hun bevindingen<br />

te presenteren. Marijkes onderzoekresultaten<br />

staan op pagina 24.<br />

Uitreiking verpleegkundige<br />

afstudeerprijs<br />

Vervolgens kondigde dagvoorzitter Kim<br />

Henkels de Lange, IC-verpleegkundige<br />

en EBP-coach, de drie genomineerden<br />

aan voor de verpleegkundige afstudeerprijs.<br />

Zij hadden allen zelf een filmpje<br />

gemaakt waarin ze hun onderzoek<br />

presenteerden. De juryprijs was voor<br />

IC-verpleegkundige Jessie Houben.<br />

Oncologieverpleegkundige Tessa Binken<br />

won de publieksprijs en een eervolle<br />

derde plek was voor CCU-verpleegkundige<br />

Jonna Reedijk-van der Wal. Op de<br />

volgende drie pagina’s vertellen zij over<br />

hun onderzoeken.<br />

Zichtbaarheid vanuit de kracht<br />

van het vak<br />

Keynotespeaker Catharina van Oostveen<br />

sloot de webinar af met een bevlogen<br />

en inspirerend betoog over hoe je je<br />

als verpleegkundige kunt professionaliseren<br />

(met hulp van anderen). Catharina<br />

is senior adviseur wetenschap van<br />

de onderzoekslijn ‘Nurse emPOWERed<br />

for professional practice’ in het Spaarne<br />

Gasthuis, bestuurslid STZ en hoofdredacteur<br />

van het onderzoekskatern<br />

van TVZ. In al die rollen is haar drive het<br />

geloof dat verpleegkundigen samen<br />

met andere zorgprofessionals een cruciale<br />

rol hebben in het leveren van goede<br />

kwaliteit patiëntenzorg. ‘Door corona<br />

zijn we nog nooit zo zichtbaar geweest<br />

als in 2020’, zegt ze. ‘Maar tegelijkertijd<br />

zijn we ook nog steeds een beetje onzichtbaar.<br />

Dat moet veranderen, want<br />

zichtbaarheid maakt dat je deskundigheid<br />

wordt erkend.’ Ze stelt dat verpleegkundigen<br />

meer zichtbaar moeten<br />

worden vanuit de kracht van hun vak<br />

en moeten laten zien wat ze doen. Het<br />

is daarbij essentieel om leiderschap te<br />

tonen. Niet alleen op de eigen afdeling<br />

en in de organisatie, maar ook in de<br />

samenleving. Het innemen van strategische<br />

posities is essentieel voor de<br />

positionering en erkeninning van het<br />

verpleegkundig vakgebied. ‘De kansen<br />

zijn er nu, maar we moeten ze wel pakken’,<br />

sluit Catharina haar betoog af.<br />

Het webinar gemist? Kijk het terug via:<br />

https://olvg.instilled.com:443/player/<br />

medium/1827603183753500319<br />

Save the date<br />

17 november <strong>2021</strong> van 15.30 tot 17.30<br />

uur: (online) minisymposium verpleegkundig<br />

onderzoek. Thema:<br />

‘Leiderschap voor en door verpleegkundigen’.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 10


Verpleegkundige afstudeerprijs<br />

Zelfdetubatie op de IC;<br />

hoe voorkomen?<br />

Tijdens het verpleegkundig<br />

minisymposium<br />

won IC-verpleegkundige<br />

Jessie Houben de<br />

jury prijs voor haar afstudeeronderzoek.<br />

Zij<br />

zocht uit welke factoren<br />

de kans verhogen dat<br />

beademde IC-patiënten<br />

zichzelf detuberen.<br />

Waarom heb je voor dit<br />

onderwerp gekozen?<br />

‘Veel beademde patiënten op de IC<br />

hebben last van tube-irritatie. Soms<br />

leidt dit tot zelfdetubatie. Voor ICverpleegkundigen<br />

is dat een angst,<br />

want de gevolgen ervan kunnen groot<br />

zijn. Het strottenhoofd kan beschadigd<br />

raken, er kan een longontsteking<br />

ontstaan en een patiënt kan zelfs<br />

komen te overlijden. Retubatie is ook<br />

niet wenselijk, want dan moet iemand<br />

weer in slaap worden gebracht om de<br />

tube te plaatsen. Ik was benieuwd wat<br />

we kunnen doen om zelfdetubatie te<br />

voorkomen en heb de risicofactoren<br />

en zorguitkomsten van zelfdetubatie in<br />

kaart gebracht. Dit heb ik gedaan ter<br />

afronding van de master Critical Care.’<br />

Hoe heb je je onderzoek<br />

aangepakt?<br />

‘In een retrospectief cohortonderzoek<br />

heb ik allereerst gekeken hoeveel volwassen<br />

patiënten in de periode januari<br />

2017 tot januari 2020 op de IC van<br />

OLVG beademd werden en hoeveel<br />

daarvan zichzelf hebben gedetubeerd.<br />

Dat waren er 88 van de 3.566 (2,5%).<br />

Vervolgens heb ik in de dossiers de<br />

variabelen verzameld die mogelijk van<br />

invloed kunnen zijn op zelfdetubatie<br />

en heb die met behulp van SPSS geanalyseerd.<br />

Hierbij heb ik de groep<br />

zelfdetubaties vergeleken met de groep<br />

geplande detubaties.’<br />

Wat waren je belangrijkste<br />

bevindingen?<br />

‘Patiënten die zichzelf hadden gedetubeerd,<br />

waren voornamelijk niet-chirurgisch<br />

en hadden vaker respiratoire problemen.<br />

Ze scoorden hoger op APACHE II<br />

en IV (mate van ziekte) en SOFA (sepsis)<br />

en gebruikten vaker rustgevende medicatie,<br />

zoals benzodiazepinen en haloperidol.<br />

Daarnaast was er vaker sprake van<br />

agitatie en delier. En – heel opvallend<br />

– 45,5% van de patiënten was gefixeerd.<br />

Tot slot bleek het aantal zelfdetubaties<br />

hoger tijdens nachtdiensten en pauzes.<br />

Ik heb een univariabele analyse gedaan,<br />

waardoor ik geen zicht heb gekregen op<br />

de onderlinge beïnvloeding van de risicofactoren.<br />

Daarvoor is eigenlijk nog een<br />

multivariabele analyse nodig.<br />

Qua zorguitkomsten bleken zelfdetubatie-patiënten<br />

een langere ligduur op de<br />

IC te hebben, een langere beademingsduur<br />

en ze werden vaker geretubeerd.<br />

Wat opvalt, is dat de reïntubatiegraad<br />

in deze groep – reïntubatie binnen 48<br />

uur na zelfdetubatie – wel heel laag<br />

was: 6,8%. Hieruit zou je kunnen concluderen<br />

dat deze patiënten niet tijdig<br />

zijn gedetubeerd.’<br />

Hebben je resultaten geleid tot<br />

veranderingen op de werkvloer?<br />

‘Mijn thesis bevat ook een implementatieplan,<br />

waar onder andere in staat<br />

hoe je risicoscores kunt berekenen en<br />

welke preventieve interventies mogelijk<br />

zijn. Maar door corona heeft dit vertraging<br />

opgelopen. Wel ben ik bij de fixatiewerkgroep<br />

gevraagd en zijn we bezig<br />

de fixaties te verbeteren door onder<br />

andere fixatietrainingen op te zetten.<br />

Het speelt dus wel op de werkvloer.’<br />

Hoe was het om de juryprijs te<br />

winnen?<br />

‘Heel leuk! Ik heb nog getwijfeld of<br />

ik mijn afstudeerthesis zou insturen,<br />

want door de combinatie van de ICopleiding<br />

en corona was het in die<br />

periode allemaal best zwaar. Maar ik<br />

heb er geen spijt van. Ik heb er veel van<br />

geleerd en de waardering geeft me<br />

energie.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 11


Verpleegkundige afstudeerprijs<br />

Seksuele disfunctie en<br />

veranderd zelfbeeld; wat<br />

adviseer je de patiënt?<br />

Oncologieverpleegkundige<br />

Tessa Binken<br />

won de publieksprijs.<br />

Ze zocht uit welke<br />

interventies een positief<br />

effect hebben<br />

op het verminderen<br />

van seksuele disfunctie<br />

en veranderd<br />

zelfbeeld bij patiënten<br />

die oncologische<br />

gastro-enterologische<br />

chirurgie hebben<br />

ondergaan.<br />

Waarom heb je voor dit<br />

onderwerp gekozen?<br />

‘Veel gastro-enterologische oncologiepatiënten<br />

krijgen na de operatie<br />

te maken met seksuele disfunctie en<br />

een veranderd zelfbeeld. Dat kan veel<br />

invloed hebben op hun kwaliteit van<br />

leven. Maar ondanks dat dit onderwerp<br />

zo belangrijk is, staat het helemaal<br />

onderaan het anamneseformulier en<br />

wordt het eigenlijk altijd overgeslagen.<br />

Het is natuurlijk iets waar mensen<br />

niet makkelijk over praten, ook omdat<br />

er op het moment van opname vaak<br />

nog geen klachten zijn. Mijn collega’s<br />

gaven aan dat ze eigenlijk niet wisten<br />

welke tips ze patiënten konden geven<br />

voor thuis. Dat bracht mij op het idee<br />

om in de literatuur uit te zoeken welke<br />

klachten mensen na gastro-intestinale<br />

chirurgie hebben ten aanzien van zelfbeeld<br />

en seksueel functioneren. En<br />

welke zelfhulp interventies er op dit gebied<br />

zijn.’<br />

Hoe heb je je onderzoek aangepakt?<br />

‘Ik heb in PubMed gezocht naar artikelen<br />

waarin oncologische operaties<br />

waren uitgevoerd en waarin interventies<br />

voor seksuele disfunctie of veranderd<br />

zelfbeeld na een operatie werden beschreven.<br />

Na selectie bleven er vier studies<br />

over die ik in mijn onderzoek heb<br />

geïncludeerd.’<br />

Wat waren je belangrijkste<br />

bevindingen?<br />

‘De seksuele klachten die vrouwen melden<br />

zijn: verminderd libido, droge vagina,<br />

veranderd orgasme, pijn tijdens het<br />

vrijen en veranderd zelfbeeld. Mannen<br />

hebben moeite met het krijgen en houden<br />

van een erectie en droge orgasmes. Als<br />

succesvolle interventie wordt voor beide<br />

groepen lotgenotencontact genoemd.<br />

Vrouwen kunnen daarnaast baat hebben<br />

bij glijmiddel, een vibrator en zelfbevrediging.<br />

Mannen zijn geholpen met injecties<br />

en medicijnen. Ik had gehoopt dat er voor<br />

mannen iets meer uitgekomen was, want<br />

dit zijn interventies waarvoor je eerst<br />

naar de huisarts moet. Tot slot bleken een<br />

folder en een vragenlijst zorgverleners<br />

houvast te kunnen bieden om het gesprek<br />

met patiënten aan te gaan.’<br />

Hebben jullie die inmiddels op de<br />

afdeling geïmplementeerd?<br />

‘Nog niet, maar dat gaat zeker gebeuren.<br />

Ik heb een folder ontwikkeld waarin de<br />

zelfhulpinterventies worden benoemd,<br />

en mijn collega heeft een vragenlijst gemaakt.<br />

Zij is nu met zwangerschapsverlof,<br />

maar daarna pakken we het weer op. Het<br />

is de bedoeling dat patiënten de folder bij<br />

ontslag meekrijgen in combinatie met een<br />

vervolgafspraak. Voorafgaand daaraan<br />

vullen ze de vragenlijst in. Het gesprek<br />

kan dan heel gericht gevoerd worden en<br />

zo nodig kan professionele hulp ingeschakeld<br />

worden.’<br />

Hoe was het om aan de<br />

verkiezing mee te doen?<br />

‘Ik vond het mooi om de feedback van de<br />

jury te horen. Zij vertelden dat dit onderwerp<br />

ziekenhuisbreed speelt en dat alle<br />

zorgverleners ertegenaan lopen. Ook andere<br />

afdelingen kunnen dus iets aan mijn<br />

onderzoeksresultaten hebben. En voor<br />

patiënten is het ook echt belangrijk. Zij<br />

worden er iedere dag aan herinnerd dat<br />

hun lichaam ze in de steek gelaten heeft<br />

en nog steeds niet optimaal functioneert.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 12


Verpleegkundige afstudeerprijs<br />

Bloedafname; cilinderspuit<br />

of vacuümsysteem?<br />

CCU-verpleegkundige Jonna Reedijk-van der Wal eindigde op een eervolle<br />

derde plek. Zij zocht uit of er verschil is in de kwaliteit en laboratoriumwaarden<br />

van bloed afgenomen met een cilinderspuit of een vacuümsysteem.<br />

Waarom heb je voor dit<br />

onderwerp gekozen?<br />

‘Toen ik op de CCU ging werken,<br />

viel het me op dat de<br />

bloedafname regelmatig gebeurde<br />

met een cilinderspuit<br />

via een veneuze of arteriële<br />

katheter. Ik was gewend dat<br />

hiervoor een vacuümsysteem<br />

–Venojet luer adaptor – werd<br />

gebruikt. Die methode bleek<br />

ook voorgeschreven te zijn in<br />

het protocol. De reden dat verpleegkundigen<br />

toch kozen voor<br />

de cilinderspuit, is dat het met<br />

een vacuüm systeem niet altijd<br />

lukt om bloed uit de katheter<br />

te krijgen. Dan moet je op zoek<br />

naar een andere oplossing en<br />

ligt de cilinderspuit voor de<br />

hand. Het andere alternatief is<br />

namelijk mensen prikken. Maar<br />

omdat er soms meerdere keren<br />

per dag bloed afgenomen moet<br />

worden, is dat niet wenselijk. Ik<br />

vroeg me af of het gebruik van<br />

een cilinderspuit de kwaliteit van het<br />

bloedmonster beïnvloedt (hemolyse)<br />

ten opzichte van het gebruik van een<br />

vacuümsysteem. En of de gemeten laboratoriumwaarden<br />

wel even betrouwbaar<br />

zijn.’<br />

Hoe heb je je onderzoek<br />

aangepakt?<br />

‘Ik heb literatuuronderzoek gedaan in<br />

de vorm van een critically appraised<br />

topic. Vanuit mijn opleiding kreeg ik<br />

richting hoe ik dat moest aanpakken,<br />

maar ik heb ook hulp gekregen van een<br />

informatiespecialist van de bibliotheek,<br />

een epidemioloog van het Leerhuis en<br />

de EBP-coach op mijn afdeling. Een<br />

zoekopdracht in PubMed leverde een<br />

aantal artikelen op, waarvan er één<br />

heel veelbelovend was. Helaas bleek die<br />

in het Japans. Uiteindelijk bleven er vier<br />

artikelen en een richtlijn over die ik heb<br />

uitgeplozen.’<br />

Wat waren je belangrijkste<br />

bevindingen?<br />

‘Uit twee studies bleek dat de hemolyse<br />

groter is bij het gebruik van een cilinderspuit<br />

ten opzichte van een vacuümsysteem.<br />

Een andere studie concludeerde<br />

echter het tegenovergestelde.<br />

Daardoor, en ook door de matige<br />

kwaliteit van de studies, was het<br />

voor mij lastig om de onderzoeksvraag<br />

over de bloedkwaliteit te beantwoorden.<br />

Wat betreft de laboratoriumuitslagen<br />

wees de vierde studie uit dat<br />

er geen klinisch relevant verschil is<br />

tussen beide methoden van bloedafname.<br />

Tot slot kwam ik erachter dat de<br />

richtlijn voor bloedafname die we<br />

in OLVG hanteren, gebaseerd is op<br />

een heel oude studie van slechte<br />

kwaliteit. Ik heb de praktijkopleider<br />

die over de venapuncties gaat mijn<br />

verslag gestuurd, dus wellicht krijgt<br />

dit nog een vervolg.’<br />

Wat waren je aanbevelingen?<br />

‘Op basis van de resultaten die ik<br />

heb gevonden, is er geen duidelijke<br />

voorkeur voor een methode.<br />

Toch raad ik verpleeg kundigen aan<br />

het vacuüm systeem te gebruiken,<br />

omdat dit de kans op prikaccidenten<br />

verkleint. En verder is er eigenlijk meer<br />

onderzoek nodig, bij voorkeur in een<br />

geblindeerde en gerandomiseerde setting.’<br />

Hoe was het om mee te dingen<br />

naar de verpleegkundige<br />

afstudeerprijs?<br />

‘Een hele eer en ik had het niet verwacht,<br />

omdat er niet zoveel uit mijn<br />

onderzoek was gekomen. Ik vond het<br />

wel heel spannend, want eigenlijk houd<br />

ik niet van zo veel aandacht. Maar het<br />

was een heel leuke ervaring.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 13


Critically appraised topic<br />

Bloedkweken afnemen<br />

op de Spoedeisende Hulp<br />

met één of twee sets?<br />

Levert het afnemen van twee sets bloedkweken<br />

op de Spoedeisende Hulp bij volwassen patiënten<br />

met koorts en een indicatie voor het afnemen van<br />

bloedkweken, betrouwbaardere resultaten op dan<br />

het afnemen van één set?<br />

Karen Smit, SEH-verpleegkundige<br />

Achtergrond<br />

Sepsis als gevolg van een bacteriële<br />

infectie, is één van de meest voorkomende<br />

oorzaken van morbiditeit en<br />

mortaliteit bij kritisch zieke patiënten.<br />

De mortaliteit in het ziekenhuis, die<br />

direct verband houdt met sepsis, ligt<br />

tussen de 16% en 40% 1 . Het tijdig identificeren<br />

van het soort micro-organisme<br />

dat de sepsis veroorzaakt en toediening<br />

van de juiste antibiotica, spelen een essentiële<br />

rol in de behandeling. Hierbij is<br />

het onderzoeken van bloedkweken één<br />

van de belangrijkste diagnostische methoden<br />

voor het identificeren van het<br />

soort micro-organisme.<br />

Op de Spoedeisende Hulp (SEH) worden<br />

veelvuldig bloedkweken afgenomen.<br />

De hoeveelheid sets (een set bevat<br />

twee kweekflessen; een aërobe en een<br />

an aërobe) die wordt afgenomen verschilt<br />

echter per locatie. Op de SEH van<br />

OLVG, locatie West wordt één set afgenomen<br />

en op de SEH van OLVG, locatie<br />

Oost twee sets. In het OLVG-protocol<br />

venapunctie staat het volgende: ‘Als<br />

er twee orders voor een bloedkweek<br />

geplaatst zijn, dienen die in één keer<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 14


prikken afgenomen te worden’ (singlesampling)<br />

2 . Er wordt niet voorgeschreven<br />

hoeveel bloedkweken er in totaal<br />

afgenomen moeten worden. Dit leidde<br />

tot de volgende PICO:<br />

P<br />

I<br />

C<br />

O<br />

Volwassen patiënten op de SEH<br />

geïndiceerd voor het onderzoeken<br />

van bloedkweken vanwege koorts<br />

Eén set bloedkweken afnemen<br />

Twee sets bloedkweken afnemen<br />

Betrouwbaarste uitkomsten van<br />

afname van bloedkweken op de<br />

SEH<br />

(P=patiënt, I=interventie, C=vergelijking,<br />

O=uitkomst)<br />

Zoekstrategie en uitkomst<br />

Op 25 <strong>mei</strong> 2020 is met behulp van de informatiespecialist<br />

van OLVG in PubMed<br />

gezocht met de volgende termen:<br />

blood[ti] AND culture*[ti] AND<br />

(collect*[tiab] OR sampl*[tiab]) AND<br />

(set OR sets OR sample* OR bottle*)<br />

AND anaerobic AND aerobic<br />

Daarnaast is in iProva gezocht naar<br />

protocollen.<br />

De PubMed search leverde 60 artikelen<br />

op. Hiervan werden er 51 geëxcludeerd<br />

op basis van titel en abstract. Vervolgens<br />

werden nog zes artikelen geëxcludeerd<br />

na het lezen van de volledige<br />

tekst. Na het toepassen van de in- en<br />

exclusiecriteria bleven er drie artikelen<br />

over. Deze werden beoordeeld met de<br />

checklists van Cochrane 3 . Alleen Nederlands-<br />

en Engelstalige artikelen, waarin<br />

patiënten ouder dan 18 jaar met koorts<br />

zijn onderzocht, kwamen in aanmerking<br />

voor inclusie. Artikelen ouder dan tien<br />

jaar en artikelen over andere vormen<br />

van bloedafname zijn niet meegenomen.<br />

Resultaten<br />

De prospectieve studie van Elantamilan<br />

e.a. 1 bestudeerde de rol van single<br />

en multi sampling van verschillende<br />

afnamepunten op hetzelfde tijdstip.<br />

Er zijn 1.054 bloedkweken geanalyseerd<br />

over een periode van één jaar.<br />

De sensitiviteit voor de afname van<br />

één, twee of drie sets bloedkweken was<br />

respectievelijk 85,67%, 96,59% en 100%<br />

(P


Epidemiologica<br />

Hulp bij het lezen van<br />

Engelse publicaties<br />

Voor evidence-based practice (EBP) is het lezen en<br />

begrijpen van wetenschappelijke artikelen van groot<br />

belang. Bij Engelstalige artikelen kan dat behoorlijk<br />

lastig zijn. Wil je een artikel sneller en effectiever<br />

kunnen lezen, dan gaat het niet alleen om de Engelse<br />

woorden, maar vooral ook om de structuur van de<br />

tekst.<br />

Lisette van Hulst, docente wetenschappelijk schrijven bureau Text and Training<br />

Voordat je begint met lezen, is het handig<br />

om te weten waar je bepaalde informatie<br />

kunt verwachten in een artikel.<br />

Als het goed is, heeft de auteur het verslag<br />

van zijn onderzoek namelijk logisch<br />

opgebouwd. Aan het begin staat altijd<br />

de samenvatting, het zogenaamde ‘abstract’.<br />

Dan volgt de ‘introductie’, waar<br />

alleen informatie in staat die al voor het<br />

onderzoek bekend was, zoals het centrale<br />

probleem, de bijdragen van eerdere<br />

studies, de nog niet beantwoorde<br />

vragen en de doelstelling van het onderzoek.<br />

Die introductie hoef je meestal<br />

niet te lezen, want het probleem en de<br />

doelstelling staan ook al in het abstract,<br />

en de rest is niet van belang voor EBP.<br />

Daarna volgt in de ‘methode’ een beschrijving<br />

van wat er precies is gedaan.<br />

Dat deel is vooral relevant als je zelf ook<br />

onderzoek wilt doen. In de ‘resultaten’<br />

staan de uitkomsten van het onderzoek,<br />

inclusief tabellen en grafieken, maar<br />

zonder verdere uitleg of interpretatie<br />

van de context. Als je niet heel diep<br />

Text and Training<br />

Schrijftraining en tekstredactie<br />

www.textandtraining.com<br />

in het onderwerp zit, kan dit gedeelte<br />

moeilijk te begrijpen zijn. Maar dat is<br />

niet zo erg als het lijkt. Gelukkig wordt<br />

het belang van de resultaten namelijk<br />

nader uitgelegd in de ‘discussie’. Hier<br />

vergelijken de auteurs hun uitkomsten<br />

met die van eerdere onderzoeken en<br />

geven aan in hoeverre hun bevindingen<br />

kunnen bijdragen aan een verbetering<br />

van de klinische praktijk. Ook de<br />

beperkingen van het onderzoek staan<br />

hier, zodat je weet welke conclusies je<br />

niet uit dit onderzoek kunt trekken. Tot<br />

slot volgt de ‘conclusie’, waarin de onderzoekers<br />

hun belangrijkste adviezen<br />

samenvatten.<br />

Kernzin<br />

Als je deze structuur kent, kun je er dus<br />

voor kiezen om na het abstract eerst de<br />

discussie te lezen. Daar vind je waarschijnlijk<br />

al veel antwoorden op de vragen<br />

die voor EBP van belang zijn. Als je<br />

daarna nog specifieke informatie nodig<br />

hebt, kun je altijd nog naar de resultaten<br />

of de methode gaan en daar alleen<br />

die alinea’s opzoeken die voor jou relevant<br />

zijn.<br />

In het ideale geval behandelt iedere<br />

alinea slechts één onderwerp en wordt<br />

dat onderwerp meteen duidelijk aangekondigd<br />

in de eerste zin, de zogenaam-<br />

de kernzin. Vervolgens is het de bedoeling<br />

dat alle andere zinnen binnen die<br />

alinea verdere uitleg of bewijs leveren<br />

voor de bewering in de kernzin. Als de<br />

alinea’s zo zijn opgebouwd, kun je snel<br />

door de tekst heen scannen door alleen<br />

steeds de eerste zin te lezen, tot je de<br />

alinea gevonden hebt die je zoekt.<br />

Helaas beheersen nog lang niet alle<br />

auteurs deze manier van alinea’s opbouwen.<br />

Dat merk je dan vanzelf, want<br />

dan snap je vaak al bij de tweede zin<br />

niet meer wat die met de eerste zin van<br />

de alinea te maken heeft. In dat geval<br />

staat de samenvattende zin waarschijnlijk<br />

aan het eind van de alinea, als<br />

een soort conclusie. Probeer maar eens<br />

of je zo’n passage beter begrijpt als je<br />

eerst de laatste zin van de alinea leest.<br />

Struikelblok<br />

In principe is het altijd de taak van de<br />

auteur om een tekst zo leesbaar mogelijk<br />

op te schrijven. Als het dus moeilijk<br />

blijkt een wetenschappelijk artikel te lezen,<br />

dan is de kans groot dat de schrijver<br />

steken heeft laten vallen. Dat geldt<br />

niet alleen voor de opbouw van alinea’s,<br />

maar ook voor de woordkeus. Als er veel<br />

onduidelijke uitdrukkingen worden gebruikt,<br />

kun je daar als lezer behoorlijk<br />

last van hebben.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 16


Natuurlijk moet je wel enige kennis hebben<br />

van het Engels. Maar als het goed<br />

is, ken je al heel veel Engelse vaktermen<br />

en formuleringen. Bovendien hoef je<br />

meestal niet elk woord te kennen om de<br />

strekking van een goed geschreven zin<br />

te begrijpen. Als je wel wilt weten wat<br />

een bepaald woord precies betekent,<br />

zijn er allerlei hulpmiddelen om daar<br />

snel achter te komen, zoals Google<br />

translate of het Medisch Woordenboek<br />

op de website www.gezondheidsplein.nl.<br />

Ook de grammatica is meestal niet het<br />

grootste struikelblok bij het lezen van<br />

een Engelse tekst. Als Engelse zinnen<br />

op de juiste manier zijn opgebouwd, zijn<br />

ze juist heel eenvoudig te lezen. Maar<br />

het probleem is vaak dat auteurs niet<br />

hebben geleerd hoe zij Engelse zinnen<br />

het beste kunnen opbouwen. Dat geldt<br />

vooral voor al die wetenschappers vanuit<br />

de hele wereld die niet van huis uit<br />

Engelstalig zijn.<br />

Veel Nederlandstalige wetenschappers<br />

passen bijvoorbeeld automatisch<br />

de Nederlandse manier van schrijven<br />

toe, waarbij een zin begint met nieuwe,<br />

belangrijke informatie die de lezer niet<br />

direct kan plaatsen. Een voorbeeld:<br />

Orthopedic problems such as back<br />

problems and adopting bad posture to<br />

appear smaller have been linked to tall<br />

stature. Zo’n zin is voor iedereen moeilijk<br />

te lezen, want in het Engels moet<br />

de volgorde van informatie precies<br />

andersom zijn: Tall stature (dat is waar<br />

de hele tekst over ging) has been linked<br />

to (nu komt de nieuwe info:) orthopedic<br />

problems, such as back problems and<br />

adopting bad posture to appear smaller.<br />

Zoek het werkwoord<br />

Een goede Engelse zin begint dus met<br />

informatie die al bekend is voor de lezer.<br />

Nieuwe informatie volgt pas na het<br />

werkwoord, en de belangrijkste nieuwe<br />

informatie staat helemaal aan het eind<br />

van de zin, omdat daar in het Engels de<br />

klemtoon ligt. Het werkwoord daarentegen<br />

moet in het Engels zo snel mogelijk<br />

aan bod komen, zodat de lezer meteen<br />

weet wat er in de zin gebeurt. Als een<br />

zin moeilijk leesbaar is, staat het werkwoord<br />

meestal te ver aan het einde<br />

van de zin, zoals hier: An association<br />

between complaints with long lasting<br />

exercise and disorders of the lipids metabolism<br />

or between complaints with<br />

short, intensive exercise and disorders<br />

of the glycogen metabolism was not<br />

found. Een Engelse auteur zou zeggen:<br />

No association was found between ….<br />

Dan is het meteen veel duidelijker. Als<br />

je dit weet, kun je in een onbegrijpelijke<br />

Engelse zin eerst zoeken naar het vervoegde<br />

werkwoord. Als je dat gevonden<br />

hebt, begrijp je meestal makkelijker wat<br />

de auteur wilde zeggen.<br />

Of een wetenschappelijk artikel duidelijk<br />

en leesbaar is, is dus vooral een<br />

kwestie van structuur. Als de zinnen,<br />

de alinea’s en het hele artikel goed zijn<br />

opgebouwd, kunnen lezers snel de informatie<br />

vinden die ze zoeken. Als ze<br />

niet goed zijn opgebouwd, zijn wetenschappelijke<br />

teksten inderdaad moeilijk<br />

leesbaar – maar dat ligt dan aan de<br />

auteur, niet aan de lezer!<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 17


Verpleegkundig leiderschapsprogramma ZonMw<br />

‘Iedere dienst is een<br />

bron voor potentiële<br />

onderzoeksvragen’<br />

De afgelopen twee jaar nam Saskia Rijkenberg,<br />

klinisch epidemioloog en verpleegkundige op de<br />

afdeling Geriatrie, deel aan het verpleegkundig<br />

leiderschapsprogramma ‘Leadership Mentoring in<br />

Nurse Research’ van ZonMw.<br />

Wat houdt het<br />

leiderschapsprogramma in?<br />

‘Het programma heeft tot doel een<br />

kweekvijver voor toonaangevende verpleegkundige<br />

onderzoekers te creëren.<br />

De verpleegkundig leiders van de toekomst,<br />

zeg maar. Met een groep van<br />

achttien gepromoveerde verpleegkundigen<br />

deden we intervisie, volgden we<br />

interactieve workshops en woonden we<br />

lezingen van (verpleegkundig) hoogleraren<br />

bij. Daarnaast had iedereen een<br />

mentor – in mijn geval professor Bianca<br />

Buurman – om je ontwikkeling als verpleegkundig<br />

onderzoeker te bespreken.’<br />

Wat heeft het programma je<br />

opgeleverd?<br />

‘Mijn netwerk is uitgebreid met zeventien<br />

leuke, bevlogen mensen uit uiteenlopende<br />

vakgebieden. Het delen van<br />

ervaringen is heel waardevol. De lezingen<br />

van de verpleegkundig hoogleraren<br />

waren inspirerend én verhelderend. Omdat<br />

ze nog met zo weinig zijn, zijn ze genoodzaakt<br />

hun werkveld breed te houden.<br />

Als je hoort wat voor werkweken die<br />

mensen maken, dan schrik je wel.<br />

Voor mij persoonlijk is het nog duidelijker<br />

geworden dat ik het liefst onderzoek<br />

dichtbij de werkvloer doe. En daarvoor<br />

vind ik dat je zelf ook frequent op die<br />

werkvloer moet staan. Daarom ben ik<br />

extra blij dat ik weer een à twee dagen<br />

per week ‘met de klompen in de klei’ op<br />

de Geriatrie werk; een topafdeling met<br />

lieve, bevlogen collega’s die heel goede,<br />

praktische ideeën hebben om de zorg<br />

te verbeteren. En ook voor mijzelf is<br />

iedere dienst een bron voor potentiële<br />

onderzoeksvragen.’<br />

Waar liggen nog uitdagingen<br />

voor verpleegkundig<br />

wetenschappelijk onderzoek?<br />

‘Het is een flinke uitdaging om als verpleegkundige<br />

klinische en wetenschappelijke<br />

werkzaamheden te combineren.<br />

Ondanks de huidige initiatieven om gecombineerde<br />

functies te creëren, is de<br />

praktijk weerbarstig en moeten op dit<br />

gebied nog de nodige noten gekraakt<br />

worden.<br />

Daarnaast blijft het in de praktijk erg<br />

lastig om een verpleegkundige onderzoekslijn<br />

van de grond te krijgen. Als<br />

onderzoeker ‘leef’ je vaak van subsidie<br />

naar subsidie en is het steeds spannend<br />

of je onderzoeksprojecten kunt<br />

starten of voortzetten. Het werven van<br />

subsidies kost ontzettend veel tijd en je<br />

hengelt met een grote groep onderzoekers<br />

in dezelfde dunbevolkte vijver. Als<br />

je als organisatie verpleegkundig onderzoek<br />

en kwaliteitsverbetering op een<br />

hoger plan wilt tillen, moet je er eigenlijk<br />

structureel geld voor begroten.’<br />

Hoe zie je je eigen toekomst?<br />

‘Misschien ben ik nu te eerlijk, maar ondanks<br />

dat ik echt heel enthousiast ben<br />

over verpleegkundig onderzoek, vind ik<br />

het ingewikkeld om dit ook structureel<br />

in de avonduren en weekenden te moeten<br />

doen om hoger op de wetenschappelijke<br />

carrièreladder te komen. Als je<br />

verder wilt komen in de wetenschap lijkt<br />

het de mores er vrije tijd in te steken.<br />

Deze tijd kan ik echter maar één keer<br />

gebruiken en er zijn zo veel dingen die<br />

ik leuk vind. Zoals het project Muziek@<br />

OLVG dat ik met drie collega’s met<br />

steun van het OLVG Innovatiefonds<br />

heb opgezet, waarmee we live muziek<br />

organiseren voor onze patiënten. Daar<br />

krijgen we zulke mooie reacties op. Ik<br />

blijf me dus graag wetenschappelijk inzetten<br />

voor het verbeteren van het verpleegkundig<br />

vak en de zorg voor onze<br />

patiënten, maar dan bij voorkeur met<br />

regelmaat als ‘zingende zuster’.<br />

Nadat dit interview is afgenomen, heeft Saskia<br />

gesolliciteerd op een opleidingsplek voor<br />

verpleegkundig specialist in een verzorgingshuis en<br />

is aangenomen.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 18


Kwartet EBP-coaches<br />

Sinds 2019 leiden we in OLVG verpleegkundigen op tot<br />

EBP-coach. Zij spelen een belangrijke rol bij het toepassen<br />

en verankeren van evidence-based practice (EBP) op<br />

de afdeling. In dit kwartet vertellen vier EBP-coaches (in<br />

opleiding) over hun werkzaamheden en ervaringen.<br />

Judith Vocking<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 19


Kwartet EBP-coaches<br />

Optiflow<br />

op de Longafdeling<br />

Waarom ben je de opleiding tot<br />

EBP-coach gaan doen?<br />

‘Ik ben van nature nieuwsgierig en wil<br />

altijd graag weten waarom dingen op<br />

een bepaalde manier gebeuren. Op de<br />

afdeling vielen me zaken op, waarvan<br />

ik me afvroeg of ze niet anders konden.<br />

Ik had het daar met mijn collega Cindy<br />

Scholten over, die EBP-coach is op onze<br />

afdeling. Zij raadde me aan de opleiding<br />

te doen.’<br />

Wat betekent EBP voor jou?<br />

‘EBP is voor mij veiligheid. Het feit dat<br />

iets is onderzocht, betekent dat erover<br />

is nagedacht en dat er bewijs voor is. Als<br />

je twijfelt over een handeling die je verricht<br />

en EBP kan je zekerheid geven, dan<br />

werk je veilig.’<br />

: EBP is voor mij<br />

veiligheid<br />

Implementatie Optiflow<br />

Afgelopen oktober hebben we op de afdeling<br />

Longgeneeskunde het beademingsapparaat<br />

Optiflow in gebruik genomen. Dit plan bestond al<br />

langer, maar door COVID-19 en de toestroom van<br />

patiënten, kwam het in een stroomversnelling. We<br />

vroegen ons af of we het aantal overplaatsingen<br />

naar de IC konden terugbrengen door de Optiflow<br />

in te zetten op een lage beademingsintensiteit.<br />

Samen met een paar collega’s ben ik<br />

aangewezen als een soort projectleider voor de<br />

implementatie. Wij coördineerden de scholing<br />

van verpleegkundigen, regelden de materialen en<br />

gaven instructies op de werkvloer.<br />

Omdat we de eerste verpleegafdeling zijn die deze<br />

werkwijze hanteert, hebben we van dit project een<br />

pilot gemaakt. Er is een 0-meting gedaan en hoewel<br />

de officiële resultaten pas later dit jaar bekend<br />

zijn, zien we al een daling in de opnameduur en het<br />

aantal overplaatsingen naar de IC.<br />

Noura El Fahim,<br />

verpleegkundige<br />

Longgeneeskunde en<br />

EBP-coach in opleiding<br />

Take-home<br />

message<br />

Met EBP kunnen<br />

we de zorg<br />

op een kritische<br />

manier veilig<br />

verbeteren. EBP<br />

staat voor toekomst!<br />

Wat vind je van de opleiding tot<br />

nu toe?<br />

‘Ik ging er blanco in en ik ben tot nu toe<br />

niet teleurgesteld. Er wordt veel verdieping<br />

gegeven en er is ruimte om bij onderwerpen<br />

stil te staan. Een CAT schrijven<br />

is voor mij nieuw. Cindy begeleidt<br />

me hierbij en omdat we directe collega’s<br />

zijn, is het lijntje kort. Dat is fijn.’<br />

Wat zijn je ambities als<br />

toekomstig EBP-coach?<br />

‘Ik wil een duidelijke rol gaan vervullen<br />

in het begeleiden van studenten op onze<br />

afdeling. Ook wil ik mijn collega’s meer<br />

betrekken bij EBP. Ik krijg nu al af en toe<br />

mailtjes met de vraag of ik met ze mee<br />

wil kijken. Ze weten me dus al te vinden.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 20


NaCl én heparine of alleen<br />

heparine?<br />

Kwartet EBP-coaches<br />

Waarom ben je EBP-coach<br />

geworden?<br />

‘Tien jaar geleden heb ik de HBO-V-opleiding<br />

gedaan. Daar werd veel aandacht<br />

besteed aan EBP en dat sprak me erg<br />

aan. Na mijn afstuderen, ben ik er dan<br />

ook meteen mee aan de slag gegaan op<br />

de afdeling. Ik heb een groepje opgericht<br />

waarmee we klinische onzekerheden<br />

uitzochten. Het is dus eigenlijk bijzonder<br />

dat ik al met bepaalde taken van de EBPcoach<br />

bezig was.’<br />

Heb je dan nog wel iets geleerd<br />

tijdens de opleiding?<br />

‘Zeker! De theorie is weer even geüpdatete.<br />

En het was interessant dat EBP in een<br />

: ik was al met bepaalde<br />

taken van de EBP-coach<br />

bezig<br />

Critically appraised topic<br />

Op de verpleegafdeling Oncologie en Hematologie<br />

en de dagbehandeling worden geregeld patiënten<br />

verpleegd met een Porth-a-Cath (PAC). Dit is een<br />

reservoir dat onderhuids wordt aangebracht en<br />

verbonden is met een groot bloedvat. Het wordt<br />

gebruikt als mensen langdurig en met regelmaat<br />

medicatie toegediend krijgen, zoals chemotherapie.<br />

Na infusie werd de PAC altijd geflusht met NaCl en<br />

daarna gehepariniseerd. Vanuit de verpleegkundigen<br />

kwam de vraag of dit evidence based is. Dat<br />

hebben we uitgezocht met behulp van een critically<br />

appraised topic. Uit literatuuronderzoek bleek dat<br />

alleen flushen met NaCl voldoende is. Dit resultaat is<br />

gepresenteerd aan de artsen, waarna het protocol is<br />

aangepast. Het niet hoeven toedienen van heparine<br />

scheelt verpleegkundigen een extra handeling en<br />

bespaart geld. Bovendien brengt iedere handeling<br />

de kans op complicaties met zich mee. De patiënt is<br />

dus ook gebaat bij deze nieuwe werkwijze.<br />

Anna Petra Schuring,<br />

oncologieverpleegkundige<br />

en EBPcoach<br />

Take-home<br />

message<br />

Door weerstanden<br />

in kaart te<br />

brengen, krijg<br />

je handvatten<br />

waarmee je die<br />

weerstanden<br />

vervolgens kan<br />

proberen weg<br />

te nemen.<br />

breder kader werd geplaatst. Er was bijvoorbeeld<br />

aandacht voor verpleegkundig<br />

leiderschap en er werd ruim stilgestaan bij<br />

implementeren. Dat laatste is een belangrijke<br />

stap bij EBP, maar ook een lastige.’<br />

Heeft je rol als EBP-coach je werk<br />

verrijkt?<br />

‘Ik vind het leuk om naast het werk aan<br />

bed, ook te kijken naar kwaliteit van zorg<br />

en daar met collega’s over na te denken.<br />

Wat doen we op de afdeling en moeten we<br />

niet eens uitzoeken of het klopt dat we iets<br />

op een bepaalde manier doen? Natuurlijk<br />

is het niet de bedoeling dat ik alles zelf<br />

oppak. Ik wil ook collega’s en studenten<br />

enthousiasmeren om dat te doen. Zowel<br />

het zelf bezig zijn met EBP als het coachen<br />

van anderen, geeft echt meerwaarde aan<br />

mijn werk.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 21


Kwartet EBP-coaches<br />

Preoperatieve patiënten<br />

op één zaal<br />

Waarom ben je de opleiding tot<br />

EBP-coach gaan doen?<br />

‘Ik had op de afdeling aangegeven dat<br />

ik verdieping zocht in mijn werk en toen<br />

kwam deze opleiding voorbij. EBP heeft<br />

me altijd al aangesproken. Ik vind het<br />

belangrijk om patiënten de best beschikbare<br />

zorg te geven en daar kan EBP bij<br />

helpen.’<br />

Wat vind je van de opleiding tot<br />

nu toe?<br />

‘Ik vind het heel leuk en het sluit goed aan<br />

bij wat ik geleerd heb op de HBO-V. Daar<br />

heb ik meerdere literatuurstudies gedaan,<br />

maar ik heb bijvoorbeeld nooit een CAT<br />

: mijn uiteindelijke<br />

ambitie is promoveren<br />

Creëren opnamezaal<br />

Ik ben bezig een zogenaamde opnamezaal op<br />

onze afdeling te creëren. Op dit moment liggen<br />

pre- en postoperatieve patiënten nog door elkaar.<br />

Hierdoor kan een patiënt die nog geopereerd<br />

moet worden naast iemand komen te liggen<br />

die net geopereerd is en het zwaar heeft. Dat<br />

kan onprettig zijn. Voorheen werkte ik op de<br />

afdeling Cardiothoracale Chirurgie in het AMC,<br />

waar we zo’n opnamezaal hadden en dat beviel<br />

goed. Ik heb ook andere afdelingen gebeld die<br />

een opnamezaal hebben om hun ervaringen<br />

te peilen. Patiënten blijken het fijn te vinden<br />

om met lotgenoten op een zaal te liggen en<br />

verpleegkundigen geven aan dat ze efficiënter<br />

kunnen werken. Ik hoop snel tot implementatie<br />

over te gaan en wil dan ook het verschil in<br />

ervaringen in kaart brengen door middel van een<br />

0-meting en een nameting.<br />

Martijn Rijneveld,<br />

verpleegkundige Cardiothoracale<br />

Chirurgie<br />

en EBP-coach in opleiding<br />

Take-home<br />

message<br />

Vergeet nooit dat<br />

de ‘voorkeur van<br />

de patiënt’ ook<br />

onderdeel is van<br />

EBP.<br />

hoeven schrijven. Ook wordt, anders dan<br />

op de HBO-V, uitgebreid stilgestaan bij<br />

het implementeren van EBP op de afdeling.<br />

Heel nuttig, zeker voor de Cardiothoracale<br />

Chirurgie. Veel verpleegkundigen<br />

van onze afdeling stromen door naar<br />

de IC, waardoor we een groot verloop<br />

hebben. Dan is implementeren van een<br />

nieuwe werkwijze best een uitdaging. Als<br />

mensen op het punt staan te vertrekken,<br />

is het moeilijk ze nog iets nieuws aan te<br />

leren en mee te nemen in het hele traject<br />

eromheen.’<br />

Wat zijn je ambities als<br />

toekomstig EBP-coach?<br />

‘Ik wil graag onderzoek doen en daar ook<br />

anderen in motiveren. Maar mijn uiteindelijke<br />

ambitie is promoveren, het liefst op<br />

de afdeling Cardiothoracale Chirurgie. De<br />

weg daarnaartoe weet ik nog niet precies,<br />

maar ik hoop dat de opleiding tot EBPcoach<br />

een opstapje is.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 22


Kwartet EBP-coaches<br />

EBP verankeren binnen<br />

de dagbehandeling<br />

Waarom ben je EBP-coach<br />

geworden?<br />

‘Op de dagbehandeling werken we veel<br />

met protocollen en werkprocessen. Ik vind<br />

het een uitdaging om te kijken hoe we die<br />

zo effectief en efficiënt mogelijk kunnen<br />

maken in combinatie met het verlenen<br />

van optimale patiëntenzorg. Vaak komt<br />

dan EBP om de hoek kijken en daar wist<br />

ik weinig vanaf. De opleiding heeft daar<br />

verandering in gebracht.’<br />

Hoeveel tijd krijg je voor EBP?<br />

‘Dat is afhankelijk van wat er voorbijkomt<br />

en die flexibiliteit is eigenlijk wel fijn. Deze<br />

zomer kreeg ik bijvoorbeeld extra tijd<br />

: als je met elkaar een<br />

artikel bespreekt, haal je<br />

er veel meer uit<br />

Eigen Sharepoint pagina<br />

Om op het gebied van EBP de samenwerking tussen<br />

de dagbehandelingen op locatie Oost en West<br />

te optimaliseren, heb ik binnen onze Sharepoint-site<br />

‘Dagbehandeling’ een pagina ‘Onderwijs’ gemaakt.<br />

Daarop staan alle projecten, presentaties en onderzoeken<br />

die interessant zijn voor onze verpleegkundigen<br />

en linken we onder andere naar de CATdatabase<br />

in OLVG. Ook bevat het een lijst waarop<br />

iedereen suggesties voor onderzoek kan zetten. Het<br />

is de bedoeling om op korte termijn een locatieoverstijgende<br />

werkgroep voor de dagbehandeling<br />

te formeren die de pagina bijhoudt. Deze werkgroep<br />

gaat ook bepalen welke onderzoeksvragen we uitzoeken<br />

en wie dat voor zijn rekening neemt.<br />

EBP is een vast agendapunt tijdens onze maandelijkse<br />

teamvergadering. Ik vertel waar we mee bezig<br />

zijn, deel nieuwtjes en soms geef ik een presentatie.<br />

Zo houd ik EBP onder de aandacht bij collega’s en<br />

verankeren we het binnen de afdeling.<br />

Marieke Berding,<br />

verpleegkundige dagbehandeling<br />

en EBPcoach<br />

Take-home<br />

message<br />

Om EBP te verankeren<br />

binnen de<br />

eigen afdeling, is<br />

het belangrijk je<br />

in eerste instantie<br />

vooral te richten<br />

op de mensen die<br />

geïnteresseerd zijn<br />

in EBP.<br />

voor een project over de telefonische nazorg.<br />

Samen met een collega heb ik met<br />

een CAT het nut daarvan aangetoond.<br />

Toch is besloten de belronde af te schaffen,<br />

vanwege gebrek aan mankracht. Dat<br />

is jammer, maar het hoort erbij. En door<br />

de CAT is er wel een weloverwogen keuze<br />

gemaakt.’<br />

Je doet ook mee aan de<br />

maandelijkse journal club. Wat<br />

levert dat je op?<br />

‘Heel veel. Je merkt dat als je met elkaar<br />

een artikel bespreekt, je er veel meer<br />

uithaalt. Al doende leren we over statistiek,<br />

resultaten interpreteren en op een<br />

gestructureerde manier artikelen lezen,<br />

ook in het Engels. Daardoor kan ik nu veel<br />

sneller scannen of een artikel van goede<br />

kwaliteit is. Bovendien krijg je door de<br />

leuke discussies weer extra zin om nieuwe<br />

vraagstukken aan te pakken.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 23


Artikel<br />

De rol van de<br />

EBP-coach<br />

Marijke van Buren, verpleegkundig onderzoeker<br />

en verpleegkundige Acute Opname<br />

Afdeling<br />

Achtergrond<br />

Evidence-based practice (EBP) wordt<br />

wereldwijd erkend als toegevoegde<br />

waarde bij de verbetering van het verpleegkundig<br />

vakgebied 1,2 . De wisselwerking<br />

tussen ervaringen uit de praktijk<br />

(best practices), ervaringen van de patiënt<br />

(patient experiences) en de laatste<br />

stand van de wetenschap (evidence)<br />

wordt dan ook vaak genoemd in visies<br />

over de toekomst van het verpleegkundig<br />

vak en in opleidingsplannen. Ook<br />

in de opleiding tot verpleegkundige<br />

(mbo en hbo) besteedt men aandacht<br />

aan EBP en worden verpleegkundigen<br />

klaargestoomd om evidence-based te<br />

werken. Eenmaal werkzaam op de afdeling<br />

is EBP vaak niet voldoende ingebed<br />

in de werkprocessen. Uit onderzoek is<br />

gebleken dat verpleegkundigen wel<br />

degelijk gemotiveerd zijn om volgens<br />

EBP-principes te werken, maar dat ze<br />

verschillende obstakels ervaren zoals<br />

tijd, toegang tot middelen, skills, kennis<br />

en ervaring met EBP 3 .<br />

Om EBP een boost te geven, zijn in<br />

maart 2019 twaalf gemotiveerde OLVGverpleegkundigen<br />

gestart met het<br />

leertraject tot EBP-coach. Deze rol<br />

combineert extra kennis over EBP met<br />

het coachen van collega-verpleegkundigen<br />

om EBP geworteld te krijgen in<br />

de werkcultuur op de afdeling. Om te<br />

ontdekken hoe de introductie van deze<br />

nieuwe rol wordt ontvangen, is een wetenschappelijk<br />

onderzoek verricht.<br />

Vraagstelling<br />

Wat was de ervaring van EBP-coaches<br />

en hun directe collega’s met de rol van<br />

EBP-coaches bij het bevorderen van<br />

EBP onder verpleegkundigen in een<br />

klinische ziekenhuissetting?<br />

Methode<br />

De gebruikte aanpak voor dit onderzoek<br />

was een actieonderzoek. Actieonderzoek<br />

is tweeledig: het is gericht op het inzetten<br />

van een verbetering in de praktijk en<br />

tegelijkertijd wordt onderzocht hoe deze<br />

verbetering zich ontwikkelt 4 . Data worden<br />

op verschillende momenten verzameld<br />

en geanalyseerd. De resultaten kunnen<br />

daarna direct worden ingezet in de praktijk.<br />

De verzamelde data zijn zowel kwalitatief<br />

als kwantitatief van aard, passend<br />

bij de fase van het onderzoek.<br />

Dit onderzoek bestond uit verschillende<br />

fasen. Eerst werd een literatuuronderzoek<br />

verricht naar de bevorderende en belemmerende<br />

factoren en aanbevelingen<br />

bij implementatie van EBP. Daarnaast<br />

bracht een stakeholderanalyse in kaart<br />

welke sleutelfiguren invloed en/of belang<br />

bij de implementatie van EBP hebben.<br />

Uit de stakeholderanalyse bleek dat<br />

vooral EBP-coaches en hun directe collega’s<br />

veel invloed en belang hebben bij<br />

EBP-coaches op de afdeling. Daarom zijn<br />

zowel met EBP-coaches (n=11) als hun<br />

directe collega’s (n=12) focusgroepsgesprekken<br />

gevoerd.<br />

Met EBP-coaches werd besproken hoe<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 24


zij hun rol als EBP-coach op de afdeling<br />

zien, wat zij nodig denken te hebben voor<br />

een succesvolle uitvoering en welke kansen<br />

en belemmeringen zij ervaren. Met de<br />

directe collega’s werden sterke en zwakke<br />

punten en kansen en bedreigingen<br />

besproken van de rol van EBP-coaches<br />

ten behoeve van EBP op hun afdeling.<br />

Resultaten<br />

Sterke punten<br />

In de literatuur werd het hebben van<br />

EBP-experts op de afdeling en het bieden<br />

van een gepaste opleiding in EBP aanbevolen<br />

bij de implementatie van EBP.<br />

uitdaging en verrijking van hun verpleegkundige<br />

carrière. Collega-verpleegkundigen<br />

beaamden dit en zien<br />

de rol van EBP-coaches van toegevoegde<br />

waarde bij de implementatie van<br />

EBP op hun afdeling. Daarnaast denken<br />

zowel EBP-coaches als hun collega’s<br />

dat het een positief effect zou kunnen<br />

hebben op de kwaliteit van zorg en het<br />

aantrekken en behouden van verpleegkundigen<br />

in OLVG. De houding van<br />

collega’s (verpleegkundigen, medici,<br />

leidinggevenden) ten opzichte van EBP<br />

werd door de EBP-coaches als belangrijke<br />

bedreiging benoemd.<br />

meerwaarde in de vervulling van deze<br />

rol door een collega-verpleegkundige.<br />

Er wordt verwacht dat het bijdraagt aan<br />

de kwaliteit van zorg, werkplezier en het<br />

werven en behouden van verpleegkundigen,<br />

mits de juiste randvoorwaarden<br />

worden gecreëerd.<br />

In de praktijk<br />

De opzet van dit onderzoek was erop<br />

gericht resultaten direct te kunnen inzetten<br />

in de praktijk. Door sleutelfiguren<br />

met veel invloed en veel belang bij de<br />

implementatie van EBP te betrekken<br />

en aan te zetten tot actie, werd hierop<br />

: EBP is de sleutel tot<br />

verandering<br />

- EBP-coach<br />

Uit de focusgroepen bleek dat de verpleegkundigen<br />

die werden opgeleid<br />

tot EBP-coach gaandeweg een hechte<br />

groep vormden. Het onderling delen<br />

van kennis en ervaringen werd als<br />

pluspunt ervaren. Ook vonden zij het<br />

verkennen en uitbreiden van hun netwerk<br />

met andere EBP-experts binnen<br />

OLVG een sterk punt aan het leertraject.<br />

Volgens sommige collega’s van<br />

EBP-coaches werkte hun enthousiasme<br />

aanstekelijk. De nieuwe rol maakte EBP<br />

toegankelijker, omdat EBP-coaches<br />

als collega’s de behoefte van het team<br />

goed kunnen aanvoelen. EBP-coaches<br />

en hun collega’s vonden het samenwerken<br />

aan vernieuwing en onderbouwen<br />

van werkwijzen een sterk punt om EBP<br />

op de afdeling te stimuleren.<br />

Zwakke punten<br />

Niet alle collega’s zaten te wachten op<br />

coaching in EBP. Daarnaast merkten<br />

EBP-coaches dat hun rol snel naar de<br />

achtergrond raakte, vooral wanneer de<br />

werkdruk op de afdeling hoog was.<br />

De rol van EBP-coaches was niet altijd<br />

zichtbaar, doordat hun behaalde resultaten<br />

niet werden gedeeld met het<br />

team.<br />

Kansen en bedreigingen<br />

EBP-coaches zagen hun rol als nieuwe<br />

Wat helpt?<br />

Het helpt om EBP-coaches in hun rol te<br />

zetten door hun activiteiten structureel<br />

in te bedden in werkprocessen en bekendheid<br />

te creëren over het nut van EBP<br />

en EBP-coaches. Dit kan door bijvoorbeeld<br />

studentbegeleiding en klinische<br />

onzekerheden structureel te agenderen,<br />

of door een podium te creëren voor<br />

behaalde resultaten. In de literatuur en<br />

door de deelnemers aan dit onderzoek<br />

werden randvoorwaarden zoals voldoende<br />

tijd en ruimte, toegang tot de juiste<br />

middelen en een bottom-up approach<br />

als bevorderende factoren benoemd.<br />

Discussie<br />

Focusgroepen met EBP-coaches vonden<br />

plaats voor de afronding van het<br />

leertraject en focusgroepen met collega’s<br />

vonden circa acht maanden later<br />

plaats door een samenkomstverbod<br />

door de coronacrisis. Dit zou de resultaten<br />

kunnen hebben beïnvloed.<br />

Naast EBP-coaches en directe collega’s<br />

zijn ook andere stakeholders<br />

betrokken bij het implementatieproces<br />

van EBP, zoals operationeel managers,<br />

teamleiders, epidemiologen, adviseurs<br />

Verpleegkundige en Medisch Ondersteunende<br />

Opleidingen (VMO). Zij zijn<br />

niet meegenomen in dit onderzoek,<br />

maar hun ervaringen zouden wel van<br />

toegevoegde waarde kunnen zijn voor<br />

vervolgonderzoek.<br />

Conclusie<br />

De rol van EBP-coaches helpt bij de<br />

implementatie van EBP op de afdeling.<br />

EBP-coaches en hun collega’s zien<br />

: Er zijn genoeg<br />

ziekenhuizen die mij<br />

willen hebben, maar<br />

door dit traject ben ik<br />

hier gebleven<br />

- EBP-coach<br />

ingespeeld. Zo zijn zowel EBP-coaches<br />

als hun collega’s betrokken bij het implementatieproces.<br />

Daarnaast worden<br />

teamleiders en projectleiders op de<br />

hoogte gebracht van de resultaten van<br />

dit onderzoek, zodat deze doorgevoerd<br />

kunnen worden in de praktijk.<br />

Meer weten over EBP-coaches en het<br />

leertraject? Ga naar de projectpagina<br />

op intranet!<br />

Referenties<br />

1. Melnyk BM, Fineout-Overholt E, Mays MZ, “The<br />

evidence-based practice beliefs and implementation<br />

scales: psychometric properties of two new<br />

instruments.” Worldviews Evid Based Nurs 5(4)<br />

2008;208-216.<br />

2. Grimshaw J, Eccles M, Thomas R, MacLennan G,<br />

Ramsay C, Fraser C, et al. Toward Evidence Based<br />

Quality Improvement: Evidence (and its Limitations)<br />

of the Effectiviness of Guideline Dissemination<br />

and Implementation Strategies 1966-1998. J<br />

Gen Intern Med. 2006;21:S14-20.<br />

3. Ubbink DT, Guyatt GH, Vermeulen H. Framework<br />

of policy recommendations for implementation of<br />

evidence-based practice: a systematic scoping<br />

review. BMJ Open. 2013;3(1).<br />

4. Cardiff S, Jacobs G, van Lieshout F. Actieonderzoek;<br />

principes voor verandering in zorg en welzijn.<br />

Assen: Koninklijke Van Gorkum; 2017.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 25


In het kort<br />

Digitale zorg<br />

thuis tijdens<br />

chemo- of<br />

immuno therapie<br />

Hypnosebril vermindert pijn<br />

en angst bij kinderen<br />

Een zeppelin in een roze gekleurde<br />

lucht, een sprookjesachtig bos of een<br />

zonnig eiland. Sinds juni 2020 krijgen<br />

jonge patiënten in OLVG dit soort<br />

droomwerelden te zien via een virtual<br />

reality (VR) bril – ook wel hypnosebril<br />

genoemd – tijdens een medische<br />

ingreep. Het helpt ze ontspannen en<br />

vermindert angst, pijn en stress.<br />

De interventie valt onder ‘medische<br />

hypnose’, dat door speciaal opgeleide<br />

zorgverleners al langer ‘live’ toegepast<br />

wordt op de afdeling Kindergeneeskunde.<br />

Met bepaalde technieken<br />

en woordgebruik, komen kinderen<br />

in een diepe staat van ontspanning.<br />

Daardoor zijn ze minder gevoelig voor<br />

prikkels uit de omgeving.<br />

Sharron van den Berg, verpleegkundig<br />

specialist i.o., was bij de ontwikkeling<br />

van de hypnosebril betrokken en<br />

doet momenteel een gerandomiseerd<br />

onderzoek (RCT) onder 124 patiënten<br />

naar het effect ervan. Zij geeft aan<br />

dat de bril een welkome aanvulling is<br />

op wat er in OLVG al gebeurt op het<br />

gebied van pijn- en angstbestrijding<br />

bij kinderen. ‘Kinderen vinden de VRbril<br />

en de virtuele wereld die ze zien<br />

te gek. Bovendien kunnen ze met behulp<br />

van een controller zelf bepalen<br />

waar ze heen gaan en hoe snel ze<br />

gaan. Dat leidt ze af, maar geeft ze<br />

ook controle en vertrouwen tijdens de<br />

medische procedure.’<br />

Afgelopen januari heeft OLVG ‘De Onco<br />

Monitor’ gelanceerd voor oncologiepatiënten<br />

die chemo- of immunotherapie<br />

krijgen. Via een menu in het patiëntenportaal<br />

MijnOLVG kunnen patiënten<br />

tijdens de kuurperiode 24 uur per dag<br />

controleren of ze zorg nodig hebben.<br />

Afhankelijk van de antwoorden op vervolgvragen<br />

krijgen ze direct een passend<br />

advies via MijnOLVG, neemt een<br />

oncologieverpleegkundige telefonisch<br />

contact op of wordt een (extra) afspraak<br />

gemaakt in het ziekenhuis.<br />

Door de nieuwe online dienstverlening<br />

hoeven de meeste oncologiepatiënten<br />

minder vaak naar het ziekenhuis<br />

te komen. Nieuw is ook dat patiënten<br />

zich met een digitale vragenlijst beter<br />

kunnen voorbereiden op de controleafspraken<br />

voorafgaand aan de nieuwe<br />

chemokuur. Op basis van de antwoorden<br />

wordt de agenda van het consult<br />

bepaald en de keuze gemaakt voor een<br />

telefonische afspraak of een afspraak<br />

in het ziekenhuis. Ook dit is een manier<br />

om het aantal bezoeken aan het ziekenhuis<br />

te beperken in de intensieve<br />

periode van chemokuren.<br />

Introductie infuusdesinfectiedopjes<br />

op de neonatologie<br />

Neonatologieverpleegkundige Andréa<br />

Ruiter ontdekte op basis van literatuuronderzoek,<br />

dat infuusgerelateerde<br />

infecties sterk verminderden wanneer<br />

je zogenaamde infuusdesinfectiedopjes<br />

(desinfecterende poortbeschermers)<br />

gebruikt. Daarom introduceerde zij samen<br />

met haar collega’s de ‘Curos caps’<br />

op haar afdeling.<br />

Neonaten hebben regelmatig een<br />

infuus of centrale lijn nodig, waar zij<br />

via bijspuitpunten (met tussenpozen)<br />

medicatie over toegediend krijgen.<br />

Desinfectie van de bijspuitpunten gebeurde<br />

doorgaans met een onsteriel<br />

gaasje met ethanol 70%. Het bijspuitpunt<br />

was tussen de toedieningen door<br />

onbeschermd. Hierdoor kon dit vervuild<br />

raken. Ook moest er minimaal 30 seconden<br />

gewacht worden voor het toedienen<br />

van medicijnen.<br />

De Curos caps bevatten een sponsje<br />

met 70% isopropylalcohol. Dit sponsje<br />

desinfecteert de infuuspoort binnen<br />

een minuut en blijft zeven dagen<br />

werkzaam, indien het bijspuitpunt niet<br />

gebruikt wordt. Op deze manier is er<br />

geen risico meer op vervuiling van het<br />

bijspuitpunt en bovendien is deze direct<br />

beschikbaar voor gebruik.<br />

Inmiddels wordt er een jaar gewerkt met<br />

de infuusdesinfectiedopjes en Andréa en<br />

haar collega’s zijn onverdeeld enthousiast.<br />

Andréa: ‘Het is veiliger voor onze<br />

kleine patiënten én gemakkelijker voor<br />

de verpleegkundigen. Een aanrader voor<br />

alle verpleegafdelingen in OLVG.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 26


Subsidie<br />

De invloed van patiënt<br />

empowerment op de<br />

professionele identiteit van<br />

zorgverleners<br />

‘Slimme<br />

pleister’ meet<br />

vitale functies<br />

bij patiënten<br />

Met behulp van een biosensor, ook wel<br />

‘slimme pleister’ genoemd, meten verpleegkundigen<br />

in OLVG op afstand de<br />

vitale functies bij patiënten. De pleister,<br />

die op de borst van de patiënt wordt<br />

geplakt, bevat draadloze sensoren die<br />

voortdurend de hartslag, ademhalingsfrequentie<br />

en beweging van de patiënt<br />

in kaart brengen. Een bijbehorende<br />

monitor registreert de temperatuur, het<br />

zuurstofgehalte en de bloeddruk. Deze<br />

gegevens worden via wifi automatisch<br />

ingevoerd in het patiëntendossier. Veranderingen<br />

in de vitale functies zijn<br />

zichtbaar in een applicatie, zodat de<br />

verpleegkundige snel kan ingrijpen<br />

wanneer dat nodig is.<br />

De slimme pleister is in <strong>mei</strong> 2020 in gebruik<br />

genomen op de COVID-19-afdeling.<br />

Florian van Hunnik, destijds teamleider<br />

van deze afdeling: ‘Het medische<br />

beeld van COVID-19-patiënten kan snel<br />

veranderen. Daarom is het erg prettig<br />

om op afstand een nauwkeurig beeld<br />

te krijgen van de vitale functies van de<br />

patiënt. Dan weten we precies wanneer<br />

het nodig is de kamer in en uit te lopen.<br />

Dit geeft meer rust voor de patiënt,<br />

vermindert de werkdruk en bespaart<br />

beschermende kleding.’<br />

Op dit moment wordt het gebruik van<br />

de slimme pleister geëvalueerd.<br />

In november maakte Stichting Wetenschappelijk<br />

Onderzoek OLVG<br />

de winnaars bekend van de subsidieronde<br />

2020. Mireille Stelwagen,<br />

verpleegkundig onderzoeker/adviseur<br />

Verpleegkundige en Medisch<br />

Ondersteunende Opleidingen, is één<br />

van hen.<br />

Family Integrated Care<br />

Mireille ontving een bedrag van<br />

36.683 euro om de ervaringen te<br />

onderzoeken van zorgprofessionals<br />

met ouders die als gelijkwaardig<br />

lid deel uitmaken van het zorgteam<br />

en intensief aanwezig zijn om voor<br />

hun (zieke) pasgeborene te zorgen.<br />

Deze werkwijze, waarbij ouders empowered<br />

worden, is onderdeel van<br />

het zorgmodel ‘Family Integrated<br />

Care’ (FICare) en wordt toegepast<br />

in het Anna Paviljoen in OLVG, locatie<br />

Oost. In individuele zorgsuites<br />

met in-roommogelijkheden voor de<br />

partner, wordt hier hoog complexe,<br />

geïntegreerde obstetrische en neonatale<br />

level-2 zorg verleend. Mireille:<br />

‘Je verwacht dat het<br />

werken met ouders<br />

die 24 uur per dag<br />

aanwezig zijn en<br />

zich ontwikkeld hebben<br />

tot autonome,<br />

zelfstandige leden<br />

van het zorgteam,<br />

gevolgen heeft voor<br />

de rol en identiteit<br />

van de zorgprofessionals.<br />

Want als je<br />

ouders onafhankelijk<br />

maakt, heeft dat<br />

ook invloed op jouw<br />

autonomie. In de<br />

literatuur was hierover<br />

echter weinig<br />

bekend.’<br />

Interviews<br />

Daarom gaat Mireille de ervaringen<br />

van zorgprofessionals in kaart<br />

brengen. Inmiddels heeft ze tien<br />

kinderartsen geïnterviewd en met<br />

het subsidiegeld breidt ze die serie<br />

uit met neonatologieverpleegkundigen<br />

en obstetrieverpleegkundigen.<br />

Mireille: ‘We hopen zo meer zicht te<br />

krijgen op dat wat nodig is om optimale<br />

zorg en behandeling te kunnen<br />

verlenen binnen infrastructuren<br />

die streven naar empowerment<br />

van ouders. Dit kan bijvoorbeeld<br />

de kwaliteit van de opleidingen ten<br />

goede komen en zorgprofessionals<br />

ondersteunen bij hun professionele<br />

ontwikkeling. Maar je kunt het zelfs<br />

breder zien. In de gehele gezondheidszorg<br />

streeft men naar patiëntautonomie<br />

en familieparticipatie,<br />

omdat dit ten goede komt aan de<br />

kwaliteit van zorg. De resultaten van<br />

dit onderzoek reiken dus verder dan<br />

alleen de ouder-kindzorg.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 27


Critically appraised topic<br />

Een dagboek om<br />

psychische problemen<br />

na een IC-opname te<br />

verminderen<br />

Heeft het bijhouden van een IC-dagboek effect op<br />

het verminderen van angst, depressie en PTSS bij<br />

patiënten en hun familieleden na een opname op de<br />

Intensive Care (IC)?<br />

Saskia Zonneveld, IC-verpleegkundige<br />

Achtergrond<br />

Een behandeling op de IC is een ingrijpende<br />

gebeurtenis voor zowel<br />

patiënten als hun naasten. Hoewel<br />

een vrij hoog percentage patiënten in<br />

Nederland levend de IC verlaat, lijkt<br />

langdurige opname zijn tol te eisen.<br />

Patiënten kunnen tot jaren later forse<br />

problemen ondervinden in hun fysieke,<br />

cognitieve en psychische gesteldheid 1 .<br />

De psychische problemen komen voor-<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 28


namelijk tot uiting in angst, depressie<br />

en het posttraumatische stress syndroom<br />

(PTSS) 2 . Op de IC van OLVG bieden<br />

we patiënten die langer dan 72 uur<br />

zijn opgenomen, een dagboek aan dat<br />

bijgehouden kan worden door zowel de<br />

patiënt en/of zijn naasten als de zorgverleners.<br />

Deze interventie gebruiken<br />

we om de patiënt en zijn naasten te<br />

ondersteunen bij de verwerking van de<br />

soms traumatische ervaringen tijdens<br />

de IC-opname. Gezien de tijd die het<br />

kost om consequent een IC-dagboek bij<br />

te houden en het feit dat het een acuut<br />

probleem niet oplost, schiet de interventie<br />

er soms bij in. Door het mogelijke effect<br />

te onderzoeken, kan het nut van het<br />

IC-dagboek meer benadrukt worden.<br />

Dit leidde tot de volgende PICO:<br />

P<br />

I<br />

C<br />

O<br />

(Ex-) IC-patiënten en/of hun<br />

familieleden<br />

Bijhouden van een IC-dagboek<br />

Geen IC-dagboek bijhouden<br />

Vermindering van angst, depressie<br />

en een PTSS<br />

(P=patiënt, I=interventie, C=vergelijking,<br />

O=uitkomst)<br />

Zoekstrategie<br />

Voor het beantwoorden van de PICO<br />

is op 30 april 2020 met behulp van een<br />

informatiespecialist gezocht naar wetenschappelijke<br />

artikelen in PubMed<br />

met de volgende searchstring:<br />

(diary[ti] OR diaries[ti]) AND (“intensive<br />

care”[all] OR ICU[all])<br />

Dit leverde 102 hits op. Deze zijn allemaal<br />

beoordeeld op basis van de volgende<br />

inclusiecriteria: Nederlands- en<br />

Engelstalige artikelen over afgeronde<br />

studies, niet ouder dan vijf jaar, ICpatiënten<br />

(geen specifieke subgroep),<br />

gericht op patiënt en familie. Na ontdubbelen,<br />

screenen op titel en lezen<br />

van abstracts bleven vijf studies over,<br />

waarvan de volledige tekst is bestudeerd.<br />

Hierna bleven twee systematische<br />

reviews (SR) over die gebruikt zijn<br />

voor het beantwoorden van de PICO.<br />

De kwaliteit werd beoordeeld met een<br />

checklist van Cochrane Netherlands.<br />

Resultaten<br />

De SR van Ullman e.a. 3 includeerde drie<br />

gerandomiseerde gecontroleerde trials<br />

(RCTs) over het bijhouden versus niet<br />

bijhouden van IC-dagboeken. Twee<br />

RCTs (N=358) beschrijven de uitkomsten<br />

van patiënten. Deze resultaten<br />

konden niet worden gepoold, omdat<br />

iedere RCT andere uitkomsten onderzocht.<br />

Beide studies vonden geen statistisch<br />

significante afname van angst,<br />

depressie of PTSS bij gebruik van een<br />

IC-dagboek. De derde RCT beschrijft<br />

de resultaten van 30 familieleden van<br />

IC-patiënten. Deze studie vond een<br />

significante afname van posttraumatische<br />

stress symptomen bij familieleden<br />

(dagboek: mediaan 19, spreiding 14-28;<br />

geen dagboek: mediaan 28, spreiding<br />

14-38; p= 0,03). Er werd niet gerapporteerd<br />

over angst of depressie bij<br />

familie leden.<br />

De andere SR, van McIlroy e.a. 4 , heeft<br />

de resultaten uit de RCTs (N=388) van<br />

Ullman e.a.. 5 aangevuld met recentere<br />

bewijslast uit vijf cohortstudies<br />

(N=820). De onderzoekers konden de<br />

resultaten uit de studies poolen in een<br />

meta-analyse. De gepoolde resultaten<br />

laten zien dat het bijhouden van een<br />

IC-dagboek een positief effect heeft<br />

op de afname van angst (twee studies,<br />

RR 0,32, 95%CI 0,12-0,86) en depressie<br />

(twee studies, RR 0,39, 95%CI 0,17-0.87),<br />

maar niet op het verminderen van een<br />

PTSS (drie studies, RR 0,75, 95%CI 0,3-<br />

1,73). De uitkomsten bij familieleden<br />

konden niet worden gepoold. Twee<br />

studies lieten zien dat PTSS bij familieleden<br />

verminderde na gebruik van<br />

een IC-dagboek (Mann-Whitney U test<br />

p=0,03 en RR 0,43, 95%CI 0,27–0,68).<br />

Een studie onder 143 familieleden vond<br />

geen vermindering van risico op angst<br />

en depressie.<br />

Commentaar en klinische<br />

relevantie<br />

De SR van Ullman e.a. 3 omvat slechts<br />

twee RCTs, waarvan maar één studie<br />

een behoorlijk aantal participanten<br />

heeft. Er is klinische heterogeniteit<br />

in de follow-up, de interventie en de<br />

gekozen uitkomstmaten. Er is niet beschreven<br />

hoe deze heterogeniteit is<br />

ondervangen. De resultaten van deze<br />

SR moeten dus met voorzichtigheid<br />

worden geïnterpreteerd.<br />

McIllroy e.a. 4 includeerden in hun SR<br />

acht artikelen, waarvan slechts twee<br />

RCTs. Er is adequaat omgegaan met<br />

klinische heterogeniteit door alleen<br />

resultaten uit vergelijkbare studies te<br />

poolen. De resultaten van deze SR kunnen<br />

met meer vertrouwen en minder<br />

voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.<br />

De studiepopulaties uit de artikelen komen<br />

overeen met de patiëntenpopulatie<br />

op de IC van OLVG. Er lijkt voldoende<br />

bewijs te zijn dat het bijhouden van een<br />

IC-dagboek bijdraagt aan minder angst<br />

en depressie bij IC-patiënten en minder<br />

PTSS bij familieleden. Dit maakt dat de<br />

interventie klinisch relevant is voor de<br />

praktijk, vooral in deze tijd dat familiebezoek<br />

zeer beperkt is toegestaan door<br />

COVID-19. De IC-dagboeken worden momenteel<br />

al gebruikt op de IC van OLVG.<br />

Het is dus een haalbare interventie.<br />

Conclusie<br />

Het bijhouden van een IC-dagboek<br />

heeft een significant effect op het verminderen<br />

van angst en depressie bij<br />

IC-patiënten. Voor familieleden kan het<br />

leiden tot minder (risico op) PTSS, maar<br />

voor patiënten is hiervoor onvoldoende<br />

bewijs.<br />

Niveau van aanbeveling conclusie: 1<br />

Referenties:<br />

1 IC Connect Voor(voormalig) IC-patienten en<br />

naasten. Post intensive care syndroom (PICS) en<br />

PICS-familie. Available from: https://icconnect.nl/<br />

na-de-ic/post-intensive-care-syndroom/<br />

[Accessed 30 th April 2020]<br />

2 Medisch Contact. Nazorg intensive care moet<br />

uit de kinderschoenen. Available from: https://<br />

www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/<br />

artikel/nazorg-intensive-care-moet-uit-dekinderschoenen.htm.[Accessed<br />

30 th April 2020].<br />

3 Ullman A, Aitken L, Rattray J, Kenardy J, Le<br />

Brocque R, MacGillivray S, e.a. Intensive care diaries<br />

to promote recovery for patiënts and families<br />

after critical illness: A Cochrane Systematic<br />

Review. Intl J. Nurs Stud. 2015 July;52(7):1243-53.<br />

4 McIlroy P, King R, Garrouste-Orgeas M, Tabah A,<br />

Ramanan M. The Effect of ICU Diaries on Psychological<br />

Outcomes and Quality of Life of Survivors<br />

of Critical Illness and Their Relatives: A Systematic<br />

Review and Meta-Analysis. Crit Care Med.<br />

2018 February;47(2):273-279.<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 29


Interview<br />

‘Er is een wereld voor me<br />

opengegaan die ik graag met<br />

anderen deel’<br />

Na vijf jaar als verpleegkundig specialist<br />

en casemanager gastro-intestinale<br />

tumoren bij de MDL en Chirurgie te<br />

hebben gewerkt, ging Madelon Mok<br />

1 januari 2020 aan de slag als zorganalist<br />

. Met behulp van data maakt ze<br />

zich sindsdien sterk om de zorg in OLVG<br />

te verbeteren. Maar één dag per week is<br />

ze nog aan het bed te vinden.<br />

Hoe ben je in de ban van de<br />

data gekomen?<br />

‘Vanuit mijn functie als verpleegkundig<br />

specialist hield ik me bezig met de<br />

DICA-registratie en was ik betrokken bij<br />

het Value-Based Healthcare (VBHC)-<br />

traject darmkanker. Ik had altijd het<br />

gevoel dat er nog meer in de data zat.<br />

Toen me werd uitgelegd wat een zorganalist<br />

doet, dacht ik meteen: “Dit wil ik<br />

leren!”.’<br />

Wat doet een zorganalist?<br />

‘We gebruiken data om OLVG op diverse<br />

vlakken te vergelijken – benchmarken<br />

– met andere STZ-ziekenhuizen.<br />

In één oogopslag zien we op welke onderdelen<br />

we het slechter of beter doen<br />

dan gemiddeld. Dit kan bijvoorbeeld<br />

de ligduur in de kliniek zijn, het aantal<br />

herhaalbezoeken op de polikliniek of<br />

het aanvraaggedrag ten aanzien van<br />

aanvullende diagnostiek. Samen met<br />

afdelingen maken we een prioritering<br />

en bepalen we waar we mee aan de<br />

slag gaan. We achterhalen waarom we<br />

op een bepaald gebied uit de pas lopen<br />

en gaan zo nodig over tot gerichte verbeterinitiatieven.<br />

Een mooi voorbeeld<br />

is de postoperatieve opnameduur van<br />

patiën ten met een aneurysma. Die<br />

bleek in OLVG vier dagen langer dan<br />

gemiddeld. We zijn met twee vaatchirurgen,<br />

drie verpleegkundigen en de teamleider<br />

om tafel gaan zitten en kwamen<br />

erachter dat het protocol verouderd<br />

was. Dat is geactualiseerd, er is een patiëntdagboek<br />

in gebruik genomen en we<br />

hebben verpleegkundigen geschoold in<br />

het opzetten van verbetercycli.<br />

Overigens hoeft het afwijken van de<br />

benchmark niet altijd negatief te zijn.<br />

Neem dagopnames. OLVG behandelt<br />

meer patiënten in dagbehandelingen<br />

dan de benchmark, maar dat is een bewuste<br />

keuze en dus een gewenst effect.’<br />

Deze manier van werken lijkt op<br />

VBHC.<br />

‘Dat klopt, ook daar gebruik je data<br />

om verbetertrajecten in gang te zetten.<br />

Maar waar VBHC zich richt op een<br />

aantal specifieke onderwerpen binnen<br />

Santeon-verband, kijken wij breder. Ons<br />

werkveld is eindeloos.’<br />

Sinds oktober werk je ook weer<br />

één dag als verpleegkundig<br />

specialist. Waarom?<br />

‘Ik miste de directe patiëntenzorg. Bovendien<br />

is weten wat er op de werkvloer<br />

speelt van toegevoegde waarde voor<br />

mijn werk als zorganalist. Het maakt het<br />

makkelijker om laagdrempelig contact<br />

te leggen.’<br />

Je doet dit werk niet in je eentje,<br />

toch?<br />

‘Nee, we zijn met een team van drie.<br />

Ruth Stoffels heeft op de afdeling Bedrijfsinformatie<br />

gewerkt en als docent<br />

statistiek aan de UvA. Bas Dronkert<br />

komt van de Zorgadministratie, waar hij<br />

tijdens zijn studie geneeskunde is gaan<br />

werken. Vanuit onze verschillende achtergronden<br />

vullen we elkaar goed aan.<br />

Ik vind het super belangrijk alle disciplines,<br />

dus ook verpleegkundigen, mee<br />

te nemen in wat er speelt. Ik ben ervan<br />

overtuigd dat het beter werkt mensen<br />

inzicht te geven in achterliggende processen<br />

en hun nieuwsgierigheid te prikkelen,<br />

dan van bovenaf maatregelen op<br />

te leggen. En het is ook mooi om samen<br />

successen te vieren. Er is echt een wereld<br />

voor me opengegaan die ik graag<br />

met anderen deel.’<br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 30


Gluren bij de buren<br />

Medisch Spectrum Twente wint<br />

verpleegkundige verbeterprijs<br />

Santeon<br />

Op 13 november jongstleden ontvingen<br />

Lotte ten Dam, verpleegkundig specialist<br />

i.o., en Karin Szabo-te Fruchte,<br />

BC-geaccrediteerd leefstijlcoach en<br />

verpleegkundig consulent hartrevalidatie,<br />

de Santeon Verpleegkundige Verbeterprijs<br />

2020. Beiden zijn werkzaam<br />

bij het Thoraxcentrum Twente (TCT). Zij<br />

wonnen de prijs met een plan voor de<br />

ontwikkeling en implementatie van de<br />

CureYou© applicatie. Een applicatie die<br />

wordt ingezet als eHealth-ondersteuning<br />

bij hartrevalidatiepatiënten.<br />

Voor cardiologische en cardio-chirurgische<br />

patiënten start binnen het TCT de<br />

hartrevalidatie na respectievelijk twee<br />

en vier weken. Na een cardiaal event<br />

kunnen patiënten gevoelens van angst,<br />

onzekerheid of somberheid ervaren. Uit<br />

onderzoek is gebleken dat het inzetten<br />

van eHealth bijdraagt aan een verhoogde<br />

patiënttevredenheid.<br />

Digitale ondersteuning<br />

In april 2020 werd een steekproef uitgevoerd<br />

onder 21 ex-hartrevalidatiepatiënten<br />

binnen het TCT. 80% gaf aan<br />

gevoelens van angst en onzekerheid te<br />

ervaren in de periode tussen ontslag en<br />

het starten van de hartrevalidatie. Ook<br />

Agenda journal club<br />

Lotte ten Dam en Karin Szabo-te Fruchte<br />

Datum Tijdstip Locatie Onderwerp<br />

misten zij begeleiding. 75% van hen gaf<br />

aan gebruik te willen maken van digitale<br />

ondersteuning.<br />

Vanuit dit signaal is de CureYou© applicatie<br />

ontwikkeld. Deze online omgeving<br />

voorziet de patiënt van informatie<br />

over het ziektebeeld, de behandeling,<br />

voeding, omgaan met stress, alcohol<br />

en stoppen met roken. Met de applicatie<br />

willen ze bij het TCT gevoelens van<br />

angst en onzekerheid wegnemen en<br />

patiënten meer controle en zekerheid<br />

geven over het eigen herstel.<br />

7-6-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Keuze thema: promoveren<br />

5-7-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Meta-analyse<br />

2-8-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Diagnostiek<br />

6-9-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Regressie analyses<br />

4-10-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Kwalitatief onderzoek:<br />

Interviews<br />

1-11-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Patiënt controle studies<br />

6-12-<strong>2021</strong> 15.30-16.30 uur Zoom/ nntb Complexe interventies<br />

De journal club is voor de EBP-coaches en andere verpleegkundigen van OLVG<br />

die geïnteresseerd zijn in EBP én hun kennis over verpleegkundig wetenschappelijk<br />

onderzoek willen ontwikkelen.<br />

Colofon<br />

<strong>Wetenschap@OLVG</strong> VERPLEEGKUNDE<br />

(speciale editie van Wetenschap@<br />

OLVG) is een onafhankelijke,<br />

wetenschappelijke uitgave van het<br />

Leerhuis van OLVG, die één keer per<br />

jaar verschijnt. Met deze uitgave wil<br />

OLVG wetenschappelijk onderzoek<br />

voor en door verpleegkundigen op een<br />

toegankelijke manier presenteren en<br />

verpleegkundigen laten kennismaken<br />

met en informeren over de<br />

ontwikkelingen rond evidence-based<br />

practice (EBP).<br />

Redactie<br />

Marijke van Buren MSc,<br />

verpleegkundige afdeling Acute Zorg;<br />

Manja Herrebrugh, ziekenhuisfotograaf;<br />

Florian van Hunnik,<br />

teamleider en verpleegkundige MPU,<br />

CNIO; Kim Henkels de Lange,<br />

IC-verpleegkundige; Marit Janssen -<br />

Groot, verpleegkundige MDL; dr. Nini<br />

Jonkman, adviseur wetenschap,<br />

epidemioloog; Margreet ter Meer,<br />

praktijkbegeleider dialyse-afdeling;<br />

drs. Janneke Schuitenmaker, MSc,<br />

verpleegkundig specialist algemene<br />

gezondheidszorg; drs. Mireille<br />

Stelwagen, Klinisch Verpleegkundig<br />

Opleider; drs. Judith Vocking,<br />

communicatiemedewerker.<br />

Redactie- en administratieadres<br />

<strong>Wetenschap@OLVG</strong> <strong>Verpleegkunde</strong><br />

Postbus 95500<br />

1090 HM Amsterdam<br />

Telefoon: (020) 599 4017<br />

E-mail: wetenschap@olvg.nl<br />

Hoofdredacteur: Janneke<br />

Schuitenmaker<br />

Bladcoördinator: Judith Vocking<br />

Eindredactie: Manja Herrebrugh en<br />

Judith Vocking<br />

Fotgrafie en illustraties: Catalina Feres<br />

Favi, Manja Herrebrugh, Jelmer ten<br />

Hoeve en Joep Maeijer, Audiovisuele<br />

Zaken OLVG, Saskia van den Boom, Ivo<br />

Sikkema - Ruparo<br />

Vormgeving: Ruparo, www.ruparo.nl<br />

Druk: Drukkerij De Bij, www.debij.nl<br />

Oplage: 1.000 stuks<br />

Oproep<br />

Heb je een interessant artikel dat je<br />

wilt delen? Of wil je reageren op het<br />

magazine? Neem dan contact op met<br />

onze redactie.<br />

We zijn altijd op zoek naar critically<br />

appraised topics (CATs). Heb je recent<br />

een CAT gemaakt of ga je dit jaar hiermee<br />

beginnen? Dan is dit je kans om<br />

het resultaat full colour terug te zien in<br />

de volgende editie.<br />

Meer weten? wetenschap@olvg.nl<br />

Jaargang 9, nummer 10, <strong>mei</strong> <strong>2021</strong><br />

WETENSCHAP@OLVG VERPLEEGKUNDE • 31


verpleegkundige?<br />

: maak kennis met OLVG<br />

Bij OLVG zijn we allemaal een beetje eigenwijs maar<br />

op een goede manier. We steken onze mening niet<br />

onder stoelen of banken en communiceren open en<br />

eerlijk, met aandacht voor elkaar. Via korte lijnen,<br />

waarbij iedere mening telt. We zeggen op respectvolle<br />

wijze waar het op staat, zijn ruimdenkend, persoonlijk<br />

en oprecht. Dat past bij de onbegrensde uitdagingen<br />

én mogelijkheden van een wereldstad.<br />

We verleggen de bekende weg als het bijdraagt aan<br />

het resultaat. En bedenken het liefst hoe het nóg<br />

beter kan. Op eigen wijze. Mét elkaar. Altijd in dienst<br />

van onze patiënten, op betekenisvolle momenten in<br />

hun leven. Waarbij we iedere keer kijken naar de mens<br />

achter de patiënt.<br />

Bij OLVG bepaal je zelf hoe ver je wilt komen en welke<br />

initiatieven je neemt. Maar een ding is zeker, je kunt<br />

altijd rekenen op de onvoorwaardelijke steun van je<br />

collega’s en de organisatie.<br />

Werken bij OLVG. Op eigen wijze.<br />

werkenbijolvg.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!